30/01/1919, Het einde van de draad, Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië (www.delpher.nl)
Het einde van den draad.
Weer op Belgischen bodem. Sluis, 19 Oct, 4 uur nam.
Sluis is een en al opwinding, want telkens komen ze nu aanzetten de Belgische menschen van den overkant en de saamgeschoolde bewoners van Sluis laten kreten van herkenning hooren, wanneer er weer een bekende komt aanstappen. En de draad, de doodelijke draad, die nu al jaren onmenschelijke scheiding maakte tusschen vrienden en bloedverwanten aan dezen en den anderen kant, het bijkans onzichtbare monster, dat iedere week byna zijn slachtoffers vergde, die draad is gevallen. Vanmorgen stonden aan de grens een paar Vlamingen te turen naar hun land dat geheel verlaten scheen, al hoorde men van verre nog het geluid van ontploffingen. De kerels jeukten van verlangen, om die nog altijd overeindstaande barrière aan te tasten, tot er eindelyk een vastbesloten, onder het leidraad door k[r]oop.
Met een paal probeerde hij de electrische draden; er kwamen geen vonken. En toen kwam de buigtang voor den dag. Een voor een vielen de draden en achtereenvolgens stonden we allen op Belgischen bodem. De twee Vlamingen wandelden nu bedaard hun land in. Wij dwaalden wat rond de verlaten woningen, zagen een paar brandende of reeds verkoolde schilderhuizen, maar alles was stil en verlaten. Wij betraden een geheel afgedekte schuilplaats.
De balken van het dakje droegen, de sporen van de elkaar opvolgende Duitsche schildwachten, die hier, wie weet met welke gedachten, hebben staan turen over het plat geslagen occupatiegebied. Hoeveel leven er nog van al die filosofen,, waarvan er ‘n weinig geflatteerd portret van zijn opperste krijgsheer geteekend heeft op een der witte kapspantjes? Wilhelm Arens heet de auteur van dit schoons en zijn kameraden Emil Petrich, Witmann, Kleinke of hoe deze zwaargepakt in aftocht zijnde Feldgrauen mogen heeten, hebben er in stuntelige hanepooten hun visitekaartje naast geschreven. En nu is het wachten op de geallieerde voorhoede. We zijn neutraal. Er zijn overal roodwit-blauwe bordjes met Holland er op, maar er komt anders een gevoel over je; of straks alle klokken van Zeeuwsch-Vlaanderen in een gejubel zuilen uitbeieren, omdat de bevrijders komen. Sluis, 19 Oct. 11 uur v.m.
Dat gevoel in België te zijn, weer op den eigen vrijen grond te staan, door dien hatelijken draad te kruipen en te weten dat de verlossing gekomen is. Dat gevoel heb ik zooeven genoten. En wat er in ons gemoed omgaat, is niet te beschrijven, het is ons als een droom die bevrijding. Maar de menschen zeggen elkaar met stralen ogen, dat het waarheid is en van over de grens komen ze ook in groepen. Bewoners van naburige dorpen, mannen in hun lakensch pak, vrouwen in hun besten bonten omslagdoek en sommigen met het korfje aan den arm, zooals ze vroeger boodschappen kwamen doen, vier jaar geleden, voor dezen oorlog.
De Engelschen en Belgen staan aan het kanaal van Zeebrugge. De Duitschers hebben de bruggen van Zeebrugge en Dudzeele laten springen, wat verder ook de bruggen aan het sas van Heyst, maar dit zal den opmarsch niet lang vertregen. Men moet er echter op zijn hoede zijn voor allerlei ondermijningen; herhaaldelijk hooren we ontploffingen. De laatste Duitschers in dezen grens-sector verliete het kanaal van Brugge om zeven uur; even te voren joegen ze de burgers van het kanaal weg, want ze moesten de burg laten spingen. Dit gebeurde met een hevigen knal en veel schade werd aangericht aan het nieuw en oud gemeentehuis, twee herbergen, die aan den hoek van den weg naar Westkappel staan. Ook de bruggen over het Leopolds- en Schipdonkskanaal worden opgeblazen…..
Behalve de reeds vermelde, zijn nog opgeblaen de zoogenaamde Siphon aan de kruising van de vaart Brugge-Sluis met Leopold en Schipdonkkanalen, de ophaalbrug van Oostkerke en de brug van Damme. Aan de omstaande huizen werd hierbij veel schade aangericht…
Zooeven kwam alhier de burgemeester van Houcke aan. Dit is het eerste Belgisch dorp aan het kanaal naar Brugge. Hij en zijn vrouw werden ook hartelijk verwelkomd. Om twee uur hedennacht werd ze opgeklopt door een bende van twintig Duitschers , die nog eten eischten, tegen vijf uur lieten de Duitschers de brug over het kanaal springen Hieruit blijk dus, dat het deel tusschen dit kanaal en de kust opgegeven is.