11/12/1829, Over het ontwerp van Gedeputeerden van Westvlaanderen nopende makene veranderingen aan de bestaande sluis bij de Dampoort te Brugge (Zeeuws Archief, Directie, 266)

Extract uit het verbaal van Hun Edele Groot Achtbare de Heeren Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland,

Vrijdag den 11 December 1829

Gelezen zijnde eene missive van den administrateur voor den Waterstaat van den 27 November * 21:31, daarbij te kennen gevende dat door Heeren Gedeputeerde Staten van Westvlaanderen voorstellen zijn ingezonden, nopens het maken van belangrijke veranderingen aan de bestaande sluis bij de Dampoort te Brugge, ten einde dezelve in betrekking te brengen met het gegraven, doch op beide einde nog afgedamde kanaal van Sluis naar Brugge, en met de kanalen van Brugge naar Gent en Oostende; tevens ten doel hebbende eene verbeterde uitwatering der landen, mitsgaders om het gemelde kanaal van Brugge naar Sluis te doen dienen tot het onderhouden der haven van laatstgemelde stad, zoomede van het aan opslikking onderhevig zijnde Zwin, waarop vele landen der provincien Oostvlaanderen, Westvlaanderen en Zeeland hunne wateren loozen; en ook deze voorstellen ter kennisse van Zijne Majesteit gebragt zijnde, Hoogst dezelve heeft goedgevonden, bij Besluit van den 19e November ll. nr. 104, waarvan door de Administrateur een afschrift wordt medegedeeld, te bepalen:

dat er eene commissie zal worden benoemd, bestaande uit een of twee leden van elk college van gedeputeerde staten van de provincien Oostvlaanderen, Westvlaanderen en Zeeland, en uit de drie hoofdingenieurs van dezelve provincien, ten einde het door gedeputeerde staten van Westvlaanderen ingezondene nadere ontwerp te onderzoeken en daaromtrent zoodanige wijzigingen of bijvoegingen voortestellen als het belang der zaak mogt vorderen, en om vervolgens zo, * voordragt te * nopens de repartitie de kosten, welke tot de eventuele uitvoering van dat ontwerp zouden worden vereischt, zoo veel mogelijk geregeld naar het belang dat iedere provincie, stad, gemeente of polder gerekend kan worden daarin te hebben; verzoekende voorz[ijde] administrateur dat, ingevolge het zelve besluit tot dat einde één of twee leden dezer vergadering, benevens den hoofd-ingenieur van de waterstaat in deze provincie worden benoemd, en dat het rapport der voorz[ijde] commissie vervolgens aan zijn wel Edelge$ worden medegedeeld, met bijvoeging van zoodanige consideratien en voorstellen, als waartoe hetzelve aanleiding mogt geven
is goedgevonden

  1. de Heeren Oom* en Mr. Jacob Snouck * leden dezer vergadering te benoemen, om benevens den heer hoofd ingenieur van den waterstaat in deze provincie, met de gecommiteerden uit de collegien van heeren gedeputeerde staten van Oost en Westvlaanderen, en de heeren hoofd-ingenieurs in die provincien, tot het onderzoek van het hier* bedoelde ontwerp invoege als zulks bij het boven aangehaalde besluit is voorgeschreven, waaraan afschrift aan dezelve zal worden medegedeeld, over* met verzoek om, na den afloop van dat onderzoek, het rapport der commissie met * zelver consideratien aan deze vergadering te willen mededeelen.
  2. den heer hoofd-ingenieur van de Waterstaat in deze provincie, onder kennisgeving van het vorenstaande, uittenodigen, om tot het daarbij bedoelde onderzoek te concurreren.
  3. Afschriften dezer, bij gewone conductoire missive te zenden aan de benoemde heeren, (…)
11/12/1829
Zeeuws Archief, Directie, 266
1829