1856?, Bestek en voorwaarden voor de verlenging van het kanaal tot in Sluis (Stadsarchief Brugge)

Bestek en voorwaarden waarnaar zal worden aanbesteed, het verlengen van het kanaal van Brugge tot in de kaai der gemeente Sluis, met het bouwen van eene houten siffon onder het kanaal, het herstellen en verlengen der kaaimuren en verdere werken, benevens de leverancie van alle benoodigde materialen.

Algemene beschrijving der Werken

§ 1 De in dit bestek beschreven werken bestaan in:

1. Het bouwen van een houten siffon onder het te verlengen kanaal, wijd 2 el in den dag, met het droogmaken en drooghouden der fonderingsput en het uitbreken van den bestaanden houten duiker;
   
2. Het herstellen en door nieuwe vleugels afsluiten der bestaande kaaimuren in de gemeente Sluis;
   
3. Het leggen van een houten duiker met schuif in den dijk van het Mariapoldertje, tot afwatering van den in te dijken Havenpolder;
   
4. Het opwerpen tot 2 el boven peil van den oostelijken, en het doortrekken van den westelijken kanaaldijk, tot aan den kapitalen wal van Sluis, met het verleggen van den provincialen keiweg, het weggraven van den afsluitdam en het droogmaken en drooghouden van het Lapschuursche Gat;
   
5. Het ontruimen der kaai van de opgewassen specie tot op 2,50 el diepte onder peil;
   
6. Het maken van een afsluitingsdijk der haven aan het zoogenaamde Klein Pas;
   
7. Het bestraten van den verlegden provincialen keiweg;
   
8. Het sloopen van een aan te wijzen gebouw en het opnemen en verplaatsen van het kantoor der directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen; en
   
9. Het afbreken van den steenenbeer aan de Zoute vest en de vierkante oude brug hoofdmuren.