Praktische informatie |
---|
Plaats:
Ramskapellestraat 91-93, Ramskapelle Uren: Van 10-18u, met doorlopend gidsbeurten Verhaal: Dit museum belicht de bevrijding van de Zwinstreek in het najaar van 1944, een intens conflict tussen de Duitse bezetter en de hoofdzakelijk Canadese bevrijders. In de tuin liggen de wrakstukken van vliegtuigen die zijn opgegraven door het archeologisch team van de Belgian Aviation History Association. . |
Het For Freedom Museum brengt op een bruisende en realistische wijze de sombere tijden van de Tweede Wereldoorlog in beeld. Geen enkele inwoner uit de Zwinstreek en West-Zeeuws-Vlaanderen bleef tussen 1940 en 1944 gespaard van repressie en ontbering. Deze zwarte periode in onze geschiedenis vormt het hoofdthema van het museum. In tegenstelling tot andere musea evoqueert For Freedom in zeer natuurgetrouwe decors de verschillende facetten van WO II. De sfeer ademt de bezetting, vervolging en bevrijding van de oorlog uit. Als bezoeker word je werkelijk ondergedompeld in de donkere bladzijden van onze geschiedenis tussen 10 mei 1940, de eerste dag van de bezetting, en 1 november 1944, de verlossende datum van de bevrijding van onze regio.
September 1944
‘La Belgique est libérée!’… niets is minder waar.
Opstormende Britse, Canadese en Poolse tankeenheden bevrijden in recordtempo Ieper, Roeselare, Brussel, Gent en Antwerpen. Eens in Frankrijk, de Somme over, lijkt niets of niemand de geallieerde stormram te kunnen stoppen. Duitse troepen vluchten ongeordend en zwaar gehavend door onze streek richting ‘Heimat’. Duizenden slagen er echter in om via Breskens over Walcheren en Zuid-Beveland te ontkomen.
De geallieerden zetten een ambitieuze luchtlandingsoperatie op touw. Landingstroepen moeten vijf bruggen tussen Leopoldsburg in België en Arnhem in Nederland veroveren, terwijl tankeenheden de gebieden tussen de bruggen moeten innemen. Dit zal de geallieerden in staat stellen om het industriële hart van Duitsland in een mum van tijd te treffen. De bruggen over de Rijn in Arnhem worden echter niet op tijd door de geallieerde tanks ontzet. Ja, Arnhem bleek een brug te ver te zijn…
Eind september 1944 werkt het geallieerde hoofdkwartier ‘Operation Switchback’ uit om de monding van de Schelde vrij te maken. Hiervoor moet Zuid-Beveland en Walcheren van de rest van Nederland geïsoleerd worden en de ‘Scheldt Pocket’ - het gebied dat door het Leopoldkanaal, de Schelde en de Noordzee afgebakend was – vrijgemaakt worden.
Canadese troepen
Dat dit geen sinecure zal zijn hebben de Canadese troepen snel door. Onder zeer slechte weersomstandigheden, waardoor luchtmachtondersteuning zeer beperkt blijft, ploeteren eenheden van de ‘3rd Canadian Infantry Division’ onder het bevel van Gen-Maj. Dan Spry door onze Zwinvlakte om Knokke-Heist en Zeebrugge op 1, 2 en 3 november 1944 te bevrijden.
Eenheden van de ‘2nd Canadian Infantry Division’ slagen erin na zeer harde gevechten om via Zuid-Beveland naar de verbinding met Walcheren op te rukken. Een Schotse Divisie (52nd Lowland Division’) steekt de Schelde over en landt in Walcheren om door te stoten naar Vlissingen. Op 1 november landen zelfs Commando’s op de kust van West-Walcheren.
Al deze inspanningen zijn nodig om de Duitse kanonnen van Vlissingen, Cadzand en Duinbergen het zwijgen op te leggen. De haven van Antwerpen die met de hulp van het verzet begin september vrijwel intact in Britse handen is gevallen, moet absoluut benut worden. Maar dokken, kaaien, kranen, opslagplaatsen, benzinetanks liggen er verweesd bij, zolang beide oevers van de Schelde in Duitse handen blijven.
Strobrugge en Biervliet
Onze Canadese bevrijders steken op 6 oktober 1944 te Strobrugge met vouwbootjes het Leopoldkanaal over en proberen voor Eede een bruggenhoofd te vestigen. Dit lukt nauwelijks omdat de Duitse troepen zich met ongelooflijke moed verdedigen. Drie dagen later landt een tweede brigade van over de Braakman op de stranden in de omgeving van Biervliet. Daarvoor worden amfibie voertuigen aangewend die voorheen enkel in de Pacific ingezet zijn. Nog een dag later landt een derde brigade op diezelfde stranden.
Moeizaam maar zeker bevrijden de Canadezen, bijgestaan door Britse tankeenheden, polder per polder, gehucht per gehucht, dorp per dorp. Biervliet, Hoofdplaat, Nummer Een, Breskens, Oostburg, Nieuwvliet, IJzendijke, Groede, Cadzand, Aardenburg en Sluis blijven voor eeuwig in het geheugen van vele veteranen gegrift.
De Duitse troepen hebben tijd gehad om de streek te verdedigen en de strijd voor te bereiden. Daartoe worden vele polders gewoon onder water gezet waardoor luchtlandingsoperaties bemoeilijkt worden maar waardoor de bevrijders vooral verplicht worden op de dijken op te rukken. Het zijn taaie, in de strijd geharde Oostfrontveteranen die respect afdwingen en meester zijn in het uitvoeren van tactische krijgsspellen.
Zwinvlakte
Na weken van uitputtende gevechten naderen de geallieerden het grensdorp Retranchement. De brug is er door Duitsers opgeblazen waardoor de bouw van een noodbrug zich opdringt. Genisten klaren deze opdracht onder continue beschietingen van achter de Internationale Dijk. Op hetzelfde tijdstip steken moedige infanterie-eenheden het uitwateringskanaal over om verder op te rukken naar Knokke. Deze badstad zit op dat ogenblik overvol vluchtelingen. Heist is volledig geëvacueerd en vele mensen uit de aangrenzende poldergemeenten vinden er een tijdelijk onderkomen. Dankzij de inspanningen van vele civiele instanties heeft iedereen een dak boven het hoofd en kunnen de vele monden toch gevoed worden.
Uiteindelijk wordt in de duinen van Zeebrugge op 3 november 1944 de laatste witte vlag geplant. De monding van de Schelde is vrij. De Duitse bezetter is verslagen en duizenden soldaten zijn krijgsgevangen genomen, maar dit succes is niet zonder slag of stoot gegaan. Vele Canadese en Britse soldaten sneuvelen op Zuid-Beveland, Walcheren en in de Zwinvlakte.
Eindelijk kan werk gemaakt worden van de openstelling van de Schelde. Wrakken, mijnen en obstakels worden verwijderd. Het eerste liberty-ship, de ‘Fort Cataraqu’, vaart op 28 november de haven van Antwerpen binnen. De geallieerde aanvoerlijnen worden hierdoor met 600 km ingekort. De vooruitzichten zijn bijgevolg minder somber.