Datum / JaartalGebeurtenis
juni 1213
Omdat de Vlaamse Graaf Ferrand van Portugal weigert zijn leenheer, de Franse koning Filips August te steunen in zijn strijd tegen de Engelse koning Jan zonder Land, valt de Franse koning Vlaanderen binnen. Hij bezet o.a. Damme. De Vlaamse graaf vraagt steun bij de Engelse koning die een vloot van 500 schepen stuurt die de Franse vloot verslaat. Op 1 juni proberen de Vlamingen Damme terug in te nemen maar dat mislukt en de graaf vlucht naar Engeland. Bij zijn terugtocht uit Damme laat de Franse koning het stadje in brand steken (2 juni 1213).
1213
Vroegste vermelding van 'Mude' en dat naar aanleiding van de inval van een Engelse vloot in het Zwin (1213) in de strijd tussen koning Filips-August van Frankrijk en de Engelse koning Jan zonder Land.
1213
Britto beschrijft de haven van Damme in 1213 als volgt:' Deze haven was zo ruim en veilig, dat zij al onze schepen bevatten konde. Men vond er de rijkdommen van al de werelddelen, in zo grote hoeveelheid door allerlei vaartuigen aangevoerd, dat zij onze verwachting ver te boven streefden. Men zag er massa s van zilverstaven, goud, weefsels van Syrie,China en de Cycladeneilanden, Hongaarsche pesterijen in menigte, het echte kruid, dat aan het scharlaken zijn schitterende roodheid geeft, vlotten met de wijnen bevracht, die in Gascogne of Rochelle geteeld worden, ijzer en andere metalen, lakens, en koopvaren van alle soort, welke Engeland of Frankrijk hier verzameld hebben om van daar naar alle oorden der wereld te worden gevoerd, en voordelen toe te brengen aan haar eigenaars, die met ene mengeling van hoop en vrees hun schatten aan de grillen van het noodlot prijsgeven.'
1213
Lambert, heer van Lissewege, bevestigt zijn vroegere schenkingen en schenkt Memburghbilk aan de abdij Ter Doest (Lissewege).
1213
De Franse koning Filips-August komt in 1213 met een vloot van ca 1700 schepen het Zwin opgevaren. Damme wordt geplunderd en verwoest.
1213
De Franse koning Filips-August komt in 1213 met een vloot van ca 1700 schepen het Zwin opgevaren. Damme wordt geplunderd en verwoest.
1214
Grote waterschade aan de oevers van Zwin en Honte en van het oostelijk Zeeuws-Vlaanderen door een stormvloed.
1214
In 1214 geeft koning Jan zonder Land van Engeland een gekaapt schip vrij dat eigendom is van Oterman van Damme.
27 juli 1214
In de slag van Bouvines (27 juli 1214) verslaat de Franse koning Filips August een coalitie van keizer Otto IV, de hertogen van Brabant en Limburg, de graaf van Holland en Ferrand van Portugal, graaf van Vlaanderen. De Vlaamse graaf wordt gevangen genomen.
25 april 1214
De abdij van Ter Doest (Lissewege) ontvangt 25 gemete van Walter van Kruiningen. Walter dat na zijn dood als cistercienzer begraven te worden in kloostergrond in Vlaanderen of Zeeland. Op 25 april 1214 schenkt hij nog eens 25 gemete moere en 10 gemete van zijn vrouw. Hij verkoopt 146 gemete moere ten oosten van Reimerwalle, ten westen van Motmelosakine en ten noorden van Eversward en Scoude.
1214
Grote vloed in Zeeland.
juni 1216
Koning Jan zonder Land slaat in juni 1216 goederen van Damse kooplieden aan.
1217
Vroegste vermelding van 'Cnocke' in een privilegie van Johanna van Konstantinopel.
28 april 1217
Op 28 april 1217 wordt in Damme een vredesverdrag gesloten tussen Johanna van Constantinopel en Willem I, graaf van Holland.
2 juli 1217
Margareta van Lissewege schenkt op 2 juli 1217 het Ketelsland van 2 gemet aan het klooster van Ter Doest (Lissewege) door tussenkomst van de abt van Sint-Andries.
11 november 1218
De haringvangst heeft problemen door de hevige vorst omtrent Sint-Maarten (11 november) en door de onafgebroken sneeuwval tot het feest van Sint-Niklaas (6 december)
1218
Peter van Roskilde, de neef van de koning van Denemarken is op kruisvaart. Zijn schip komt voor de kust van Lissewege in de problemen. Peter wordt samen met zijn krijgers gelogeerd in de abdij van Ter Doest (Lissewege) waar hij sterft en wordt begraven. In Denemarken wordt hij vereerd als een heilige.
1218
Willem van Staden krijgt het bevel van Johanna van Constantinopel om een stuk woeste grond in de omgeving van Rodenburg (Aardenburg) terug te geven aan de abdij van Ter Doest (Lissewege) die er huizen zal bouwen.
1219
De monniken van Ter Doest verkrijgen in 1219 van gravin Johanna van Constantinopel de verzekering dat ze altijd vrij mogen beschikken over de Doestarm (verbinding met Lisseweegs vaartje) en over bepaalde landwegen (later gekend als Visweg of Doestweg).
1219
Barizeeele van Dudzele heeft in 1219 de heerlijkheid Dudzele in bezit.
1219
Willem van Kattendijke staat zijn tienden af aan de abdij Ter Doest (Lissewege).
1219
Een schenking van 300 gemete door gravin Johanna van Constantinopel aan de abdij van Ter Doest (Lissewege) wordt bevestigd door Walter II de Marvis, bisschop van Doornik.
1219
Salomon van Gent wordt de zesde abt van de abdij van Ter Doest (Lissewege).
ca. 1220
Bouw van de Keuveldijk.
1220
Een onbekende weldoener richt in Dudzele niet alleen een kapel in, maar hij sticht daar ook een kapelanie waaraan hij enkele gemeten grond schenkt. Een tekst situeert het perceel naast de St.-Laureinskapel, op een kruispunt van de wegen van St.-Pieters naar Dudzele en van Brugge naar Lissewege. De inkomsten van die percelen dienen voor het onderhoud van het gebouw, de kapelaan en de koster. De schenker is misschien de Heer van het Schottekasteel, dat 400 m ten noordoosten van de kapel staat.