Mededelingen
4. Sint-Guthago viert zijn 20 jaar
Maurits Dekeyzer en Johan Ballegeer
Oostkerke 26 november 1978. Van heide en verre kwamen ze toe, onze trouwe leden, die aan de oproep van het bestuur gevolg gaven om samen het 20-jarig bestaan van onze Kring te vieren.
Op de hoogste wiek van de prachtig gerestaureerde dorpsmolen wenkte feestelijk de Leeuwevlag, terwijl de grote klok van de Sint-Kwintens kerk zijn deel in de feestroes opeiste door met zijn zware stem iedereen naar de kerk te lokken.
Lekker warm in die sobere kerk, zo machtig van constructie en waar men zich zo klein tegenaan voelt. Bij het binnenkomen vallen onmiddellijk de predikstoel en de communiebank op, die aldaar prachtig tot hun recht komen. Zij getuigen van een verfijnde kunst en zijn afkomstig uit de afgebroken Sint-Margaretakerk van Knokke.
Om 15 uur werd door 6 priesters-leden van de Kring de eucharistieviering geconcelebreerd, waarin E.H. Deken Cordy voorging, samen met E.H. Prof. Dr. R. Stock, die een opmerkelijk homilie ten beste gaf (1), E.H. Van Maeckelberg pastoor van Oostkerke, E.H. De Bleeker directeur van de landbouwschool te Tielt, E.H. Laleman medepastoor te Westkapelle en E.H. Monbaliu van de landbouwschool te Roeselare.
De herdenkingsmis werd op feestelijke wijze opgeluisterd door het jeugdzangkoor van Oostkerke, dat waarlijk een revelatie was.
De aanwezigen kwamen onder de indruk toen een soliste met het koor de "Ode aan de vreugde" zong, zo toepasselijk op onze Kring. "Sluit vriendschap voor het leven, Open je hart voor iedereen, Strooi liefde om je heen en reik de hand aan elkander..."
Voor de academische zitting begaf heel het gezelschap zich naar de vroegere gemeenteschool, waar momenteel ook de bibliotheek ondergebracht is en waar alle werken van de Kring zich bevinden.
Het lokaal liep stampvol. Aan de wand boven de sprekerstafel waren de Belgische Vlag en de Leeuwevlag bevestigd met tussenin het embleem van onze Kring: het Zeemeerminnetje; "weliswaar zonder spiegel, zegde Johan Ballegeer, maar dat geeft niet, want het zit in een spiegelkader en dat is ook goed". Dit mooie kunstwerk van 1.40 m bij 0.70 is van de hand van kunstenaar-beeldhouwer Maurice Martens uit Assebroek.
Aan de sprekerstafel hadden plaats genomen: Voorzitter René De Keyser, Jozef Penninck Provinciaal Voorzitter van het West-Vlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde, en de burgemeesters- volksvertegenwoordigers Daniel Coens van Damme en Manu Desutter van Knokke-Heist.
Het ganse bestuur van Sint-Guthago was ook aanwezig met Yves Parmentier Erevoorzitter, Willy Theerens, Jos Rau, Maurits Coornaert, Margriet De Keyser, Karel Aernoudts, Albert De Keyser, Johan Ballegeer, Jacques Larbouillat, Roger Crois, Antoon Verminck, Germain Vandepitte en Maurits Dekeyzer.
De heer René De Keyser begroette als een gelukkig voorzitter de vele aanwezigen, waarna hij het woord en de leiding van de plechtigheden overliet aan Johan Ballegeer. Deze leidde achtereenvolgens de heer Coens en de heer Desutter in. Hij noemde de ene de burgemeester van de Kring en de andere de burgemeester van het Museum.
Zijn spitse taal leek wel besmettelijk, want ook de burgemeesters gooiden het over de humoristische boeg in hun heilwensen aan de Kring. (Burgemeester-volksvert. F. Van Acker had zich verontschuldigd). Ballegeer las vervolgens de talrijke gelukwenstelegrammen voor, o.a. van museumconservator W. Dezutter, de Uilenspiegels van Damme, kan. De Mey, de kaartersvrienden St.-Barbara, EE.HH. Van de Heuvel en Van den Abeele.
Voor hij al die personen en prominenten had voorgesteld, stelde Johan het op prijs in naam van bestuur en leden, het Oostkerks jeugdkoor te feliciteren dat zo grandioos de eucharistieviering had opgeluisterd. Een bloemrijke en fleurig gestrikte groet werd gebracht door de heer J. van Belleghem, bestuurslid van de West- Zeeuwse Heemkundige Kring.
De hoofdschotel van deze Academische zitting was de rede van de heer Jozef Penninck. Hij wees in die rede op het belang van de heemkunde, de nog onontgonnen terreinen duidde hij aan en hij riep de aanwezigen op om niet bang te zijn hun weten, kennen en herinneringen op papier te zetten.
De heer Coens sprak over de werking van de Kring en was fier dat de bakermat ervan op zijn grondgebied ligt. Hij zegde dat men op 21 jaar meerderjarig wordt, wat toepasselijk is op de Kring, daar die nu zijn 21e jaar ingaat en aldus na een schitterende werking gedurende 20 jaar op heemkundig gebied, thans de graad van volwassenheid heeft bereikt. De bescheiden bijdrage die zijn gemeente levert, helpt de vereniging om verdere studies uit te voeren. Hij verzekerde zijn steun in de mate van het mogelijke en hoopte op een onverminderde bloei van de Kring.
De heer Desutter wees op het uitzonderlijk belang van de Kring voor Knokke-Heist, niet alleen op heemkundig gebied, doch ook voor daadwerkelijke hulp, zoals b.v. bij het samenstellen van de nieuwe straatnamen en van het gemeentewapen en de vlag van zijn stad. Hij feliciteerde in het bijzonder de heer Maurits Coornaert voor zijn belangrijke werken over "Knokke en het Zwin" en "Heist en de Eiesluis", terwijl "Westkapelle en Ramskapelle" binnen afzienbare tijd klaar zal komen. Hij vernoemde het tijdschrift "Rond de Poldertorens" van St-Guthago, dat 4 maal per jaar verschijnt en waarin telkens een schat van gegevens over onze streek uit de doeken gedaan wordt, en die van onschatbare waarde voor het nageslacht zal zijn. Hij haalde op schalkse manier de mogelijkheden tot aanhechting aan van Oostkerke bij Knokke, wat dhr. Coens niet kon beamen. Dhr. Desutter had het ook over de bescheiden bijdrage van zijn gemeente, waarbij Johan droog opmerkte dat, wanneer er nog een tiental gemeenten samen met Damme en Knokke-Heist zo een bescheiden bijdrage zouden leveren, de Kring nog mooie tijden zonder geldzorgen zouden te wachten staan.
Het slotwoord was aan gastheer René De Keyser, voorzitter sedert het ontstaan van St.-Guthago in 1959. Hij dankte de gemeentebesturen voor hun hulp, zowel moreel als financieel. Hij belichtte op een subliem eenvoudige, praktische manier de 20 jaar werking van de Kring en betrok daarin ook het ganse bestuur en alle leden die met daadwerkelijke hulp, van St.-Guthago hebben gemaakt wat het nu is. Een speciaal dankwoord richtte hij ook aan de dames van de bestuursleden die als vriendelijke gastvrouwen steeds bereid zijn hun deuren open te zetten voor het houden van de bestuursvergaderingen. Hij hoopte in de toekomst voort op iedereen te mogen rekenen tot verdere bloei van de Kring. Het applaus van de aanwezigen getuigde van sympathie en erkentelijkheid voor de 20 jaar onbaatzuchtige werking van een zichtbaar ontroerde Voorzitter.
Er werd gevesperd in het Oud Gemeentehuis, met geurige koffie, boerenbrood en hesp en er was van alles te kort, zelfs stoelen. Johan Ballegeer, die zo lichtzinnig was geweest om de Voorzitter te beloven een humoristisch overzicht te geven van de twintig voorbije jaren, deed dit op zijn persoonlijke manier. Er was zoveel volk dat en de gelagzaal en de voutekamer bezet werden, zodat onze conferencier tweemaal liet proeven van zijn schalkse tale.
Had hij voordien de h. burgemeesters even wat stout toegesproken, dan waren het deze keer de bestuursleden die hij, zoals des konings nar, wees op hun verdiensten en tekortkomingen. Alleen de leden in ’ t algemeen vond hij 'toffe' mensen en geen 'raar volk'.
Hij diepte de eerste brief op die de secretaris hem voor 20 jaar had geschreven en gaf hem die terug voor het archief van de Kring, niet zonder alle stichtende leden nog eens in het zonnetje te hebben gezet. In het bijzonder ging zijn aandacht naar de memorie van wijlen Dr. Jos De Smet, rijksarchivaris, die de Kring zo genegen was.
Wel viel er een bloempje voor "onze René" wien nooit iets teveel is wanneer het om de Kring gaat; voor Margriet De Keyser die de financies op goede banen houdt; voor Jos Rau die al twintig jaar voor Willy Theerens ,die zeer veel werk verricht bij het uitgeven van onze tijdschriften, de redactie van "Rond de Poldertorens" waarneemt; voor Broeder Norbert zonder wiens uitzonderlijke dienstvaardigheid, zijn tekenaars- en drukkerstalent onze uitgaven al lang "het hoekje om" waren.
Johan vond het tweede gedeelte van zijn opdracht een beetje slordig: hij had iedereen moeten danken. Maar hoe is dat mogelijk in een Kring waar zoveel gekende en ongekende medewerkers zijn. We dragen ze allen in het hart!!!
Sint-Guthago mag met recht fier gaan op al wat in die 20 jaar door de Kring verwezenlijkt werd, niet alleen voor haar eigen Leden, maar ook voor gans de gemeenschap.
Voetnoot
- Jammer dat we niet over de integrale tekst van deze zeer schoon
aangepaste homilie beschikken. Hopelijk komt dat nog wel.