Mededelingen
5. Het Tiedehof van de Sint-Kwintensabdij te Oostkerke en de Sint-Walburgakerk te Brugge
René De Keyser
Aansluitend bij een kleine bijdrage onder dezelfde titel, verschenen in nr. 4 van de voorgaande jaargang van "Rond de Poldertorens", kan daar het volgende aan toegevoegd worden.
In zijn "Dagklapper" in het Parochieblad van Brugge van 28 oktober 1951, waar E.H. English handelt over de verering van Sint Kwinten, wijst hij er op dat er in de oude St.- Walburgakerk te Brugge een altaar was, toegewijd aan de Heilige Kwintinus. Dit altaar, zegt hij, wordt nog vermeld in 1723, maar niet meer in 1781 wanneer de kerk werd afgebroken.
Hieruit blijkt nog meer het verband tussen St.-Walburga en St.-Kwinten.
Kanunnik Duclos vermeldt, in "Bruges Histoire et Souvenirs" op blz. 353 dat de oude grafelijke kapel van Sint-Walburga te Brugge in 1239 verheven werd tot parochiekerk.
In de oorkonde van 1089 waarbij Rokrecht II de tienden van de nieuw op zee gewonnen gronden, gelegen op de parochie Oostkerke, aan de Abdij van Sint.- Kwintens- in- Vermandois schenkt, zegt hij dat hij de zoon is van Robrecht (de Fries) die de zoon was van de roemrijke graaf Boudewijn (de Vijfde). Was het de gewoonte in grafelijke oorkonden dat de graaf zijn voorouders vermelde, of is het een stille aanduiding of verwijzing naar de door ons vermoede eerste schenking van tienden op Oostkerke door Boudewijn V aan dezelfde Sint-Kwintens abdij?