Kapellen in onze Zwinstreek
Johan Ballegeer
Waar men gaat langs Vlaamse wegen
Oude hoeve, huis of tronk
Komt men u, Maria tegen
Staat uw beeltenis te pronk.
Op 14 december 2003, op ons jaarlijks feest, lanceerde de heer voorzitter Eric Huys enkele voorstellen tot het vormen van werkgroepen. Een ervan is het opstellen van een inventaris van alle grote of kleinere veldkapellen en belangrijke gevelkapellen in ons werkgebied.
Deze inventarisatie werd eigenlijk opgestart in 1980 met het oog op de publicatie van onze “Gids voor de Zwinstreek” (Uitg. Standaard (le druk 1986)).
Daar Moerkerke toen de top scheerde op gebeid van het aantal kapellen gaven we de wandeling aldaar de naam “De Kapelletjesbaan”. In de derde druk van deze gids (Uitg. Streekboek 1999) voegden we er ook de Sijsele kapellen aan toe. In onderhavige publicatie, die we afsloten op 31januari 2004, zetten we om aan het brons getal van 125 te komen ook Zuienkerke, Uitkerke en Sint Pieters erbij. 125? En zijn we het gevelkapelletje van tante Rosalie en nicht Eudoxie niet vergeten? Best mogelijk. Dat deden we met opzet om de kritikasters een been te geven. “Parce que la oû Dieu est maître, le diable se glisse ».
Nu zijn er naast de honderdtachtig nummers van Rond de Poldertorens, haast evenveel gidsen, gidsjes en monografieën verschenen. En allemaal besteden ze evenveel aandacht aan kerken en kastelen, molens en musea, standbeelden en stenen, maar aan de veld- en staakkapelletjes lopen ze straal voorbij. Nochtans hebben ze zowel in de volksdevotie als in de meer profane (zeg maar amoureuze) gevoelens van ons volk vaak een veel grotere rol gespeeld. Ik ken er twee die als postbus dienden voor opwindende liefdesbrieven. En wat was er romantischer dan een geheim rendez-vous in een schemerige veldkapel? Nergens werd meer gebeden om ziekte en onheil af te wenden. Nergens werd zwaarder getreurd om een verongelukt dierbaar gezinslid. Laten we ze in ere houden. De officiële kerk liep meestal niet hoog op met die volksdevotie, waar ze vaak geen controle op had. Rook ze vaak niet naar het oude heidendom, naar bijgeloof, naar sektarisme? De jongste tijd is die argwaan wel wat getaand.
Zet dus je paard een paar zondagen op stal en loop per pedes apostolorum door je eigen omgeving om nota te nemen van deze min of meer interessante relieken uit onze volksdevotie. Of volg eens een weekend de kapellenroute. De heemkundige kring “t Zwin rechteroever” heeft met dit initiatief alle kapellen op het grondgebied van Groot Damme onder de aandacht gebracht. De route kan per fiets of met de auto gevolgd worden en er is een begeleidend gidsje beschikbaar.
Wat zouden we willen weten?
En bewaren voor het nageslacht?
Hoe heet het kapelletje in de volksmond?
Bij welke gelegenheid werd het geplaatst?
Zijn er schilderijen, prentkaarten of foto’s van?
Aan welke heilige is het gewijd?
Bestaan er geschreven bronnen over?
EN HOE VERDWENEN ZE?
De geuzen natuurlijk! Maar dat is lang geleden. Soms werden ze gewoon omver gereden door een pikdorser, een sproeimachine of een ploegende boer. En ook bij de oprit van een hoeve kunnen ze lelijk in de weg staan. Kosten-ik me droal nie hoalen... Ook Bruggen en Wegen lijkt wel allergisch te zijn voor straatmeubilair dat niet in hun kraam past. Het mag dan al op de topografische kaart voorkomen.
WAT IS EEN KAPEL?
Een kapel is een bedehuis gebonden aan de volksdevotie en van waaruit geen parochie bediend wordt. Er staat dan ook niet steeds een altaar met een tabernakel. Vandaar dat een staakkapelletje niet echt een kapel is. Hoe kwamen ze er?
Opvallend hoeveel kapellen en vooral Mariakapellen er in Vlaanderen voorkomen. De Kelten die hier woonden, maar niet onze voorouders waren, vereerden Nehallenia, de moedergodin. Men vond vorige eeuw enkele van haar altaren terug in de Oosterschelde. Ze stellen een vrouw met een hoofddoek voor en een kind op de arm en soms met een hondje aan haar voeten. De Germanen die wel onze voorouders waren vereerden hun goden onder de Heilige Eik, de eerste missionarissen die hier kwamen o.a. Guthago, vervingen de afgoden en hingen aan die bomen Mariabeeldjes. Vandaar de vele Mariakapelletjes in Vlaanderen. In de andere Europese landen vindt men dan eerder kruisen langs de weg. Vaak verwijzen ze ook naar prehistorische plaatsen waar zich een menhir bevond.
Maar kapellen komen en verdwijnen. Niet elke huidige kapel kwam op de plaats van een Nehallenia-altaar. Vele dateren pas van na de reformatie en kwamen er omwille van een verkregen gunst, een herinnering of een dodelijk ongeval.
DAMME
Damse vaart west
1. Kapel bij Romboutswerve: Goed onderhouden kapel met trapgevel bij de slag naar Romboutswerve. Hier vinden we een Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen met wapen en leeuw.
Zuiddijk
2. O.L.V. van Hulsterlo: Rechts van de weg vinden we een kapel, waarvan we vermoeden dat dit deze van Onze Lieve Vrouw van Hulsterlo zou kunnen zijn. Ze had reeds in 1426 een gilde. Ja, het Hulsterlo van Reinaart de Vos. Een goede kilometer verder ligt trouwens de hoeve en de straat Hulsterlo. (RDP 11,3,25)
Rabattenstraat
3. Pillerkapelletie: Het beeldje uit de kapel dat ooit op de hoek van de straat stond is in een nis geplaatst in het huis hier ter plaatse.
Kerkstraat
4. Mariakapel: Even buiten het dorp staat een kapel links van de weg met een Mariabeeld bij huis nr. 76.
5. Mariakapel: Weinig verder staat een tweede Mariakapel.
6. Margareta van Beyrouth: Of ook van Antiochië. Stierf de marteldood onder Diocletiaan. Ze wordt afgebeeld terwijl ze de kop van de draak verplettert. Als het op haar feestdag, 20 juli, regent, regent het zes weken. Ze staat hier omdat volgens de overlevering gravin Margareta van Constantinopel die een grote devotie voor deze heilige had het hospitaal stichtte. Het was echter wel stad Damme.
7. Auqustinus: Boven de deur van het Sint Janshospitaal prijkt in een barokke nis het beeld van de heilige Augustinus (17de eeuw) omdat de zusters van het Sint Janshospitaal de regel van de h. Augustinus volgden. Achter deze gevel bevindt zich de kapel van het hospitaal. Augustinus (Thagaste 354 - Hippo 430) wordt vereerd als kerkleraar. Hij had een zoon bij een vrouw uit zijn wilde jaren. Na een turbulent geestelijk en lichamelijk leven liet hij zich in 387 dopen. Bekend zijn zijn Confessiones. Feest 28 augustus. (GZ37)
8. Maria: Boven de west ingang van de kerk bevindt zich een Mariabeeld uit de 17de eeuw. (DV155)
Vivensteenweg
9. Kapel met 0.L.V. van Lourdes: Deze kapel zien we op de hoek met de Legeweg. Waarom in Vlaanderen deze zoeterige O.L.V. van Lourdes als we er zoveel mooiere hebben?
DUDZELE
10. Sint Laureinskapel: Deze kapel werd reeds in 1220 vermeld. Ze werd in 1823 nog de kapel van Pathoeke genoemd, In 1839 was ze blijkbaar al verdwenen. Ze moet ongeveer gelegen hebben waar de huidige Pathoekeweg overgaat in de Kolvestraat. (MCD, 590)
Damse steenweg
11. Kapelletje voor Kamiel Bil: Even voorbij de hoeve De Sneppe, komend van aan Café Veldzicht, staat een simpele staakkapel met een bordje waarop we lezen: “Bid voor de ziel van Kamiel Bil, geboren te Dudzele op 10-1-1925. Hier laffeljk vermoord op 21 - 12 -1951” . Kamiel was melk gaan halen op een nabijgelegen boerderij. In de gracht wachtte D.V. hem op. In opdracht van zijn broer schoot hij Kamiel neer.(GZ259)
12. Kapelletje Brackx: Even voorbij de scherpe bocht op De Jager stond links van de weg een mooi staakkapelletje. 1887 – 1907. “Bid voor Alf Brackx” stond er op. Een jaar of tien geleden verdween het. De Brackx en waren fietsenhandelaars en introduceerden te Dudzele de zware motor, wat Alfons hier noodlottig werd. Het kapelletje verdween voor een tiental jaar. Omvergereden. Met opzet? We rijden verder en komen links een eind voor het dorp voorbij een (GZ276)
13. O.L.V. Beeldje: een kopie naar dat van Pieter Pepers in de Brugse kathedraal. Hier staat het in de gevel van het Schottenhof. Nog wat verder bij d’ Oogmaet staat verscholen in het groen een kapelletje uit 1963 waaraan de plaatselijke metselaar-heemkundige Pol Danneels mee metste.
14. Het Onze Lieve Vrouwenbeeld: is van de hand van Piet Waelkens.
A. Vynckestraat
15. Gevelkapel: Op het hoekhuis met de Westkapellesteenweg zagen we een nisje met een Mariabeeldje.
16. De Gedenkkapel: Talrijke dorpen hebben een monument voor de gesneuvelden van 14 - 18. Alleen Dudzele heeft een kapel. Ze werd in 1921 in een niet onaardige neogotiek opgetrokken door de Dudzeelse aannemer Louis van Zandweghe en zijn zoon Kamiel. Binnen lezen we de namen van de gesneuvelden: Gustaaf Bodyn, Edmond en Edward Danneels, Amand de Backer, Juliaan Declerck, Firmin Desticker, Jerôme en Louis Lannoye, Gustaaf Mus, Pieter Pypers, Louis Scherpereel, Constant Stroef, Louis Timmerman, Willem Vandendriessche, Camiel Vandeweghe, Cyriel en Edmond van Rafelghem, Joseph Vereecke en Omer Wintein. In de topgevel de jaartallen 1914 - 1918 en 1940 - 1945.
Brugse steenweg
17. Langs de Brugse steenweg ongeveer bij kilometerpaal vier stond en staakkapel ter herinnering aan de scholier die hier bij het afstappen van de bus werd doodgereden. De kapel werd nog wel aangeduid op de topografische kaart uit 1983
Watergang
18. In de Watergang stond een kapel die nog aangeduid werd op de topografische kaart uit 1985. Navraag bij de omwonenden leverde niets op.
19. Kruis: Op de zuidelijke helling van de viaduct Constantsbrug naar de Verbrande Hoeve loopt staat en kruis waar Simoens verongelukte.
DUINBERGEN
Elizabetlaan
20. O.L.V. van P. Pepers: Op een zuil voor de kerk stond voor een paar jaar nog een Mariabeeldje dat geïnspireerd was op dit van Pieter Pepers (1730 - 1785).
Duinbergenlaan
21. Kristus-Koningkapel: In de Duinbergenlaan staat de in 1904 opgetrokken Kristus-Koningkapel door de Heistse aannemer Edmond Daveloose naar de plannen van Jozef Viérin en op instigatie van notaris Donat van Caillie. Boven de deur staat in arduin Venite Adoremus. Het lijkt eerder een kleine kerk dan een kapel. (DL86)
Kinderpad
22. Theresia van Lisieux: Aan het Kinderpad zit in de gevel van de school een beeld van de heilige Theresia van Lisieux. Theresia (Alençon 1873 - Lisieux 1897) bekend als de ‘kleine Theresia’ trad in bij de ongeschoeide karmelietessen. Zij schreef haar eigen biografie “Histoire d’un âme”, en kondigde vele gebedsverhoringen aan. Tegen alle gewoonte reeds in 1925 heilig verklaard. Patrones van de missies. Feestdag 3 oktober.
Arkadenlaan
23. Kapel O.L.V. Hulp der Christenen: uit 1863 bevindt zich in de Arkadenlaan. Het oorspronkelijk kapelletje stond waar ter hoogte van de watertoren schoenmaker Ph. Vandenberghe uit Knokke het leven liet. In 1925 werd het verplaatst door toedoen van mevr. Neyrinck. Op een gedenksteen lezen we: “Heilige Maria, Moeder van Goeden raad, Hulp der Kristenen, bid voor ons”. 1938. In de kapel staat een polychrome Maria met Kind met aan haar voeten een geit, een konijn en twee schapen.
HEIST
Albatrosstraat
24. Visserskapel: Iedereen weet de Visserskapel staan. Naast de deur met een bordje “Visserskapel 1854 Heyst leeft 1854”. De gedenksteen vermeldt : “Hier is ’t Visschers kapelletje opgericht in de duinen door E. H. Nounkele, pastor en C. Bassens reder Anno 1854 onteigend anno 1868 op deze plaats herbouwd Anno 1892 hersteld en verfraaid anno 1927 – 1928”.
De kapel stond eertijds in de duinen, ongeveer op de plaats waar nu de Vuurtorenstraat de Elizabetlaan kruist. Later werd ze hier herbouwd naar de plannen van Jean baron de Béthune (Jan Gotiek). Tot in 1975 stond er in de kapel een 18de eeuwse Maria-met-Kind. Het werd gestolen. J. Ackx sneed een nieuw beeld dat op 1 november 1976 werd ingewijd. Het beeld wordt ter gelegenheid van de zeewijding meegedragen in de processie. Het beeld dat thans boven het altaar prijkt werd vervaardigd door de Filipijnse kunstenaar Ramon Caguin (1993). Het is een getrouwe copy van het oorspronkelijke en werd gepolychromeerd in de ateliers Landas van Marc Penninck. In de kapel hangen talrijke reddingsboeien van Heistse schepen en bemanningen die erin gebleven zijn. De kapel is sedert 1985 beschermd monument. (Zie J. Larbouillat in RDP 34/ 141)
25. Heilige Theresia: Achter de kapel staat een muurtje met aan de voorzijde Sainte Thérèse de l’Enfant Jézus en op de achterzijde een gedenksteen met het wapen van Heist. Zie Kinderpad, Duinbergen.
Moefe
25bis. Onze Lieve Vrouw Ster der Zee: Bijna waren we het kleine gevelkapelletje in het steegje de Moefe vergeten. Af en toe verdween het. Sedert een paar jaar kwam het terug. Ster der Zee of Stella Maris is een klassieke aanroeping van Maria aan de kust en in vissersbuurten.
HOEKE
St.-Jakobsstraat
26. Sint Antonius: In de westmuur van de kerk staat St.-Antonius abt in een nis. Hij is schutspatroon tegen veeziekten. Het kapelletje is bekend als het SCHETTEKOT. De boeren van Hoeke en de omliggende gemeenten offerden hier een varkentje om een gezonde veestapel vooral tegen varkenspest, te bekomen. Het vlees van de geofferde dieren werd bedeeld aan de armen.
Ten Houcke boven
27. Sint Jacobskapel: In het Paelbouck van Hoeke anno 1554 vernemen we het bestaan van een kapel toegewijd aan Sint Jacob van Compostella. Nabij ten Houcke boven langs de Hoogstraete was de Sint Jacobsgilde eigenaar van drie gemete en 2 lijnen land waarvan een apart stukje van 273 roeden met daarop de kapel. De oprichting stamt uit de bloeiperiode van Hoeke als Zwinhaven. De kapel is wellicht in 1556 vernield tijdens de beeldenstorm. Ten Houcke boven ligt op een boerderij ten noordoosten van de Expresweg N 49. (med. J.T.)
Krinkeldijk
28. Govaerts kapelletje: Dit kapelletje staat nabij de grens met Oostkerke aan de hoeve van de familie Govaert. Naar aanleiding van het verbod op wapenbezit !n de Tweede Wereldoorlog kreeg men nogal wat Duitse soldaten op controle over de vloer. Bij Theophiel Govaert en Louise Lamote zat de schrik er danig in want op de hoge kast in de woonkamer lag een niet aangegeven geweer. Een van de controlerende soldaten plaatste een stoel bij de kast om te voelen wat er op lag. Na aanstalten gemaakt te hebben om op de stoel te stappen weerhield hij zich en bleven de Govaerts gespaard van een sanctie. Uit dank voor dit miraculeus gebeuren liet Theophiel het kapelletje van O.L.V. van de Vrede oprichten. Tot midden de jarenl96ü ging de sacramentsprocessie nog tot hier. (med. J.T.)
KNOKKE
Zoutelaan
29. Saint George: Boven een van de deuren van het overbekende Engels kerkje zit een reliëf van Sint Joris, de patroon van Engeland. een steen vermeldt het jaartal 1926.
Van Rysselberghestraat
30. Kloosterkapel van O.L.V. ten Bunderen: Hier wijken we wel even af van onze opzet. Deze kapel in de van Rysselberghestraat is eigenlijk geen veldkapel. Ze werd in 1893 in het Duinenpark opgericht door de zusters van Moorslede. In 1928 werd bij de kapel een klooster- en schoolcomplex gebouwd dat in 1956 nog uitgebreid werd. In 1268 stichtten drie jonge dames uit Moorslede een klooster op een stuk grond ter grootte van één bunder, vandaar de naam van de zusterorde.(DL&LZI
Graafjansdijk
31. Breydels kapelletje: Hier vinden we het Breydels kapelletje aan de Gravejansdijk. Het werd opgericht in 1893 door juffrouw Maria Breydel uit Brugge op haar eigendom bewoond door pachter Mengé, nadat ze een bedevaart naar Lourdes had gedaan. In mei en oktober wordt er nog steeds naar gepelgrimeerd. Her-opgeknapt in 1998. Mevrouw Breydel brak haar been en beloofde achttien maal naar Lourdes te gaan als ze niet kreupel bleef. Deze hoeve was eertijds van de familie de Bethune (zie nr. 79) en waarschijnlijk zag de oorspronkelijke kapel in de Krakeelboomgaard er ook zo uit.(GZ164)
Rijkswachtlaan
32. Kapel van de Goede Herder: Zo staat het op de Falk kaart. Eigenlijk zit in de topgevel van dit karakterloos gebouw enkel een reliëf dat de Goede Herder voorstelt. De kapel werd gebouwd in 1950. De school werd bediend door de zusters van O.L.V. ten Bunderen. Sedert 1976 behoort het gebouw aan de Compagnie du Zoute.
Wielewaallaan
33. Op het eind van de Wielewaallaan staat volgens het Falk plan wel een kapel, maar deze bevindt zich op privé-eigendom. In de nis stond (staat) geen beeld.
Sint-Hubertuspad
34. In een iconostase in baksteen staat in een nis tussen twee smeedijzeren lantaarns een verzorgd Mariabeeld.
Oude Mariakapel
35. Dit oude kapelletje stond ooit in de buurt van de vroegere Margaretakerk.
KOOLKERKE
Arendstraat
36. In het Mariajaar 1954 kwam er een nieuwe kapelletje op de hoek van de Doestweg - Ronsaertbekeweg. Er staat een mooi zittend beeldje van Maria met Kind in.
Paul Devauxstraat
37. Op de hoek van de Paul Devauxstraat met de Louis de Potterstraat zien we ongeveer hetzelfde beeld als in de Sint Pietersstatiedreef.
LAPSCHEURE
Kerkhof
38. Rondom het kerkhof staan een reeks kapellen ter ere van de heilige Cornelius, patroon ter bescherming van het hoornvee. Cornelius > corn> hoorn. Cornelius werd ook aanroepen tegen de stuipen, vallende ziekten, kinkhoest en jicht. Hij was paus van 251 -253. (GZ76)
Sint Pietersdijk alias Vredestraat
39. Kapel met Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Zijn er echt geen Vlaamse? In het Mariajaar 1954 vatte pastoor Coucke het plan op om aan weerszijden van Lapscheure een kapel op te richten ter ere van Maria.
De grond langs de Vredestraat werd geschonken door de familie Dierickx. De bouw werd gefinancierd door de kerkfabriek met enkele omhalingen.
Sint Pietersdijk alias Vredestraat
40. Honderd meter verder zit een Mariabeeldje in een gevelnis.
Fort Sint Donaas
41. Ook in het fort was een kapel. Sommige auteurs spreken zelfs van een kerk. In het stadsarchief te Brugge zijn zelfs enkele parochieregisters bewaard. De verst bekende bedienaars van deze kapel zijn in 1677 Lodewijk van de Meeren en tot 1688 Judocus Poppe.
42. Snauwaerts kapelletje: Langs de Landsdijk, nu Fort Sint-Donaas genoemd staat deze eenzame kapel voorbij de oude steenbakkerij van Hoeke op de linkerkant. Het bevond zich aan de toegang van een hoeve die vervallen is. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonden Frans Snauwaert en Irma Minne hier met hun kinderen. Zoon Cyriel werd opgeëist om in Duitsland te gaan werken. Toen hij na de oorlog heelhuids terugkeerde besloot vader Frans uit dank een kapel voor O.L.V. van de Vrede op te richten. De halfbroer van Cyriel, Prudent Minne was een fijne metser en realiseerde de bouw. Het oorspronkelijk beeld zou zich in de villa van de steenbakkerij bevinden. (Med. Francine Bossier die op het hof woonde als kind aan Jan Tilleman.)
LISSEWEGE
De kapellen in Lissewege staan er gewoon in functie van de jaarlijkse ommegangen. Vertrekkend uit de kerk trok men naar de een kilometer verder gelegen langs de:
Ter Doeststraat
43. De kapel van ter Doest.: De kapel dateert uit 1687, maar volgens de Sluise dominee H.Q. Janssen stond hier veel vroeger reeds een linde met een kapelletje. Op zekere dag komt de Lisseweegse humanist Jacob Reyvaert moe en bezweet van Dudzele. Reyvaert zou tbc-lijder geweest zijn. Hij zou het bloemenvaasje van voor het Mariabeeld hebben genomen en uitgedronken hebben. (Dixit Janssen). Op slag was hij genezen. Zo ging een roeping voor het calvinisme verloren. Reyvaert werd rector van de universiteit van Douai, waar hij talrijke geleerde ‘pandecten’ publiceerde. De huidige kapel werd eigenlijk opgericht door de Brugse Duinen-abdij, opvolgster van ter Doest en waarschijnlijk op de plaats van een vroegere kapel. Dit naar aanleiding van een proces over een christelijke ruzie tussen abt Maarten Collé van ter Duinen en de door de Franse koning benoemde Franse abt Terasse van ten Bogaarde (Koksijde). Collé won en in alle nederigheid liet hij deze zeshoekige kapel bouwen in 1687, zes zijnde het symbool van een nieuw begin. Op het altaar staat een Mariabeeldje dat volgens de legende zou gesneden zijn uit de staf van sint Bernardus. Een mooie tekening van de kapel door wijlen Stef van Stiphout, de karikaturist van ‘t Pallieterke siert de kaft van de brochure die wij aan de kapel wijdden. Toen ik misdienaar was moest ik er met de grote koperen schaal de centjes in ontvangst nemen en tegelijk tellen hoeveel mensen er ten offer gingen. In de oostgevel staat een kopie van de Madonna van Michelangelo. Boven de deur zitten twee wapens: het gecombineerde wapen van ter Doest en ter Duinen en dit van Maarten Collé.
44. In de westgevel staat een kopie door Jan Franck van Sint Bernardus.
Ter Doeststraat
45. In de gevel van het poortgebouw staat een banaal beeld van 0.L.V. van Lourdes. Vandaar trok men de ter Doestdreef in, in de richting van de Assestraat.
Assestraat.
46. Boomkapelletie van Gyzele: dat er nu wel hangt, maar toen nog niet. Het werd hier aangebracht door Raymond Jacxsens. Een tweede halte werd voorzien aan het (KD)
47. Staakkapelletie aan de Assestraat: tegenover de Assestraat waar weer een Marialied werd gezongen. Het verdween na 1987. Deze foto met links Marie De Budt, die het kapelletje verzorgde en haar schoonzus Maria Duynslaegher is van 1947.(KD)
48. Gevelkapelletie: in de gevel van het huis van Hubert Jacxsens (toen woonde er Staf De Budt) gedateerd 1829 in een gevelsteen. Waarschijnlijk was het staakkapelletje ouder, want aan tradities raakte men toen niet. Toch moest het kapelletje baan ruimen voor de expresweg. Het beeldje werd piëteitsvol overgebracht in de nis boven in de gevel van het huis van Hubert Jacxsens. Dat beweert men. Maar een vroegere bewoonster Marie de Budt vertelde ons dat het er al altijd zit. Alleen is het vorig jaar gerestaureerd (2003). De expresweg lag er nog niet en biddend en babbelend volgde men de onverharde Assestraat1, (een zandweg) tot aan (med. M.d.B.)
49. Het staakkapelletje bij ’t Vageland: halfweg Gysele en de Stationsstraat, tegenover huis nummer 50, stond het aanvankelijk bij de hoeve Vageland waar eerst Pietje Waeghenaere, later Feys en het laatst Pierre de Grande woonde. Het werd naar de overkant gebracht. In 1942 werd het omver gegooid. Door Duitse soldaten beweerde men. “En nu zullen ze zeker de oorlog verliezen”, beweerde mijn vader. Alsof ze geen ergere dingen gedaan hadden. Het werd omvergereden na 1987.
Een laatste halte was bij het (KD): 1 Assestraat: Ligt nu over haar hele lengte onder de Zeelaan. Was geen Assestraat, maar een zandweg die in de middeleeuwen ‘ten Ashope’ liep, nl.. naar de vuilnisbelt van het dorp.
Zeelaan
50. Muurkapelletje: in de gevel van gareelmaker René Pape (wijlen). De meeste bedevaarders verlieten daar de grote groep, soms tot 600 deelnemers, maar Wardje van Dycke, de knorrendrager 2 , koster Verschoore, pastoor Lefère, en onderpastoor van Haecke trokken met de nonnen verder naar de kerk zonder zich te bekommeren om de grote neogotische kloosterkapel.
51. Kloosterkapel: . Die, achter hun rug, gesloopt werd bij het herbouwen van de school. In die voor-oorlogse tijd kwam er zelden een auto langs de kasseistraat van ‘t dorp tot aan het kapelletje van ter Doest. En als er al eens een voorbij wilde, reed hij niet door. Men was toen nog niet aan onthaasting toe. Men had nog respect voor een biddende groep. Men wachtte. Nu razen ze voorbij, sakkerend op “die kwezels”.
Zeebruggelaan
52. Gevelkapelletje van het Kaloen: Even voorbij de school loopt een wegel de “Nieuwe Wijk” in. De atlas van buurtwegen uit 1841 situeert hier de Kaloenwegel die naar het Kaloen liep. Er naast ligt een oude hoeve met in de gevel een klein kapelletje.
Onder den Toren
53. Onze Lieve Vrouw van Lauw: Boven het timpaan van de kerk staat sinds september 1953 een simili afgietsel van Onze Lieve Vrouw van Lauw, een copy uit de calvarie in dit dorp. Enkele dagen voordien wilde de exuberante pastoor Karel Willems wel eens zien hoe dit beeld zou presenteren. Hij liet grafmaker en klokkenluider Gerard Pintelon, de zeer fijngevoelige estheet onderpastoor Jan Soens roepen die bij zijn biechtstoel zat te brevieren. “Meneer de onderpastoor, je moet eens naar meneer pastoor gaan. Buiten... Aan de voordeur...” Soens komt buiten en hoort een stem uit de hemel zijn naam roepen. Hij kijkt verwonderd om zich heen.
“Jan,…. Jan! …Hier!”….. Heel verbaasd ziet Jan hoe pastoor Willems hoog boven de kerkpoort op de console staat. “Is dat niet gevaarlijk?” vraagt Jan bezorgd. 2 knorrendragers.
In de mis en de processies droeg Wardje zijn kleurrijk uniform, zijn steek en zijn hellebaard, maar in de vespers droeg hij als ceremoniemeester een wijde 17 de eeuwse zwarte toga een zwarte baret en een zwarte ceremoniestaf met een zilveren knop en daar bovenop een beeldje van Marie met Kind. “Een haak in heur gat en een haak in heur rik en ze got er nie’ meer afspringen,” zegt Willems. Mijn moeder zei het al: “Hoe groter geest, hoe groter beest.” De zondag daarop preekte Willems dat het beeld in echt marmer was en ontzettend veel had gekost. Het was een copy aangekocht op rekening van “Oorlogsschade”
54. Pijlerkapel Wulfberghe: Helemaal buiten de ommegangweg staat in de Uitkerkestraat bij de oprit van de Wulfberghoeve een kleine veldkapel. De bazin van het hof Idalie van Hulle-van Dierendonck, grootmoeder van de vrouw van de auteur van deze lijnen, bracht het beeldje van O.L.V. van Lourdes zelf mee van Lourdes. De kapel stond er lang voordien.
Uitkerkestraat
55. In de Braambeierhoek nr 11, staat in de pijler van het verste hek een mooi gekleed onze Onze Vrouwtje. Het enige gekleed beeldje dat we ontmoetten.
MOERKERKE
Op Moerkerke zouden niet minder dan vijftien kapellen staan. Hier gaan we:
Weststraat
56. Sint - Jozefkapel: We vinden deze kapel uit 1870 rechts van de Weststraat als we uit Vivenkapelle komen.
57. Kapel Thibault de Boesinqhe: Staat amper een kilometer verder in de Altenadreef en wordt ook wel aangeduid als O.L.V. kapel van Altena. Boven de deur zit een bijna onleesbaar geworden steen: “Thibault de Boesinghe, 27.11.1913.” De kapel herinnert aan een van de vele drama’s waar de streek rijk aan is. Op 26 november 1913 had Ignace de Boesinghe deel genomen aan een klopjacht te Oostkamp. Hij keerde samen met zijn vrouw ene Stiénon du Pré terug naar huis met de stoomtram. Ze waren uitgestapt bij de halte ‘t Wonderjaar, schuin tegenover de ingang van de dreef. Halfweg de dreef lag de moordenaar achter een boom. Er klonk slechts één schot. Ignace Thibault stierf de volgende morgen. Hoewel hij volledig bij bewustzijn bleef kon hij de gendarmes niets vertellen. Aanvankelijk dacht men aan stroperswraak, maar de kasteelheer was nooit opgetreden tegen de stropers op zijn domein. Later werd ene luitenant de Halleux verdacht en verhoord. Om te bewijzen dat zij helemaal niet akkoord was met deze verdachtmakingen... verloofde mevrouw de Boesinghe zich met hem. Alexandre de Halleux sneuvelde tien maand later op 10 augustus 1918, te Orsmaal.
59 Cussenhoven: Tijdens een aanval door Duitse ulanen. In de kapel staat een copy van O.L.V. van Viven.
Sareptastraat
58. Sareptakapel: We volgen de Weststraat tot aan de Sareptastraat. De kapel werd in Oosters - Byzantijnse stijl gebouwd in 1923 met stenen van de gesloopte kapel uit 1922. In 1468 vestigden de zusters van het Sint-Elisabethklooster van Biervliet zich hier op een vervallen landgoed ter Stove.. .”in die heydenisse”. Ze bouwden er hun klooster Sarepta. In 1578 maakten de Watergeuzen de streek onveilig en de zusters weken uit naar Brugge. In de kapel hingen twee houten borden waarop te lezen: “De kapel werd gebouwd in 1923 met oude steenen der oude kapel van de oude kerk der abdij gebouwd in 1468 en verbrand door de watergeuzen in 1586. Zij heette Sarepta omdat zij bevoordeeld en gewijd werd door Monseigneur de Baerdemaecke, sufragant van Doornik. bisschop van Sarepta”.
Op het andere bord, bijna onleesbaar: “Deze kapel werd gebouwd ter nagedachtenis aan mevr. Leon Raes - Marie Sophie Andries, geb. 20-10-1836 te Ruddervoorde en ook ter nagedachtenis aan mevr. Kamiel Raes - Sylvie Vandamme, geb. 20-10-1842 op Sarepta en mevr. Jozef Andries - Clementine Vandamme op Sarepta geboren in 1850 respectieve moeders van Leon Raes en mevr. Sophie Raes Andries. De kapel werd gewijd door Zeer Ee,w. Heer Kanunnik Bittremieux. A.S.T.O. 1924”. Het door C. Annys uit Brugge gebrandschilderde raam vertoont De Boodschap van de engel en op de banderol staat Wees gegroet, Maria, vol van genade. Men diende er tegen kinderziekten (GZ59 en GP2I)
Brieversweg
59. Kapel met Calvarie: O.L.V. kapel met calvarie langs de oostzijde gelegen in de Brieversweg tussen Scheewege en Sarepta aan de balie van de hofstede waar Victor Haneca en Leonie de Love woonden. De fam. de Visschere uit Ruiselede bouwde ze in 1933 volgens wens van moeder Sylvie de Visschere. (GP 23)
Maleise weg
60. O.L.V ten Groene - O.L.V. van Altijddurende Bijstand: staat minder dan een kilometer verder in een kapel langs de Maleise weg. Ze stond voor de jaren tachtig in de Hoornstraat, rechtover de herberg van René De Leyn. De eigenaars van de hoeve van Thournoudt bouwden ze naar aanleiding van een belofte. De datum 1954 slaat op een naoorlogse restauratie. Eigenaar Camiel Danneels, gehuwd met Emma Maenhoudt, vroeg op zijn sterfbed aan Maurice Ballegeer om de kapel gans zijn leven te onderhouden. De verplaatsing van het gebouwtje gaf stof tot discussie in de Damse gemeenteraad.(GZ68 en GP 22)
Scheewege
61. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: staat langs Scheewege. De kapel dateert van rond 1900. Jan Dalle werd ziek. Hij deed een gelofte dat hij naar Lourdes zou gaan of een kapel zou bouwen indien hij nog negen jaar zou blijven leven. Dan kon zijn zoon hem opvolgen. Zo geschiedde en bij het bouwen van de kapel na negen jaar is hij gestorven voor ze afgewerkt was. Dit moet rond 1860 geweest zijn deelde Alfons Raes, laatste boer op het hof mede. Naast de deur hangt een bronzen plaat met het embleem van de weerstandsgroep “La Sarcelle” en de tekst: “Groupe mobile La Sarcelle Zone III. Geheim leger Gent. In volle gevecht gesneuveld voor België te Moerkerke: Sergt. Geirnaert GustaaI~ + 7-4-44; Serg. Laforce Jules, 7-10-44; Sold. Fierbeke Gerard, +12-10-44.”
62. Staakkapelletje: staat voor we de Jacxsensbrug overrijden ter herinnering aan een neergestorte straaljager.
63. O.LV. ter Ruisscher - O.L.V. ter Koortsen: Deze kapel werd gebouwd in 1869 en herbouwd in 1929 staat in de Waterpolder. Moerkerke had vroeger vaak wateroverlast door dijkbreuken en gebrekkige afwatering. Door de vochtige levensomstandigheden kregen de bewoners moeraskoortsen. De zogenaamde Noorderse stier. Het eerste koortskapelletje verkeerde in een zeer erbarmelijke toestand. Zie GP 24.
Het werd in 1926 afgebroken en herbouwd door Felix Cool uit Torhout, wachtmeester bij de rijkswachtbrigade te Moerkerke. Hij was een godvruchtig Mariavereerder die dank zij de giften van de parochianen en de vereniging “De vrienden van de Heilige Maagd” in staat was een ruimer en nieuw heiligdom te bouwen.
In het Mariajaar 1954 kreeg het een steen met het jaartal 1954. In de buitenmuur zitten zeven bas-reliëfs, In de west-muur De opdracht van Jezus in de tempel en De Vlucht naar Egypte. Achteraan De kruisdraging, De terug vinding van Jezus en de Kruisiging. In de oost-muur de Kruisafneming en De Graflegging. Hier kwam men dienen tegen moeraskoortsen. (GP24)
Waterpolder'
64. Sint Antonius van Padua: heeft sedert 1927 zijn kapel bij de hoeve Pauwels langs de Waterpolder op Sint Rita op een halve kilometer van de drukke expresweg. Boven de deur zit een steentje met Van De Brabander - Wed. Vanacker 1929 en in het altaar zit een arduinen Lofzang ter ere van Antonius van Padua. Valerie de Brabander liet aannemer Sonnaert uit Moerkerke na de dood van haar echtgenoot August van Acker deze kapel bouwen op haar grond. (GP23)
Hoornstraat
65. O. L. V. van Stuivenberge - O.L.V. Hulp en Troost in Nood, 1954: vinden we langs de Hoornstraat. Het werd in 1835 gebouwd en in 1953 herbouwd. ‘t Kapelletje van Buyck wordt het ook wel genoemd.
66. Lief Vrouwke ten Groene - O.L.V Altijddurende Bijstand B.V.O: 1954 vinden we een eindje voor de kerk van Sint Rita. De kapel werd in 1874 gebouwd en in 1954 gerestaureerd.
67. Sint Rita: In de Hoornstraat staat de Sint Ritakerk. Hoewel niet in een kapel willen we toch wijzen op het opmerkelijke Ritakeramiek. Het stelt de heilige Rita van Cassia, patrones van de hopeloze zaken voor. De bouw van deze kerk van 1975 tot 1978 door pastoor-schrijnwerker Kamiel Ackaert en zijn vijfenveertig vrijwilligers leek ook wel een hopeloze zaak, maar is er toch gekomen. Het keramiek is een werk van Willy Mitchell uit Brugge. Hij reed hiervoor naar Cassia in Italië waar Rita in 1414 stierf. Willy kon nog meer dan de carnavalsgroep de Menapiërs leiden.(GZ68)
Schoeperstraat
68. Lief Vrouwke ten Putte - O.L.V. van Lourdes, B.V.0. 1954: lezen we op het kapelletje in de Schoepersstraat
69. Maria ten Hemel opgenomen: werd gebouwd bij de wijk ‘t Molentje door de familie van Meenen wegens een belofte tijdens de oorlog.
70. O.L.V.van de Waterhoek: Het staat duidelijk op een banderol boven de deur van dit innig kapelletje in de Waterpolder.(BV) Deze kapel ligt op de kruising van de Damweg en de oude Vissersstraat. De kaart van Vander Maelen uit 1846 vermeldt ze reeds. En ook de kaart van Ferraris uit de 18de eeuw staat hier een kruis. Gemeenteraadslid Leopold Dalle liet ze bouwen om de bevolking te beschermen tegen moeraskoortsen. Hij was gemeenteraadslid van 1834 tot 1854. Ze meet 175 op 190 cm. De eindgevel heeft vlechtingen en een Lodewijk XVI-strik in stuc. De kapel werd zorgvuldig onderhouden door het gezin August Dewaele - Godelieve Coene. Nu is ze in handen van de heemkundige kring t’Zwin rechteroever. (GP 20)
Konduitput
71. Kapel: Langs de Konduitput vinden we nog een Mariakapel.
OOSTKERKE
Spegelsweg
72. De kapel van de Boerinnenbond
kwam er in 1936 ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van de boerinnenbond.
Westkapellesteenweg
73. Kapel bij ’t Lindenhof: Driehonderd meter zuid van kilometerpaal 9 staat Strubbe’s kapelletje. Op de nabije hoeve boerde omstreeks 1850 Ko de Sutter. Daags voor Dertienavond 1857 kwam Ko niet thuis. Hij werd de volgende morgen doodgevroren in de sneeuw aangetroffen bij de balie van zijn hof. Zijn weduwe liet, naar de gewoonte van die tijd, een houten kapelletje aanbrengen aan de grote lindeboom, waarnaar het hof zelf Het Lindehof genoemd werd. De boom verdween in 1949 bij het rechttrekken van de Westkapellestraat. De familie liet een nieuw kapelletje metselen. In het traliewerk zit een AVE.
74. Tilmans’ kapel: Enkele schreden verder links van de weg staat de her-opgeknapte kapel ter ere van O.L.V. van Eienbroek in 1876 opgericht door de familie Tilmans uit dank voor een genezing. Ze werd gerestaureerd in 1986 en ingewijd op 3 mei 1987
Eienbroekstraat
75. O.L.V. van Vredeborg: Bij het landhuis Vredeborg staat een functionele Mariakapel met brievenbus en huisdeurbel. Krinkeldijk
76. In de gevel van deze prachtige Oosthof hoeve zit een nis met een banaal O.L.V. van Lourdesbeeldje
Koolkerkesteenweg
77. Kapel Standaert – Storme: Pas ben je van Oostkerke komend over de twee vaarten of je ziet links van de weg een aandoenlijke kapel met volgende gedenksteen: “Hier zijn gevallen door een mijnontploffing op 3-11-1944 René Storme zoon van Edmond en Melanie van Landschoot, geboren te Oostkerke op 7-10-1909 en zijn verloofde Rachel Standaert, dochter van Remi en Marie Devisch, geboren te Oostkerke op 30-6-1919. Een gebed a.u.b.” Op 13 september 1944 brandde de hoeve van Remi Standaert te Oostkerke volledig uit na beschieting door de Duitsers. Op 3 november 1944 werd het gezin van Remi voor de tweede maal getroffen door oorlogsgruwel. Zijn dochter Rachel (GP67) ging samen met haar verloofde met het paard en de sjees op wandel. Zij wilden een bezoek brengen aan de uitgebrande hoeve en moesten door het water rijden. Het gespan reed op en landmijn. Het paard overleefde de ontploffing en liep terug naar de hoeve Storme in de Pereboomstraat. (GP26)
78. Onze Lieve Vrouw van Mikhem: Dit staakkapelletje komen we voorbij even voor we het grondgebied Oostkerke verlaten. Hier lag het middeleeuwse dorp Mikhem. Nu is er alleen nog een hoeve met die naam. GZ260)
Krakeelboomgaard
79. Mariakapel: In de Krakeelboomgaard bij de Sint Guthago-hoeve of hoeve de Bleeker, een vroeger bezit van de Dominicanessen, staat een mooi veldkapelletje gedateerd 1846 in een slordige omgeving . Het kapelletje is een herbouw nadat half de jaren veertig het oorspronkelijke door een weggegleden dorsmachine omgereden was. In de 19de eeuw was de hoeve eigendom van de familie de Béthune. Na genezing van een ernstig ziek familielid lieten zij bij elke pachthofstee een gelijkaardige kapel bouwen. Ze deden dit wel bekostigen door de pachters. Het beeld uit deze kapel werd ooit gestolen. De vorige kapel liet zelfs plaats voor twee stoelen. Mededeling van Angèle De Bleecker, op deze hoeve geboren is, aan Jan Tilleman.
RAMSKAPELLE
80. Kapel Troost in Nood: Op Sylvesterday 1897 begonnen de zusters van O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hun school in Ramskapelle. Er zijn geen archiefstukken over hun eerste kapel. Maar op 15 februari 1982 krijgen ze een brief van het gemeentebestuur dat aandringt op restauratie van de vervallen kapel in de Ramskapellestraat. Naar aanleiding van zijn aanstelling tot pastoor liet mijn oud-leraar E.H. Louis Debaeke de kapel Troost in Nood herbouwen door aannemer F. De Groote naar de plannen van architect Jozef Cattoor. Het bergt een antiek aandoend Mariabeeld geschonken door de zustercongregatie van Heist. Boven de deur lezen we “Troost in Nood”. Het kapelletje werd ingewijd op 3 juli 1983. (LZ)
81. O.L.V. van Smarten: Binnen de kerkhofmuur vinden we zeven kapelletjes van Onze Lieve Vrouw van Smarten op 17 mei 1942 ingezegend door mgr. Henri Lamiroy.(LZ)
SINT PIETERS-OP-DE-DIJK
Wijnenburgstraat
82. Sint-Annakapel: Werd reeds in 1467 vermeld. Ze stond aan het begin van de toegang tot het leengoed Wijnenburg en ging ten onder gedurende de godsdienst troebelen. MCSP, 293)
Sint Pietersstatiedreef
83. Iconostase: Tegenover de Rustenburgstraat met een moderne Maagd Maria
Oostendse steenweg
84. Mariakapel: Bij de hoeve Groot Eekhout.
85. Sint-Hubrechtskapel: Werd reeds vermeld in 1554. In 1652 bezocht Hubrecht Waghenaere, aartspriester van Brugge, de parochie Sint-Pieters. Hij noteerde: “‘In deze parochie bestaan er geen kapellen, behalve de kerk. Men vindt er muren van een oude, vervallen kapel op de Zandweg, toegewijd aan Sint Hubrecht.” Een nieuwe moderne kubusvormige kapel bevindt zich nu langs de Oostendse steenweg op de hoek met de Sint Pietersmolenstraat. “Syt ghy ghebeten van een hondt of van een dulle beet ghewondt compt tot St. Hubrecht terstondt aenroept hem uyt u herte grondt” 1692 (MCSP294)
In 1932 kwam er een nieuwe kapel in art-deco stijl naar de plannen van architect Luc Viérin. Aan de noord-westgevel hangt een levensgrote Jezusfiguur. De kapel werd op 9 juli 2003 door minister Paul van Grembergen tot beschermd monument verklaard.
Ruddershove
86. Binnen het domein van het Psychiatrisch Instituut Rustenberg staat een kloosterkapel.
UITKERKE
Blankenbergse Dijk
87. Onse vrauwe cappellekin ter Wranqhe: Werd reeds vermeld rond 1320 langs de Blankenbergse Dijk ter hoogte van waar nu de graanhandel De Bruycker is en waar de dijk een wrang maakt. Waarschijnlijk in 1575 door de Watergeuzen vernield samen met de kerk van Uitkerke en de kerk van Sint Jan.
88. Kapel van Sint-Job: Deze kapel bevindt zich langs de Blankenbergse Dijk tegenaan de grens met Zuienkerke op de zuidhoek van het voormalig kerkhof van de verdwenen Sint-Janskerk. Job is een figuur uit het Oude Testament. Hij wordt aanroepen tegen zweren en huidziekten. Elk jaar op de tweede zondag van juni wordt hij vereerd met een processie die vertrekt uit de Sint-Amandus kerk van Uitkerke. De kapel werd gebouwd in 1806. Het houten beeld dateert uit 1314. Binnen hangen talrijke ex-voto’s.
Scharebrugstraat
89. Bij de oprit naar de hoeve De Sloepe in de Scharebrugstraat 150 staat een opvallende veldkapel in de klokgevel gedateerd 1933. Binnen staat een groot beeld van O.L.V. van Lourdes.
VIVEKAPELLE
Vierschaarstraat
90. Imposante kapel met altaar en Mariabeeld
WESTKAPELLE
Rond de kerk
91. Livinus: De vijf kapellen (1953) ter ere van de heilige Livinus die de Westkapellenaars bekeerde staan rond het kerkhof.
Michiel Poppe beeldhouwde de vijf reliëfs: 1. Livinus werd bisschop; 2. Livinus beschermt de vissers; 3. Livinus bekeert de Vlamingen; 4. Livinus geneest de zieken; 5. Livinus sterft de Marteldood. Livinus was net als Guthago een Ierse geloofsprediker.
Hij werd in 657 te Sint Lievens-Houtem vermoord. De verering van de h. Livinus startte in 1875 onder pastoor Joannes Albertus Crevits. Het was een droom van pastoor Lagace en verwezenlijkt in 1953 door pastoor Leo Carbonez.3 (G76 en JL)
Hoekestraat
92. De Goede Herder: staat in een gevelkapel boven de pastorie. Het is ook een werk van Michiel Poppe.
93. Kapel O.L.V. van Lourdes: Ook nog in de Hoekestraat maar in de wijk Palingpot vinden we deze kapel. Ze werd opgericht door de Christelijke Arbeidersbeweging naar aanleiding van het zilveren jubileum van het ACV. (1929 -1954). Het vermeldt de letters van de ACW-takken KWB, ACV en CM en draagt als tekst in een blauwstenen plaat: “O.L.V. van Lourdes, bescherm de arbeidersstand. Jubeljaar - Mariajaar 1929 - ACV 1954”. Op 1 juni, na de inhuldiging, stonden Camiel Matthijs - Adronie Cremers Hoekestraat 17, een stukje grond van 40 ca af aan de kerkfabriek van Westkapelle (Kadaster Sectie E, nr 764b). De kapel werd gebouwd naar een ontwerp van Maurice Vandenbriele en het metselwerk was van Jozef en Désiré Vercruysse. Ook Emil Neyts was erbij. Het kapelletje vertolkt op uitstekende wijze de geest van de grote Lourdesbedevaarten waaraan zeer veel mensen van Westkapelle hebben deelgenomen (JL)
Herenweg
94. Koningin van de Vrede: Reeds rond 1638 werd hier in de Morignestraat een kapel gebouwd op een stuk grond dat toebehoorde aan kerk van Sint Margareta te Knokke. Ze werd door de Duitsers in 1942 verwijderd omdat ze in het schootsveld van hun artillerie stond. Het Mariabeeld en de andere voorwerpen werden door de zusters van het rustoord te bewaring gegeven aan het kerkbestuur van Knokke. Het beeld werd ter bewaring gegeven in de pastorie en verdween op onopgehelderde wijze. De kapel werd herbouwd in 1983 in de Rustoordstraat. De gedenksteen in de muur is wat verwarrend: “Gebouwd langs de Moriaanstr. Vernield in oorlogstijd in 1942. Nooit vergeten werd deze kapel dank zij het jaar van het dorp 1978.
Herbouwd 6 augustus 1983. Parochiegem. Westkapelle”. De oorspronkelijk kapel dateert uit 1635. De huidige kapel werd herbouwd op initiatief van Adhemar Neyts 4 op een stuk grond door de gemeente ter beschikking gesteld. André Loeys en Gilbert Bil waren de metsers. Florent Caere vervaardigde het smeedwerk. De nieuwe kapel omvat drie nissen en een mooi Mariabeeld. Op 30 oktober 1983 werd de kapel ingezegend door Mgr. Roger van Gheluwe. (JL)
~ Archief gegevens E.H. Jan Lavaert
~ Gegevens A. Neyts, archief E.H.Jan Lavaert en Liber Memorialis.
Westkapellestraat
95. Sint Anna ten Drieën: Deze staat in de Westkapellestraat in een verzorgde veldkapel bij de hoeve Respaigne. Sint Anna-ten-Drieën is een eerder zeldzame iconografie. Het gaat om Moeder Anna met op haar arm Maria die op haar beurt het Jezuskind draagt. Op 29 september 1932 werd de hofstede in de Waterstraat verkocht aan mrs. Mary Francis Loud, echtgenote Edouard Le Ghait. Zij was van Amerikaanse nationaliteit en verwant met de Rockefellers dus zeer rijk. Le Ghait had Amerikaanse voorouders maar de Belgische nationaliteit. In 1928 trad hij in diplomatieke dienst. Het huwelijk hield geen stand. Hij hertrouwde met Elza Baels, dochter van de gouverneur van West-Vlaanderen. In het pachtcontract stond als nieuwe huurder vermeld Firmin Bonte-van Middelem. Een van de pachtvoorwaarden luidde dat de pachter zich niet kon verzetten tegen het bouwen van een villa. Deze staat achter de hoeve. Na 1932 verwierf Le Ghait een stuk van de uitweg naar de Westkapellestraat oorspronkelijk een stuk dat leidde naar de nu verdwenen hoeve Alfons Landschoot-Maria Deketelaere.
Eduard was zeer bevriend met zijn schoonzus Hedwige Baels, die gehuwd was met de Baskische ingenieur Personnaz die in Montfort nabij Pau woonde waar Le Ghait onder de oorlog verbleef. Deze familie had een dochtertje Anna en drie zonen. Het meisje stierf toen het zes jaar was.
Edouard beloofde een kapelletje te bouwen ter harer herinnering. Aannemer Albert Dewispelaere bouwde de kapel in 1951, enkele maanden na de dood van het kind. Le Ghait plaatst er het beeld van Sint Anna-ten-Drieën in. Hoewel men beweert dat er een drukke toeloop kwam van aanstaande moeders naar die kapel weet Raf Bonte daar niets van. Ook Gerard Lalemand, gewezen medepastoor weet daar niets van. Simonne Costers weet nog dat de Boerinnenbond of de BJB er in de meimaand de rozenkrans ging bidden. Het oude beeld verdween en een nieuw beeld werd geschonken door E.H. Jan Lavaert, pastoor van Westkapelle. 5 (L.Z. en J.L.)
Waterstraat
96. Staakkapelletje: In de bocht van de straat aan de linkerkant voorbij de hofstede van Godfried van de Sompele werd door René Dhondt uit Knokke een staakkapelletje geplaatst. René was de oom van André Dhondt, Waterstraat 5. René was van Lapscheure gekomen toen zijn ouders daar hun hofstede moesten verlaten. De hofstede is nu bewoond door fotograaf Jones. René stond voor een zware hartoperatie en in dat vooruitzicht liet hij in 1988 het kapelletje oprichten, niet ver van de hofstede waar hij vandaan kwam. Voor zijn dood in 1990 vroeg hij de familie André Dhondt-Annie Verbeke om het kapelletje te verzorgen. Annie heeft dit steeds gedaan. Godfried van de Sompele maaide het gras errond. Op zekere dag in 1995 legde een onbekende aan de voet van het kapelletje een steen met de tekst “Che bene semina, meglio raccolta” (Wie goed