Een valse "Tourse Groot” gevonden in Hoeke
Tourse Groot:
Voorzijde: in het midden de voorstelling van een kasteel
Midden rand: Moneta Bruxel (Brussels geld)
Buitenrand: Twaalf lelies
Tourse Groot:
Keerzijde: in het midden een ingesloten kruis
Midden rand: Brabantie Dux (Hertog van Brabant)
Buitenrand: onduidelijk [sit Bened]
(veelal: Nom Domini Nostri Sit Benedictum)
In 1975 werd bij de aanleg van de expresweg Knokke-Antwerpen in het 23ste begin van ‘s Heer Baselis- polder een zeer goed bewaarde munt gevonden. Het betreft hier namelijk een “Tourse Groot” zoals ze voorkomen in de tijd van de Guldensporenslag (1302).
Bij een eerste bestudering bleek de munt een koperglans te vertonen doorheen een zilverkleur. Nochtans werd een groot geslagen in massief zilver. Het kon dus wel een valse munt zijn, wat later bevestigd werd door de heer S. Vandenberghe, (60) die de munt onderzocht.
Beschrijving:
V.Z.: In het midden de voorstelling van een kasteel.
Midden rand: MONETA BRUXEL (61)
Buitenrand: 12 lelie’s
K.Z.: In het midden een ingesloten kruis.
Midden rand: BRABANTE DUX (62)
Buitenrand: onduidelijk SIT BENED (63)
Ø: 26 mm - Gew.: 2,320g
Het Gotische lettertype op de munt weerspiegelt de heersende kunstrichting van die tijd.
Naast de Groot treffen we als lagere munt de Mijt en de Dubbele Mijt aan in brons (12 mijten in 1 groot). Hogere munten zijn de Florijn en de Nobel in goud.
De Franse koning Lodewijk IX (1226-70) liet in Tours een nieuwe zilveren munt slaan met een gewicht van 4,22 gram en een waarde van 12 Tourse denieren. De Tourse groot was geboren.
Door zijn succes was de munt fel begeerd met als gevolg dat vele heerschappijen overgingen tot het slaan ervan.
Ook valsmunters zagen er hun brood in. Zo meldt R. Crois een vervalsing van een groot, vermoedelijk geslagen te St. Anna-ter-Muiden (Moneta Mudencis) (64)
De munt uit Hoeke is een vervalsing van het type van Jan II hertog van Brabant (1294-1312).
De vondst van deze munt evenals de vondst van een Tourse groot van Filip de Schone (1285-1314) enkele jaren later illustreren wellicht de haven- en handelsactiviteiten langs het Zwin in de middeleeuwen.
Voetnoten
- 60. Dank aan B. Hillewaert en S. Vandenberghe voor hun bereidwillige medewerking. Gebruikte werken: J. Baerten, Van Stater tot ECU, 26 eeuwen Europese munt; A. De Witte, Histoire monétaire des comtes de Louvain, ducs de Brabant, Antwerpen, 1894-1900, vol. 3, p. 1. 11, nr. 298; Oosthoeks encyclopedie.
- 61. Brussels geld.
- 62. Hertog van Brabant.
- 63. Veelal : Nom Domini Nostri Sit Benedictum
- 64. R. CROIS, Rond de Poldertorens, 15, 1973.