De visserskapel te Heist - 100 jaar 1892-1992
Historische schets
J. Larbouillat
1. De verdwenen Visserskapel van 1854
In het midden van de vorige eeuw was Heist een klein schilderachtig vissersdorp, gelegen in een mooi en weinig bewoond natuurgebied. Veilig beschut langs de zeekant door een brede strook duin~ lag de kern van het dorp in een gebied dat we ongeveer kunnen afbakenen binnen de huidige Nicolas Mengélaan, Kursaal-, Kerk- en Vuurtorenstraat.
De parochiekerk stond in die tijd nog langs de steenweg naar Ramskapelle, nu de Heistlaan.
In 1854 lieten reder Cornelius Bassens en pastoor RH. Nounckele een kapel bouwen in de duinen langs de visserswegel, de huidige Vuurtorenstraat. Dit was een voetpad dat de vissers hadden gebaand vanuit het dorp naar het strand. De aanlegplaats van de schuiten bevond zich immers voor de bouw van de zeedijk op de westzijde van Heist.
Bij die gelegenheid schonk reder Bassens een 18de eeuws O.L.V. beeldje dat een grote aantrekkingskracht uitoefende op de vissersfamilies. Het visserskapelletje werd een plaats van verering en gebed.
Troost bij het verlies van een verwante op zee en dank bij een wonderbare redding, dank voor de aanleg van de eerste spoorweg Brugge-Heist.
Vanuit Blankenberge tot de dorpskom van Heist legde men de sporen op de nog bestaande Graaf Jansdijk. De kapel stond naast het kruispunt waar nu de tramsporen de overgang dwarsen met de Vuurtorenstraat.
In 1868 moest de kapel afgebroken worden.
Het O.L. V. beeld en de kapelversieringen werden tijdelijk ondergebracht bij de reder Pieter De Groote, de opvolger van reder Bassens.
Op vraag van de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis, werd het Lieve Vrouw beeldje in 1892 aan het klooster gegeven om het aldaar te vereren in afwachting dat men een nieuwe kapel zou bouwen.
2. De aankoop van de bouwgrond
Op 18 september 1891 kochten de E.Z. Marie Allaer, Elisa Gadeyne, Rosalie Debruyne en Emma Huyghe, alle vier kloosterlingen in de Congregatie van de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis te Heist, een perceel grond in een verkaveling in de duinen, van de "Société Anonyme de Heyst-sur-mer" of "Naamloze Vennootschap van Heist-aan-zee".
Het stuk bouwgrond had aan de straatkant een breedte van vier meter op zes meter diep. Het bevond zich in een straat in aanleg, de huidige O.L.V. straat.
De E.Z. betaalden, 200 fr., voor de totale oppervlakte van 24 m 2 en verwierven de grond gemeenschappelijk, de volle eigendom ervan overdragend aan de langst levende.
Op 31 maart 1934, heeft E.Z. Emma Hughe, verblijvende in het klooster te Assebroek, na het overlijden van haar drie medezusters, het perceel bouwgrond met de er opgerichte "Visscherskapel" overgedragen aan de ,,V.Z.W.. Parochiale Werken Der Dekenij Brugge-Noord" te Brugge.
Met de toestemming van de vier kloosterzusters en onder impuls van de pastoor E.H. Plaetevoet, bouwde in 1892 de metser Jacob Demeulenaere uit Heist, in opdracht van aannemer Leopold Willems uit Brugge, de huidige bidplaats voor 3.500,- Frank. De bouw werd bekostigd met het onteigeningsgeld van de eerste kapel, geschonken door de familie De Groote. In de kerk deed men een omhaling. De reders en veel arme vissers, alsook de badgasten, gaven milde giften.
3. De nieuwe Visserskapel 1892
Het werd een ranke neogotische kapel. Opgetrokken in rode bakstenen met witstenen paramenten. De beuk is rechthoekig en afgesloten met een driezijdig koor. Het leien zadeldak werd bekroond met een kleine houten dakruiter. In de puntgevel met kruis, zit een spitsboogvormige ingang. De gevel wordt verstrekt door twee verjongende steunberen. 1 In de gevel zit een roosvenster. De zijgevels van de kapel zijn geopend door zes spitsboogvensters met in lood gevat glas. Deze gevels zijn eveneens versterkt door zes steunberen. Tegen de rechter zijgevel is een “karsenhuisje” aangebouwd.
In het interieur zijn de muren bepleisterd en afgezet met een houten lambrisering. Op het houten spitsboog-vormig tongewelf zijn drie goudkleurige afbeeldingen aangebracht tussen bloemenranken: links "Gulden Huis", midden "Toren van David", rechts "Deur des Hemels", in de banderollen "bid voor ons". Links in de kapel staat het beeld van de H. Petrus, patroon van de vissers.
Het neogotisch altaar met troon, waarop het O.L.V. beeldje staat tegen een geschilderde "zeestorm" als achtergrond, wordt van de bidruimte gescheiden door een fraai gesmeed hek.
Het altaar is nu bedolven onder de bloemen en kransen. Achter het altaar is er op de muur "Ave Maria" geschilderd op twee banderollen. Drie mooie miniatuurscheepjes, talrijke Nederlands- en Franstalige ex-voto' s, 26 reddingsboeien en 35 lijsten met foto' s getuigen van een levendige devotie en piëteit voor de verloren familieleden op zee.
In het kaarsenhuisje branden steeds kaarsen in smeedijzeren kandelaars.
4. Het O.L.V. beeldje "Ster der Zee"
Het slanke en sierlijke O.L. V. beeldje, dat Cornelius Bassens in 1854 geschonken had, en dat tot in 1975 op het altaar stond, was ongeveer 50 cm hoog en gebeeldhouwd in kerselarenhout.
Dit Vlaamse houtsnijwerk uit de 18de eeuw, stelde de H. Maagd voor met op de linkerarm het kindje Jezus. Beiden droegen een klein zilveren kroontje op het hoofd. De Moeder Gods hield een scepter in de rechterband, het kindje een wereldbol in de linkerhand.
Oorspronkelijk was het beeldje beschilderd. De Moeder Gods droeg een witte hoofddoek, een rood kleed en de blauwe gedrapeerde mantel was bezaaid met gouden sterren.
Alhoewel verhaald wordt dat destijds een gebrekkige dame werd genezen dank zij haar devotie voor O.L. V. van het Visserskapelletje, gaat het beeld niet door als miraculeus. Nochtans wordt bij storm veelvuldig de hulp van O.L.V. afgesmeekt en worden er kaarsen aangestoken op de smeedijzeren kandelaar in de kapel.
leder jaar wordt in de processie van 15 augustus voor de zeewijding, het O.L.V. beeldje door de pastoor meegedragen, begeleid door de vissers, ook de miniatuurscheepjes, al de reddingsboeien en de herinneringsfoto 's.
Op zaterdag 1 februari werd op klaarlichte dag dit antiek Mariabeeldje uit de Visserskapel ontvreemd. Wat de dief bezielde, zal wellicht nooit geweten zijn, maar laat zich raden! Deze diefstal werd door de ganse Heistse bevolking en in visserijmiddens met grote verontwaardiging beschouwd als een schending van het bedevaartsoord voor de vissers die omkwamen op zee.
Om deze leemte op te vullen heeft wijlen de heer Jos Ach, de delicate taak op zich genomen om aan de hand van foto's een nieuw beeldje te vervaardigen. Deze Heistse kunstenaar behield zorgvuldig het thema, en legde een eigen visie in zijn werk.
Op 1 november 1975 werd het beeldje plechtig ingehuldigd in aanwezigheid van de gemeentelijke en geestelijke overheid, alsook een honderdtal belangstellenden. Terzelfdertijd werd een herinneringsplaat onthuld die bevestigd werd aan de voorgevel van het Visserskapelletje met onderschrift "Visserskapel 1854 - Heyst Leeft".
Gedurende jaren hebben onze medeleden, de heer en wijlen mevrouw Prosper Van Hulle, het interieur van de visserskapel, belangeloos, schoongemaakt en verzorgd.
A. Plaats verdwenen visserskapel (1854-1868) B. Huidige visserskapel (1892).
Voetnoot
- Verjongen: het trapsgewijs dunner worden van een steunbeer.
Bronnen en bibliografie
- Archief Pastorie Heist. Notaire Fraeys, Bruges, Titre de propriété 18/9/1891, Notaris Rob. de Gheldere, Akte van overdracht 31/3/1934.
- M. Coornaert. Heist en de Eiesluis, de geschiedenis, de topografie en de toponymie van Heist, met een studie over de Eiesluis. Tielt, 1976, p. 458.
- W. De Brock. O.L.V. van 't Visserskapelletje te Heist in Marine, 1957,9-10, pp. 5-9 en 5-7.
- M. De Keyzer. Heist van vissersdorp tot badstad. Heist, 1969, p. 33.
- L. Devliegher. Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen. Deel 4. De Zwinstreek. Tielt, 1970, p. 61.
- J. Nollet. Heyst-aan-zee en zijn verleden. Brugge, 1909, pp. 12-13.
- D. Vantorre. Historiek en betekenis van het Visserskapelletje. Heyst Leeft, 3, 1977, 1, pp. 10-11.