Renovatie Stedelijke Muziekacademie - Historiek
Danny Lannoy
Toen er rond 1883 voor het eerst sprake was van "Toerisme" te Knokke, en de eerste hotels werden opgericht, dacht men nog niet aan een Muziekacademie.
Knokke telde immers eind 1900 slechts een bevolking van 1500 zielen. Een kleine landbouwgemeente met een verspreide bevolking over de gehuchten 't Dorp, 't Kalf, de Oosthoek, het Zoute en de Graaf Jansdijk tot aan de Vrede en het Hazegras.
Op hun wandelingen in de duinen hadden enkele vreemdelingen het rustig dorpje ontdekt met zijn molens en kerkje verscholen tussen het groen. Onder die eerste "toeristen" bevonden zich enkele kunstschilders die het aantrekkelijk dorp uitkozen als hun geliefkoosd oord.
Naast enkele houten optrekjes in de nabijheid van de vuurtoren aan het strand zouden in Knokke-Dorp de eerste hotels worden opgericht. Café "De Zwaan" (hoek Smedenstraat-Seb. Nachtegaelestraat) breidde uit en richtte er kamers in; Herberg-winkelhuis Communal zou reeds gasten herbergen in 1890 vooraleer het hotel werd. Het molenaarshuisje van Van Damme langsheen de Zeestraat (Lippenslaan) gaf in 1885 reeds onderkomen aan de kunstenaarskring en Louis Vermeire zou in 1889 het ombouwen als pension, pas later Hôtel Prince Baudouin. Bij de pas aangelegde zeedijk verrees in 1890 het eerste "Grand Hôtel" gevolgd door vele anderen; langs de Lippenslaan kwamen tal van villa's en handelshuizen. Knokke werd bestuurd door burgemeester Sebastian Nachtegaele bijgestaan door schepenen Paul Parmentier en Pieter Jacxens. Nachtegaele trok zich echter terug uit de politiek na 25 jaar burgemeesterschap en op 11 januari 1896, na de verkiezingen van 1895, werd Theophiel D'Hoore benoemd als nieuwe burgervader. In hetzelfde jaar amper drie maand na de verkiezingen overleed Sebastiaan Nachtegaele op 26 december 1895.
In 1892 had de gemeenteraad besloten de belastingen op de gebouwen te verhogen met 20 centiemen per kubieke meter. Alle bouwaanvragen moesten voorzien zijn van een plan in dubbel op schaal 2 cm/m. De taks zou geldig zijn voor acht jaar tot 1899.
In 1893 had de Nationale Spoorweg voorgesteld een tramstation in te planten in 't Dorp, doch de zaak werd afgewezen door het plaatselijk bestuur. Na de weigering zag men de Dorpsplaats als enigste lokatie; het college vond dit plein nu reeds te klein en deed enkele voorstellen, ondermeer een perceel palende aan het gasthof "De Zwaan" toebehorende aan Leonard Tavernier, of het perceel naast het vorige van de kinderen Knockaert van Scheepsdaele. Alle voorstellen werden van de hand gewezen en daar bleef het voorlopig mee. (*l)
Voor het perceel van de kinderen Knockaert zouden echter andere mogelijkheden bestaan.
Op het bewust perceel stond een herberg, bewoond door het (*2) echtpaar Eduard Verheye-Rosalie Cornilly met kinderen Renon, Leon en Victor. Eduard zou in 1893 aan de overzijde aan de Dorpsstraat de "Commerce" optrekken op de hoek van een oude kerkwegel die uitmondde in de Peperstraat.
Zijn broer Andries zou aan de andere kant van de zandweg hotel "Univers" oprichten en meteen ontstond de "Garre Van Konnee" thans nog duidelijk zichtbaar tegenover de Academie.
Architekt Eugène Van Heede werd gelast met het opmaken van de plannen voor twee hotels in opdracht van de Kinderen Knockaert, brouwers uit Brugge.
Op 9 mei 1894 werd voldaan aan de gemeentebelasting en mochten de bouwwerken aanvatten. Een zekere Vuylsteke uit Brugge was er de aannemer.
Of het oorspronkelijke plan gevolgd werd om twee hotels te voorzien, is onwaarschijnlijk. Wel weten we dat Louis Herreboudt-Claeys, uitgever van het Brugsch Handelsblad er hotelhouder werd. Het zou Herreboudt zijn die de paardetram inlegde langsheen de Lippenslaan gedurende de zomermaanden vanaf 1903.
We kunnen dus aannemen dat het hotel die als naam meekreeg "de la Couronne" gebouwd werd in 1894-1895 om klaar te zijn tegen het badseizoen van 1895. De monumentale voorgevel werd in neo-gotische stijl opgetrokken, eigen aan zijn tijd met veelvuldig gebruik van arduin.
De Dorpsstraat en zijn bewoners 1890 -1900
Hoe Knokke-Dorp eruitzag rond die periode tonen we aan met onderstaande lijst en grondplan, alsook door de bijgaande fotografische opnamen.
We zien reeds duidelijk overeenstemming met het huidig stratenpatroon; de Zeestraat werd Lippenslaan, de Dorpsstraat werd Seb. Nachtegaelestraat en de Naaldenstraat de Edward Verheyestraat.
- 1. Kerk van de H. Margareta
- 2. Pastorij bewoond door pastoor Aloise Grijspeert en vanaf 1899 door Charles Fonteyne
- 3. Bakkerij bewoond door Karel Lievens met kroost en talrijke knechten
- 6. Herberg “De Zwaan” Dorpsstraat 3 later Hotel ”Le Cygne” Leonard Tavernier & Pharilde Genbrugge
- 4. Dorpsplaats met aanpalend de brouwerij van C. Demey vanaf 1896
- 5. Gemeenteschool uit 1855 vanaf 1870 meisjesschool met woonst voor onderwijzeres Nathalie Van Steene
- 7. Hôtel de Bruges sedert 1894 door Louis Deklerck & Sophie Wouters
- 8. Herberg perceel waar de Couronne zou gebouwd worden.
- 9. Hotel “Univers” Dorpsstraat 6 van Andries Verheye met naast de Garre van Konnee de “Commerce” van broer Eduard
- 10. Gemeenteschool sedert 1866
- 11. Herberg/Winkel van Pieter Cosyn & Maria Vermeire Bakkerij
- 12. Herberg/winkel met aanpalend gemeentehuis of later Hotel “Communal” van Leopold Van Houtte
De dorpsstraat omstreeks 1895-1900
Waar de meeste hotels in Knokke-Dorp bestaande verbouwde herbergen waren, zou voor het eerst een nieuwbouw als hotel dienst doen. De familie Knockaert zag het groots en wilde in navolging van enkele ingezetenen hun kans wagen in de opkomende badplaats.
De monumentale gevel van Hôtel de La Couronne werd opgetrokken in bruin-rode bakstenen in kruisverband, sterk kontrasterend met de grijze natuurstenen elementen.
Op de begane grond werd de plint uitgewerkt in een soort gevoegde breuksteen tot de onderdorpel van de ramen.
Twee verschillende soorten vensterramen werden uitgewerkt. De ietwat uitspringende topgevels links en rechts vertonen brede korfboognissen met geblokte ontlastingsbogen waarin houten raamkozijnen werden aangebracht met rechte dagkanten. Deze vensteropeningen werden elk voorzien van een geprofileerde natuurstenen kruiskozijn, veel gebruikt in de 19e neo-gotiek. In iedere geveltop bevindt zich een rondboogvenster waarin enkel het zogeheten kalf in natuursteen het raam verdeelt.
De beide verdiepingen kregen eenzelfde venstertype waarvan de onderdorpels doorlopen in een arduinen cordon. Onder de raampartijen van de 1e en 2e verdieping werden zandkleurige bakstenen verwerkt met ruittekening of ander motief.
Op de gelijkvloers werd de centrale toegang voorzien met eenzelfde rondboog als de raamopeningen. Uiterst links was oorspronkelijk de dienstingang.
Het smeedijzer van de balkons zou voorzien worden van een toen veelgebruikt siermotief. De gevel werd gekarakteriseerd door de drie grote topgevels, waarvan de centrale gevel verschillend was van struktuur, voor wat het bovenste fronton betreft.
De gevel kreeg ook enkele sierankers toebedeeld, waar de kroonlijst in hout werd afgewerkt.
Naast de topgevels werden vier smalle dakkapellen in het dak verwerkt, uitgevoerd in hout en met natuurleien bedekt in afwijking tot het zadeldak die van verglaasde zwarte dakpannen was voorzien.
Het gebouw kreeg dragende muren in baksteenmetselwerk met houten roosterbalken.
– Boven en links onder: Gedeelte van het origineel plan van de voorgevel. Van deze werd afgeweken bij de uitvoering; zie topgevel (inlas).
– Rechts onder: Huidige toestand volgens het planarchitekt Chielens (1988).
Au Littoral Belge. KNOCKE. Hôtel Cosyn et Maison Communale.
Beeld van de Dorpsstraat rond 1900 gezien vanaf de Loskaai der Stoomtram (huidig Gemeenteplein) met op de achtergrond Grand Hôtel de la Couronne. Links bemerken we het hotel Communal op de hoek van de Naaldenstraat (Nr 12 Kaart) met uiterst links de raadskamer. Centraal op de aanzichtkaart de winkel-herberg van Pieter Cosyn, als hotel uitgebouwd. (Nr 11) Deze laatste zou in 1907 plaats ruimen voor het nieuw hotel Cosyn, met de lijnstelling vooruitgebouwd in het verlengde van de "Couronne".
De stoomtram had zijn halte aan "De Zwaan" en vervolgde zijn weg via de Dorpsstraat (Seb. Nachtegealestraat) voorbij de Loskaai afbuigend naar Westkapelle. Een gedeelte van de oude trambedding bestaat nog aan de Deklerckstraat richting Stedelijk Sportstadion.
Hôtel de la Couronne heeft echter niet lang bestaan. Op de hotellijst van 1914 kwam ze nog voor langs de Dorpsstraat naast de Univers, Cosyn, Communal, Provincial en de Welkom. Halfweg de 1e Wereldoorlog belandden er Russische krijgsgevangenen te Knokke en werden door de bezetter in de "Kroon" ondergebracht. Zij werden ingeschakeld om de Batterij Wilhelm II te bouwen.
- De gelijkvloers kreeg een stenen vloer in zwart-witte cementtegels waar op de verdiepingen houten planken vloeren werden aangebracht.
- Vier grote schouwgedeelten steken boven het dak uit, wat een eerder storend karakter geeft aan het smalle hoge gebouw.
- De verwarming geschiedde uiteraard nog met koolfornuizen wat wijst op de vele afvoerpijpen.
- Het uiterlijk van het gebouw heeft sedert zijn realisatie weinig of geen veranderingen ondergaan.
- De achtergevel werd soberder afgewerkt met eenvoudige kruiskozijnen.
Panorama van Knokke-Dorp in 1900 gezien vanaf het noorden met v.l.n.r. villa Duivekot (huidige hoek Piers de Ravenschootlaan-Boudewijnlaan), hotel de la Couronne, achtergevel van hotel de Bruges, de Lippenslaan met het hotel Prince Baudouin reeds uitgebouwd met vier verdiepen en uiterst rechts het borstbeeld van dierenschilder Alfred Verwee.
Uit de bevolkingsregister van 1890-1910 vonden we geen hoteluitbaters terug. De heer Herreboudt was te Brugge gedomicilieerd. Wel vonden we een tweetal personeelsleden die van 15 juni tot 21 September 1910 er werkzaam waren: het betreft Omer D'Or (°Aalst 1885) garçon d'Hôtel en zijn echtgenote Julie Tiban komende van Brussel.
Een van de weinige foto's van Grand Hôtel de la Couronne. Dit is de enigste opname van de voorgevel. Door de bebouwing in deze smalle Dorpsstraat was het onmogelijk een frontale opname te maken.
Prachtig beeld van de oude dorpskom (Huidig Gemeenteplein); links het pas gebouwde huis van brouwer Camille Demey-Dorpstraat 9 met aanpalend Hôtel Communal; aan de overzijde verborgen achter het rijtuig het huisje van Schepens (huidige Willemsfondsboekerij).
De Dorpsstraat in 1928 met de Garre van Konnee, de Piers de Ravenschootlaan, de herberg Du Commerce van Verheye, op de achtergrond de Loskaai met de Polderweg (Deklerckstraat). Ondertussen is de zandweg voorzien van kasseien.
Volgens de overlevering en zou het gebouw eerlang als Frans Klooster dienst hebben gedaan, doch dit valt eerder te betwijfelen.
Het accent werd vooral op de voor- of straatgevel gelegd. Het hoge gebouw stak dan ook uit boven alle omliggende panden. Ook qua architektuur stond het er eerder onwennig bij; dergelijk bouwwerk verdiende een betere inplanting, aan de zeedijk of een of ander plein. Anderzijds kunnen we ons gelukkig achten dat het in het dorp werd opgetrokken, want misschien was het al lang verdwenen onder de slopershamer ten voordele van een of ander appartementsgebouw.
De Dorpsstraat gezien vanuit oostelijke richting. Op het eind van de straat staat de pastorie bij het Dorpsplein. Links het "Grand Hôtel de la Couronne".
Hôtel de la Couronne zou echter hooguit 20 jaar stand houden. De vele hotels die te Knokke werden gebouwd zouden in de nabijheid van het strand of de Lippenslaan komen. Deze in het dorp zouden stilaan hun functie als pension verliezen.
Na de 1e wereldoorlog kocht de gemeente het pand aan en zou het als schoolgebouw benutten. Enkele kleine verbouwingen waren noodzakelijk om de klaslokalen behoorlijk in te richten. Op de zuidkant van het perceel zouden een viertal klaslokalen worden opgetrokken zodat de bestaande school en het vroegere hotel met elkaar verbonden werden.
In 1920 werd het vroegere hotel "De Kroon" volledig benut als school met klassen tot het 8e studiejaar, tot in 1930 wanneer de nieuwe Meisjesschool werd opgericht in de Onderwijsstraat (Van Steenestraat).
Na de bouw van de nieuwe gemeenteschool in 1957 zou de "Couronne" aangewend worden voor het avondonderwijs en het stedelijk middelbaar beroepsonderwijs voor meisjes. Deze laatste bleef bestaan tot na 1970.
De toestand van het vroegere "Grand Hôtel de la Couronne" ging zienderogen achteruit wat het gemeentebestuur deed besluiten het 19e eeuws gebouw te renoveren met behoud van de monumentale voorgevel. Kroonlijsten en regenwaterafvoeren waren zo goed als onbruikbaar. Enkele gedeelten dienden zelfs met behulp van de brandweer te worden verwijderd. Binnenin waren lokalen waar de plafonds het begaven.
Een grondige sanering was noodzakelijk om het gebouw te vrijwaren van totale onbruikbaarheid.
De behouden voorgevel uit eind vorige eeuw vertoont een bijzondere zelfstandige waarde; het is een getuige van een opkomende badstad.....
Bibliografie
- D'hondt André, Dagklapper uit Knokke , Deel I 1970 Lannoo, Tielt.
- Lannoy Danny, Van Polderdorp tot Badplaats, 1976 Matthys & Van Vooren Knokke
- Lannoy Danny, Het Knokke van Toen, 1985 Van de Wiele, Brugge.
- Van Steene Gaston, De Zeekust en Knocke, 1930, Verbeke-Loys Brugge
- Cnoc is ier, tijdschrift Nr 19 1982 Onderwijs, A. D'Hont
- Gemeentelijk Archief: Knokke-Heist Bevolkingsregisters 1890-1910 deelgemeente Knokke.
Voetnoten
- De stoomtram te Knokke reed voor het eerst op 18 maart 1890.
- Volgens de kadastrale legger van P.C. Popp behoorde het perceel toe aan landbouwer Philippe Van Landschoot en was nog onbebouwd rond 1840. Sectie D lot 624.