Toon Ghekiere
André D’hont
Antoine - de vriend onder de vrienden, de mens onder de mensen - is de donkerte van het sterven ingegaan om het Licht te vinden waar alle vrees verzwindt. Samen met zijn geliefden rouwen wij om zijn al te vroege heengaan in de zomer van zijn leven. En met zijn broeder priester, die hier voorgaat in deze eucharistieviering, bidden wij: ”geef hem de eeuwige Vrede".
Antoine heeft zich volledig ten dienste gesteld van de gemeenschap als Voorzitter van de Stedelijke Culturele Raad en van de Gidsenkring; ook als Past-Président van de Rotary Club Zeebrugge-Oosthoek heeft hij zich ingezet om het ideaal “Service to the Community” gestalte te geven.
Als journalist en schrijver was hij zeer gewaardeerd door zijn collega’s. Hij heeft gepoogd iedere opdracht te vervullen met zin voor verantwoordelijkheid, spijts ontgoochelingen, inherent aan alle aktie.
Voor Antoine was vriendschap de overwinning van de goede wil op de ikzucht van het begrip op de onverdraagzaamheid, was nemen doch vooral geven, was openheid in de heerlijke klaarte van het vertrouwen. Zijn moed was grenzeloos. De laatste twee jaren heeft hij een lijdensweg gekend met de XIV staties, als deze van de kalvarietocht. Zijn zorgen en zijn pijnen heeft hij heldhaftig gepoogd alleen te verwerken.
Sterven was dan voor hem: aan allen verzaken, vooral aan hen die hem lief waren, om de oneindige Liefde te vinden.
Nu is vriend Antoine op de "Andere Oever" bij de Heer die is: de Weg, de Waarheid, het Leven.
Dankbare herinnering aan
de heer Antoine Ghekiere
echtgenoot van mevrouw
Christiane Grillet
geboren te Knokke op 20 september 1925
en godvruchtig overleden in het A.Z.
O.L.V. Ter Linden te Knokke
op 10 juni 1988, gesterkt door de
H. Sakramenten van de Zieken.
- Voorzitter van de Culturele Raad Knokke-Heist.
- Medaille voor Cultuurverdienste van de Minister van Cultuur.
- Gouden Medaille voor Cultuurverdienste van Knokke-Heist.
- Stichter-Voorzitter Gidsenkring Knokke-Heist.
- Past-Voorzitter Rotary Club Zeebrugge-Oosthoek.
- Medaille Paul Harris Sustaining Fellow of Rotary International.
- Promotor van het kulturele leven (1988)
Het is vooral als promotor van het kulturele leven te Knokke, vervolgens van de fusiegemeente, dat hij zal onthouden worden. Hij was een beste vriend voor iedereen, steeds bereid om te dienen. Voor Knokke, kultuur en toerisme, stond hij in de bres, om als persmedewerker ook het volkse leven in de kijker te stellen.
Reeds van 1945 af liet hij zich als kronieker opmerken. In de Informateur, Het Volk en later het Brugsch Handelsblad, schreef hij het plaatselijk nieuws, achterhaalde hij geschiedenis en liet hij Mensen van bij Ons aan het woord. Tijdens de laatste jaren kwam hij nog in de Streekkrant met gevatte bijdragen en met foto’s.
In de bres
Het was in 1952 dat, onder impuls van de toenmalige schepen Eugène Mattelaer, te Knokke naar meer eenheid gestreefd werd voor de werking van de kulturele verenigingen. Toon Ghekiere was medestichter en sekretaris van het Kultuurverbond. Sedertdien is hij steeds in de bres gebleven en werd in 1977 ook voorzitter, in opvolging van Rik Ruysschaert.
Hij lag mede aan de basis van het kultureel centrum, in 1978 officieel opengesteld in aanwezigheid van minister Rika De Backer. Zij schonk Toon de gouden medaille voor Kultuurverdienste. Waar hij vanaf het begin aktief was, stond hij tevens in voor de toekomst, als sleutelfiguur.
Hij haalde het geschiedenisboek van pastoor Opdedrinck uit Franse vergetelheid en stelde een uitgave in het Nederlands samen, aangevuld en gekorrigeerd sedert de editie die uit 1913 dagtekende. Dit gebeurde in 1955, in opdracht van het gemeentebestuur, om de Geschiedenis van Knokke te bewaren. Het bleef hierbij niet, want hij fungeerde ook als uitgever van de beide delen met de Dagklapper uit Knokke en de Franse pocketversie Souvenir de Knokke (A. D’hont), terwijl hij dan in de bres stond voor de drie lijvige boekdelen over Knokke - Heist - Westkapelle - Ramskapelle van Maurice Coornaert, om de fusie te beamen. Ondertussen schreef hij zelf geschiedenis voor vele verenigingen die op hem beroep deden, zo voor politieke figuren. Veel meer vulde zijn talentrijke schrijversjaren.
In de horeca kwam hij naar voor als direkteur van de Albert Residentie, vervolgens van La Réserve en tenslotte van het Talassa-instituut, ondertussen ook om binnen de Verademingsweekeinds in het casino in te staan voor de gastronomische diners. Aan de zijde van Gustave Nellens speelde hij een aparte rol. Die dan afgesloten werd bij de wisselwerking in en rond de talassastromingen. Hij werd gretig als medewerker opgenomen in de stedelijke dienst voor toerisme.
Op het kulturele vlak was hij in 1961 medestichter en initiatiefnemer van de tweejaarlijkse prijs voor Schilderkunst, een jaar later van Beelden in de Stad. In 1967 was hij reeds betrokken bij de idee van een kultureel centrum, om het niet los te laten vooraleer er de meiboom op kwam. De openbare biblioteek kreeg hem in 1976 als sekretaris.
In 1987 werd hij bijzonder gevierd bij gelegenheid van 35 jaar Kultuurraad. In hetzelfde jaar was hij tevens voorzitter van de Rotary Zeebrugge-Oosthoek en ontving hij de hoogste onderscheiding Paul Harris Sustaining Fellow (geheten naar de stichter van de internationale serviceklub) “voor de moed die hij heeft getoond in moeilijke omstandigheden en voor zijn inzet voor de Rotary”.
Totale inzet
“Wat Antoine Ghekiere vooral kenmerkt is zijn grenzeloze toewijding. Hij zet zich volledig in om zijn idealen gestalte te geven en door zijn grote werkkracht bereikt hij het doel dat hij zich voor ogen stelt. Van zijn jeugd af is hij behept met een diepe zin tot de waarden die het bestaan sublimeren. Iedere opdracht tracht hij met verantwoordelijkheid te vervullen - spijts af en toe ontgoochelingen die inherent zijn aan alle akties. Voor hem was vriendschap een gave en een opgave: een wisselwerking van ontvangen en geven”, aldus Eugène Mattelaer.
Hij zou zich tenslotte volledig wijden aan het toerisme, Knokke-Heist ten goede. Hiertoe nam hij heel wat initiatieven. Zo deze die de Gidsenkring in het leven riep en vooral bedoeld was, en is, om de bezoekers nader tot de badstad, zijn geschiedenis, monumenten en hinterland te brengen. Zo is onlangs nog de brochure voor wandelaars Stappen tussen Zee en Polder tot stand gekomen. En hij was met nog meer ideeën bezield, die hij over zijn krachten heen niet meer kon bereiken.
We zullen steeds zijn tussenkomst voor ogen zien toen hij laatst het toerisme verdedigde tegenover de Jeugdraad. Voor hem was toerisme een element dat de badstad in leven houdt en ook het leven is van allen die er bij betrokken zijn.
Doorheen de jaren, met pers, toerisme, kultuur en heemkunde, was Toon een vriend en medewerker.