Levensloop - 27 januari 1982
Honderdendriejarige Marie Meysman overleden
Toen men Marie Meysman naar het geheim van haar lang leven vroeg, wist ze te zeggen dat een glas champagne er veel, zeer veel kan aan doen. En bij de ontvangst voor haar 100e jaar op het stadhuis te Knokke hief ze ook nog gezwind het glas.
Ze is ten slotte bijna 104 jaar geworden, of wat haar bij de oudsten van het land had moeten brengen. Het kwam niet meer zover, want vorige week is Mevr. Maria Meysman, weduwe van Juliaan Van Houtte overleden. Ze werd zaterdag in aanwezigheid van de vele kennissen te grave gedragen. Ze was de “oma” van de Vlaamse Scherpschutters, lid van "Hoger Leven” en van “Cnoc is ier”, vele jaren de oudste vrouw op het feest van de 3e leeftijd.
Marie Meysman zag op 16 maart 1878 het levenslicht in het huisje bij het gemeenteplein, op de hoek van de huidige Camille Deckersstraat. Ze was de dochter van Sebastiaan Meysman en Thérèse Schepens. Thuis was ze steeds in de weer rond de kleermakerstafel, rond vader, die onder zijn klanten ook de alhier verblijvende artiesten had die een pak op maat wensten. Wat uit vloer gesneden was, leverde Marie vervolgens af, bij Verwee of Parmentier.
Toen haar ouders op de hoek van Lippenslaan en Verweeplein het „Hôtel du Nord” gingen uitbaten, was ze nog steeds een bijzondere hulp. Op 10 okt. 1905 trad Maria Meysman te Knokke in het huwelijk met Jules Van Houtte. Bij het Gemeenteplein hielden ze het “Hôtel Communal” open, waar voor de le oorlog een tijdje het gemeentehuis plaats kreeg. De stoomtram had nog zijn halte in deze drukke buurt van het dorp.
Pas tegen de jaren ’30 zou de badplaats grondig van uitzicht veranderen. Toen kwam het echtpaar van de “Communal” naar de “Exelcior” aan de Zeedijk. Jules Van Houtte, ook boog- en karabijnschutter, overleed op 4 aug. 1933. Zijn vrouw zou hem bijna een halve eeuw overleven.
Uit het huwelijk sproten 4 kinderen : Omer (overleden) gehuwd met Rosa Vermeire; Herman, gehuwd met Hilda Jacxens; Leopold, geh. met Rosina De Weelde; Elisabeth, echtg. van René Jespers en woonachtig te Tervuren.
Het leven van Marie Meysman hoorde grotendeels in het hotelbedrijf. Ze zag de grote hotels bouwen, ten slotte weer afbreken, van het Zoute tot het Albertstrand. Ze leefde midden de vele Knokkenaars die met veel initiatief het welslagen bereikten. Voor 30 jaar aktiviteit in het bedrijf ontving ze de gouden medaille. Na het overlijden van haar man bleef ze met haar kinderen de “Exelcior” uitbaten, tot ze 95 j. was en ook dit hotel afgebroken werd. Bij haar schoondochter Rosa ter Elizabetlaan werd het de oude dag vol herinneringen. Ze overleed in de kliniek O.L.V. Ter Linden op 27 jan. 1982.
Marie Meysman zal in de herinnering blijven als de oudse vrouw van Knokke.
7 maart 1982
Priesterjubileum
De zondag stond in de H- Hartparochie van Knokke in het teken van de viering van Z.E.H. A. Masureel, reeds meer dan 50 jaar priester gewijd en sedert 25 jaar de toegewijde herder alhier. In de kerk werd de plechtige eucharistieviering opgeluisterd door het Cantabile-koor. De homilie werd uitgesproken door deken J. Fenaux. Na afloop van de mis bracht de harmonie “De Zeegalm” haar ere-aalmoezenier ook een serenade.
Hierop ging op het stadhuis een plechtige ontvangst door, in aanwezigheid van burgemeester en schepenen naast vele personaliteiten, van de gemeente en van de kerkfabriek. Burgemeester Leopold Lippens begroette de gevierde en dankte hem voor het vele dat hij gedaan heeft voor de bevolking.
Ereburgemeester Mattelaer sprak als voorzitter van de kerkfabriek van het H. Hart en namens de inrichters van de huldedag. Er werd herinnerd aan Kortrijk waar hij in 1904 geboren werd. Eind febr. 1957 kwam de aanstelling van pastoor Masureel door deken Loncke van de Oostkust. In de H. Hartparochie, die in 1985 een halve eeuw zal bestaan, volgde hij aldus de eerste herders op: pastoor Amaat Vyncke, als politiek gevangene overleden, pastoor Karel De Vos en E.H. Michel De Coninck in 1953. Er waren heel wat medepastoors sedert 1957. De voornaamste: pastoor Louis Debaecke (nu te Heist), pastoor Alfons Bouckaert (Kortrijk) en de betreurde pastoor van Duinbergen Valère Luca, zonder de toegewijde redenaar pater Lonnoy te vergeten.
Zielezorger
Na dr. Mattelaer kwam graaf Leon Lippens aan het woord om, ook als ere-burgemeester, verschillende anekdoten aan te halen.
Z.E.H. Masureel dankte tensltotte, waar hij de hulde beschouwde als deze aan het ambt (van parochiepriester en pastoor. “Toen de bisschop mij op 10 aug. 1929 in de abdij van Loppem tot priester heeft gewijd, heeft hij mij als zending gegeven een zielezorger te zijn voor het volk: een hart dat luistert en helpt, een hand die zegent over vreugde en lijden, over leven en dood. Een priester van God in de wereld”.
Hij was 3 jaar lang leraar aan het St-Amandskollege te Kortrijk, werd in 1932 onderpastoor te Komen, in 1936 te Oostende en ook legeraalmoezenier, in 1945 op de parochie St-Rochus te Kortrijk, in 1952 te Mesen, ten slotte in 1957 pastoor te Knokke. En het is hier “een mondain centrum waar veel luxe gevoerd en hard gewerkt wordt, een leefmilieu waar de rijkdom schril afsteekt tegen de armoede die zich verbergt”.
“De benoeming te Knokke vereerde mij, maar was tevens een zorg om de opdracht de kerk van Kristus verder uit te bouwen in een stad waar niet enkel mensen van alle klassen en standen samenkomen, maar ook uit alle landen op verlof zijn. Mijn doel is een mens te zijn onder de mensen, maar steeds een man van God”.