Een paar liedjes

door de visschers gezongen, op den dag der plechtige inhuldiging van den Heer R. de GHELDERE als Burgemeester Van Heist-aan-Zee. 2de Paaschdag 1912

Onzen Burgemeester ter eere!

(Zangwijze: De kerels van 't Noorden)

‘t Is feest vandaag voor ons, visschers van Heist,
‘t Is feeste, ‘t is feeste, op ‘t werk met gepeisd!
De schuite ligt op ‘t strand
Aan ‘t ankertje vast in ‘t zand!
Wij blijven vandage te zamen aan land!
HERHAAL.

In stoet gaan wij, visschers, wij allen,
Wij visschers verheugd, schoon in rij
Om ‘t Burgerhoofd van Heist in te halen,
Hij leve lang vrij ende blij!

2
Gezongen, geklongen de Ghelder’ ter eer,
Die voor ons zal zijn als een vader lief en teêr,
Hij is van alleman
Bekend als wijze man,
Die ‘t schuitje van Heist goed bestieren ook kan.

3
Hij wordt hoog geprezen van alwie hem kent,
Men zegt dat hij helpt alwie zich tot hem wendt.
Voor groot en klein hij is
Altijd minzaam gewis,
En nooit loopt ook niemand hij hem zijn vaart mis

4
Hij is ook den visscher, den zeeman, verkleefd,
En werken zal hij dat de Staat ons haast geeft,
Een haven diep en groot,
Met kaaien recht als ‘t lood,
Ook water, en om ons te tuiën, ‘nen boot.

5
Aan Koning ALBERT nu zij lof en zij dank,
Hij die zich bekreunt ook om den visschersstand,
Wij zijn om zijnen keus
Ja, allen toch zoo preusch,
En roepen Lang Leve de Ghelder! fameus.

2015 06 02 092132

Naar de Visschersschool.

(OUDE ZANGWIJZE)

1
Sa, visschersjongens, al te gader,
Die leert den stiel van uwen vader,
Gaat naar de Visschersschool met vlijt,
Binst gij den tijd hebt en jong zijt.

2
Daar leert men vele goede zaken
De korden breiën en vermaken,
Ook touwen splitsen wij aaneen
En leggen knoop en oog met een!


3
Men leert ‘t kompas op al zijn streken
Om, als men is in zee gesteken,
Den koers te stieren juist en vast
Zoals ‘t een waren zeeman past.

4
De loodlijn wordt ook niet vergeten,
Op zee dan diepten men kan meten,
Tot ‘t vinden van de legge    rs fijn
Waar er meest visch of geernaars zijn.

5
Daar leert men ook met de log werken,
Om, als men is waar zijn geen merken,
Van ons vaartuig te kenn’ zijn loop,
Als ‘t is of drie, of vier vijf knoop!

6
Men leert ook de zandbanken kennen,
Aan boeien, vieren, zich gewennen,
Om als men krijgt slecht wèer op zee,
Te vinden altijd goede rêe.

7
Daar spreekt men ook over zeewetten
Van ‘t stieren, en van ‘t vier te zetten
Om nooit te komen in ‘t gevaar
Van vlak te loopen op malkaar.

8
Nu, visschersjongens, al te samen,
Doet goed uw best voor het examen,
Wanneer gij goed en wel passeert,
Wordt gij met een diploom vereerd.

9
God wil de Visschersschool bewaren,
En onze jongens, als zij varen,
Altijd goed brengen aan den wal,
Bevrijd van schâe en ongeval.

Een paar liedjes

Redactie

Heyst Leeft
1987
03
010-010
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:38:19