“Cnoc is ier” 1977 - Tijdschrift nr 9
Vijf jaar werking

Knokke is er altijd geweest! En had er Knokke niet geweest, 't en had er geen plezier geweest! Vivat 't noorden: Knok' is hier!

Maar vijf jaar geleden, als Knokke, in een fusiegemeente opgeslorpt, nog enkel een "wijk" werd, of een "sektie", was 't nodig dat iemand de herinnering zou gaaf houden. Deze "iemand" werd een talrijke groep, een vereniging met meer dan 1.000 le­den: "Cnoc is ier". De stichting vond plaats op 11 januari '72 in "Prins Boudewijn", het oudste lokaal van Knokke-dorp, onder voorzitterschap van Jimmy Debruecker. Het heette toen dat "ie­dereen die zich Knokkenaar kan heten, of nog niet te lang aan­gespoeld is, lid kan worden". In een ommezien waren de eerste 500 lidmaatschapskaarten terecht en inderhaast dienden er nog evenveel gedrukt. Het duizendtal is reeds lang overschreden. Het lidmaatschapsgeld dat oorspronkelijk 100 fr. was, kwam pas in 1977 op 120 fr., enkel als gevolg van hogere verzendingskosten.

"Cnoc is ier" werd, bij publikatie in het Staatsblad van 10 mei 1973, een vereniging zonder winstgevend doel (v.z.w.). Eerst met schatbewaarder Willy Desmedt, vervolgens even spaarzaam met penningmeester Harold Van Eeckhoutte, werden de gelden op doel­matige wijze besteed, in zover dat nimmer tegen een tekort werd opgekeken en evenmin bij de Kulturele Raad diende aangesloten om toelagen te bekomen. Er kon steeds op de steun gerekend wor­den van het gemeentebestuur en anderzijds ook op deze van verschillende sympatisanten, die zich als ere-lid aanmeldden. Maar het jaargeld was doorslaggevend om het doel der vereniging te kunnen bereiken. Het is aldus dat twee tijdschriften per jaar besteld worden (waarvan u nr 9 in handen hebt) en dat met het jaargeld een onuitgegeven boekje over Knokke meegegeven worden. Zo geeft "Cnoc is ier" zelfs meer dan aan jaargeld be­taald wordt, want het tijdschrift is enkel mogelijk dank zij de publiciteit die op de afzonderlijke bladzijden verschijnt: ga ook kopen bij de firma's of handelaars die Knokke genegen zijn.

De werking van "Cnoc is ier" in de laatste 5 jaren overlo­pen zal hier overbodig zijn. Het volstaat de verzameling tijd­schriften open te slaan om er alles in terug te vinden. De heemkring blijft zich verder inspannen. Na de reeks historische borden langs het landelijke Knokke, zullen er nu nog op verschillende bijzondere plaatsen of aan gebouwen komen. In mei is het Oud Zoekte aan de beurt, met een plaat bij het Amerikapad. Om niet in herhaling te vallen is een bijzondere tentoon­stelling gepland op latere datum, wellicht einde 1977.

Dan zijn er de Ruilbeurzen, die sekretaris André Sandelé met het bestuur tot een grote faam heeft weten uit te bouwen, in zover dat de belangstelling vanuit alle delen van het land komt. De jaarlijkse Bevrijdingsmars is een hoogtepunt van het jaar ge­worden, dank zij de bijzondere inspanningen van Gerard Adriaenssens, Danny Lannoy, Gaspar Warnier, en noem maar op, met mede­werking der vaderlandse verenigingen, en ook met deelname van vele wandelclubs uit den lande. We kunnen terloops de stichting toejuichen van de "Noordzee Baby's" te Knokke, en die in mei met een Lotelingenmars naar Damme van wal steken, ook met mede­werking van "Cnoc is ier".

We kunnen heel wat aanhalen. De kunstborden blijven in de smaak. Na het bord van “Verwee's Vrienden” volgde de "Golfclub op de Blinckaert" en in mei wordt een nieuw met de "Molen van Moeder Siska" voorzien. Als de reeks van 12 zal rond zijn, dan komt één groot centraal bord met het schild van Knokke in kleur en in uurwerk mee een reproduktie van de onderwerpen die op de 12 prijken. Het is een enige herinnering. Ook voor verzamelaars zijn de borden waardevol, want ze zullen nimmer meer opnieuw ge­maakt worden.

Er is steeds vraag naar de eerste borden, maar ze kunnen niet meer bekomen worden. Zo gaat het ook met verschillende uit­gaven over Knokke. Er gaat geen week voorbij zonder dat André D'hont naar het eerste deel van zijn "Dagklapper uit Knokke" ge­vraagd wordt, maar er blijft geen enkel exemplaar meer beschik­baar, zelfs niet voor de hoogste bieder. We kunnen de belangstel­lenden dan maar enkel aanraden zo vlug mogelijk het tweede deel te kopen, om niet voor dezelfde toestand te komen staan. En het­zelfde willen we er aan toevoegen voor het merkwaardige boek van Danny Lannoy. Dit soort boeken "Hoe het groeide en bloeide te Knokke" en "Van Polderdorp tot Badplaats" worden maar éénmaal gedrukt, dan nog wel zonder gemeentelijke tussenkomst. Knokkenaars geven hun werk met eigen middelen uit en ze zoeken niet eens naar winst.

Zo is ook de werking van "Cnoc is ier" erop gericht de herinnering van Knokke gaaf te houden. Er dient gesteund te worden op de vele leden. Zo willen we hier dan de meer dan duizend leden bedanken die met een geringe bijdrage (of "vele kleintjes maken een groot") van de heemkring "Cnoc is ier" de grootste kulturele vereniging der gemeente gemaakt hebben. En dit binnen vijf jaar tijd.

“Cnoc is ier” 1977 - Tijdschrift nr 9 - Vijf jaar werking

Redactie

Cnocke is Hier
1977
09
004-005
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:38:19