Hoe het Verweeplein in het gemeentelijk patrimonium kwam

De schenking door de Zoutepolder-eigenaars in 1897

André D'hont

Toen "Cnoc is ier" in 1973 het 60-jarig bestaan van het stad­huis van Knokke herdacht met een bijzondere tentoonstelling, had ere-voorzitter Graaf Leon Lippens op de plechtige opening een merkwaardig dokument mee. Het betrof de "schenking door de Zoutepolder te Knocke aan de Gemeente Knocke van een perceelgrond op kadaster sektie A ex nummer 298.t4 en bestemd als markt. Op 30 november 1897." - Aldus vastgelegd onder nr. 24282 ter stu­die van notaris Termote te Brugge.

Om het in zijn tijd te plaatsen, moeten we onthouden dat het dorp nog midden het groen bezuiden de molen van Van Damme lag, maar reeds de weg naar zee doorgetrokken was. Er was benoorden de 1.500 m. brede duinen een stenen zeedijk van 300 m. lang aan­gelegd. Het duinengebied van de westkant der laan tot de Holland­se grens was grotendeels eigendom van de groep die bekend was als deze der "Zoutepolder". De groep Van Bunnen-Verwee-Dumortier had reeds in 1887 een oppervlakte van 30 ha. kunnen verwerven, om de grondslag aan de badplaats te geven.

Alfred Verwee overleed in 1895 en in het volgende jaar werd bij de weg naar zee zijn bordbeeld onthuld. In 1896 was Theofiel Dhoore burgemeester. In 1897 werd de molen van Van Damme op de Graaf Jansdijk door een storm geveld. Het dorp zou vol­ledig van uitzicht veranderen. De Lippenslaan werd rijksweg. De uitbreiding naar zee zou niet meer te stuiten zijn. Men was van oordeel dat het marktje bij "De Zwaen", die de "Cygne" werd, niet langer meer aan de wensen beantwoordde. Voor een groot ge­meentelijk plein werd uitgekeken naar het duinengebied achter het borstbeeld van Verwee, waar St.-Sebastiaan bij de herinrich­ting zijn terrein had, met de villa "Duivekot" als achtergrond. Voor het verwerven van de nodige grond voor de markt, wendde men zich tot de eigenaars van de "Zoutepolder".

Zo kwam het tot de schenking en de akte, verleden bij notaris Termote.

"Voor Leon Vermote, notaris te Brugge verblijvende, zijn ver­schenen: Mr Alphons Van Hecke, landbouwingenieur, wonende te Knokke; Auguste Lippens, grondeigenaar, wonende te Gent; hande­lende in hun hoedanigheid respektievelijk van Dijkgraag en penningmeester-griffier van de Zoutepolder te Knokke. De komparanten maken het bestuur uit van deze Polder en sterk en machtig over de grote gelanden van de zelfde. Zij verklaren bij deze onwederroepelijk gifte te doen, uit reden van algemeen nut en om uitsluitelijk te dienen tot het stichten van een openbare markt, aan de Gemeente Knokke, vertegenwoordigd door haar burge­meester Theophile Dhoore, landbouwer, aldaar wonende; hier aanwezig en die uitdrukkelijk verklaart te aanvaarden in naam en ter profijte van gezegde gemeente, onder voorbehoud van goed­keuring door de bevoegde overheid, van de volle eigendom van het hierna beschreven onroerend goed.

Gemeente Knokke. - Een rechthoekig perceel grond, gelegen te Knokke, aan de oostzijde van de steenweg leidende van het dorp naar de zee, met een breedte van 65 m. en diepte 156 m., een oppervlakte van 1 ha 1 a 40 ca., bekend bij kadaster sektie A deel van nr. 298 t4, palende noord en zuid de Zoutepolder, oost een ontworpen straat, daarover vernoemde polder en west de steenweg.

Zoals het goed zich bevindt en uitstrekt zonder enige uitzondering noch voorbehoud en zonder waarborg der uitgedrukte grootte, waarvan het verschil min of meer hoe groot het wezen mag, al overtrof het een 20e, zal onvergeld blijven, tot scha­de of baat der begiftigde, de gemeente Knokke.

Voorgeschreven goed behoort toe aan de grote gelanden van de Zoutepolder als gevolg der transaktie gesloten op 8 oktober 1786 tussen de ontvanger der Domeinen te Brugge en Mr Philippe François Lippens, dijkgraaf te Moerbeke, daartoe behoorlijk gemachtigd, transaktie goedgekeurd bij koninklijk besluit van 27 april 1787.

Deze gifte is gedaan en aanvaard onder volgende voorwaarden:

  1. De gemeente Knokke, begiftigde, zal in het genot komen der voorgeschreven goederen te rekenen van heden.
  2. De goederen zijn gegeven onder de waarborg als naar recht en voor vrij, zuiver en onbelast van alle privilegiën, hypoteken en beletsels hoegenaamd.
  3. Ze zijn gegeven met hun bestaande erfdienstbaarheden, voor­delige en nadelige, zichtbare en bedekte, durige en niet durige, vrij aan de begiftigde gemeente de ene te doen en de ande­re te betwisten, doch alles op haar kosten, zonder tussenkomst van de Zoutepolder.
  4. De gegeven grond zal moeten uitsluitend dienen tot het stich­ten van een openbare markt en geen andere bestemming mogen ont­vangen, noch ten dele of ten gehele mogen verkocht worden voor bouwgrond.

De heer hypoteekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen e­nige inschrijving van ambtswege te nemen tijdens de overschrij­ving der tegenwoordige. Waarvan akte.

Verleden te Brugge, ten jare 1897 de 13e november, in aanwe­zigheid van Louis Devisch en Leopold De Bever, beide wonende te Brugge, getuigen. En na gedane voorlezing dezer akte aan de partijen, hebben zij, benevens de getuigen en de notaris, gete­kend. (Getekend: A. Lippens; Van Hecke; Th. D'hoore; L. Devisch, L. De Bever; Leon Termote). Geboekt twee bladen zonder verzen­ding, te Brugge de le december 1897, boek 686, blad 20, nr 5 - gratis. De ontvanger (getekend) Rahier.

De kleine schets als grondplan bij de akte gevoegd werd door de beëdigde landmeter Van de Fackere getekend. Daarop is de "Steenweg van de zee naar het dorp" (Lippenslaan) onthouden. De toekomstige Pierslaan is reeds voorzien, zo ook de Albertlaan ten oosten van de afgestane grond. De grond ten noorden behoort nog allemaal aan de Zoutepolder, ook deze ten zuiden en ten oosten der latere Pierslaan. De grond aan de westkant van deze staat onder de naam van "de Wateringhe", zo ook ten oosten van de latere Albertlaan.

Op de schets is reeds de plaats afgelijnd waar het stadhuis zal komen, echter zonder vermelding hiervan. Maar het is dui­delijk dat het aanleggen van het grote marktplein ook een stad­huis op deze plaats inhield voor de toekomst. In 1897 lagen hier nog de mooie duinkammen der Brabantse Panne en de koeien­ graasden tot in de buurt van het borstbeeld van Verwee.

Het zou niet zo vlug tot een grondige inrichting van het plein komen. Wel werden aanpalende gronden verkocht om nieuwe gebouwen op te richten, met als eerste op de hoek aan de noord­kant het "Hotel Meysman-Schepens", ernaast op het plein de win­kel van Cyr. Eysel-Burki. Beide gebouwen bestaan nog: de "Nord" en de "Midi".

In 1902 ging de markt nog steeds door op het Dorpspleintje bij de "Cygne" en in "Le Knockenaar", het weekblad dat hier toen voor het eerst verscheen, werd de vraag gesteld wanneer hierin verandering zou komen. Er werd naar het Verweeplein ver­wezen met de opmerking: "Nu trekt men naar vreemde markten met zijn geld!" - Er was echter reeds kermis rond het borstbeeld.

"Niets is aantrekkelijker en schoner dan de Verweeplaats. Verleden jaar (in 1901) was door de zorgen van de oude vrien­den van de betreurde kunstenaar een grillage rond het borst­beeld geplaatst, daarnevens een allerliefst klein bloemenhoveken, met de naam Verwee in blauwe bloemekens".

Het is in feite pas na 1910 dat het Verweeplein zijn bestem­ming kreeg, met het stadhuis dat gepland werd en het aanleggen van het plein zelf. Centraal kwam een pomp waar men het water uit de ondergrond zo gratis kreeg. Men was nog mild met alles. Zoals ook de Zoutepolder-eigenaars zeer mild waren bij de schenking van 1897.

Hoe het Verweeplein in het Gemeentelijk Patrimonium kwam.

André D'hont

Cnocke is Hier
1974
04
015-017
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:38:19