== ===> KAART
ONZE STREEK OP DE KABINETSKAART VAN DE OOSTENRIJKSE NEDERLANDEN - 1777
Het Centrum Pro Civitate van het Gemeentekrediet van België is begonnen met de uitgave van de kaart van België, in 1772-1774 opgemaakt onder de leiding van de Oostenrijkse generaal Graaf Joseph de Ferraris. Nu is het derde deel verschenen, waarvan vier kaartbladen onze streek omvatten.
Oostenrijkse militairen waren belast met de opnames ter plaatse, en in de loop van het jaar 1773 waren zij gedurende drie dagen te Knokke.
De kaart werd te Brussel getekend op schaal 1/11.520. Er werden drie exemplaren getekend: één voor keizer Jozef II, een ander voor de gouverneur generaal van de Oostenrijkse Nederlanden te Brussel, Prins Karel van Lorreinen en een derde voor de Kanselarij van het Hof en van de Staat te Wenen. Het exemplaar van de gouverneur generaal, dat berust op de Koninklijke Biblioteek te Brussel, werd nu in kleurendruk uitgegeven door Pro Civitate. Maar om de studie ervan gemakkelijker te maken, werd de schaal teruggebracht tot 1/25.000, dezelfde schaal van de nieuwe militaire kaart van België.
Met de gegevens van deze kaart werd in 1777 een handelskaart van België uitgegeven, op schaal 1/86.400, dezelfde schaal als de kort tevoren verschenen kaart van Frankrijk door Cassini. Het hierbij gevoegde cliché geeft het deel van de handelskaart, dat onze streek omvat. De kaart werd ons welwillend medegedeeld door Dr. A. De Smet, Lid van onze Kring en hoofdconservator van de Koninklijke Biblioteek. Het loont de moeite deze kaart aandachtig te bekijken. Voor de kenners van de streek is er veel op te leren. Wij zijn blij dat we bij het begin van ons 10e jaar dit dokument aan onze Leden kunnen aanbieden.
Bij ieder kaartblad werd door de Oostenrijkse officieren een “Mémoire” in het Frans opgesteld over het gebied van het kaartblad. Deze Mémoires werden opgevat voor militair gebruik, maar ze bevatten veel gegevens, die ook voor ons interessant zijn. De gebruikte maten zijn de “toise” of vaam van 1,88 m. en de Brabantse voet van 0,276 m.
1. Het blad SLUIS (Blad. n° 23, 1-4) - omvat de parochies: Heist, Hoeke, Knokke, Lapscheure, Oostkerke, Ramskapelle en Westkapelle
De streek is doorsneden met dijken, grachten en kanthagen. In de winter bestaat er gevaar voor overstroming. Bij de duinen is de grond zandachtig, rond Ramskapelle is het leem, en op de andere plaatsen is het vette grond van ongelijke kwaliteit. Op de zandgronden zijn de wegen slecht in de zomer, en op de vette gronden zijn ze slecht en meestal onberijdbaar in de winter.
Het is een landbouwstreek waar veel tarwe groeit, alsook boekweit, rogge, haver, klaver en aardappelen. Er zijn veel grote weiden die overvloedig hooi opbrengen, maar die dikwijls onder water staan in de winter en bij regenweer. Het kaartblad telt zeven graanwindmolens. De kanthagen en taliebossen leveren slechts onvoldoende brandstof, zodat er kolen moeten ingevoerd worden uit Henegouwen.
De vaart Brugge-Koolkerke-Sluis is 18-20 vaam breed en heeft 7-8 voet water. De Hoekevaart is 10-12 vaam breed met 5-6 voet water; er ligt een brug boven het dorp Hoeke. Het geleet van Zuid Over is 2 1/2 vaam breed en 5-6 voet diep; er ligt een stenen brug links van het dorp Lapscheure. De waterloop rechts van het dorp van Lapscheure, heeft een breedte van 10-12 vaam en 4-5 voet water; er zijn twee stenen bruggen boven het dorp van Lapscheure. Een andere waterloop, ten N. van Lapscheure, die uit het Geleet komt en die in de vorige waterloop uitloopt, verdeelt zich in twee armen en heeft twee stenen en twee houten bruggen. De Zoute komt uit de vaart Brugge-Sluis, is 10 vaam breed en heeft 4-5 voet water; er liggen twee bruggen bij de hofstede “Het Groot Heylandt”. De Isabellevaart, die 4 vaam breed is, heeft 3-4 voet water en 7 stenen bruggen. De Zwynebruggevaart is 9 voet breed en heeft 3 voet water, maar bij de samenvloeiïng met de Isabellevaart wordt de breedte 11-12 vaam; er liggen drie stenen bruggen.
2. Het blad DAMME (Blad n° 24, 1-4) - omvat de parochies Assebroek, Damme, Koolkerke, Maldegem, Middelburg, Moerkerke en St-Kruis
Damme bezit een omwallig in zevenhoek, voorzien van zeven niet overdekte bastions.
Op het kaartblad vindt men de forten de Bavière en van Damme (langs de Reie, halfweg tussen het fort de Bavière en van Damme). Deze forten zijn in slechte staat. Het Verbrande Fort (langs de oude Sluise vaart te Oostkerke) kan nog gebruikt worden.
De streek is doorsneden met dijken en kanthagen. De wegen zijn moeilijk te berijden in de winter. De grond bestaat uit leem gemengd met een weinig zand en is zeer vruchtbaar in graan. Op het kaartblad liggen 13 graan-windmolons. De weiden zijn meestal overstroomd in de winter. De bossen en het taliehout bestaan vooral uit eik en beuk, met een weinig dennen. Zij leveren voldoende brandstof voor de streek.
De vaart Brugge-Sluis heeft een breedte van 17-18 vaam. Er is een stenen brug bij het dorp van Koolkerke, een houten draaibrug aan de Pompestraat, en een veer bij Bekaf. De vaart Brugge-Damme heeft dezelfde breedte; er ligt een veer bij het Apertje. Het Verloren Einde (Damme-Bekaf) slijkt op. De Lieve is 7-10 vaam breed, 7 voet diep en is bevaarbaar; er liggen stenen bruggen te Raepenbrugge, Stroobrugge, Leeskensbrugge, Moerkerkebrugge en bij Damme. Bij de Thooftmeulen te Moerkerke ligt een veer. De Groote Waeterynghe, verder genaamd het Geleet van Zuyt, loopt door een duiker onder de Lieve, is 2 1/2 vaam breed en 5-6 voet diep; er liggen stenen bruggen bij Damme, Stampaartshoeke en Vlienderhage. De Meulen Creke, die komt uit het Geleet van Zuyt, is 10 vaam breed met 4 voet water in de zomer. Een andere waterloop, die uit de Lieve komt bij Leestkensbrugge en die in de Meulen Creke uitmondt, heeft stenen bruggen o.m. te Tampaarts-hoeke en te Vlienderhage. De St-Trudoleye loopt te Assebroek en is 10-15 voet breed; er ligt een stenen brug bij het dorp van Assebroek, met nog een houten brugje voor voetgangers. De Molen Creke, ten oosten van het dorp van Middelburg, is 10-12 voet breed en 6-7 voet diep. Een andere wáter-loop, die te Middelburg langs de dijk naar de Lieve loopt, is 6 vaam breed en 8 voet diep. De Vaeke is 6 vaam breed, 4 voet diep en is bevaarbaar voor kleine bootjes. Het Sappaertsvaerdeken heeft dezelfde afmetingen. De Eede komt uit het Maldeghem Velt, is 13 voet breed, 6-7 voet diep en loopt onder de Lieve door een duiker; er ligt een stenen brug in het dorp van Maldegem en houten bruggen bij Roode Calseyde, bij de Lieve en ten oosten van Cleynen Boogaerde.
3. Het blad BLANKENBERGE (Blad n° 13, 1-4) - omvat de parochies Blankenberge, Dudzele, Lissewege, Nieuwmunster, Uitkerke, Wenduine en Zuienkerke
Blankenberge is een stad op de kust en leeft van de handel in vis. Ten noorden van de stad staat een vuurbaken voor de vissers en de zeelieden. Vóór de kust werden golfbrekers opgeworpen en op de duinen liggen vijf wachthuisjes, waar de inwoners de wacht moeten optrekken tegen de schepen, afkomstig uit de streken met besmettelijke ziekten, en die aldaar aan wal zouden willen komen.
Op dit kaartblad liggen veel duinen en dijken. In het westen heeft men er veel grachten en in het oosten veel bossen en kanthagen.
In de Graaf Jansdijk werden een gemetselde sluis en een houten sluis aan gebracht voor de waterafvoer.
De streek leeft van landbouw en veeteelt. De grond is vet en de wegen zijn slecht in de winter en bij regenweer. Er wordt veel tarwe gezaaid. Het blad telt 8 graanwindmolens. De weiden zijn goed, maar lopen onder water in de winter . De bossen leveren slechts onvoldoende brandhout, zodat kolen uit het buitenland moeten ingevoerd worden.
De Blankenhergse vaart heeft een breedte van 8-9 vaam en 6 voet water; er liggen drie stenen bruggen: de Zielbrugge, de Schoeringbrugge en een brug bij de Blauwe Duyvekeete. De Lisseweegse vaart heeft een breedte van 12-13 voet en 6 voet water; er liggen stenen bruggen bij de Cleyne Weldenesse, bij ter Doest, in en boven het dorp van Lissewege, bij de molen van Zwankendamme en bij de samenloop met de Isabellevaart, alsook houten bruggen bij Zwankendamme. De Isabellevaart is bij het begin 8-9 voet breed met 3-4 voet water, verder wordt zij 4 vaam breed; over de Isabellevaart liggen vijf stenen bruggen, die niet nader bepaald worden.
De streek beschikt niet over goed drinkwater. In sommige jaargetijden is de lucht er ongezond. Er is ook weinig hout en stro beschikbaar voor aldaar verblijvende troepen.
4. Het blad BRUGGE (Blad n° 14, 1-4) - omvat de stad Brugge en de parochies Houthave, Jabbeke, Meetkerke, St-Andries, St-Michiels, St-Pieters, Stalhille, Varsenare en Vlissegem
Brugge telt twee abdijen voor mannen: Duinen (Cisterciënzers) en Eekhout (Kanunniken van de H. Augustinus), alsook vier vrouwenabdijen: St. Trudo, Hemelsdale, St. Godelieve (Benediktijnessen) en Spermalie (Cisterciënzers).
De streek is doorsneden met grachten in het noorden en met kanthagen in het zuiden. Hier en daar in het westen en in het zuiden liggen bossen, die echter niet genoeg brandhout leveren, zodat kolen ingevoerd worden uit Henegouwen en uit andere landen. De bossen bestaan meestal uit eik. De grond is vet en de wegen zijn slecht in de winter. Er wordt vooral tarwe, rogge en aardappelen geteeld. Het blad telt 34 windmolens (waarvan 19 te Brugge) en drie watermolens te Brugge.
De vaart Brugge-Oostende is 25-30 vaam breed en 25 voet diep; er ligt een stenen brug bij de Kom te Brugge, een houten brug te Scheepsdale, een ponton te Stalhille, en twee veren: een bij het begin van de Blankenbergse vaart en een ander bij Ettelgemhoek (Het Paddegat). De vaart Brugge-Koolkerke-Sluis is 16-17 vaam breed, heeft 6 voet water en is bevaarbaar. De vaart Brugge-Damme heeft dezelfde afmetingen. De vaart Brugge-Gent is 16-18 vaam breed met 8-9 voet water; er ligt een veer bij het Lappersfort en een draaibrug te Steenbrugge. De Noordee is 5-6 vaam breed en heeft 4 voet water in de zomer; er liggen vier stenen bruggen, o.m. bij het dorp van Houthave en twee houten bruggen bij de samenloop van de wegen Nieuwmunster-Brugge en Klemskerke-Brugge, en bij de samenloop met de Blankenbergse vaart. Deze laatste is 7-8 vaam breed en heeft 4-5 voet water; er liggen stenen bruggen op de weg Brugge-Blankenberge, alsook boven en in het dorp van Meetkerke, en een houten brug bij de samenloop met de Noordee. De Lisseweegse Watergang is 5 vaam breed met 4 1/2 voet water; hij wordt bevaren met kleine bootjes die koopwaren naar Brugge brengen; er ligt een houten brug op de plaats waar de watergang het kaartbiad verlaat. De rivier die links van het dorp van St.-Michiels loopt (de Kerkebeek), en in de Brugse vestingen uitmondt, is 15-20 voet breed met 3 1/2-4 voet water in de zomer; in de winter en bij regenweer loopt hij over; er ligt een stenen brug bij de Brugse vestingen en twee andere hoger op. De waterloop die ten westen nevens de Gentse vaart ligt, is 12-15 voet breed en 5 voet diep, met twee stenen bruggen boven Steenbrugge en een houten brug boven het Lappersfort. Een andere waterloop, die in de voorgaande uitloopt, is 15-16 voet breed en 5 voet diep, met 3 voet water in de zomer; in de winter loopt hij over; hij heeft twee stenen bruggen te Steenbrugge. De St.-Trudoleye is 15-20 voet breed met 4 voet water in de zomer, maar loopt over in de winter; er liggen stenen bruggen bij Olam, Oedeghem en over de steenweg Brugge-Kortrijk, alsook een houten voetbrug dichtbij deze laatste.
De waterloop die nevens de Oostendse vaart loopt aan de noordzijde, is 2 1/2-3 vaam breed met 3-4 voet water in de zomer, in de winter loopt hij over, er liggen stenen bruggen bij het Paddegat en bij Stalhillebrug.
De Bekedyck, die door het dorp van Stalhille loopt, is eerst 9-10 voet breed, maar krijgt een breedte van 5 1/2-6 vaam en een diepte van 12-13 voet bij zijn monding in de Oostendse vaart; er liggen twee stenen bruggen te Jabbeke, alsook een houten brug. Het Steighers Sweyn, dat in de Oostendse vaart loopt ten oosten van Stalhille, is 11-12 voet breed met 3-4 voet water; er liggen stenen bruggen aan de wegen, alsook een houten voetbrug bij de Oostendse vaart.
Het drinkwater is slecht bij de zee en de lucht is ongezond in het voorjaar en in het najaar.
____________________________________________________
Nota : Leden van de Kring kunnen de besproken bladen van de kabinetskaart Ferraris en de “mémoires” in bruikleen vragen bij de Sekretaris van St-Guthago.