Datum / Jaartal | Gebeurtenis |
---|---|
1262 | Zeeland en een deel van westelijk Vlaanderen worden opnieuw door een stormvloed getroffen. |
1265 | Een zekere Egidius (of Gillies) is pastoor in Lissewege. |
1266 | Monnikerede bouwt een sluis op het Leugen-Zwin waarna Damme een klacht indient bij gravin Margareta. |
1266 | Drie schepenakten van 1266, afkomstig uit Monnikerede bleven bewaard. Dat bewijst dat Monnikerede toen reeds stadsrechten had. |
1266 | In Monnikerede bouwt men een sluis aan de Monnikerede zodat schepen langs de Monnikerede en het Oude Zwin Brugge kunnen bereiken. Op last van Damme moet Monnikerede zijn sluis zo vernauwen dat er geen schip doorkunnen. |
1266 | In Monnikerede bouwt men een sluis aan de Monnikerede zodat schepen langs de Monnikerede en het Oude Zwin Brugge kunnen bereiken. Op last van Damme moet Monnikerede zijn sluis zo vernauwen dat er geen schip doorkunnen. |
1266 | Willem, de zoon van Thomas van Lissewege koopt een half gemet bij een stuk grond dat Vranemet (in Moerkerke) wordt genoemd. |
1266 | Er ontstaat een betwisting over de bezittingen van de abdij Ter Doest (Lissewege) in Monnikerede (Oostkerke). |
1266 | Het Brugse Vrije wordt tijdelijk in drie gedeeld. Het Noord-, Oost- en Westvrije krijgen elk een eigen schepenbank. |
1267 | Margareta van Constantinopel verkoop de "scellemeulen" (Schellemolen) aan Damme en kort daarop de rechten op het malen (maelpenninc). |
1267 | Gravin Margareta schenkt grond aan Damme om de stad uit te breiden. |
1267 | Gravin Margareta schenkt haar maalrecht op de Schellemolen die staat op de noodwestoever van de Reie bij de stad Damme aan de stad. Ten zuiden van de kerk stond de Zuidmolen. Beiden waren oorspronkelijk watermolens ? |
1268 | Grote storm in de Zwinstreek. |
1268 | Aardenburg krijgt van gravin Margareta van Constantinopel het privilege om een jaarmarkt te houden. |
1268 | Grote storm in de Zwinstreek. |
1269 | Gent wordt met Damme verbonden door de Lieve. |
1269 | Gravin Margareta van Constantinopel geeft Damme het recht om een kraan op te richten, voornamelijk voor het lossen van wijn. |
1269 | Margaretha van Male en Gwijde van Dampierre geven in 1269 toelating aan Damme om drinkbaar water langs een loden pijp te trekken uit de vijvers van Male. |
1269 | Een waterleiding van Damme naar de vijvers van Male (meer dan 4 km) voorzien het stadje van drinkwater. |
1269 | Margareta van Constantinopel, gravin van Vlaanderen, geeft de toestemming om in Damme een kraan te bouwen. |
1269 | Eustache, heer van Marken, verkoopt in 1269 het 'recht op de mate' op het Zwin aan de stad Damme. Enkel officiele meters van Damme, Monnikerede en Hoeke mogen de aangevoerde koopwaar meten. |
1269 | Margarehta van Male en Gwijde van Dampierre geven in 1269 toelating aan Damme om drinkbaar water langs een loden pijp te trekken uit de vijvers van Male. |
april 1269 | In april 1269 schenkt David, pastoor van Lissewege, per testament twee handschriften aan de abdij Ter Doest (Lissewege). Andreas Wysant is de tweede pastoor in Lissewege. |
ca. 1270 | Er ontstaan moeilijkheden tussen Engeland en Vlaanderen. Verscheidene Vlaamse vissers worden op zee aangevallen door de Engelsen. |
4 juli 1270 | Op 4 juli 1270 vertrekt Graaf Gwijde van Dampierre vanuit Damme op kruistocht met zijn leenheer Lodewijk IX van Frankrijk. Door het overlijden van de koning gaat de kruistocht niet door. |