Na de val van Sluis kon de Aequalitas van Sint-Donaas nog geen patronaatsrechten innen te Dudzele, Ramskapelle, Zuienkerke, Klemskerke en St.-Kruis. De tiende vanZuienkerke en Klamskerke brachten iets op, omdat de akkers nog niet bezaaid werden. Maar in Dudzele konden de tiendenheffers vanaf 1587 weer enkele ponden halen uit hun recht.

Op 8 juni 1587 begint de hertog van Parma het beleg van het hervormde Sluis. In augustus wordt Sluis ingenomen.

Voor de verdediging van Sluis tegen de Spanjaarden zet gouverneur Arend van Groenvelt het zgn. vrouwenbataljon in. Hij verplicht alle soldaten- en burgervrouwen om mee te bouwen aan het bolwerk tussen de Blauwe en de Smeetoren.

Maurits van Nassau verovert in 1587 Axel.

Begin juni 1587 komt Parma naar Sluis om de stad in te nemen. Eerst verovert hij de Blankenbergse Schans tussen Sluis en Oostende en trekt hij naar Kadzand waar hij een botenbrug bouwt over het Zwin zodat Sluis afgesloten is vanaf zee. Hij rukt op langs de landzijde vanaf Damme.

De Graaf van Leicester vertrekt op 29 juni van Vlissingen naar Sluis maar omdat het Sluisse Gat is afgesloten vaart hij door naar Oostende met de bedoeling om Parma over land aan te vallen. Die poging gaat echter niet door en hij keert terug naar Zeeland..

Na bijna twee maanden strijd kan Parma op 4 augustus 1587 Sluis innemen. Hij laat de resterende 700 verdedigers van Sluis vertrekken.

De belegerde stad Sluis wordt door de troepen van Farnese ingenomen. Daarna kan het Brugse Vrije het probleem van de overstromingen aanpakken. Het Zwin wordt opnieuw gebruikt als Spaanse vlootbasis.

De hertog van Parma laat de Westpoort van Sluis in 1587 verwoesten.

De Staatsen plunderen de omgeving van Oostburg in 1587. Enkele forten spoelen weg.

Farnese slaagt er in om op 5 augustus 1587 Sluis in te nemen.

Na de inname van Sluis door Farnese wordt de oevers van het Zwin versterkt met het Sint-Jorisfort en het Sint-Theresiafort in het Hazegras, het Sint-Clarafort bij Mude en enkele redoutes op de Graaf Jansdijk waaronder Boerenverdriet.

De belegerde stad Sluis wordt door de troepen van Farnese ingenomen. Daarna kan het Brugse Vrije het probleem van de overstromingen aanpakken. Het Zwin wordt opnieuw gebruikt als Spaanse vlootbasis.

Farnese slaagt er in om op 5 augustus 1587 Sluis in te nemen.

Na drie jaar komen in 1588 enkele inwoners terug naar Aardenburg.

In Sluis heerst de pest.

De sluisvliet ten noorden van Hoekesluis wordt afgedamd om de overstromingen in het gebied te stoppen.

Farnese poogt Sluis in te nemen. Engelse en Zeeuwse oorlogsschepen verschijnen voor het Zwin om de Sluizenaren te steunen.

Op de rechteroever van het Zin wordt fort Ter Hofstede opgericht.

De nieuwe sluis van 1566, bij Sluis gebouwd, dreigt reeds in te vallen.

Daar de watering van Reigaarsvliet erin slaagde om de zeedijken voor Pasen 1589 te dichten, konden ook te Dudzele veel boeren weer ophun hoeve gaan wonen en hun akkers opnieuw bewerken.

Gezien men voorlopig alleen de zuid- of linkerbeuk als bidplaats zou gebruiken, doen enkele boeren van Dudzele op 12 april 1589 een verzoek om hun parochiekerk te mogen bewonen. Sint-Donaas staat toe dat men de kerk van Dudzele als berguimte gebruikte. Maar een paar dagen later krijgen de boeren van Zuienkerke het bevel om hun graan en hun stro uit hun kerk te verwijderen.

De Dudzelenaren kregen het voor elkaar dat er vanaf sinksen 1589 in hun kerk weer missen werden gecelbreerd.

Vermelding dat in Dudzele een klok uit St.-Margriete bij Aardenburg hangt. Waarschijnlijk ter vervanging van klokken die verdwenen tijdens de Godsdienst-oorlogen.

De nieuwe sluis van 1566, bij Sluis gebouwd, dreigt reeds in te vallen.