Kerkbrand St.-Niklaaskerk Westkapelle, 26 maart 2013. Verloop van het gebeuren
Jan Lavaert
Maandagmorgen 25 maart 2013 om 9.30 u.: werfvergadering.
Op deze vergadering wordt gezegd: "Pas op, het is gevaarlijk, zorg dat er iemand bij de laswerken van het asfalt staat. Hij kan dan bij eventuele brand onmiddellijk optreden".
In de loop van de vergadering zeg ik terloops: "Het is een prachtige opbouw van de isoleerwanden, maar als het brandt, wat gebeurt er dan?" Er wordt geantwoord: "Het hout is geïmpregneerd".
Dinsdagvoormiddag 26 maart ziet een getuige werkers op de stelling aan de oostkant van de kerk (tussen hoofdkoor en O.L. Vrouwkoor). Zij hanteren een "sjalumo" blijkbaar nogal nonchalant. Deze getuige maakt de bedenking: "Als daar maar niets mee gebeurt".
Een andere getuige heeft gezegd dat om 15.05 u. de eerste melding van de brand binnenkwam in het stadhuis van Knokke.
Rond 15.10 u. stond een bezoeker van Cafe Drie Koningen, buiten een sigaretje te roken met enkele vrienden. Hij zag een rookpluim uit het dak van het noordzijkoor van de kerk komen. Hij verwittigde de cafeuitbater die onmiddellijk te 15.11 u. de brandweer verwittigde. Toen deze aankwam was het
vuur zich al aan het verspreiden. En rond 15.30 u. of iets later stond heel de noordkant in brand.
Een omstaander liep onmiddellijk naar de kerk want hij had gezien dat een
schoolklas naar binnen was gegaan om het laatste avondmaal te repeteren voor de paasviering die op witte donderdag zou gehouden worden voor heel de school. Het was ongeveer 14.30 u. Rustig en zonder paniek hebben zij de kerk verlaten en zijn naar school teruggegaan.
Tien minuten nadat de brandweer was gebeld waren er twee wagens aangekomen en de bluswerken begonnen.
Brand in het schip van de kerk © Jan Lavaert
Intussen was ik samen met OKRA aanwezig in de parochiezaal voor een lentefeest. Schepen Piet De Groote kwam bij mij en hij fluisterde mij voorzichtig toe: "Wil je meekomen naar buiten, er is iets met de kerk... (brand of rook)". Ik ging onmiddellijk mee en toen ik buiten kwam zag ik een zwarte rookpluim boven het noordzijkoor. Het was dan ca. 15.20 u. of iets later. De rookpluim ontwikkelde zich tot een zware rookwolk die zuidwestwaarts tegen de toren aandreef. Opeens stond het noordzijkoor in brand. Dit was zichtbaar door het raam van het noordzijkoor.
Ca. 15.40 u. begon uit de dakkapel onder het kruis van de toren ook een rookpluim te walmen. Wat later perste rook door de nerven van de torenspits en weldra stond de hele spits gehuld in een dikke witte rookwolk. Kort daarop was de rookwolk helemaal zwart en de wind waaide die weg over de kerk in de richting van de zuidwestkant van de kerk.
De brandende toren © Het Nieuwsblad
Er werd verwittigd in de zaal waar het lentefeest van OKRA in volle gang was dat de chauffeurs die hun wagen op het Pastoor Deneveplein hadden geparkeerd, deze onmiddellijk moesten verwijderen. De chauffeurs verlieten de zaal om hun wagen te verplaatsen. Dat gebeurde zonder enige paniek. De andere mensen bleven gewoon zitten. Kort daarop werden alle aanwezigen opgeroepen om de zaal te evacueren daar er gevaar van brand bestond in de omgevende huizen en dus ook in de parochiezaal.
Alhoewel de wind in het noordoosten zat was de hitte heel sterk voelbaar bij het naar buiten komen. En men wist ook niet langs welke kant de toren zou
instorten. Zonder de minste haast kwamen de mensen naar buiten en eens buiten bleven zij staan op de kerkwegel die langs de school en het huis voor begeleid wonen loopt tot aan de St.-Niklaasstraat.
Er was geen paniek, maar niemand dacht eraan dat priester Gaspard Laleman in zijn wagentje dreigde achter te blijven. Ik stond ook al buiten te kijken naar de brand die zich nu over heel de kerk aan het uitbreiden was. Even draaide ik mij om en zag Jan Bode met priester Gaspard naar buiten komen.
Bluswerken aan de toren © Het Nieuwsblad
Op vraag van Jan Bode nam ik het wagentje met Gaspard over en duwde hem in de richting St.-Niklaasstraat.
Halverwege stond Simonne Verbouw en deze sprak mij aan. "Laat mij maar overnemen, ik zal wel verder zorgen voor priester Gaspard". Terwijl ik nog het wagentje duwde vroeg ik herhaaldelijk aan de mensen om zoals ik, door te lopen zodanig dat wij buiten de gevarenzone kwamen. Maar het was moeilijk om de mensen in beweging te brengen. Zij stonden a.h.w. vastgenageld, gefascineerd door het verschrikkelijke schouwspel van de brand.
Nadat ik het wagentje en priester Gaspard in handen van Simonne had gegeven, bleef ik ook kijken naar de ramp. In plaats van een rookkolom zag ik nu een geweldige gloed van vuur in de klokkenzolder en weldra stond ook de torenspits in lichterlaaie.
Het moet rond 16 uur geweest zijn. Kort daarna stortte de spits in. Hij zakte a.h.w. in de toren naar beneden, opgeslokt door het vuur. Op het laatst kantelde hij licht naar het zuidwesten en sloeg door de leuning van de wandeling. De vuurgloed viel op het dak van de zuidzijbeuk. Het torenkruis vond ik achteraf terug in het midden van de zuidzijbeuk. De ijzeren spits, waarin het kruis vastgezet was, lag tegen de zuidmuur halverwege de zuidzijbeuk. De torenhaan viel buiten de kerk niet ver van de electrische cabine die de kerstverlichting bedient, tegen de muur die de kerk scheidt van het Pastoor de Neveplein.
Een getuige verklaarde: "Ik was mijn kleinkinderen gaan afhalen van school en kwam terug naar huis. Op de Natienlaan zag ik als in een wazige wolk de toren van Westkapelle en vroeg mij af: wat is dat nu? Even later was alles een en al vuur. Toen besefte ik dat de kerk in brand stond. Ik zag de spits branden in een vuurgloed. Het was alsof hij even omhoog wipte en dan neerstortte in de toren. Alles was een en al vuur en vlam". "Hoe laat was het dan?" vroeg ik. "Het moet ongeveer 15.15 u. geweest zijn" was haar antwoord.
Rond 16.15 u. stond de hele lengte van de zuidkant van de kerk in een helse vuurgloed. Alle ramen waren een vuurzee.
Gelukkig hadden de brandweer en de politie tijdig de gaskraan dichtgedraaid. Want de verwarmingsketels draaiden, om de kerk, volgens de regels opgelegd voor geklasseerde monumenten, op een gelijkmatige temperatuur van ca. 12 °C. te houden. Ook heeft de brandweer water gespoten door het kleine raampje van de stookplaats, naast de klerencontainer van Wereldmissiehulp. Daardoor bleef de sacristie gelukkig gespaard. De hele inhoud van de sacristie en de kluis is bewaard.
Rond 17 uur was de brand uitgewoed en geblust. Het nablussen zou nog een hele tijd in beslag nemen.
Bluswerken © Kathleen Heylen
's Avonds rond 22 uur werd nog een controle uitgevoerd in de inkomhal van de sacristie. Men ontdekte tussen plafond enplankenvloer boven de balken een vuur dat voort kroop in de isolatie. Vlug werd het plafond naar beneden getrokken en bluswerken uitgevoerd. Dank zij dit efficiënt handelen bleef de sacristie bewaard.
De kerk na de bluswerken © Jan Lavaert
Na de instorting van de torenspits werden wij uitgenodigd om in wagens te stappen. ledereen in de St.- Niklaasstraat en de kerkwegel, meestal OKRA-leden, werden geëvacueerd naar het Sportcentrum Molenhoek. Daar werden wij heel goed onthaald, met koffie en thee. Later werden de boterkoeken, bestemd voor het lentefeest van OKRA, uitgedeeld aan alle aanwezigen.
Deken Lieven Soetaert en kort daarop bisschop Jozef De Kesel samen met Bart Vercauteren, verantwoordelijke van het bisdom voor de kerkfabrieken, kwamen bij mij zitten en hun medeleven uitspreken en luisterden naar mijn verhaal. Lieven had de verschrikking al gezien in de Dorpsstraat. Hij kon er nog juist doorkomen voor ze helemaal werd afgesloten. "Alles was zwart gerookt op de weg en op de kerkmuren".
Op dinsdag 7 mei na de mis voor de vruchten der aarde, ga ik naar café "In 't dorp" bij Jimmy De Zutter. Ik kom in de zaal waar wij de broodmaaltijd zullen
nemen. Daar staan enkele mensen dicht bijeen bij Jimmy en kijken naar iets wat ik nog niet kan zien. Het blijkt een kader te zijn waarin de foto's van de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog zitten. Hij biedt het mij aan en zegt:
Zicht op het uitgebrande interieur van de kerk © Jan Lavaert
"Dit is voor u, je mag hem hebben". Onze "bak met bloemenkroon" waarin de echte foto's van dezelfde slachtoffers zaten is in de kerkbrand gebleven. Ik ben ontroerd en neem het kader met de afbeeldingen dankbaar aan. We zullen het kader met de foto's laten restaureren en een passende plaats geven in het vooruitzicht van de viering van 100 jaar WO I.