Een brand in 1904

Toen Knokke nog niet beschikte over een eigen brandweerkorps

Danny Lannoy

Tijdens het badseizoen van 1904 deed zich een erge ramp voor in de badplaats. Op een prachtige zonnige voormiddag in augustus wandelden enkele mensen in de buurt van de vuurtoren toen plots een hevige explosie iedereen deed opschrikken. Het geluid bleek afkomstig van ‘Hôtel du Phare’ op de zeedijk. Onmiddellijk kwamen enkele gasten roepend om hulp naar buiten gestormd!

Een vat petroleum had vuur gevat in de keuken en in een oogwenk stond de benedenverdieping in vuur en vlam. De houten trap brandde en enkele hotelgasten bleken gevangen op de verdiepingen.

Enkele inwoners deden al het mogelijke om de gasten te bevrijden. Jan Rombout, ontvanger der baden en Martin Laurent redden drie dames via het balconvenster van de aanpalende villa. Rombout had zich door de vlammen heen langs de trap naar boven geworsteld. Louis Van Rie van het Kursaalhotel redde twee kinderen uit de vuurzee. Garde Casimir Debruecker, directeur der baden, verwittigde aanstonds de pompiers van Heist en hielp verder met de reddingswerken. Vanuit het ‘Grand Hôtel’ werden ladders gehaald en tegen de gevels geplaatst om de overblijvende gasten te redden. Verder waren behulpzaam met de actie, ‘Pier’ Heyneman, August Osaer, die gewond raakte, Willems, officier van de Genie, Louis Gielen, beenhouwersknecht Verraest, Bruggeling Dujardin, de dochters van dhr. Van Oost en Victor D’hont. Andere Knokkenaars die meehielpen waren Aimé Desaedeleer, Pierre Mamet, Charlo Dekeyser en René Keyenberd (!).

In 1890 werden oorspronkelijk twee villa’s in dezelfde stijl opgetrokken om in 1891 als hotel te worden uitgebaat
Hector Lievens en Alida Paternoster stonden in voor de uitbating, vooraleer ze ‘Hotel Kursaal’ gingen betrekken.

Rond 10.30 u. nadat de pompiers van Heist geprobeerd hadden de vlammen te bedwingen, arriveerden de korpsen van Westkapelle en Dudzele. Men had echter af te rekenen met een watertekort. In de namiddag arriveerden de manschappen van Brugge met een stoompomp. Ze hadden de afstand van 23 km afgelegd in 2 uur. Veel was er echter niet meer te redden. De aanpalende gebouwen konden gevrijwaard worden van brand. Van het ‘Hôtel du Phare’ bleven enkel de muren overeind. De schade werd geschat op 250.000 fr. Niets bleef gespaard van het eigendom van dhr. en mevr. De Thier; alle hotelgasten hadden hun bezittingen moeten achterlaten in de vuurhaard.

“Wanneer zal er nu een eigen brandweerdienst opgericht worden te Knokke?” was de vraag. Het jaar daarop besliste de gemeenteraad een ‘brandspuitdienst’ op te richten. Het eerste vrijwilligerskorps van de Knokse pompiers kreeg in 1905 Eugeen D’hooghe als kapitein, Auguste Baervoets als luitenant en Jules Wassenhove als sergeant-majoor.

Na de brand werd het hotel heropgebouwd en kreeg de gevel geglazuurde tegels en twee lagen topgevels; de villa links aanpalend maakte in de jaren ‘20 deel uit van het ‘Grand Hôtel du Phare'. Op de belle-etage kwam de eetzaal en op het overdekt terras kon men terecht voor de koffie en gebak. Het hotel kreeg een grote feestzaal in 1920 en werd in 1952 omgebouwd tot appartementen. Andere uitbaters waren Joseph Joly en E. Mortier.