Sluis gebombardeerd, Sluis herdacht!
door Danny Lannoy
Sfeerbeeld van Sluis met centraal het Belfort, symbool van stedelijke autonomie.
Rechts de kade of Brugse vaart uit 1858.
De pakkende herdenkingsplechtigheid, ter ere van de burgerslachtoffers, op vrijdag 4 november 2005, was de aanleiding tot het publiceren van dit artikel met vermelding van de toespraak van één van de initiatiefnemers dhr. Leenhouts.
“Sluis, de winkelstad van Zeeuws-Vlaanderen. Gunstig gelegen in een prachtige omgeving, en goed bereikbaar, zowel op de fiets als met het openbaar vervoer of met de auto. In Sluis is er altijd iets te beleven, er wordt veel georganiseerd en het is er altijd gezellig druk” dit schreef Jaap Sala, burgemeester van Sluis in 2006.
Een van zijn voorgangers J.C.A.L. Berkens schreef in 1934 het volgende over zijn Sluis:
“Iedere bezoeker, die voor het eerst te Sluis komt, zal terstond den indruk krijgen, dat het stadje voorheen een groote rol moet hebben gespeeld. Het stadhuis met zijn toren, in 1394 voltooid, de wallen met de ruïnes van de oude stadspoorten, de weinig overgebleven oude gevels, doen een bewogen verleden vermoeden.
Diezelfde bezoeker, die van af de wallen of beter nog van af den toren de omstreek overziet, zal zich echter moeilijk kunnen voorstellen, dat Sluis vroeger omspoeld was door een breede zeearm, het Zwin. Dat eens een breede watervlakte Sluis scheidde van St. Anna ter Muiden, dat oudtijds handelsschepen uit alle oorden van Europa hier het doel van hun reis naderden, Brugge namelijk, één van de centra van den toenmaligen wereldhandel, dat eens voor Sluis beslissende zeeslagen geleverd zijn. (…) Na veel wisselvalligheden is Sluis in 1604 definitief aan de Unie gekomen. (....) De oude welvaart is echter niet weergekeerd. Trouwens de wereldhandel had zich verplaatst naar Antwerpen, terwijl bovendien bij één van de bepalingen van het vredestraktaat van Munster het Zwin als handelsweg gesloten werd verklaard. Tijdens de Republiek heeft Sluis als grensvesting nog een rol gespeeld. Bij het beleg door generaal Moreau in 1794 werd Sluis grootendeels verwoest. Nadien werden de vestingwerken gesloopt en had het ook afgedaan als militaire plaats, nadat het sinds de godsdiensttwisten reeds alle belang als handels-en scheepvaartplaats had ingeboet.”
Sluis was in het interbellum een typisch rustig grensstadje met een rijk verleden. De woningen dateerden meestal uit de 19de eeuw. Burgervader Berkens kon echter niet vermoeden dat tien jaar later Sluis nogmaals ten prooi zou vallen aan oorlogsgeweld en verwoesting. (1)
(1) Burgemeester Berkens werd in 1938 vervangen door Alfons F.J. Aemoudts.
WO II en meer bepaald de bevrijding is voor West-Zeeuws-Vlaanderen een belangrijk onderdeel van haar geschiedenis. Na vier jaar bezetting kwamen de Canadezen in oktober 1944 de streek bevrijden. Hun opmars door West-Vlaanderen werd bruusk gestopt door een grote hindernis: de afleidingskanalen. Ze leverden felle gevechten tegen de Duitsers op de wijk “Molentje” te Moerkerke. Blijkbaar was de vijand nog niet verslagen.
In de buurt van Eede (Strobrugge en Moerhuizen) werd door de Canadezen een tweede poging ondernomen de kanalen te dwarsen. De legerleiding besloot tot een hoofdaanval met amfibievoertuigen vanuit Terneuzen naar Hoofdplaat. Dit zou beslissend zijn voor de vrijmaking van de linker-Scheldeoever. De Canadese infanteristen baanden zich in oktober een weg langs dijken en polders in de richting van Sluis en de Belgische grens.
Veel dorpen en agglomeraties werden hevig gebombardeerd in West-Zeeuws-Vlaanderen. Breskens en Oostburg werden grotendeels verwoest; Schoondijke, IJzendijke, Biervliet en Aardenburg kregen af te rekenen met hevig artillerievuur. Sluis, de oude middeleeuwse havenstad van het eens zo machtige Zwin, gekenmerkt door zijn aarden wallen, leek een oud militair bolwerk. Centraal stond het belfort, dat vormde een uitstekende observatiepost voor de Duitsers. Van een grote Duitse bezetting kon men echter niet spreken; niet meer dan een dertigtal militairen verbleven er in enkele bunkers van de oude wallen. Vanuit de lucht gezien had Sluis het karakter van een zwaar verdedigde stad.
Door gebrek aan juiste informatie kreeg het geallieerd opperbevel het idee dat Sluis een grote Duitse troepenmacht herbergde en besloot het stadje te bombarderen. De plaatselijke bevolking was zich van geen kwaad bewust tot op 6 oktober hevige artilleriebeschietingen begonnen. Enkele dagen later, op maandag 9 oktober toen de eerste slachtoffers werden begraven, kwam een eskader van 40 viermotorige bommenwerpers overgevlogen; één dropte acht bommen bestemd voor het belfort. Om 12u15 stortte de toren in. De voorlopige balans van dit nutteloze vertoon was 27 mensenlevens, waaronder een viertal vluchtelingen.
Woensdag 11 oktober was fataal voor Sluis. In de vroege morgen doken met een denderend geraas “Tyfoons” neer en mitrailleerden in de straten op alles wat bewoog. De vliegtuigen konden ongedwongen hun vernietigend vuur spuwen want Duits afweergeschut was er niet! Toen vele burgers in angst hun schuilplaats of kelders verlieten kwam een tweede golf jagers aanvliegen met nog meer slachtoffers tot gevolg. De overgebleven burgers probeerden vrienden en familie van onder het puin te halen. Ondertussen was de lokale brandweer volop de brandhaarden aan het blussen met hun bescheiden middelen. Heel wat vrijwilligers tot zelfs de burgemeester toe, hielpen bij de bluswerken. Later kwamen nog enkele jagers de brandweerlui bestoken.
Het merendeel van de bevolking ontvluchtte Sluis. Velen zochten een schuilplaats in de bunkers van de stadswallen maar nu kwam een nieuw bombardement met de wallen als doel. Opnieuw werden Sluizenaars gedood of zwaar gekwetst.
In de vooravond hadden heel wat burgers de omliggende gemeenten bereikt: Lapscheure, Hoeke, St. Anna en Knokke. Sluis brandde, Sluis was één vuurhaard aan de horizon van het vlakke polderland. De luchtaanvallen hadden een hoge tol geëist aan mensenlevens. Men vroeg zich af wat de juiste reden of bedoeling was van dit bombardement! Op het geallieerde hoofdkwartier werd weinig gewag gemaakt van deze actie. Het was een “blunder” van formaat, maar in oorlogstijd gebeurt dit wel meer.
Voor en na! De westzijde van de Kade telde tot oktober 1944 mooie statige patriciërswoningen.
Slechts enkele binnenmuren bleven overeind, zodat sloping en nieuwbouw noodzakelijk werden.
Een veertigtal ouderlingen uit het rustoord Rozenoord werd op 18 oktober naar Knokke overgebracht, waar een ruim deel van de Sluizenaars reeds verbleef. Na de bevrijding op 1 november kon gedacht worden aan de heropbouw van Sluis.
Traditiegetrouw wordt tijdens het 1 november-weekend, naar aanleiding van de organisatie van de Canadese Bevrijdingsmars, hulde gebracht aan de Canadese bevrijders met plechtigheden aan diverse monumenten in de grensstreek.
Te Sluis nam een plaatselijk comité het initiatief het herdenkingsmonument bij het belfort te herplaatsen. Waren aanwezig: een Canadees militair contingent, talrijke oud-strijders verenigingen, waaronder de Bond van Wapenbroeders, Federatie van het Voormalig Verzet Nederland, Regionaal Militair Commando Zuid, Oud-Marinepersoneel en Mariniers en de Belgische zustervereniging. Het organisatiecomité van de mars, de heemkundige kringen, en vooral de plaatselijke jeugd en nabestaanden van de slachtoffers woonden de intieme plechtigheid bij. Burgemeester J. Sala loofde het initiatief.
Het sobere herinneringsplaket “De Geschonden Stad” kreeg een centrale plaats aan de muur van het belfort. Het plaket werd onthuld door mevr. Ria Canon-van den Bussche. Rianne Lannoye las de namen van alle gevallenen voor.
Rinus Leenhouts, stichtingsvoorzitter verwelkomde de Canadese gasten en gaf een indrukwekkende toespraak ter ere van de slachtoffers van toen. Piper Malcolm Burrows speelde een lament en de plechtigheid werd afgerond met de nationale hymnen van Canada, België en Nederland.
Toespraak door dhr Leenhouts:
“I would like to extend a warm welcome to our Canadian guests.
It was about sixty one years ago today that Sluis was liberated from German occupation and we have gathered here together to commemorate this day and especially the people of the town who lost their lives at that time. It was also about sixty one years ago today that we were able to greet our liberators and your fellow countrymen, the Canadian soldiers. They were welcomed and we were happy to see them, but there was no reason for enthusiastic celebrations because our town lay destroyed and there was great sadness all around us.
Today we can greet Canadian soldiers once more and we are very happy that you can be here with us today.
You have come to commemorate our liberation together with us but also to remember your fallen countrymen and visit their final resting-places.
The liberation of this part of Western-Europe, tucked between the canals in Belgian Flanders, the Scheldt river and North Sea, was a very hard fought battle, costing the lives of almost 800 Canadian soldiers.
The civilian population took its toll too and we lost almost 700 people during the battle. Shared experiences during the liberation of this small part of Belgium and the Netherlands makes it seem only proper that we commemorate this event here together.
We are very honored to welcome you here today and hope that you may leave us with fond memories of your visit here.
Vandaag zijn we hier, op de markt in Sluis samengekomen om te herdenken dat onze stad ruim 61 jaar geleden, op 1 november 1944, werd bevrijd. Wij zijn hier niet alleen om dit feit te herdenken, maar vooral om diegenen te herdenken die de bevrijding niet hebben mogen meemaken.
Natuurlijk waren wij blij toen we de eerste Canadese soldaten zagen. We hadden lang op hen gewacht en zij waren welkom.
Van een feeststemming was echter geen sprake, eigenlijk waren we meer opgelucht, want voor ons was de oorlog en dus het gevaar voorbij. We wisten echter ook dat er voor onze bevrijding een hoge prijs was betaald. Hoe hoog, wisten we op dat moment nog niet, maar wel dat onze stad grotendeels was verwoest, dat velen alles kwijt waren en dat er veel stadsgenoten dood of gewond waren. Dit gold overigens niet alleen voor Sluis, maar ook voor andere plaatsen in de omgeving. In de maanden september oktober 1944 werd dit gebied tussen de kanalen in Belgisch Vlaanderen en de Schelde-Noordzeekust in West-Zeeuws-Vlaanderen, plotseling oorlogsgebied en een zware strijd moest geleverd worden om dit gebied te veroveren. Bijna 2800 mensen hebben in deze maanden in dit gebied het leven verloren waarvan bijna 800 Canadese soldaten en bijna 700 burgers. Sluis was op 1 november 1944 één van de laatste plaatsen die werden bevrijd en dat willen wij vandaag herdenken, hier bij dit monument.
Inhuldiging van het plaket.
Van links naar rechts Danny Lannoy, schepen Knokke-Heist, Jaap Sala, burgemeester van Sluis.
Rianne Lannoye leest de namen van de slachtoffers voor, Rinus Leenhouts, stichtingsvoorzitter van het monument
“De Geschonden Stad”.
Dit monument is kortgeleden verplaatst.
Verplaatst, omdat een kleine initiatiefgroep, bestaande uit enkele nabestaanden en mensen die de bevrijding zelf hebben meegemaakt vonden dat de vroegere plaats, hier net om de hoek, niet meer passend was vanwege het toegankelijk maken van het stadhuis voor rolstoelgebruikers en velen waren het met ons eens. Verder waren wij van mening dat bij een herdenking van de verwoesting van Sluis en de hierop volgende bevrijding, ook de mensen behoren herdacht te worden die met hun leven de tol hebben betaald voor de bevrijding. Dat gebeurde in het verleden ook, maar toen waren zij anoniem; wie waren deze mensen en hoeveel waren het er?
Hun namen zijn nu vermeld op de nog afgedekte platen achter het monument en zullen straks worden onthuld en hun namen zullen genoemd worden.
Want ook zij horen er bij en een aantal van u hebben ze persoonlijk gekend, goed gekend zelfs want het waren onze bakker, onze smid, onze drogist, onze schilder, onze pastoor, onze badmeester, onze schoenmaker, de man die er voor zorgde dat onze stad schoon bleef, leden van onze muziekgezelschap “Apollo” , leden van onze zwemclub, duivenclub en andere verenigingen, onze buren, een vader, een moeder, een broer, een zuster, een kind, een vriend, vluchtelingen uit de naburige plaatsen die dachten hier veilig te zijn.
Samen zijn we bang geweest, samen hoopten wij de bevrijding te kunnen vieren. Helaas heeft het voor hen niet zo mogen zijn.
Hun naam is nu in ons midden, wij kunnen nu echt herdenken. Naar onze mening moet dit ook ieder jaar gebeuren. Ieder jaar even stilstaan en bedenken welke gevolgen een oorlog kan hebben en nog heeft, … en het kan ook hier gebeuren.
We denken ook dat het goed is dat mensen die geen oorlog hebben meegemaakt dit weten en daarom is het goed dat ook de jeugd hier is.
We hebben niet de illusie dat hierdoor een oorlog kan worden voorkomen, maar er moet wel getracht worden misverstanden of conflicten op een andere manier op te lossen. Op te lossen zonder dat dit duizenden, ja soms miljoenen mensenlevens kost.
Het Canadees militair contingent onder leiding van Colonel McQuillan.
Met ieder jaar hierbij een ogenblik stil te staan, denken wij hieraan een kleine bijdrage te leveren. Om dit stijlvol te kunnen doen, herdenken en bezinnen, hebben wij gemeend het monument een andere plaats te moeten geven en de namen der gevallenen te moeten vermelden. Men zou zich kunnen afvragen: moet dit nog na 60jaar? Is dit niet te laat? Ik zou willen zeggen: Het is inderdaad laat. Maar om iets goed te maken is het pas te laat als het niet meer kan, en het KAN nog!
Met de medewerking van gemeente en monumentenzorg en met de geldelijke steun van een aantal particulieren en bedrijven is het mogelijk geworden om de verplaatsing en de bronzen platen aan u te presenteren en op passende wijze de bevrijding en de slachtoffers te herdenken. Namens onze groep en allen die ons initiatief onderschrijven wil ik iedereen bedanken voor hun steun. In het bijzonder wil ik bedanken de heer Jaap Boekhout die ons als ontwerper van het monument met de naamplaten heeft bijgestaan en geadviseerd, de heren Alois van den Oever en Stefan Bosman voor de hulp bij het controleren der namen, de heer Marc Verhoosel voor zijn hulp bij de verplaatsing en mevrouw Josephine De Kreijger voor haar hulp bij het organiseren van deze herdenking. U allen, hier aanwezig, wil ik hartelijk bedanken dat u aanwezig hebt willen zijn bij deze herdenking”.
Bibliografie:
- K. Aernoudts: Waar de Rode Klaproos bloeit, Pieters, Oostburg, 1972.
- S.P. Reyne: Oorlog over Sluis.
- G.A.C. van Vooren: Oorlog 1944 West-Zeeuws-Vlaanderen, De gewone mens in beeld, Van Geyt productions, 1994.
- G.A.C. van Vooren: De Gemeenten Sluis en Aardenburg toen en nu, Van Geyt productions, 1990.
- Mooi Zeeland, N.V.D.Y. Alta’s uitgeverij & courantenbedrijf, Amsterdam, 1934.
TER NAGEDACHTENIS AAN DE BURGERS DIE ZIJN OMGEKOMEN
TENGEVOLGE VAN BOMBARDEMENTEN, BESCHIETINGEN EN GEVECHTEN
BIJ DE BEVRIJDING VAN DE GEMEENTE SLUIS IN OKTOBER 1944
INWONERS VAN SLUIS - LEEFTIJD
Anita Roedts 1 | Stephania Coppens-de Roose 72 |
Augusta Roedts-Dobbelaere 35 | Urbanus De Rijcke 14 |
Alfred van den Abeele 7 | Victorius Declercq 60 |
Helena Tanghe 16 | Maria Declercq-van den Bussche 55 |
Judith van den Abeele 8 | Jozina Dezutter-Merk 37 |
Charles Vermeersch 68 | Joseph Dieriek 69 |
Arthur Bert 45 | Colleta Dobbelaere-Bommele 74 |
Jacobus Vijnckier 76 | Petrus van Gassen 37 |
Gustaaf Beun 64 | Charles Hermans 38 |
Amelia Vijnckier-Caniere 71 | Pieter de Hullu 49 |
Johanna Bogaard-Bauer 65 | Elizabeth Klop-de Bruijne 26 |
Irma Vijnckier 39 | Willy de Krijger 10 |
Willem Boonman 51 | Theo de Krijger 13 |
Mathilda Vijnckier 36 | Emma de Krijger-Polle 42 |
Evelina Boonman 20 | Bertran Lampo 30 |
Mathilde de Vos 19 | Stephania Lampo-van Paemel 69 |
Frederik Brand 43 | Judith Lampo-Van Speybrouck 33 |
Delphina de Vos-Geijsels 47 | Henri Lannoije 47 |
Anna Bruggeman-Dezutter 29 | Charles Lannoije 9 |
Arnold Wemaer 13 | Julien de Lobel 51 |
Medard van den Bussche 53 | Henri Matthijs 69 |
Willy Wemaer 10 | Johannes van der Meulen 67 |
Marie van den Bussche 29 | Engelbertus van Morrelgem 55 |
Theo Wemaer 6 | Maria van Morrelgem-Couchuyt 61 |
Mathilda van den Bussche-Declercq 61 | Maria van Morrelgem-Dezutter 24 |
Franciscus van Winsberghe 36 | Edemondus Roedts 36 |
Augusta Cammaert 45 | Ria Roedts 5 |
Augusta Caniere-Dhondt 49 |
VLUCHTELINGEN UIT NABURIGE GEMEENTEN - Leeftijd
Petrus Crul 68
Middelburg (B)
Pharaïlde Crul-De Witte 65
Middelburg (B)
Melania Cuelenaere 51
Aardenburg
Louisa Degroote-Wemaer 50
Knokke (B)
Paula Haegeman 27
Moerkerke (B)
Sylvie Haegeman-Cocquyt 58
Moerkerke (B)
Godelieve Jonckheere 11
Hoeke
Robert Vertriest 9
Moerkerke (B)
Albert De Vleesschouwer 36
Maldegem (B)