Havens in de Zwinstreek
Tentoonstelling Sincfala, Museum van de Zwinstreek van 1 juli tot 11 november 2007
Deze zomer wordt u het boeiende verhaal gebracht van de opkomst, bloei en ondergang van de middeleeuwse Zwinhavens. Van de twaalfde tot de veertiende eeuw is Brugge het centrum van de wereldhandel. Het Zwin is de poort tot de wereld. De grote diepe inham is toegankelijk voor zeeschepen en schenkt het leven aan de getijde havens van Damme (1180), Mude (1213), Monnikenrede (1226), Hoeke (1250) en Sluis (1290).
Deze Zwinhavens vormen met Brugge de ontmoetingsplaats voor de drukke handelsactiviteiten, halverwege op de zeeroute tussen de Baltische steden in Noord-Europa en de Middellandse Zee in Zuid-Europa.
De nadruk ligt op de vijf Zwinhavens, met telkens één of meer archeologische vondsten, stuk voor stuk unieke voorwerpen die gevonden werden tijdens opgravingen de voorbije vijftig jaar. Teksten en kaarten geven een beeld van de havenstadjes en hun ontstaan. Wat werd er verhandeld? Waarom kregen ze stadsrechten?
De tentoonstelling gaat ook dieper in op de verschillende aspecten van het verval van de Zwinhavens en ontkracht zo het beeld dat enkel de verzanding van het Zwin de oorzaak was.
In een tweede luik komen de belangrijkste historische aspecten van de haven van Zeebrugge aan bod. Na de definitieve verzanding van het Zwin blijft Brugge dromen van een nieuwe verbinding met de zee. August de Maere houdt in 1966 een lezing met als titel: ”Des Communications directes du port de Gand à la mer. Canal de Terneuzen. Canal de Heyst”. Het is de aanzet van wat de haven van Zeebrugge vandaag de dag is.
Aan de hand van kaarten, voorwerpen en vooral heel veel beeldmateriaal gaat de tentoonstelling dieper in op de inhuldiging door Koning Leopold II in 1907, het verhuizen van de Heistse vissersvloot, de perikelen tijdens de Eerste Wereldoorlog, de nadagen van de Tweede Wereldoorlog, het verdwijnen van gebouwen en monumenten en de uiteindelijke uitbouw van de voor- en achterhaven.