Een bommenwerper neergestort te Westkapelle
Karel Aernoudts
In de Sint-Guthago tijdingen van oktober 2009 werden inlichtingen gevraagd over een Duits vliegtuig dat zou gevallen zijn in Knokke of Westkapelle (mei of juni 1940). Deze vraag kwam van de heer Rudi Stessens uit Machelen.
Als oud-Westkapellenaar herinner ik mij deze gebeurtenis vrij goed. Hier volgt mijn relaas:
Enkele dagen vóór de capitulatie van het Belgisch leger (maandag 28 mei 1940) - het moet dus 24 of 25 mei zijn geweest - liep in de voormiddag het gerucht rond in het dorp (Westkapelle) dat er een Duits vliegtuig was neergeschoten en gevallen was bij de Kalfstraat achter de hoeve van Bienstman. Zoals velen spoedde ik mij naar de plaats van het gebeuren. Toen ik aan de wijk ‘Vierwege’ (hoek Kalvekeetstraat en Knokkestraat, thans de Kragendijk) kwam, werden juist twee bemanningsleden van het neergeschoten vliegtuig, die als gevangenen opgesloten waren in het hoekhuis (het huis staat er nog), naar buiten geleid door Belgische soldaten en 3 gendarmen.
Er stond reeds een groepje nieuwsgierigen en er klonken vijandige kreten. Een omstaander, die een spade in de hand had, riep: “Sla ze de kop in”. Eén van de twee gevangenen bloedde nogal veel uit een wonde aan zijn voorhoofd. Eén van de gendarmen bood een sigaret aan aan de gekwetste vijand in een ogenblik van medelijden. De gevangene aanvaardde dankbaar. Daarop werden ze weggevoerd in een blauwe camionette van de rijkswacht, waarschijnlijk naar Brugge. Lang zal hun gevangenschap niet geduurd hebben want 3 of 4 dagen later volgde de capitulatie.
We haastten ons verder rechts, door de Kalvekeetstraat, en iets verder naar links, de Kalfstraat. We hoorden dat er ondertussen jacht gemaakt werd op één of meerdere bemanningsleden die poogden te ontsnappen. Ik weet niet of er iemand gevat werd.
Intussen bereikten we de plaats van het neergestorte vliegtuig, enkele honderden meters verder. Er lag inderdaad een groot tweemotorig Duits bombardementsvliegtuig. Het was getroffen door het Belgisch afweergeschut boven Zeebrugge, waar in de ochtend meerdere Duitse vliegtuigen gebombardeerd waren geweest.
Het getroffen vliegtuig had nog de kans gezien tot Westkapelle verder te vliegen, waar gedraaid werd (tussen Knokke en Westkapelle, vlakbij de gemeentegrens). Het had via een toenaderingsvlucht van oost naar west een buiklanding uitgevoerd in het veld, links van de Kalfstraat (zie bijgevoegd kaartje). Wellicht had het nog geprobeerd het landingsgestel uit te klappen want door de tamelijk harde landing was het landingsgestel beschadigd geraakt. Er was een wiel losgescheurd en meer dan honderd meter verder over een diepe gracht (ader) gesprongen. Er was geen brand uitgebroken en al bij al was de buiklanding vrij goed verlopen. De bemanning kwam er met de schrik vanaf.
Vrij snel kwamen Belgische soldaten ter plaatse. Een deel van de bemanning had onmiddellijk geprobeerd het vliegtuig te verlaten en zich te verstoppen. Het Duitse front was toen al vrij dicht bij Westkapelle en Knokke opgeschoven en er werd gevochten rond het Schipdonkkanaal bij Balgerhoeke ( 25 km van Westkapelle-Knokke).
Twee bemanningsleden (waarvan 1 gekwetst) werden gevangen genomen en door de soldaten naar het hoger vermeld huis gebracht. Het zal zowat een uur later geweest zijn dat we de plaats van de buiklanding bezochten. Op het vliegtuig waren sporen van een artilleriebeschieting. Belgische soldaten en burgers keken nieuwsgierig naar het vliegtuig. Fier kropen enkele jonge gasten op de pilotenzetel en de andere zitplaatsen. Een slimmerik probeerde brandstof uit de tanks te halen. Anderen probeerden een stuk plexiglas uit de koepel of cockpit te bemachtigen. Iemand zei: “Pas op voor die rode hendel, want daarmee los je bommen”, maar die waren er niet meer. Ik denk ook dat de machinegeweren reeds verwijderd waren.
Ik nam ook een stuk plexiglas mee uit de koepel. Het was ‘gelaagd”: 2 lagen en daartussen een taaie kleefstof (alles te samen 2 cm dik en zeer sterk). In de volgende dagen werd het een begankenis van je welste.
Nog een anekdote: enige dagen later (mogelijk 28 mei?) was een grote menigte rond het neergeschoten vliegtuig verzameld. Plots verscheen een eskader van een viertal vliegtuigen. Eén vliegtuig draaide terug om te zien wat zich daaronder afspeelde. De omstaanders vonden er niet beter op dan zich allemaal te verbergen onder de twee vleugels. Een ogenblik vreesden sommigen dat ze onder vuur zouden genomen worden. Het vliegtuig verwijderde zich echter gelukkig weer. De vijandelijkheden waren voorbij.
In de namiddag van 28 mei 1940 was ik met een vriend in de Sluisstraat, ter hoogte van wijk Schapenbrug, getuige van komst van de vijand: een open “décapotable” met daarin vier Duitse officieren. Ze reden in volle snelheid richting Westkapelle (Knokke of Brugge?).
In bijlage: de technische beschrijving van het vliegtuig (Heinkel HE 111). Als bemanning worden 5 personen vermeld. In mijn verslag wordt slechts melding gemaakt van 3 personen. Waren er nu in het vliegtuig bij uitzondering 3 personen of waren de anderen ontsnapt?
Heinkel He 111
Numeriek de belangrijkste bommenwerper van de Luftwaffe in de eerste helft van de oorlog. De Heinkel 111 deed aan alle fronten dienst. Tegen het einde van de oorlog raakte hij verouderd, maar wegens ontwikkeling moeilijkheden met de HE 177. die hem had moeten vervangen, bleven de oudere typen tot het einde van de oorlog dienst doen.
Werd ook gebruikt als transportvliegtuig en als sleepvliegtuig voor zweefvliegtuigen. Bijzonderheden van de 11e 111 11-6. Motoren: Twee Junkers Jumo 211, elk met een vermogen van 1340 pk bij de start. Bewapening: Tot 2200 kg bommen was de normale lading, maar in overbelaste toestand kon een enkele bom van 2700 kg meegevoerd worden; een 20-mm kanon en vijf 7,9-min mitrailleurs. Hoogste snelheid: 400 km p.u. op 5400 m. Actieradins: 1200 km met normale bommenlast. Plafond: 8800 m. Spanwijdte: 22,43 m. Lengte: 16,33 in.