Station Lissewege beschermd

Johan Ballegeer

Bij besluit van Vlaams Minister Paul van Grembergen werd op 23 januari 2003 het spoorwegstation van de NMBS als beschermd monument geklasseerd. Het dateerde uit 1908 en werd in het kader van de toen gloednieuwe haven van Zeebrugge opgetrokken. Men zag alles nogal opgetrokken: niet alleen plande men tussen de Evendijk - Oost een kathedraal, maar tegelijk in één moeite door ook nog een hospitaal. Het bleef bij plannen. Het station van Lissewege was dan ook niet het klein stationnetje waar ‘s morgens in de vroegte de treintjes op een rijtje stonden. Nee. Het was een station om u tegen te zeggen. Als men er binnenkwam aan de ingang tegenover “Café de la Gare” bij Maurice Retsin, ook beenhouwer, waar tegenwoordig Paul Gheyle zijn fotostudio heeft, kwam men in de grote wachtzaal. Rechts lag de kleine Eerste klas wachtzaal. Men verwachtte immers heel veel chique volk. Links was er niet één loket, maar twee en daarachter troonde de chef bij zijn morsetoestel.

2015 08 04 110026

Een van de eerste chef van de statie’ was ene Vandepitte, vader van pater Pol (van het Mariahalfuurtje) op radio Kortrijk. En van Juliaan Vandepitte grondlegger van de KVRO (Katholieke Vlaamse Radio-omroep) Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak moest de familie Vandepitte het station verlaten om zijn intrek te nemen in de Pontestraat, het eerste klein huisje rechts. Later zou dit mijn geboortehuis worden. De linkervleugel was de eigenlijke woonst van de Stationschef. Een van de volgende chefs werd Richard Cartreul vader van André, Jan en Etienne en grootvader van Rik. De laatste chef was de heer Boerjan.

2015 08 04 110054Juliaan Vandepitte was de zoon van de eerste stationschef van Lissewege. Hij stichtte de Katholieke Vlaamse Radio-omroep (KVRO), later Radio Kortrjk

2015 08 04 110108Pater Pol, broer van Juliaan. Stichter-hoofdredacteur van het frontbiaadje “t Lisseweghenaerke” en na de oorlog bezieler van het Mariahalfuurtje op radio Kortrjk.

Naar het zuiden toe lag een tweede gebouw waar de toiletten waren ondergebracht en die ik zelden netjes geweten heb. Deze foto is onder de jongste oorlog genomen. We zien tussen de twee gebouwen in immers de abri staan. Voor de toiletten staat het toestel waarmee Fikken van de statie (Victor Neyts) met een zwengel en een stel kabels en draden de barelen toedraaide. Fikken had echter veel meer werk aan ons kwajongens die kwartjes en nagels op de rails legden. Zo’n platgereden nagel ging door voor een mes. Maar in 1931 stond dit toestel diagonaal aan de overkant. Ik, die altijd een vriendelijk jongetje geweest was kroop half tussen die bareel en de geleidingspikkel en Fikken zag niet hoe hij mij erdoor mangelde. Hij hoorde mij wel huilen als een speenvarken. Diagnose van dr. Jules Voet: sleutelbeen kapot. De jonge Voet haalde bij fietsenmaker Michel Timmerman een rol draad en wikkelde mij in een korset. Netjes genezen...

Aan de overkant van het station staat een gebouwtje dat dienst deed als pakhuis voor te verzenden colli. In ‘14 -‘18 werd het door de Duitse Marine gebruikt als keuken voor de manschappen. Aan de straat hing er aan de gevel een blauwwit geëmailleerd bordje met de tekst: ‘Behandel de dieren met zachtheid’. “Ja”, zei mijn moeder telkens als wij er voorbijkwamen. “En slaat de mensen met stokken.” Er stond ook een verwittiging : “Un train peut en cacher un autre”

Dat is voor de Walen zei mijn moeder. Die zijn zo stom dat ze niet zien dat er daar rails liggen. Recht over de schoolpoort, met boven de deur “Gemeentescholen”, hoewel er maar één is, lag de rampe (een helling op het stations-domein). Hier konden de boeren hun koeien op drijven die met beestenwagens naar het slachthuis moesten. En nog wat verder stond de “triengel”, een beugel met slingerende haakjes, waar hoog geladen vlaswagons onderdoor moesten kunnen. 

En helemaal voor de school ligt het baanwachtershuis, wat wij gewoon ‘t huis van de “‘pikeur” noemden. Pikeur? Jawel, maar in geen enkele betekenis die de dikke van Dale daaraan geeft. De pikeur Philips of Phlips had twee zonen. We speelden samen met Marcel Boi “oostfront” langs de vaartdijk. Marcel gilde: “De SS-mannen vallen aan.” En wij stormden door de bramen tot het bloed uit handen en knieën stroomde. Veel beter bekend was “madamtje” van de pikeur, een tenger vrouwtje dat bekend stond als een handige vroedvrouw.

Maar die lokettenzaal?  Zou die niet 100% geschikt zijn als Lisseweegs postkantoor? Een kathedraal hebben we al.

Station Lissewege beschermd

Johan Ballegeer

Rond de Poldertorens
2003
02
063-065
2023-06-19 14:41:38