De tonnenbakens in de Zwinmonding
Jacques De Groote
In Knokke en het Zwin schreef Maurits Coornaert een hoofdstuk over de scheepvaart op het Zwin . In dit hoofdstuk schreef hij ook over de bakens in en om het Zwin.
Hij schreef dat er in 1456 tonnenbakens in het Zwin werden geplaatst, ter vervanging van oudere, niet gedateerde tonnen. Ondertussen werd de Italiaanse kroniek van Vlaanderen uit 1452 gevonden en door stad Brugge aangekocht. Op het einde van de kroniek (f° 211 v - 212) staat de tot nu toe oudst gekende kaart van Vlaanderen getekend. Wat op deze kaart het meest opvalt zijn juist de tonnenbakens aan de monding van het Zwin.
In de “Archives Départementales du Nord”, Lille, vond ik de: Rekeninghe ende bewys van mij Joos Vanden Eecke van alle den onffanghe ende huutgheuene / by mij ghedaen ter cause vanden vacatien ende werken vanden poldere vanden zwarten ghate de welke gheopent was bij wille van onsen harden gheduchten heere ende prince ende by rade ende aduise vanden drien staten van zynen landen van vlaendren den anderen dach van octobre anno miiijc lxxij.
Dit is de rekening van de werken voor het heropenen van het Zwarte Gat in 1472, uitgevoerd om de bevaarbaarheid van het Zwin te verbeteren. In deze rekening van Joos vanden Eecke staan o.a. betalingen voor het maken van tonnenbakens om in de monding van het Zwin te leggen. Het lezen van de posten van deze rekening geeft ons een beter beeld van hoe alles toen gebeurde.
De zes tonnenbakens die in het Zwin werden geplaatst, werden in Kampen besteld, omdat die van Kampen reeds zulke bakens gebruikten in hun eigen wateren.
Deze tonnen bestonden uit een kegelvormige, van planken opgebouwde waterdichte constructie, die met ijzeren banden was versterkt. Voordat ze in het water werden gelegd, werden ze geteerd. Ze werden met een ketting aan een ankersteen vastgemaakt. In zijn “Threesoor der Zeevaert” beschrijft Waghenaer deze tonnen als volgt: “Op alle stromen van Hollandt, Frieslandt ende Seelant zijn tonnen aent opperste rondt en breedt ende afgaende aent neerste eynde smal ende scherp. Sijn swert ghepeckt of geteert. Liggen al meest op de rechter hant int uitzeylen”.
Reeds in 1323 kreeg Kampen van een zekere Claes, een richter op Terschelling, de toestemming om een “voerhuys oft eyn merke” te plaatsen. In 1334 werden er tonnen in de Vlie geplaatst en “paelghelt” ontvangen. Op het einde van de 14 de eeuw werd ook het Marsdiep, de andere toegang tot de Zuiderzee, door Kampen met tonnen bebakend. In 1399 kreeg Kampen van hertog Albrecht van Beieren een privilege om tonnen in de Vlie en het Marsdiep te plaatsen, paalgeld te innen en de paalkist (een fonds) op te richten. Dit was in feite de bevestiging van de bestaande toestand.
Het feit dat er te Kampen tonnenbakens door Brugge werden besteld, zou er kunnen op wijzen dat de vroeger in het Zwin geplaatste bakens uit 1456 en ervoor niet voldeden. De nieuwe bakens werden per schip naar Sluis gebracht en daar eerst gepekt. Dan werden ze ter plaatse gelegd. Deze bakens werden niet meer verankerd, maar werden aan zinkstenen vastgemaakt. Thideman van Aalst (holst) werd toen reeds voor drie jaar aangesteld om op de bakens te letten en ze, indien nodig, op een goede plaats te her-leggen.
In dezelfde rekening staan ook posten voor het maken van twee nieuwe bollenbakens, die moesten dienen in de duinen aan de ingang van het Zwin op de Oord van Knokke en die van Kadsand.
De posten van de rekening betreffende deze tonnenbakens zijn de volgende:
- “Andere betalinghe van diuersche thonnebaken kethenen hanckeren steenen ende andere zaken ghemaect ende gheordonneirt omme de diepte vanden zwene te bakene” .
- Eerst betaelt Jan Brunincx Cupere Van Campen van vj groote queeuen ghenaemt thonnebaken zulke als die van Campen legghen jn haerlieder watere / de welke hem besteit waeren by minen heren den commissarissen te ij lb.gr. tstic ende twee croonen te verdrinckene comt xij Ib. viii s.gr.
- Jtem betaelt lambrecht f gheert de smet van Campen vanden vors. thonnen te byndene / zoot behoorde met yser van elker xxx s.gr. comt ouer de vors. vj thonnen ix lb.gr.
- Jtem betaeIt den zeluen smet van kethenen bouten ende hanckeren dienende ten vors. thonnen de welke hy ghenomen hadde te makene / te ij gr. tpond ende woughen S vii lb. loopen xlv Ib. 7 vo
- Jtem xviii jn maerte lxxij betaelt van vj steenen daer an dat de vors. kethenen ende thonnen vast waeren viii s. ij d.gr. vanden sticke comt ij Ib. ix s.gr.
- Jtem vanden vors. steenen te behauwene ende te ghatene / xvj gr. vanden sticke comt viii s.gr.
- Jtem vanden vors. thonnen kethenen bouten steenen ter crane te brynghene van eIken xii gr.gr. comt vj s.gr.
- Jtem van weghene ende aerbeyde iij s. iij d.gr
- Jtem van craneghelde ouer al iii s. vj d.gr.
- Jtem betaelt den kynderen vanden smet te verdrynckene eenen postulatus ij s. iij d.gr.
- Jtem betaeit andries f florens scipper van hamsterdamme van iiij thonnen metten kethenen ende steenen te brynghene van campen ter sluus xxv s. vj d.gr.
- Jtem betaelt den zeluen van tholne / by hem verleyt xxj gr.
- Jtem betaelt volkaert ruhoost scipper van tween vanden vors. thonnen kethenen ende steenen te bringhene van campen te middelburch in zeeland v s. iiij d.gr. vanden sticke / valent x s. viii d.gr. 8
- Jtem van tholne by hem verleyt xiii gr.
- Jtem betaelt eenen scipper vanden vors. tween thonnen te brynghene van middelburch ter sluus iiij s.gr.
- Jtem betaelt xii aerbeyders die de vors. thonnen haelden vute den schepe ende brochten tote in sint annen huus xvi gr. vanden sticke / valent viii s.gr.
- Jtem betaelt van iiii thonnen te verpeckene / eer zy gheleyt waeren van eiken xi gr. Comt iiij s.gr.
- Jtem betaelt van eender thonne pecx ende stroo s. xj d.gr.
- Jtem betaelt als men den vors. baken eerst leyde den sixheeren diese ghinghen visentere de plaetsen daer men die legghen zoude vootd van aerbeyders costen ende engienen jn al ij Ib. xvii] s. ij d.gr.
- Jtem betaelt thideman van holst dat hy ghenomen heift te wachtene ende te verlegghene / de vors. thonnebaken Uj jaeren lanc jnghaende eerst septembre lxxii] te viij lb.gr. tsiaers comt xxiii] lb.gr. 8
- Jtem betaelt Cornelis dauwere cupere ter sluus van tween groote thonnen te makene / ende te leuerne / omme te stellene jnden dunen deen voor cnocken ende dandere jeghens Cadzand vp masten ii] s. viij d.gr.
- Jtem betaelt gheeraerd vlamyng van eenen eekin mast jeghens hem ghecocht omme de thonnen vp te stellene xx s. vj d.gr.
- Jtem betaelt Jan vinne van eenen bouckin mast jeghens hem ghecocht omme eene andere thonne vp te stellene vii] s. vj d.gr.
- Jtem betaelt meester aernoud lamand smet ter sluus vanden vors. thonnen te beslane met yser banden te j — gr. tpond woughen ije Rx vii] Ib. ende omme naghelen xx] gr. comt te zamen xxxv s. lij d.gr. iiije Somme ciii] Ib. iii] s. x d.gr.