De Oostdijk en de Cortendijk in het noordoosten van Sint-Kruis

Dries Weyts

Bij de omzetting van de ‘Omloper van den Broek’ kwamen we in veel beginnen de vermelding Oostdijk en Cortendijk tegen. Waar liggen of lagen deze dijken?

Wat was hun functie? Hoe belangrijk waren ze? Dit zijn de vragen die die we ons stelden. De resten van deze dijken menen we gevonden te hebben in het noordoosten van Sint-Kruis.

situatieschets streek noordoost bruggeSituatieschets van de streek ten noordoosten van Brugge

Komende van het restaurant ‘t Apertje, langs de Polderstraat, richting Damme, hebben we op de rechterzijde De Blauwe Zaalhoek en De Blauwe Zaalhoeve. Enkele tientallen meter verder treffen we aan dezelfde zijde een landweg die naar de hoeve De Twee Linden loopt. Het is op dit kruispunt van de Polderstraat (Branddijk) en de landweg dat de Oostdijk begint. De Oostdijk is op de kaart van P. Pourbus (1571) goed terug te vinden. De hoeve rechts, De Twee Linden, ligt verhoogd op de Oostdijk en loopt tot aan de Pypeweg, langs de hoeve Groot Schoonhove, nu beter gekend als de hoeve van “den Hollander”.

kaart van petrus D’ HerbesDe kaart van Petrus J. D’ Herbes (1766)

kaart van poppeDe kaart van Popp

Vanuit deze laatste hoeve vertrekt ook de Cortendijk, eerst als toegangsweg tussen de hoeve en de Pypeweg, de vroegere “dreven van jonker Pieter Dhanins”.

In de verlenging van de toegangsweg, over de Pypeweg, hebben we op deze kaart 1 de vermelding “Verdonckerden Corten dyck wegh” gevonden. Op de kaart van P. C. Popp (1842) kan men de loop van deze dijk gedeeltelijk volgen. Hij liep waarschijnlijk tot tegen de berm van de Maleleie of zelfs tot bij de hoeve van Bonem. Op de kaart van P. Pourbus staat de berm van de Maleleie vermeld als zijnde Cortendyck.

Opmerkelijk is wel dat in de verlenging van de Oostdijk, juist over de Pypeweg en richting Vivenkapelle een “Verdonckerden Lantwegh alf en alf medegemeten” voorkomt op deze kaart. De grens van het begin van de omloper van den Broek valt samen met de landweg. Deze landweg dwarst de (Nederige) Aardenburgse weg en de Zuidere Aardenburgse weg (huidige Moerkerkse steenweg). Op de kaart van P. C. Popp kan men deze “verdwenen” weg nog volgen als perceelgrens en op de luchtfoto van Euroscene, kan men een gedeelte van deze weg nog goed zien.

We steken de Moerkerkse steenweg en de Maleleie over en volgen verder de Vierscharestraat. Op een kaart van Petrus J. D’Herbes (1766) loopt in de draai van de Vierscharestraat een weg rechtdoor naast de berm van het Maleveld. De weg naast deze berm had bijna overal, zoals aangeduid op het plan, een breedte van 2 roeden en 4 tot 6 voet (1 r = 3,8416...m; 1 v = 0,27439...m).

Door het Maleveld loopt ook nog een weg, een wage slag, die begint aan de rechterzijde waar de Vierscharestraat afslaat. De beide wegen lopen naar de Brieversweg en de Spermaliemolen, maar hebben alle twee een aftakking naar de weg die Sijsele en Vivenkapelle verbindt. Hierdoor hebben beide wegen dus ook een verbinding met de abdij Spermalie en de heerlijkheid Sijsele in de zandstreek.

De Oostdijk deed, mijns inziens, wel degelijk dienst als “dijk”. De richting van de dijk N.W.- Z.O., biedt bescherming tegenover de noordooster stormen. Hij verbond de Branddijk met de hoger gelegen zandstreek (Sijsele) en liep misschien zelfs tot de “barm” van de Zuidere Aardenburgse weg. Zou de Oostdijk geen zeer oude dijk en “schaapsweg” geweest zijn, die de zandstreek (Sijsele) met het schorregebied (Dudzele) verbond? Beide zijn zeer oude nederzettingen. Tussen de stad Damme, de Branddijk, de Oostdijk, de Aardenburgse weg en de berm van de Maleleie stonden slechts twee hoeven.

De hoeve Het Vagevier, een omwalde hoeve die voorkomt op de kaart van Pourbus en die lag tegen de Aardenburgse weg. De tweede hoeve is lager gelegen bij De Twee Linden.

De Cortendijk tussen de Oostdijk en de berm van de Maleleie, deed ook dienst als dijk. Deze moest net als de Oostdijk bij stormweer en overstromingen de achtergelegen gebieden beschermen. We mogen het gevaar niet onderschatten, dat zout water een gevaar kon betekenen voor de landbouwgronden en het drinkwater voor mens en vee. Men wilde de vermenging van zout en zoet water ten allen prijs vermijden.

Op en vooral achter de Oostdijk treffen we de eerste hoeven aan. Zou de Oostdreef, (of de huidige Broekweg) die eveneens de Branddijk en de (Nederige) Aardenburgse weg verbindt, het achterliggende gebied niet helpen beschermen tegen overstromingen? Achter de Broekweg treffen we naast het  Spijkerkasteel en -hoeve ook de (leen)hoeve Ten Broeke of Broekhove aan. De goede landbouwgrond en minder natte weiden liggen achter deze weg. Keren we nu terug naar het kruispunt van de Oostdijk en de Polderstraat. Als we nu enkele tientallen meter richting Damme gaan en de Damse vaart (de Reie) oversteken, dan komen we een 300 meter op het grondgebied Damme, aan de vroegere Schaapstraat of de “Weg naar de Oliemolen”, nu de Vriezeganzenweg.

Deze weg ligt op een hoger gelegen strook (kreekrug) tot aan de baan naar Knokke. Tussen deze baan (Brugse steenweg) en de Ronselarestraat hebben we geen zichtbare sporen van een weg. Toch op de kaart, opgemaakt in 1963 door René De Keyser, vinden we de Doestweg (1554) die juist deze leemte opvult. We volgen de weg (Koolkerkse wegel) voorbij de hoeven Klein en Groot Steentje tot aan het Kasteelken te Dudzele.

kaart rene de keyserKaart opgemaakt door René De Keyser (1963)

Ook deze weg (Kruisabeele- en Stapelvoordestraat, vroeger de Molenstraat) loopt op een hoger gelegen strook. Te Dudzele vertrekt dan een weg naar de abdij ter Doest en een andere weg loopt verder door het schorregebied. Dudzele is een van de oudste parochies in het poldergebied (1089).

Is het een toeval dat door deze wegen Dudzele met het Sijseelse (ontstaan 961) verbonden is?

Is het mogelijk dat de abdij ter Doest (1106-1571) met de abdijen Spermalie (1228-1579), Zoetendale (1215-1584) en Sarepta (1483-1784), alle drie gelegen aan de Brieversweg, zo met in elkaar in verbinding stonden? De verbindingsweg tussen Dudzele en Sijsele heette op twee plaatsen Molenweg. We treffen hier inderdaad drie molens aan: de Spermalie-molen, de molen bij de herberg De Gapaert (in de ommeloper van de Broek lezen we: “...den molenwal geheel weggevoerd in de fortificatie Damme hieraf buyten dyk..” en een derde molen te Dudzele. Toevallig?

Rond het kruispunt van de Oostdijk en de Polderstraat, stond de St. Adriaanskapel met enkele (pest)huizen en de herberg De Gapaert. De kapel werd in de l6de eeuw vernield en de bouwresten werden in 1619 herbruikt bij de bouw van de nieuwe kapel van het Sarepta klooster te Brugge langs de Lange rei. Waren het de zusters van Spermalie, die de pestlijders van Brugge en Damme daar verzorgden? Ook dit schijnt een logisch gevolg.

De Oostdijk en de Cortendijk in het noordoosten van Sint-Kruis

Dries Weyts

Rond de Poldertorens
2002
03
098-104
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38