Over “zantjes”, broertje, zusje en bruine paters en broeders

Jan van Kerschaver

Vroeger, dan spreek ik over de veertiger jaren, woonden mijn grootouders in de Sint Claradreef en een groottante in de Sint Clarastraat, dicht bij het nu verdwenen kapucijnenklooster.

Toen we met onze ouders op bezoek waren en wij kinderen voor het huis op straat speelden wat toen nog mogelijk was, was het uitkijken naar de paters of de broeders. Voor ons kinderen waren ze eender: ze droegen een bruine pij en sandalen aan hun blote voeten en hadden meestal een rosse baard. Enfin, we keken naar ze uit om een “zantje” te vragen en te krijgen. Een “zantje”, dat was een prentje met de afbeelding van een of andere heilige. Soms, dat was dan meestal op aanstoken van moeder, vroegen we ook of ze een broertje of een zusje wilden brengen naar ons huis.

Later, ouder geworden, als we op bezoek waren bij, een met onze familie bevriende broeder kapucijn, die na het afbreken van het klooster in de Clarastraat naar het kapucijnenklooster in de Boeveriestraat verhuisd was, en we over onze kindertijd en dat “zantje” en dat kindjes vragen spraken, vertelde ons broeder Firmus de juiste toedracht. Eertijds was er maar één kapucijnenklooster in Brugge, namelijk in de Westmeers. Daar in de binnen- of de buitengevel van het huis was er een nis of één of ander kapelletje, waarin een Lieve Vrouwenbeeldje met een kindje Jezus op haar arm ter verering uitgestald was. De Brugse aanstaande moeders kwamen bij het beeldje bidden opdat zij een goede bevalling en een gezond kindje zouden krijgen.

Bij het aanleggen van de spoorweg over het Zand werd het klooster onteigend en afgebroken. Nu staat er nog een restant van het kapucijnenklooster in de Westmeers ongeveer ter hoogte van de bistro “Het Kapucijntje”.

Met het geld van de onteigening werden twee andere kloosters opgetrokken: één in de Clarastraat en later één in de Boeveriestraat.

Het Lieve Vrouwenbeeldje verhuisde naar de Boeveriestraat. Er staat nu binnen de voorhof van de kapucijnenkerk, achter een ruit een kopie van het beeldje.

Volgens broeder Firmus heeft ooit een gegoede dame de oude, vervuilde en halfvergane klederen van het beeldje laten vervangen. Het beeldje was immers met stoffen klederen bekleed. Toen men de oude klederen verwijderde heeft men vastgesteld, dat het polychrome beeldje een hoogzwangere vrouw voorstelde en dat het kindje Jezus er niet bij hoorde.

Vandaar en daarom misschien, dat menige Brugse moeder naar Onze Lieve Vrouw van de bruine paters kapucijnen liep om een mooie gezonde baby, en dat ze door hun kinderen aan de voorbij komende pater een broertje of een zusje te laten vragen, hun kind voorbereidden op de komst van een nieuwe speelgenoot. Ook vertelde broeder Firmus nog, dat de paters Karmelieten uit de Ezelstraat soms ook als kindjesbrengers beschouwd en aldus aangesproken werden.

Tot zo ver het verhaal over het hoe en wat van een voor velen misschien ongekend oud Brugs volksgebruik, opgetekend en naverteld om niet vergeten te worden.

Over zantjes, broertje, zusje en bruine paters en broeders

Jan van Kerschaver

Rond de Poldertorens
2001
03
133
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38