Venster op het landschap

Willy Wintein

Ter Inleiding

Een wandelaar op de dijk blijft staan en kijkt traag over de polder. De kijkende ogen zien een veelheid van elementen: een vlakte zover het oog reikt, kleigrond met diep geploegde voren, lijnen die percelen vormen, bermen met opschietend gras, hoge bomen op een rij, weiden als groene tapijten, hoeven met hun rechte vormen en afwisselende kleuren, een tractor die hoorbaar beweegt, De aandachtige waarnemer neemt al die elementen op, het een al nadrukkelijker dan het andere. In zijn geest smelten ze samen tot een totaalbeeld van de beschouwde ruimte. Dit beeld noemen we ‘LANDSCHAP’.

Aldus is het landschap het beeld dat wij ons vormen van het actuele uitzicht van de omgeving, zoals wij dit met onze zintuigen kunnen waarnemen. Het visuele landschap is een vierdimensionaal verschijnsel. Vooreerst strekt het zich uit in de driedimensionale ruimte: horizontaal, verticaal en in de diepte. 

Wegen en afwateringssloten trekken lijnen in het landschap. Perceelgrenzen vormen vlakken. Dijken, gebouwen en bomenrijen vormen verticale wanden en schermen. Nabij en ver leveren perspectief in de diepte. Daarbij is het actuele landschap het resultaat van verschillende vormingsprocessen in de loop der tijd. Het huidig landschapsbeeld is niet meer hetzelfde als dat van enige tijd geleden. Tenslotte bevat het huidig landschapsbeeld elementen van verschillende ouderdom. De kreek is ouder dan de polder. De dijk is jonger dan de kleigrond van de polder. De hoeve is jonger dan de dijk. Het vakantiedorp is veel jonger dan de landbouw in de polder. De tijd is bijgevolg de vierde zichtbare dimensie in het landschap.

Het actuele uitzicht van het landschap in de Zwinstreek is, zoals het hele landschap van de Vlaamse kustvlakte, tot stand gekomen onder invloed van de natuur en van de mens. Tot een paar duizend jaar geleden overheerste de invloed van natuurlijke vormingsprocessen, zoals erosie en afzetting. Als de zee het land binnendrong werden geulen uitgeschuurd en gronden verplaatst. Veelal volgde daarop een periode met nieuwe aanslibbing door afzetting van zand en klei. Geleidelijk nam de invloed van menselijke ingrepen in het landschap toe. Wat begon met veenafgraving om zout te winnen, pogingen tot drainage en tijdelijke bewoning evolueerde naar indijking van rijpe schorren (begroeid land, dat bij gewone vloed niet meer onderloopt) voor blijvende landbouw, ontginning van het veen als brandstof, uitgraven van klei om stenen te bakken in veldovens, tot en met moderne cultivering van het polderlandschap. Soms hebben stormvloeden of conflicten tussen mensen die evolutie doorbroken. Doch telkens heeft de mens zich herpakt en daarbij het landschap een nieuw uitzicht gegeven. Zowel de natuurhistorische als de cultuurhistorische processen hebben hun sporen in het huidig landschap nagelaten, soms heel nadrukkelijk, soms vervaagd: bodemsporen van afzetting door de zee of van oude bewoning, kreken als overblijfsels van open getijdengeulen, de vele dijken, oude en recente verkaveling patronen, afwateringssystemen, gebouwen met hun materialen en hun vormen, muurankers,

Het huidige landschapsbeeld presenteert zich als een open boek dat vol staat met tekens, die vragen om gelezen te worden. Landschap lezen is de vaardigheid om die tekens te zien en te herkennen. Om de betekenis ervan aan te duiden en de verklaring voor hun aanwezigheid te geven moet veelal een beroep gedaan worden op secondaire waarnemingsbronnen, zoals historische kaarten of teksten, oude foto’s, kennis van mensen die ons zijn voorgegaan Belangrijk daarbij is dat deze bronnen steeds moeten geënt worden op het werkelijke landschap. Kijken, zien en betekenis geven laten de aandachtige waarnemer toe de geschiedenis te lezen in het hedendaagse landschap. 

Bovendien dragen de zichtbare sporen van natuurhistorische en cultuurhistorische vormingsprocessen bij tot de aardkundige (geologische), ecologische en cultuurhistorische waarden in het actuele landschap. Deze waarden maken deel uit van het landschappelijk erfgoed en ze spelen een belangrijke rol bij onze persoonlijke beleving en waardering van het landschap. Ze bepalen ook het kader waarin toekomstige ingrepen in het landschap kunnen gebeuren.

De rubriek ‘Venster op het landschap’ wil regelmatig een stukje landschap uit de Zwinstreek in een kader plaatsen om het met gespitste aandacht te kunnen bekijken, om het te lezen en de zichtbare tekens betekenis te geven. Het doel is niet zozeer een bijdrage te leveren tot historisch onderzoek van dit landschap, dan wel de aandacht van de voorbijganger te vestigen op die elementen in het landschap, die een bijzondere betekenis hebben op gebied van de manier waarop natuur en mens dit landschap in de loop der eeuwen hebben gemaakt. We vertrekken telkens van een recente foto, die hier het werkelijke landschap moet vervangen. Aan de hand van de foto, eventueel aangevuld met een schetsje, geven we een beschrijving van de bijzonderste elementen en kenmerken van dit landschap. Met behulp van oude foto’s, historische kaarten of teksten, een vergelijking met situaties op andere plaatsen, wordt de betekenis van bepaalde elementen opgespoord om te komen tot een globale verklaring. Bij ieder stukje van het landschap in de Zwinstreek dat we aldus bekijken zal dit leiden tot het vaststellen van de natuurhistorische en cultuurhistorische waarden die in dit landschap aanwezig zijn.

Met deze nieuwe rubriek richten we ons zowel naar de bewoner als naar de bezoeker van de Zwinstreek (waartoe ook een groot deel van West-Zeeuws Vlaanderen behoort). Ze worden hierbij uitgenodigd om mee op ontdekking te gaan naar de menigvuldige sporen van een meer dan duizendjarig verleden in de Zwinstreek, er door geboeid te worden en er waardering voor op te brengen. Dit kan ongetwijfeld bijdragen tot een sterkere persoonlijke beleving van het landschap in het algemeen en van de Zwinstreek in het bijzonder. Tegelijkertijd richten we ons ook naar diegenen die het landschapsbeleid dragen. Men kan niet voorbij aan de confrontatie van de vele actuele en toekomstige veranderingen in het landschap met de aanwezige natuurhistorische en cultuurhistorische waarden in datzelfde landschap.

Een leefbare en tevens genietbare Zwinstreek op het oog hebben houdt niet alleen een versterking van bepaalde sociaal economische functies in, maar richt zich ook op het bewaren en waar mogelijk versterken van de elementen die het landschappelijk erfgoed van de streek bepalen.

In deze rubriek plaatsen we op de volgende pagina’s als eerste het landschap van de HAZEGRASPOLDER voor het venster. Andere waardevolle stukjes landschap in de Zwinstreek zullen volgen.

Venster op het landschap

Willy Wintein

Rond de poldertorens
2001
02
052-053
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38