Een Douanelinie onder het Hollands Bestuur

Roger Crois

Met de nederlaag van Napoleon te Waterloo werd het hoofdstuk van de Franse bezetting van onze gewesten afgesloten en een nieuwe bladzijde van de geschiedenis opengeslagen.

De voormalige 17 provinciën werden bij het Protocol van Londen (21/6/1814) herboren tot het Koninkrijk der Nederlanden, onder het bestuur van Willem van Oranje.

Nieuw regime, nieuwe administratieve maatregelen. In de Staatsbladen van het Koninkrijk der Nederlanden verschenen nieuwe besluiten en reglementen aangaande het vaststellen en oprichten van een linie van toezicht op de invoer langs de zeezijde, langs de rivieren en langs de landzijde van het Rijk.

a. De invoer langs de zeezijde:

De administratie begint met het plaatsen van palen waar de vloed eindigt.   1 Deze palen vormden het uitgangspunt voor het bepalen van de grenslinie langs de zeezijde. Deze linie besloeg de tussenruimten van de zeestranden, gerekend vanaf de vloedpalen tot op 700 Rijnlandse roeden of 11,3 km landwaarts. De forten en besloten steden lagen buiten deze linie.   2

b. De invoer langs de rivieren en langs de landzijde:

Er werd een dubbele linie langs de grenzen van het Rijk opgericht. De 1ste, de buitenlinie, vormde de eigenlijke grenslijn; de 2de, de binnen-linie, werd vastgesteld op een afstand. van min of meer een uur gaan van de buitenlinie. Er werden kantoren van aangifte opgericht en men bepaalde de losplaatsen aan de landzijde. Alle invoer langs andere wegen dan die op welke de aangewezen kantoren van de inklaring gevestigd waren, werd aanzien als fraude.   3

c. Het vervoer:

Het gebied tussen de buiten- en de binnen-linie vormde het onvrije territoir. Het reglement bepaalde dat alle lading, lossing en vervoer op het onvrije territoir van impost subjecte speciën anders dan met behoorlijke documenten, zelfs voor huishoudelijke consumptie, verboden was.   4

d. Kantoren van in- en uitklaring aan de zeezijde:   5

  • In de Directie West-Vlaanderen: Nieuwpoort en Oostende.
  • In Zeeland: Sluis, Vlissingen, Vere, Zierikzee en Brouwershaven.

Kantoren van ontvang naar welke uit zee zal mogen worden ingeklaard.:

  • West-Vl.: Nieuwpoort, Oostende, Brugge;
  • Oost-Vl. Gent, Zeeland: Sluis, Vlissingen...

e. Van de invoer langs de rivieren en te lande:   6

“Alle invoer te lande is verboden, anders dan langs de routes of heirbanen, die door Ons tot zekeren afstand van de grenzen zijn, of nader mochten worden aangewezen en die moeten worden aangedaan en gevolgd, van het ogenblik af aan dat men met de goederen het vreemd grondgebied verlaat."

Aan de grenzen worden palen geplaatst met het opschrift “Rijksregten”; dit om de invoerders attent te maken op de kantoren van aangifte. Er mag slechts ingevoerd worden tussen zonsopgang en zonsondergang.

f. Binnenlands vervoer te lande:   7

Er worden geen paspoorten vereist tenzij op wel bepaalde plaatsen:”. . buiten de aangewezen afstand, uiterlijk van 22.000 ellen (bijna vier uur gaan) van het vreemde grondgebied aan de landzijde en van 2.600 ellen (een klein half uur gaan) van de zeestranden tot waar het kantoor van in- en uitklaring is gevestigd.”

g. Binnenlands vervoer van accijnsgoederen:   8

"Alle vervoer van meer dan vijf ponden zout, 3 kannen wijn, 2 kannen gedistilleerde, 3 kannen azijn, 40 kannen bier, zal moeten zijn gedekt door een geleibrief, mede aanwijzend de te houden route, de kantoren of posten zoo onderweg als ter bestemming alwaar het document ter aftekening moet worden vertoond”.

De Linie van toezicht in ons Gebied.    9

"... die in applicatie der Wet van 3 oktober 1816 over den in- en uitvoer der goederen en koopmanschappen, het vrije of onvrije territoir afscheid... Alle de wegen en wateren, waarlangs en de plaatsen, alsmede de gebouwen met de zelfde erven, tot waaraan, waarop, waardoor of waarvan de linies lopen, zijn begrepen in het onvrije territoir, voor zover daar omtrent geen speciale uitzonderingen hier voren zijn gemaakt.”

Aan de zeezijde begint de linie te Veurne, loopt langs de vaart tot Nieuwpoort, gaat ten westen om de haven, dwarst de haven en loopt tot aan de vaart naar Oostende, volgt deze vaart tot aan de sluis van Plassendale, langs de Oudenburgstraat, de Blauwe Sluis, volgt dan de Noord-Ede tot de samenloop met de Blankenbergse vaart

"... langs deze vaart noordwaarts tot aan dc Schoeringerbrug.    10 Van daar langs den aarden weg    11 tot aan den straatweg van Brugge naar Blankenberge    12 nabij de vereniging van de Suwenkerker straatweg met den laatstgenoemden (blijvende het dorp Suwenkerke in het Vrije territoir) voorts, noordwaarts, langs dan gemelde straatweg van Brugge naar Blankenberge tot aan den aarden weg    13 bij de hofstede bewoond door Charles Cattoir    14 en langs dezen aardeweg lopende ten zuiden voorbij deze hof stede en over de brug, genaamd Giselheule    15 liggende over de vaart van Lissewege tot aan den straat weg van Lissewege naar Dudzele,   16    daar waar die gezegde aardeweg    17 zich tussen de genoemde dorpen Lisseweghe en Dudzele met dezen straatweg verenigt bij de kapel    18   ter zijde de hofstede Terdoes.

Vandaar zuidoostwaarts langs laatstgenoemden straatweg tot aan en alsdan langs den aardeweg  19 leidende van de zelfden ten noorden langs het dorp Dudzeele dat in het vrij territoir blijft, tot aan den straatweg van Brugge naar Westkapelle, daar waar deze aardeweg nabij de hofstede Stabelvoorde    20 zich met dezen laatsten straatweg verenigt; wijders langs dezen straatweg tot aan het dorp Westkapelle en vervolgens langs den aardenweg  21 tot aan het dorp Hoeke aan de vaart van Brugge naar Sluis. Van daar langs deze vaart tot aan de stad Sluis, vervolgens ten westen onmiddellijk om de stad zodat dezelve in het vrije territoir blijft, tot aan den buitendijk,   22 en voorts langs dezen dijk langs het zwin of Sluissche gat    23 tot aan den binnen- of polderdijk tussen de polder van het oude land van Kadzand en den polder van vierhonderd bezuiden . ..“

Hierna volgt dan de beschrijving van de linie in Zeeuws-Vlaanderen tot in Hoofdplaat en verder over Walcheren naar het Noorden.

De Linie van Toezicht werd een paar maal gewijzigd. De eerste maal in 1818    24 tussen de stad Sluis en de noordoosthoek van de Polder van Hoofdplaat: ”Vandaar, alwaar de vaart van Brugge naar Sluis zich met de binnenste gracht der vestingwerken verenigt, langs deze grachten oosten om de stad, zodat de stad Sluis in het onvrije territoir komt tot aan de oosthoek van het kasteel,   25 van dien hoek in een rechte lijn op het veerhuisje    26 bij het zwin en van hetzelve veerhuisje in eene regte lijn dwars over het zwin of Sluissche gat op de hofstede Vermast aan de buitendijk van het zwin gelegen ...“

Sluis was in 1816 vrij gebied; in 1818 wordt het door grenswijziging, onvrij gebied. Waren er klachten of gaf de wijziging geen voldoening? We zien reeds in het volgende jaar een nieuwe wijziging in de linie, zodat Sluis terug vrij wordt.   27 “Van daar, ten Westen onmiddellijk om de stad Sluis, zodat dezelve stad Sluis in het vrije territoir blijft, langs het zogenaamde zoute    28 tot aan de zeesluis   29 aan den dam die het Pas van de stad afscheidt, van deze zeesluis langs het vaarwater het Pas  30 genaamd tot aan het veerhuisje bij het Zwin ...“

Deze correcties schijnen nog geen voldoening te hebben gegeven. In 1822 wordt een gans nieuwe Linie van Toezicht vastgelegd.   31 We volgen deze linie in vogelvlucht vanaf Veurne over Koksijde, Nieuwpoort, Lombardzijde, Wilskerke, Stene, Bredene, Vlissegem, Wenduine, tot aan de Scharebrug    32 op de vaart van Brugge naar Blankenberge.

We gaan nu te voet verder en laten de opsteller van het nieuwe Besluit zelf aan het woord:

“Van daar (Scharebrug) langs de zelfden weg die hier de Leege Staate    33 geheten wordt en latende rechts buiten het territoir van toezicht de hofstede van Simon Michiels    34 tot aan den weg ter rugter zijde de Kuipers Scheedeweg    35 genaamd, voorts langs de Kuipers Scheedeweg tot aan den straatweg van Brugge naar Blankenberge    36 latende de hofstede, bewoond door Louis Willems    37 links in het territoir van toezicht, alsdan dwars over dien straatweg tot aan den tegenover die hofstede van de zelfden uitgaanden weg de Pastij Straete    38 geheten wijders langs genoemde Pastij Straete tot aan een stene brug, de Hondsheule 39 genaamd, gelegen op de waterleiding, gezegd de Smalle Watergang.   40

Van daar langs de waterleiding tot aan de brug op den weg van Lisseweghe naar Uitkerke,    41 voorts langs den weg de Swakkedamme Straete geheten lopende over de brug en sluis    42 van de zelfde naam tot aan de hofstede van Jan Van Loo,   43 van deze hofstede langs den weg die van dezelfde leidt, naar die bewoond door de weduwe Jacques Claeys    44 tot aan het voetpad    45 tegen over laatstgenoemde hofstede en doe alzo rechts buiten het territoir van toezicht blijft, vervolgens langs dit voetpad tot aan den straatweg van Heyst, bij de hofstede van Joseph Bulcke    46   en alsdan langs deze straatweg, tot aan de brug op de waterleiding genaamd de Steert van den Noord Waterloop.   47 Van daar langs die waterleiding, latende het dorp Ramskapelle, rechts buiten het territoir van toezicht tot aan den weg de Ramskapellestraete geheten, voorts langs dezen weg tot aan die genaamd de Kalverkeerdijk,   48 wijders langs gezegden Kalverkeerdijk tot aan de zogenaamde Schaapbrug    49 op den nieuwen straatweg van Westkapelle naar Sluis    50 en alsdan langs dezen straatweg, lopende door hot dorp St. Anne tot aan de stad Sluis, zodanig nochtans dat die straatweg buiten het territoir van toezicht blijft.

Van daar ten westen onmiddellijk om de stad Sluis, zodat dezelfde buiten het territoir van toezicht blijft, langs het vaarwater het Pas tot aan het veerhuisje van het Zwin en van hetzelvde veerhuisje zuidwaarts onmiddellijk langs de boorden van het Zwin of Sluissche Gat tot aan de gesloten Aardenburgse haven, 51 van daar in een rechte lijn kruisende het Zwin, over op den buitendijk aan de overzijde van hetzelfde, vervolgens noordwaarts op, weder onmiddellijk langs de boorden van het Zwin tot aan de hofstede bewoond door Vermast en aan de buitendijk van het Zwin gelegen ..."  52

Daar de verdere beschrijving van de Linie niet meer in het kader van de St-Guthagokring past, eindigen we hier onze wandeling.

De loop van 1ste linie werd in Zeeuws-Vlaanderen aangeduid door middel van arduinen palen, waarvan er nog verschillende overeind staan.    53 We vragen ons af indien er ook in West-Vlaanderen dergelijke bakens werden geplant. We hebben er geen kunnen terugvinden; of is de paal aan het sas van Plassendale een douanepaal ?

2016 10 24 124857Foto 1. toont U een paal langs de Molendijk te Zuidzande, enkele meter voorbij de weg Sluis-Groede-Breskens. De arduinen paal steekt 1 meter boven de grond en draagt als opschrift: LINIE N 6.

2016 10 24 124932De Scharebrug met palingvissers

2016 10 24 124952Foto 3. is genomen van een in 1940 door de Duitsers uitgeworpen paal. U kunt deze vinden in de hoek van een weide van de her-dijkte Zwarte Polder tegenaan de voet van de zeedijk. Deze paal is van dezelfde type als de voorgaande, stak een meter boven de grond en heeft een ruw bekapte voetstuk van 40 x 40 x 45. Het herkenningsmerk is: LINIE N 7.

Nota's

  1. Wet van 2/2/1815, art 1 nr. 119.
  2. Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden, te St. Gravenhage ter Algemeende Landedrukkerij) 55: wet van 15/,/1 16.
  3. Stbl 55: art 30 tot 35. Impost subjecte speciën = aan rechten onderworpen goederen.
  4. Stbl 55: art 110, 120, 122.
  5. Stbl 59: Besluit 25/6/1819
  6. Stbl 50: Wet van 21 aug. 1822, art 50 en 59.
  7. idem, idem, art 162.
  8. idem, idem, art 166.
  9. Stbl 55: 9/11/1816, art 18.
  10. Schoeringebrug: brug over het Blankenbergs Vaartje, genaamd naar de hofsteden Groot- en Klein Schoeringe,
  11. Aarden weg: hier de Schoerinedreve. Den hove Scueringhe 1333 (De Flou XIV 507). Scuer=schuur + ing = fries voor vochtige weide (Coornaert)
  12. Straatweg Brugge-Blanberge: in 1723 aangelegd (M. Coornaert, Uitkerke)
  13. Aarden weg: hier Assestraat, ook Tasschestraat, genoemd naar de Ashoop. Er lag een ashoop west van de kerk 1552 en oost van de kerk (De Flou I-320) Asschestraatjen. beginnende noord westen de Gijseelstraate en leydende dwars door de Patentestraete tot op de Dulleweg en deze dwarsend tot zuid van de Magdeleenehoeve op de steenweg (nota’s Germain Vandepitte)
  14. Hofstede Cattoir: hofstede de Madeleene, nu bewoond door de schoolmeester.
  15. Giselheule: Ghysenzeele 1500 (D. 1’. V 182) Hofstede Gizele. Ghyseelscher brucghe 1429.
  16. Straatweg: waarvan een gedeelte verdwenen in het Zeekanaal. Lisseweegse kalsijde “beginnende van zuyden de Dorpstraete jeghens de Roelandsbrugghe en leydende tot de paele van Dudzele” (nota’s Germ. Vandepitte).
  17. Aarden weg: hier de Doestdreve, beginnende aan de Gizelebrug’ tot aan het kapelleke Ter Doest (gedeeltelijk in weide opgenomen)
  18. Kapel Terdoes: het gekende kapelletje bij Ter Doest uit 1587 (Rond de Poldertorens XII nr. 4 pp. 150/137, J. Rau)
  19. Aarde weg: hier de Vaneweg, Weg beginnende aan de Lissewege kalsijde en leydende na de kalsijde van Westcapelle (nota’s Germ, Vandepitte).
  20. Stabelvoorde: Stapelvoorde, een jeghenode, land en hof Stapelvorde (De Flou XV 201) Vroegere opslagplaats ten Noord-Oosten van het dorp Dudzele op de Dudzeelse Watergang,
  21. Aarde weg tot dorp Hoeke: bedoeld, wordt de Hoekestraat.
  22. Buitendijk: d.i. de dijk die het dichtst bij het Zwin lag.
  23. Zwin of Sluissche Gat: ofte haven van zuyden (Rond de Poldertorens X-4. p.133)
  24. Stbl 1: van 5/1/1818.
  25. Kasteel: het Groot Kasteel gebouwd door Filips de Stoute in 1555, verwoest door de Fransen rond 1800 en afgebroken rond 1825. Bij tegenwoordig kerkhof.
  26. Veerhuisje: verdwenen, lag iets ten noorden van Groot Kasteel. Naam overgegaan in “Het Veer”.
  27. Stbl 38. 14/6/1819.
  28. Zoute: ? ? ?
  29. Zeesluis: waar nu de garage Bosch is. Steen uit het sas steekt in de westgevel van het stadhuis van Sluis, met datum MDCCLVI.
  30. Vaarwater het Pas: het Zwin langs de stad Sluis, of de Haven van Sluis.
  31. Stbl 48: Besluit van 27/11/1822
  32. Scharebrug: Schaere- of Vesaersbrugghe 1687 (Coornaert, Uitkerke p. 136)
  33. Leege strate Scharebrugstraat, van de Scharebrug naar de molen van Uitkerke.
  34. Hof Simon Michiels. nu bewoond door Hautekiet - Hofstede Blauwe Duyvekeete. Besuuthalf een duufhuse 1298, Blauwe duyvekeete 1687 (Coornaert, Uitkerke p. 100).
  35. Kuipers Scheedeweg: den heerwech van Cupers sceedweghe 1433 (M. Coornaert, Uitkerke p. 119° den heerwech in het gescheyt van den riet (De Fl. VIII, 1004).
  36. Straatweg van Brugge naar Blankenberge: nieuwen calsyde we gemaect ten jare 1723 (M. Coornaert, Uitkerke)
  37. Louis Willems: hofstede nu bewoond door Marcel Lagrou.
  38. Pastey straate: de Pastijestraat. Pastije in 1578 land, in de 10de eeuw Pastijebos (M. Coornaert, Uitkerke p. 132).
  39. Hondsheule: of Houcxheule; Hoocxheulbrugghe 1550 (De Fl VI 591) Grote Tooksheule (M. Coornaert Uitk. p. 110): Stenen brug over de Lange-Smalle Watergang op de Dulleweg.
  40. Smalle Watergang: watergang van de Blankenbergse Vaart naar St-Jan (M. Coornaert, Uitkerke p. 140)
  41. Brug op den weg van Lis. naar Uitk.: brug over de Smalle Watergang in de Uitkerkestraat te Lissewege en de Lissewegestraat te Uitkerke (grens).
  42. Sluis van Swankendamme: nog bewaard in het Lisseweegse Vaartje; herdenkingssteen in de muur van het sas: 1773.
  43. Hof van Loo: de Zandscheere. “Hofstede Pecsteen-Dhondt daar Zed. van Loo op woond” 1822 (nota’s Germain Vandepitte). Als versterking van de inrijwegbedding werden stenen palen geheid tijdstip van plaatsing onbekend. Eén van deze palen draagt inschrift: O T Weet iemand soms iets meer daarover?
  44. J. Claeys: is De Grote Hofstede. In de zijgevel van de schuur gedenkplaat: “Hier woont de familie Claeys sinds 1729”.
  45. Voetpad: Moerstraat onderbroeken door de vaarten van Heist. Ligt midden het gebied met veel darinkmoeren, de leistmoeren (M. Coornaert, Rond de Poldertorens V nr. 4 p. 151).
  46. Hofstede Joseph Bulcke. nu verdwenen hofstede langs de Moerstraat te Ramskapelle, tegenaan de de Heistse Steenweg.
  47. Steert van de Noord Waterloop: eindje waterloop dat aan de noordzijde. het dorp Ramskapelle omvat, terwijl de eigenlijke Noordwatergang ten zuiden van Ramsk. zijn loop volgt (nota’s Germ. Vandepitte).
  48. Kalverkeetdijk: de gekende Kavekeetdijk van Heist naar Schapenbrugge.
  49. Schaapbrug: gekende plaats Schapenbrugge op de baan van Westkapelle naar Sluis.
  50. Nieuwen straatweg Westkapelle-Sluis: gelegd in 1817. De vroegere weg naar Sluis liep op cle Greveningedijk, langs het Vliegende Peerd en Sint-Anne.
  51. Aardenburgsche Haven: van Draaibrugge tot aan Aardenburg lag toen nog een waterloop, omtrent waar nu de grote baan ligt.
  52. Zie het interessant brochuurtje van de hand van de heer M. A. Aalbregtse, over paalstenen in Zeeland: “Grenspalentocht van de V.V.V. te Oostburg” met kaartje, 12 blz. Uitgave VVV Oostburg 1970.
  53. Hofstede Vermast: nu bewoond door Maenhout

Nota bij Nr. 51: De Aardenburgse haven of Ede liep voorbij Draaibrugge door tot aan Slepeldamme. Daar is en was ze ook toen afgesloten van het Zwin.

Een douanelinie onder het Hollands Bestuur

Roger Crois

Rond de poldertorens
1971
03
079-085
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38