Adriaen Van Nieuwmunster, peerdesmid op Eienbroeke en te Dudzele
Germain Vandepitte
Terwijl ik op zoek was naar iets anders, kwam toevallig een bundel familiepapieren in mijn handen van Adriaen Van Nieuwmunster. Ze sloten aan bij enkele papieren van Cornelis Van Beveren, die naderhand de opvolger van Adriaen bleek te zijn. Op zoek naar de uitleg van verschillende benamingen van werktuigen en dies meer, kwam me te binnen dat Mr. Firmin Roose voor enkele jaren een artikel in ons tijdschrift had laten verschijnen over een smid te Oostkerke (1). En weeral toeval, het was dezelfde smidse op Eienbroeke, zodat we enkel het vervolg dienen neer te pennen. We pikken dus aan:
Matthijs Barton was gehuwd met Anna, fa Joos Brabant. Matthijs, te Oostkerke overladen in 1723, was reeds de derde echtgenoot van Anna. Haar vierde man was Lowijs Jansens, en ook deze heeft ze in de put geholpen, want toen ze in 1731 de smidse verkocht aan Carel Vande Walle, werd ze genoemd Anna Van Brabandt fa Joos en weduwe van Lodewijk Jansens.
Carel Vande Walle was geboortig van Koolskamp. Hij was in 1721 te Westkapelle getrouwd met Joanna Vander Poorte, en hij had vier kinderen. De smidse, het huis met de boomgaard en het land, groot 2 lijnen 28 roeden Kanunnikenland (2), hadden ze gekocht aan Anna Van Brabandt bij akte van 28 sept 1731. Tijdens hun huwelijk hadden ze nog 2 gemeten 62 roeden gars en boomgaard bijgekocht, eveneens Kanunnikenland en liggende op Eienbroeke. Verkoper was Ferdinand Pulincx fs. Charles. Carel Vande Walle stierf op 21 november 1749 in de ouderdom van 62 jaar.
‘s Jonge wat een toestand! Een weduwe met vier kinders en zo'n bedrijf, wat kan men anders dan van de nood een deugd maken. Gelukkig echter zijn er altijd kandidaten om een kapitaalkrachtige weduwe onder hun bescherming te nemen, hoewel vier kinderen wel een zware hypotheek waren voor dit prille geluk. Maar vroeger werd daar zo zwaar niet aan getild.
Zo zien we Joanna op 26/3/1750 opstappen naar de pastoor van Oostkerke om een deugdelijk huwelijkscontract te laten opstellen: Adriaen Van Nieuwmunster, jongeman 29 jaar, zoon van Jacob en Pieternelle Simoens ter ener zijde, en Joanna Vander Poorte, weduwe van Carol Vande Walle, dochter van Marin en Pieternelle Swaels, anderzijds.
Op 1/4/1750 volgde het kerkelijk huwelijk vóór pastoor Joannes Ketele. En ziezo! Het smidje in zijn smisse, die zong de hele dag! Niet voor zolang echter, want hij was vlug uitgezongen toen zijn echtgenote hem ontviel op 17/10/1750 en hem liet zitten met de vier kinderen uit haar eerste huwelijk. Philip Vande Walle was 17 jaar, Joanna 12, Anna 10 en Isabella 4.
Op 27 november 1750 werd de gemeenschap van goederen opgeheven en door François Verhulst, stokhouder van het Kanunniksche werd venditie gehouden op de 27e en volgende dagen van november.
De meubels en ander gerief brachten de som op van pd. 281.7.9 gr. De prijsie van het ijzerwerk en het smidsalaam werd gemaakt door Pieter Van Beveren en Cornells Lefevere, meesters peerdesmeden, op 2 dec. 1750. De voorgestelde schatting droeg ook de goedkeuring weg van Lodewijk Van de Walle, de tegenwoordige pachter van de smidse en van het huis.
Prijsie ijzerwerk en alaam (3)
Bevonden in deselve smisse:
een haenebil en een blaesbalgh en een Begorie, een vijlstaecke en alles
oversien en bijoengebracht, is weerdigh bevonden ter somme van pd. 24.10.00
17 haemers, 16 tanghen, 19 stampers, drije sween, twee stoockisers, een schippe, twee brandisers, vijf clauwieren (4), 9 deurslaghen en coutbetels, 10 ringhen om schenen te sluyten, alles oversien... 5. 4. 6
4 trecktanghen, drie bottooren (5), 15 vijlen, een handtvijse, ses backen met drillen (6) ende ander goed, 2 vyse moeren en een staecke met staender daerop om naghels te scherpen, alles oversien... 2. 7. 6
10 paar nieuwe lechten (7), 16 nieuwe slooten en 8 oude slooten, 3 keeren en spickelbooren, 2 sniemessen, 13 vormens en een roscamslaghere, een dyckhaeck, 2 havegeers en 2 dissels en twee saghen en een drilboghe, en andere minuiteyten... 6. 2. 6
vijf schofketens, 3 gremetten (8), acht trompen, 20 draeynaeghels om breydels, 5 klinckcrammen, vijf gatysers, 2 passers, vijf span haecken, acht scheersen, leesten, elf grendelcrammen, e.a.... 0.12. 8
een mortier, een stamper, slijpsteen, twee vrangen, een staendere, een back, alles bijeen... 3. 4. 10
vier nieuwe scharren, 5 paer nieuwe schenen, drie paar oude schenen, twee paer bruwette schenen, en een hondert en vijf houfisers, een inondtisere, een braeckele (9) en een sluytketene e.a. ... 12.16. 9
vijf ploughvoet plaeten, twee draeysprancken, 10 halshaecken en jockhaecken, 18 sluytbanden, 23 schenebonden, vijf bleckbanden, 5 schaeckels, drije muylbanden, 2 rondeelen lanckwaghens, seven draeylinghen om koppcle stocken, vijf heemerooren (10)... 4. 2. 7
21 lechten, een greep, meschhaeck, drije schenen om lanckwaghens, twee versteekboutten en zes schoofvorcken, drie handtgebytten, twee roscammen, twee stoockers, vijf distel (=diestel of dustel), 30 leysen onder cleen ende groot, 29 crammen, 7 sprancken, 22 vingherlinghen, e.a. ... 3. 8. 6
8 spillen en bouten, twee waghemarteelen en vier martee1stecken, 8 klinckhaecken, 3 schaeekelbouten, 6 Gonshaecke (11), 11 grendels, vijf klincken en een dissel en een biljen (12), en een ooghe van een bilje, en een buyse van een loete, een panneken om salve te smilten, een jsere om de peerdensteert te branden ... 1. 6. 2
vier schiphouten, twee schrapajens met potten ende bottels ende meester goet, salve en olie, vijf backen met oude naghels, een deel naghelroen e.a.... 1.5.10
6 nieuwe riesters, een schijve weghende 129 1/2 pond, alles bij de ponde gepresen... 3. 9.9
800 pondt nieuwe jsere in bareelen en vierkante staven ende alles gepresen bij den ponde ... 12. 0. 0
29 pondt sweetjser (13) en 29 pondt stael en 800 stecken en 58 pondt houvenaghels, alles gepresen ... 6.14. 0
2700 pondt oudt jser, alles te ponde ... 17.10. 4
25 hoet smee-colen a 8 schell 3 stuyvurs per hoot, twee balancen met hun ghewichten en twee ensels en drie moeren met 10 toppen en een kerffsaghe en een buytte travalje met sijn toebehoorten, alles bijeen ... 13. 1.10
Al bij al moet het een belangrijke smidse geweest zijn, op Eienbroeke,
te oordelen naar de vrij grote hoeveelheden alaam en voorraad. De "peerdesmid" was ook hier, zoals het dikwijls gebeurde, tezelfdertijd "peerdemeester". Zo vinden we bij smid Van Nieuwmunster, een panneken om zalf te smelten, een ijzer om paardestaarten te branden als ze gebloksteerd" worden, twee kastjes met potten en flessen met meestergoed, en zalf en olie om zieke en gekwetste paarden te verzorgen. De twee kastjes stonden al bij paardensmid Barton (14): "twee schappaetje met wat meesterije".
Prijsie van juwelen
Op 30 januari 1751 door F. Geeraerts "vrijmeestere silver en goudtsmidt binnen Brugghe":
goude minnecnoop weghende 5 enghelse 20 asen ... 1.18.5
goude trauwrynck weghende 3 enghelse 30 asen ... 1.5.5
silver jserken met goude hoofden 6.15. 8
goude keten van drije toeren met een sterre, weeght 2 oncen 8 engh. en 16 asen ... 15.11. 4
een kerckeboeck met slot ... 0.7.0
Baten
Voorstcommende uyt de prijsie van de opgaende als de fruytdraeghende boomen, ghepresen door Ignatius Maelstaff ghesworen landtmeter 56.8.0
Contante Penninghen ten huyse ... 88.12.3
Boeckschulden ten daghe van het scheeden (van goederen) 148.15.4
Lasten
Uit de kommeren en lasten waarmede het sterfhuis bezwaard was, nemen we de belangrijkste over:
Volgens het huwelijkscontract was Adriaen als overlevende een som van 100 gulden toegezegd. Omgezet geeft dat in ponden... 16.13. 4
betaelt op 5/12/1750 aen Sr Matthijs Ruebens over leveren iser en smedekolen tot 13 july 1750. 37.6.0
betaelt den 12/12/1750 aen Mr Kuertens, ontvangher van het Canunnincksche, uytsendt van 7 gemet 1 lijne 5 roen land voor het jaer en ontbloodt 1749, in advenante van 16 sch. 8 gr. tgemet ... 6. 2. 6
schuldich solve Maertens over 2.1.22 gemet ten adv. van 13 schell.
4 grooten tgemet ... 2.18.9
betaelt den 5/12/1750 Sr Lenaert de Witte, ontvangher der prochie Oostkerke over de oncosten van 4-1-12 gemet vrijland (15) à 12 sch 10 gr tgemet met noch 7-1.5 gemet Cank land à 7 gr per gemet. Causa de binnencosten 2 gemet, taks als smidt ten advenante van 12 sch 10 gr tgemet alsv° ende dat van den jaere over de oughst 1749 … 4.7. 0,7mit
aen selven De Witte over de uytsend van 1 gemet 91 roen vrijland à 10 sch 6 gr tgemet. Met noch 7.1.5 gemet Cankland à 4 gr tgemet van binnencosten voorts 2 gemeten taks smidt oock 10 sch 6 gr tgemet 1.17. 1,7 mit.
aen Pr Callewaert 3 pd 16 sch. gr ter cause van het maecken van een houten cruysse op het graf van de overledene met het schilderen 3.16. 0
aen de pastoor van Oostkerke voor 70 zielemissen ... 4.13. 4
Pieter Faveers coster over het dienen van die 70 missen ... 1.3.4
voorts de som in laste van 253-16.3 pd gr die men schuldig is ter cause van het overlijden van Carol Van de Walle aen de vier minderjarighe kinderen Philip, Joanna, Anna en Isabella uyt het huwelijck met de overledene, bij uytwijsinghe van het batelijck slot van de rekening purgatieve tsijnen sterfhuyse gheliquideert den 29/9/1751 … 253.16.3
betaelt tcollegie camer binnen de prochie en heerlijckheid van Coolscamp ter cause van ’tstellen en liquideren de rek purgatieve van Carel Van de Walle ... 4.13.4
Met dit laatste artikel weten we meteen waar de afkomst van deze Van de Walle te vinden is.
Voor haar overlijden had Joanna Vander Poorte nog testament gemaakt waarin als uitvoerder werd aangesteld, Adriaen Van Nieuwmunster haar tweede man. Het luidt als volgt:
Heden 15.10.1750 compareerde voor mij, Joannes Ketele pastoor te Oostkerke, Joanna Vander Poorte fa Marin en huysvr. van Adriaen Nieuwmunster, geassisteerd met getuyghen als onderschreven. Sieck van lichaem, nochthans haer verstand volcommelijck besittende, beveelt zij vooreerst haere ziele aen Godt ... vraegt om in gewijde aerde begraeven te worden nevens haer overleden man Carel Vande Walle op het kerckhof te Oostkercke ... een uytvaert met middelsten dienst ... den Disch zal gedeckt worden met vier vaeten terwe, gebacken in broodt voor de aermen van Oostkercke. Corts na haer overlijden zullen gecelebreert worden 30 gherecommandeerde zielemissen in de kerck van Oostkercke. Aen den Disch van Oostkercke een pond.
Dit is haer uuterste wille. Als executeur Adriaen Van Nieuwmunster haer tegenwoordigen man, voor welcke executie zij hem 50 pond geeft. Gesloten in presentie van Pr Faveers en François Hoste.
In uitvoering van dit testament werd betaald aan Franciscus De Meyere, onderpastoor te Oostkerke, over pastoraal recht int begraven met middelste dienst en gezongen zielmis daags na de uitvaart ... 2.5.4
Pieter Faveers, de koster, over zijn kostereel recht, het klokluiden en het graf maken ... 1. 4.0
Sr Vielmaeckers voor het leveren van waslicht ... 0. 18. 4
De vier vaten tarwe, deze zijn gekomen uit het gemeen sterfhuis, ter somme van 18 sch. 8 gr, dus over de helft .. 0.9.4
Jan Gheyle, dischmeester van Oostkercke, legatie ... 1.3.4
- Pastoor van Oostkercke voor tcelebreren 30 missen ... 2.0.0
Pr. Faveers, koster, voor het dienen van deze missen ... 0.10.0
Lopende de somme van 50 pd gr wisselgeld aan Adriaen Van Nieuwmunster de man van de overledene en aangestelde executeur van het testament zal men hier ten zijnen profijt uittrekken. In courant hier deselve ... 46.13.4
Het eerste bedrijf, te Eienbroeke, eindigt dus met de dood van Joanna Vander Poorte, de vrouw van Adriaen Van Nieuwmunster, de venditie van de goederen en de overname van de smidse door Lodewijk Vande Walle.
Voor Adriaen was het op Oostkerke gedaan. We vinden hem terug op Dudzele, en wel bij het sterfhuis van zijn tweede vrouw Marianne De Coster(e). Bij nazicht bleek het dat Adriaen op 3 februari 1751 te Oostkerke opnieuw in het huwelijk was getreden. Zijn uitverkorene was de weduwe van Franciscus Peere, en ze was omstreeks 1728 geboren te Rumbeke als dochter van Jan De Coster en Godelieve Lapeire.
Na 34 jaar lief en leed gedeeld te hebben ontviel Adriaen zijn tweede vrouw. Ze stierf op 11 mei 1785 te Dudzele in de leeftijd van 57 jaar. Het blijkt dat ze kinderloos gestorven is, althans waren er geen kinderen meer in leven. We beschikken niet over de staat van goed, maar hebben wel de prijs van de inboedel van het huis en de smidse.
Prijsie gedaen op den 25 meye 1735 door ons onderschreven geswooren prijsers van den Vrijen ter prochie van Dudzeele ten sterfhuyse van Marianna De Koster, fa Jan verweckt bij Godelieve Lapeire, overleden op den 12 meye 1785 saliger memorie. Welcke prijsie is gedaen van alle de achtergelaeten goederen ten versoecke ende beleede van Adriaen Van Nieuwmunster fs Jacob verweckt bij Petronelle Simoens gebleven weduwnaar ende besitter ten desen sterfhuyse ter presentie ende overstaen van Martinus De Koster / Cornells Vandenberghe in huwelicke met Anna Marie De Bats fa Carolus bij Barbara De Koster / Philipus Vandenbrijele fs Dorain bij Clara De Koster / Cornelius Vermeire in houwelicke met Adriaena Vandenbriele fa Domin verweckt bij Clara De Koster / Jacobus Geets in houwelicke met Isabella Wilsoet fa Thomaes verweckt bij Clara De Koster / hoirs van vollen bedde van de overledene / ende Annamarie De Koster fa Jan verweckt bij Marie Van Houte hoir van alven bedde van de overledene; dat allas in ponden, schellingen grooten Vlaems courant als volgt: (16)
In den kuecken
bevonden anghel, brander, 2 tanghen, blaespipe, 2 roosters, 4 schippen, vleeschvorke, suyckertanghe, 2 iser latten, gewendelmes, coper schuymspan, thinne lampe, bart met forsetten, soutla, 53 stickx gleyersch werck, thee seck (17) met al het thee allam, 3 thinne cannen en pinte, steene caffe canne met ander canne, 3 bardels met 36 thinne lapels, thinne treckpot, 2 mostaertpotten en peperbusse, 4 messen, 3 soutvaten, 54 pondt thin, coper candelaers, caffe muelen, soupe lepel, glaese casse, stale orlogie, coper suycker busse, lantheern, vogelmuyte, vijf bier glaesen, een pinte, een coper doofpot, een spegel, een tafel, 9 stoelen, wijnde weire (windscherm), pluymen bedde met zijn toebehoorten, gordinen ende rabat (18), met cleene minuiteyten, alles apart gepresen en bijeen genomen comt samen te bedraegen ter somme van ... pd. 26.0.8
In den Camer
bevonden: ledepo (19) met pluymen bedde met zijn toebehoorten gordinen en rabat, een rebbanck, kleercasse, 2 tafels, elf stoelen, vogelmuyte, amme, ketel, twee aekers, theemoor, blecke trecker, sijde zeefde, 2 candelaers, coper panne, stryckjser, 2 steene treckpotten, suycker tange, 33 stickx gleyersch (eerste cijfer inktvlek, dan een 8) pont thin, schilderie, camer vertreck, mande, spegel, angel, lessenaer met cleene minuteyten, samen weirdigh bevonden ter somme van ... 14.08.4
In den Backuecken
bevonden: trog, pale en loete, broot tafel, een spa, 2 bustels, 25 stuckx gleyersch, drije coper lauwers, theemoor, putaecker, een panne, staen jser, een mande, wat ardewerck, een tafel, een banck, 2 stoelen, een heymer, groenselback, bart met 12 thinne lepels, sam weirdigh tot ... 3.3.6
In den Kelder
bevonden: 3 sacken ardappels, 2 arden potten met 16 pont boter en smout, 4 steene pullen, azijnvat, biergantiere, 4 vlasschen (20), koekjser, 2 manden, wascupe met 2 andere cuypen, carteel, greep en vorcke, capmes, calsijde-amer, samen weirdigh tot ... 3.8.8
Op den Solder
bevonden: stande met 44 pondt swijnevleesch, een meelstande, een carteel, een tafel met schraegen, een kiste, jser pot, 3 arde potten, een bustel, wafeljser, vijf besems, pluymen bedde met zijn toebehoorten, met andere rommelinge samen weirdigh ... 6.3.11
Achter den Hove
bevonden: labeur in den hof, boonpersen en plantset, twee jser raecklen, een auwe, ontrent 60 houten onder busschen en blocken, een alf gemet tweemaal gevrocht met twee peerden en besaeyt en beplant met terwe en ardappels, samen weirdigh ... 3.1.0
De Cleederen en Linwaten
De cleederen en linwaten van doverledene en vant menagie bevonden: 25 hemden, 31 stropmutsen, 32 verstinne mutsen (21), 26 alskleets, (vlek) neusdoeken, twee fallnen (22), 2 rocklijfs, twee paer cousen, 3 paer mouwen, een slaplijf te stoffe, een sitse (23) jacken, 8 stoffe calmande (24), 1 dag rockx, 2 mantelijnen (25), paer manotten (26), paer schoen en pantofels, sajette om cousen, 13 tafeldoeken en ammelaeckens, 3 paer flauwijnen, 3 rabats, 3 sackneusdoeken en antdoeken en linwate sacken, alles apart oversien en samen ten bedraegen ter somme van 22.16.8
Ende nopende cleederen en linwaten van den besitter: zijn verbleven buyten prijsie met consent ende verdragh van den besitter ende hoirs ende erfghenamen vermidts te betaelen de fuynerale rechten van de overledene sonder last van de selve hoirs ende erfgenamen, dienende voor memorie.
Aldus door ons, onderschreven, dese voorenstaende prijsie gedaen ten
daegh, maende ende jaere, midtsgaders present den besitter ende hoirs ende
erfgenamen als in tecxte deser vermelt ons toirconden
Pieter Mareijdt. E.E. Hubert.
Presie
gedaen op den 25n meye 1785 ten verzoeke van Adriaen Nieuwmunster gebleven weduwaer van Marij anna Costers ende Martinus Costers ende mede hoors soo volgt
Alvooren een aenbeelt, twee vijl staecken, eenen blaes balck, drije voor hamers, ses hand hamers, veerthien smee tangen, derthien stampers,... beytels, stoock jser, schippe, een bustel, steenen waterback, vijfthien deur slagen en coude beytels, vier brand jsers, drije clouwieren, ses gat isers, vier spanhaecken, een wiel tang, een hand hamer, den clouw beijtel, passer, dijsel, span rijngen, twee houtbeijtels, suijenes (snijemes ?) sage, twee booren, sesthien vijlen, clisterij busse, (27) twee hoorens, lat stock, twee boutooren, drije trecktangen, beslaghamer, een voetmes, slijpsteen met sijn toebehoorten en twee wieltreckers, alles wel oversien en elc appart gepresen en bij een geaddeert comt pond: 18.1.4
Voorts alle de gemackte wercken: een op gerit en twaalf jseren uijtgeslegen scharren, vijf ploegvoet plaeten, een vorcke, drie vleer crammen, sesthien leijsen, drije draeij sprancken, vier item nagels, vier pumperneelen, drije brouwet haecken, drije wuijte crammen, drije spaen, een bijle, drije sluytbanden, vijf draeij lijngen, een greelslot, een roe gebijt, een pumperneel, een arnas schakel met beeckt, een meshaeck, twee klijncken, drije en vijftig crammen, vijngerlijngen, den sprancken, twee hessen, veerthien haecken, acht seul coren (28), twee ooftplaten, een houwe, twee minsels (29), twee grendels (29), twee casse pinten, vijf stoker spaen, een cordeel haeck, twee dijsel keten haecken, twee verstick boochten, vier schoftleysen met ketens, een achter en een voor carte, seven en vijftig paer houf jsers, alles apart gepresen en bijeen gebracht comt de somme van … pd. 16.14.0
Voorts noch twee hoet een mate coolen, een duijst twee hondert en ses en tachentig pond houd iser, elf riesters wegen 236 pond, 747 pond nieuw iser, vijf en een vierdedeel houtnagels, alles weirdig bevonden … 35.4. 1
Joseph Bosses
Louis Meijsman smidt in Westcappelle.
Uit de afrekening blijkt dat de staat van goed een batig slot had, daar de erfgenamen Martinus De Coster, Cornells Vandenberghe en Jacob Geets, elk pd. 20.13.3 gr. bekomen en Cornells De Muynck pd. 8.17.8 gr.
Tijdens het huwelijk van Adriaen Van Nieuwmunster met Marianne De Koster, hadden zij de smidse te Dudzele verworven. Dit weten we door een kopie van een schrijven gericht aan Burgemeester en Schepenen van het Vrije, door de voogd van de wezen van Jan Matthijs, die in 1758 een aanvraag deed om de smidse te mogen verkopen.
"Supplierende verthoonen reverentelick Pieter Matthijs ende Jacob de la Bulcke, beide gheswooren vooghden paterneel ende materneel, van Therese ende Joseph Matthijs, de twee kinderen van wijlent Joannes Matthijs in huwelijcke verweckt bij Isabelle de la Bulcke, hoe dat aen de voornomde weesen is competerende, morte patris, een woonhuys met veertigh roeden erve daermede gaende, ghestaen ende gheleghen ter prochie ende dorpe van Dudzeele belast met eene rente van vijftigh ponden grooten wisselgeldt capitaele in proffijte van Cornells Bertholf ende bovendien met bijleve costumiers in proffijte van sweesens voornoemde moeder, sijnde ten ghebruyeke van Fransois Vermeire ten prijse van pd. 7.0.0 gr tsjaers, van welckers pachten naer aftreck van de verloopen rente ende noodighe reparation seer weijnighe baeten sijn overblijvende, boven datter aenden selven huyse noch marckelijcke reparatien dienen te gebeuren ten swaeren coste van de weesen, omme welcke redenen, alsmede omme beter ghedaen dan ghelaeten, hebben de supplianten den voormelden huyse ende medegaende erfve vereght aen Adriaen Van Nieuwmunster voor ende omme de somme van eenhondert vijftigh ponden grooten courant, suyver goet voor suyver gelt, ende alhoewel de solve vercoopinghe is voordeeligh voor de weesen is die noghtans ghebeurt behoudens aggregatie van voorzeyde Heeren, tot becommen van welckens oorsaecke de supplianten hun keeren totten collegie, tselve seer oodtmoedelick biddende believe gedient te wesen overgemerckt de redenen voorschreven de voormelde ghedaene vercoopinghe t aggeeren ende aproberen mitsgaders vijnden dies den eersten suppliant te authoriseren omme aenden cooper van diere te verleenen erfvenisse voor juge competent alsmede om op sijne quitantie coopschadt tontfanghen alles met last van der selve sweesens proffijte te namptieren ter graffie van van weesen van desen lande etc...
... Naer rapport van dheeren Schepenen ende greffier van weesen, tcollegie aggreert de gedaene vercoopinghe …. actum in camer 18.3.1758
Philips Salens.
Op 21.12.1760 geeft Pieter Matthijs kwijting voor ontvangst van pd. 97.4.4 gr coutant over de reste van voldoeninghe van deze koop.
Volgens de verdeling was dit huis, bij het overlijden van zijn vrouw en bij ontbreken van kinderen, voor de helft eigendom van Adriaen Van Nieuwmunster, terwijl de andere helft toekwam aan de erfgenamen van Anne-Marie De Coster. De onverdeeldheid van dit goed bleef bestaan tot 17.12.1785 toen Adriaen die andere helft kocht aan de familie De Coster. Op deze datum ondertekenden Jacobus Geets en de andere erfgenamen de verkoopakte. Adriaen mocht pd. 150 gr wisselgeld afdokken.
Met de dood van zijn vrouw geeft Adriaen zijn bedrijf op. Hij laat het over aan Cornelis Van Beveren. Deze Cornelis was te Wulpen geboren den 21.1.1741 als zoon van Jan en Marie Paulijn (Pauwelin). Hoe deze jongeman in Dudzele terecht kwam bij Adriaen Van Nieuwmunster is niet bekend. Zeker is dat hij in 1772 al "domestique" was en bij Adriaen inwoonde.
Nu hij smidsbaas werd, kon hij aan trouwen denken. Cornelis Van Beveren vond op Dudzele zijn echtgenote in de persoon van Anne Marie Stroef (Strouf). Deze was te Dudzele geboren op 4.5.1755 als dochter van Joseph en Isabelle Van Dierendonck. Joseph was afkomstig van Lissewege en Isabelle van Hoeke. Cornelis huwde te Dudzele op 6.6.1786.
Een huwelijkscontract werd opgemaakt te Brugge op 27 mei 1786 tussen: C. Van Beveren zoon van Joannes en Maria Pauwelijn, laat van het Vrije, geboren te Wulpen en peerdesmed te Dudzele, jongman; en Anne Marie Stroef dochter van Jozef en I. Van Dierendonck, lateresse van het Vrije, geboren en wonende te Dudzele, geassisteerd mat Joannes Versluys haar stiefvader en François Struyf haar halve broeder en gewezen voogd.
Op 15.9.1785 had Adriaen Van Nieuwmunster al een verklaring ondertekend waarbij hij de helft van zijn huis verkocht aan Cornelis Van Beveren voor de som van 200 pond gr wisselgeld boven alle lasten. Op de dag van het in gebruik nemen moest 100 pond contant betaald worden. De rest werd als rente bezet op het goed. Opzeg van de rente door koper of verkoper kon gedaan worden, mits de betaling gebeurde in vier gelijke betalingen van 25 pd. Op 2.12.1785 werd prijsie gemaakt van al het ijzer in de smisse voorhanden. Daartoe had elk een prijser aangesteld. De prijsie werd aangenomen voor een bedrag van pd. 31.0.0 gr. Eerder al waren Adriaen en Cornelis onderling akkoord geraakt over de overname van al het smidsalaam voor een som van 100 gulden courant. Samen bedroeg de som pd. 47.14.4 groten.
Adriaen bleef ook in de smidse wonen. Tussen andere papieren is er een rekeningetje nopende de mondkostvergoeding van Adriaen aan Cornelis.
Om aan zijn financiële verplichtingen te kunnen voldoen, was Cornelis genoodzaakt om nog een rente te bezetten op zijn huis. Deze rente (lening) bezat Matthijs Tavernier, de zoon van Martinus en Anne Marie Van Nieuwmunster, vrijlaat van het Ambacht en de parochie Oostkerke. De rente bedroeg 8 pd. tegen de 25e penning (= 4%) over een kapitaal van 200 pd. gr Vlaams wisselgeld. Ze was bezet op een woonhuis bestaande uit keuken, kamer, bakkeuken, kelder, smissewinkel en verdere gebouwen, staande op 40 roeden erve, gebruikt nu door de comparant (Cornelis). Dit alles gelegen te Dudzele bij de inkom van het dorp, zuidwest van de kerk in het 148e begin van de Watering van Greet Reygarsvliet; en is een stuksken tussen huis en erf van de heirs van Guill. Van Zantweghe, genaamd "Den Baes" zijnde "Het Kuypershuys" aan de oostzijde, met het noordeinde breed aan de straat en met het zuideinde aan de heer Everaert De Cuyper loon. Cornelis Van Beveren was daarin gerecht door koop van Adriaen Van Nieuwmunster 4.2.'86
Adriaen Van Nieuwmunster stierf op 25 juli 1789 in de ouderdom van 69 jaar. Op 21 mei 1788 had hij zijn laatste wilsbeschikking gedicteerd aan de pastoor van Dudzele J. W. Sablé:
Begraven worden in gewijde aarde. Korts na zijn verlijden een gezongen mis en zinking. Later een middelste dienst met 's anderendaags een nadienst van een gezongen mis. Op de dag van de zinking, de dag van de lijkdienst en van de nadienst moest telkens een mate tarwe gebakken worden en het brood uitgedeeld aan de armen van de parochie, die op deze dag tegenwoordig waren in de kerk. Verder moesten zo vlug mogelijk na zijn overlijden 100 missen gelezen worden in de kerk van Dudzele, die vooraf gerecommandeerd moesten worden. Tot stipendum moest aan de celebrant voor ieder mis 10 stuivers Vlaams courant en aan de koster twee stuivers betaald, terwijl elke mis moest gevolgd warden door het bidden van een miserere en een deprofondis met de collecte. Op de dag van de zinking moesten de erfgenamen en hunne familie ‘s middags getrakteerd worden in de herberg "De Rooster". Ook alle personen begroet op de dag van de lijkdienst moesten op een middagmaal werden vergast, op de manier zoals men dat gewoon is te doen. Als executeurs van dit testament stelde hij aan Francis Van Nieuwmunster en Cornelis Van Beveren, die daarvoor de vergoeding zullen ontvangen die door Burgemeester en Schepenen van het Vrije zullen getaxeerd worden. Getuigen waren Carolus Cijfflé en Pieter Halse.
Op 11 augustus verklaren de erfgenamen van Adriaen zich akkoord met deze beschikkingen en stellen François Van Nieuwmunster en Cornelis Van Beveren aan als rendanten en verantwoordelijken voor het opmaken van een staat van goed, trouwens dit in uitvoering van het testament.
Als erfgenamen in deze staat van goed komen voor:
- François Van Nieuwmunster, de zoon van Jan hij Marie Goederné (Goedemé). Deze Jan is de broer van Adriaen en gerecht tot 1/4.
- Matthijs en Sebastiaen Tavernier, beide kinderen van Maerten hij Anna Maria Van Nieuwmunster, de zuster van Adriaen
- Henricus Josephus De Visch, zoon van Pieter verwekt hij Anna Tavernier, zuster van de voornoemde Matthijs en Sebastiaen. Deze laatste twee, samen met Henri, zijn gerechtigd tot 1/4 uit hoofde van Anne Marie V. Nieuwm.
- Joannes Philips, zoon van Jacob bij Marie Van Nieuwmunster uit eerste huw. Joseph Lapere: zoon van Pieter bij Francisca Beyne dochter van Jacob bij
de gezegde Marie Van Nieuwmunster uit tweede huwelijk. "Welcke Marie V. N. cock ‘s overledene zuster is, zodat Joh. Philips en Jos. Lapere door haer gerecht zijn tot de derde stake”.
a) Hendrik Van Nieuwmunster; b) Joannes Biervliet gehuwd met Cecilia Van Nieuwmunster; c) Joannes Coppens gehuwd met Rosa V. Nieuwm.; d) Pieter Lacouf, gehuwd met Anna V. Nieuwm.; e) Hubrecht Verheye, gehuwd met Marie Anne Van Nieuwm.; alle vijf kinderen van Pieter Van Nieuwmunster bij Isabelle Uyttendaele. De voornoemde Pieter ook broeder van de overledene zijnde de resterende vierde stake.
Aan contant geld in het sterfhuis word gevonden:
200 franse krone, waard pod vl. courant 108.17.9
61 koninginne kronen, waard pod vl. courant 32.0. 6
13 dobbel Louisen, waard pod vl. courant 3.2.5
104 dobbel souverain, waard pod vl. courant 56.12.1
maakt 200.12.9
Uitgegeven 5.0
Totaal 200.7.9
af 1.6
Rest 200.6.3
Daaruit blijkt nog eens dat onze mensen in die tijd halve rekenwonders waren in het omzetten van geldwaarden. Er wordt gedurig gewag gemaakt van ponden groten Vlaams, waarin dan nog het verschil tussen courant en wisselgeld; met daarbij nog, talrijk, sommen in guldens en stuivers uitgedrukt; hier dan nog al die vreemde munten (30).
In de bundel papieren treffen we bijna alle rekeningen aan van kosten van de uitvaart, rekeningen die meer gedetailleerd zijn dan in de staat van goed, en waar we dus de voorkeur aan geven.
Ghelevert op den 26 julius 1789 een doodt cijste voor den overleden Adriaen Van Nieuwmunster ende dat voor de somme van pd. gr VI ct 1.3.4 ontfaen den inhoudt deser utter andt van Cornells Van Beveren desen 30 augustij 1789 Jeannes De Vos tijmmerman.
Het sterfhuys van Adriaen Vannieuwenmunster saliger memorie begraeven tot Dudzeele, debet als volgt:
over sijne sinkinge met gesongen misse en absouten gedaen 27 july 1789
voor recht pastoreel pd 0.10. 0
voor recht onderpastoreel 0. 3. 4
voor putmaeker en roedraeger 0. 4. 0
voor twee vaene draegers 0. 2. 4
over den middelsten dienst gedaen den 11 augusti 1789
voor recht pastoreel 1. 6. 8
voor recht onderpastoreel 0. 9. 0
voor roedraeger 0. 2. 0
voor twee vaene draegers 0. 2. 4
over den naerdienst eender gesongen misse den 12 aug.
voor recht pastoreel 0. 5. 0
voor recht onderpastoreel 0. 1. 8
voor den roedraeger 0. 0. 8
TOTAAL 3. 7. 0
ontfaen van de executeurs testamentaire Fr V Nieuw en Corn V Beveren, over bovenstaende diensten ter lavenisse der ziele van Adr. V. Nieuwm. deze somme van drije pond en zeven sell. courant geld dezen 31 ougst 1789
- M. Sablé, paster in Dudzeele.
item als costereel recht sinckinghe 0. 3. 1
trecht v.d. middelsten dienst 0. 9. 9
trecht v.d. nadienst en baere 0. 2. 1
gelevert het wasch tot den dienst 0.18. 8
over het cloekgeluyd 0.15. 1
TOTAAL 2. 8. 8
Vleys coster en clockluyder in Dudzeele 1789
-Ontfaen uuytter hant van Francuys Van Nieuwmunster de somme van 18 sch.gr. courant over het afleggen van Adriaen Van Nieuwmunster en over het begroeten van de vrienden en kalanten en eens in de sijnkijnghen en op den diensten over het haelen van de vijsch (31) naer Brugge.
Dit is het marchq van Augustijn de Loddere.
Dit begroeten van vrienden en kalanten was de mondelinge kennisgeving en de uitnodiging. Eertijds was men aangewezen op een boodschapper. Tot voor kort bestond deze gewoonte nog.
- Den onderschreven geleverdt aen hit sterfhuys van Adriaen Van Nieuwmunster den nomber van dreijentwijn pont en aelft haemmevleijs a tegen veir stuijver het pont kom de somme van 0.15.8 actum den 8 augustus 1-7-8-9 Françoes van Nieuwmunster.
- Gelevert ten dienste van de basinne Hatse dit volgende vleesch a nege groote het pondt ten jaere 1789 56 1/2 pond
desen 8 oust bedraegt ter som pd. 16. 0. 0. 4 1/2 mit.
Ontfaen L. Breydel
- Den onderschreven Jacob Van Dijcke bekent gelevert te hebben aen het sterfhuys van Adriaen Van Nieuwmunster op den 27 July 14 steen tarwemeel en op den 8 ougst 33 steen tarwemeel comt saemen te bedragen den nomber van 47 steen aen den prijs van 10 stuyvers ber steen pd. 3.18.4
24 oughst 1789 Jacobus Van Dijcke, molenaere tot Dudzeele.
- Ontfaen van Cornelis Van Beveren, als executeur testamentaire, ten sterfhuyse van Adriaen V. Nieuwm. de somme van thien pond grooten Vlaemsch corant over het delebreren van een hondert gerecommandeerde missen met miserere en deprofondis tot laefenesse der ziele, hier onder begrepen de twee stuyvers, die aen den coster uyt crachte van het testament voor elck en ijder van 100 missen moeten gegeven worden, toorconden dezen 13 aug. 1790.
- Ita est J. M. Sablé paster in Dudzeele.
-Specificatie van geleverde waeren voor den uytvaert van Adr. Van Nieuwmunster voor heerst gelevert 10 pont en alf boater a 4 stuyvers en alf per pont,
compt pd 0. 8. 9 1/2
nogh gelevert voor pd. 0.2.5 kaes 0. 2. 5
nogh een kanne mostaert 0. 1. 0
compt tot alle somme 0.12. 2 1/2
Voldaen van Pieter Hatse van deese bovenstaende somme op den 16 houst 1789 Joannes de Deckere.
- Ontfaen vuytter hant van François v. N'ster de somme van 5 pont 2 schell. 10 gr over leveringhe van bier, hout, vijsch, specerie en servitie over de sijnkijnghe, dienst en naerdienst van Adriaen V. Nieuwmunster op den ... en den 11 en 12 oust 1789 Actum den 20 sept. Pieter Hatse.
- Ontfaen van Pieter Hatse neghen sch. gr. courant over het backen al het broodt en leveringhe van het soupe broodt dienende tot de uytvaert van Adriaen V. Nieuwm. Dudzeele 18 oust 1789. Carolus Cijfflé.
- Ontfaen van Cornelis Van Beveren de somme van een pond gr courant betaelende over het sterfhuys van Adr. V. Nieuwmunster gewesen gildebroeder van d'oude gilde van S.t Sebastiaen binnen Oostkerke den tijd van 40 jaeren.
Faveers Deken van voornde gilde.
-Ontfaen van Cornelis Van Beveren 10 sch. courant over restant doodtschuldt van Adriaen Van Nieuwmunster gewesen confrater van de mansgilde van St Sebastiaen ter prochie van Dudzeele.
Actum 2J jan. 1790. Carolus Cijfflé, als sorger.
-Ick onderschreven kommen te goed in het sterfhuys van Adriaen Van Nieuwmunster de somme van pd. 13.2.8 gr courant voor eerst over vier maenden 24 daeghen mondcosten
tot een schilling daghs bedragt 7.4.0
over het besorgen in sijn doodt van den 8 meye tot den 25 july a seven stuvvers daghs 4.8.8
van over arde liggen 1.10.0
Actum desen 14 augustus 1790 Cornelis Van Beveren.
Op verzoek van François Van Nieuwmunster had P. P. Ponchau van Brugge het goudewerk geprezen op den 19 September 1789
een paer hemdecneopen 0.4.4
een hemdecnoop 0.1.10
15 silver cnoopen 0.8.0
een hals slot 0.4.0
een paer couse gespen 0.9.6
eon paer schoengespen 0.17.0
een paer ronde goude ooringen 0.14.4
SAMEN 2.19.0
Verder werd er in de ontvangsten nog een post geboekt van 30 pond groten wisselgeld in voldoeninge van een remboursement van een obligatie. Deze was François Neyts schuldig aan het sterfhuis.
Daarmee zijn we meteen aan het eind van ons latijn gekomen. Cornelis Van Beveren is op de smisse gebleven. Voor zover we nagekeken hebben zijn er te Dudzele twee geboorten geweest. Een zoontje Cornelis in 1788, maar waarschijnlijk is het datzelfde jaar gestorven. Het tweede was een meisje
Francisca Coleta, geboren in 1791.
Over Cornells zelf hebben we nog wat te verhalen, maar dat dateert uit zijn jonggezellenleven en is voor een volgende aflevering.
Nota’s
- Roose; Matthijs Barton, peerdesmidt te Oostkerke, in Rond de Poldertorens XIe jaargang Nr. 3, pp 99-107 (1969).
- Liggende in een leen van de kanunniken van Sint-Donaas te Brugge.
- Voor de meeste benamingen verwijzen we naar het artikel van F. Roose hierboven vermeld.
- Glauwieren: een haak, een klauw om nagels uit te trekken d,
- Bottooren; misschien Bout oren?
- Drillen: De Bo, Boogsnaar. Drille: spille of priem om gaten in steen of ijzer te boren.
- Lechten: De Bo: hengsel, scharnier voor deuren.
- Gremetten: kleine kettingen aan het gebit, onder de kin van het
- Braeckele: werktuig om paarden vast te zetten die moeten beslagen worden. Ook ketting om te binden, zowel voor mensen als paarden Hier wordt waarschijnlijk Bedoeld:
- Heemerooren: een heemer is een houten, een (h)aker een metalen Heemerooren = hengsels voor emmers.
- Gonshakens: Bij smids, haakijzer in rechthoek geplooid waarvan het ene eind in de muur gemetst wordt en het ander de "harre" uitmaakt waar een deurhengsel op draait De Bo.
- Bilje en oog van een Bilje: ons Verwijs geeft het ww. billen: kloppen, slaan, houwen, een molensteen billen=scherpen. Vgl aanbilt = aamBeeld.
- Sweetijser: zwee- of hoekijzer.
- Roose, Barton peerdesmidt te Oostkerke, zie noot 1.
- Vijlands gronden gelegen in gebied dat rechtstreeks afhing van de administratie van het Brugse Vrije. Wie daarop woonde heette vrijlaat of vrijlatesse.
- De mede-erfgenamen zijn dus haar Broer Martin, 1 kind van haar zuster Barbara, 3 kinderen van haar zuster Clara, en haar halfzuster A.M.
- Thee seck: misschien verschrijving voor teezak (theesack)?
- Rabats (geplooide) fries aan de bedhemel of aan de sponde; ook aan de kavebank boven de
- Ladepo: ons onbekend als Ledikant?
- Vlasschen: flessen.
- Verstinne mutsen: misschien "festine mutsen"; d.i. fustijn = katoen.
- Falnen: faliën, fallie, foelge (Gloss Stallaert) Zwart zijden of stoffen hoofd- of
- Sitse: Verwijs: side, zijle, sijt. Vgl siledraet; sidenwolle = zijde achtige wol van de wolboom (bombicinum; vandaar bombazijn).
- Calmande: een soort stof. Wellicht een kledingstuk. in callamande.
- Mantelijne: verklw. voor Kan kort manteltje zijn.
- Manotten: woord als dusdanig niet aangetroffen. Is voldoende gekend als "wanten". Eerstijds een verlengde brede mouw om de handen in te bergen, later afzonderlijk stuk, meestal van bont: mof.
- Clisterijbusse: klisteerspuit om lavement toe te dienen. Wijst naar "peerdemeester".
- Seul ooren: seul = fr seau = emmer seulooren = hengsels.
- Minsels:
- Wissel old – courant geld: zien nota 7 ,...p Bladzijde 159.
- Vijsch: vis.