Het einde van een vereniging:
Rollerhockeyklub Knokke 1935-1982
Nadat in 1935 Miel De Buysere in het raam der zomerfeestelijkheden voor een demonstratie van rollerhockey had gezorgd met de Belgische A- en B-ploeg op het Verweeplein, staken vaders van parate zoontjes de koppen bij elkaar: Miel Debuysere met zoon Roger, Leon Verheye met zijn André, Stanislas Carreer en spruit, adjudant Emile Claes met Marcel, Cyriel Devulder met Karel en Albert, Vandewalle en Vermeire, Julien Kreps met Krist.
Zo werd RHC Knokke geboren onder voorzitterschap van Leon Verheye, met kadetten die juniores werden en tot kampioenen opgroeiden. Ze zouden hun plaats krijgen in de nationale ploeg.
Nu is de fiere klub in alle stilte van het sportterrein verdwenen. Na bijna een halve eeuw aktiviteit.
De Knokse liefhebbers hebben nochtans bewezen dat ze in deze sport, die bijna uitsluitend door een elite beoefend wordt, een vooraanstaande rol konden spelen. Brussel en Antwerpen hadden het monopolie tot Knokke zich plotseling op hun hoogte kwam hijsen, om naar de nationale titel te dingen.
Jules Van Hecke werd voorzitter van de tweede generatie in 1951. Het volgende jaar werd het kampioenschap van le afdeling veroverd, nog steeds met de zoontjes van weleer aan de slag. Het bestuur met de hh. Larmuseau, Van Troyen, Debuysere, van der Hooft, Van Ongeval, Van Oekerhout, Devulder en Claerhout zorgde voor de heropbloei. In ere-afdeling werd in 1955 de nationale titel in de wacht gesleept met Hugo Styns, Karel Devulder, Roger Debuysere, Gerard Aeben, Marcel Vervloedt en Albert Devulder.
Knokke RHC in zijn glorietijd, in 1966, met staande v.l.n.r. A. van der Hooft, Vervloedt, W. van der Hooft en Slosse; geknield: Caron, Poppe, Claerhout en Vestens.
Sport aan de top
Miel Van Hecke volgde in 1956 zijn broer als voorzitter op. Ook hij zou zijn ploeg naar een kampioenstitel leiden. Er kwamen nieuwe namen op de erelijst: Wim en Albert van der Hooft, Gilbert Vestens, Armand Caron, John Poppe, Claerhout en John Slosse, kapitein Vervloedt mee. Het was dan in 1967 dat weer Belgische kampioenen gevierd werden.
De veteranen kwamen bij deze gelegenheid nog eens aan bod en tijdens een gedenkwaardige wedstrijd moesten ze enkel met 4-3 onderdoen tegen hun opvolgers. Schepen Van Parys overhandigde de bloemen aan de kampioenen en beloofde een sporthal. De Knokse klub moest zijn kompetitiewedstrijden 's winters immers meestal in vreemde zalen gaan spelen. De schepen hield woord, want de mooie sporthal is er in 1972 gekomen.
Bij het 35-jarig bestaan bestond het bestuur uit ere-voorzitter Jules Van Hecke, sekretaris Marcel Claes, penningmeester L. Anthierens, leden W. van der Hooft, K. Devulder, J. Delanoeye, F. Desnyder, H. Van Damme, G. Claerhout, F. Le Guen en een spelersafgevaardigde John Poppe. Het was een hoogtepunt: 25 internationale tornooien achter de rug, een jaarlijks schooltoernooi, jaarlijks trips doorheen Europa, deelname aan superkompetitie, uitblinkers aan de top. Een tiental spelers werden internationaal.
En toch zouden de jaren '70 het begin van het einde worden. In de sporthal werd de Noordzeecup ingericht, werden de kompetitiewedstrijden gespeeld. Dan kwam de klap in 1978: “de vloer in de sporthal lijdt onder de rollerhockey”! En dan buitengezet, twee dagen vòòr de aanvang van de nieuwe kompetitie in september.
In een schrijven aan burgemeester Desutter zei het bestuur dat zulks de “doodsteek” van de klub zou worden. Men kon niet naar de Speelman, evenmin op het buitenveld van het stadion, waar de bevloering ook niet in orde was.
Zo werd de Rollerhockeyklub van Knokke dan afgeschreven bij gebrek aan akkomodatie. De tijd van de De Buyseres en Verheyes zijn achter de rug, adieu de Devulders en de Poppes.
1977
– Boven: de h. Leon Verheye, medestickter en eerste voorzitter van de rollerhockeyclub, wordt gefeliciteerd door schepen mevr. Vandecasteele.
– Midden: in mei 1952 werden de kampioenen ontvangen door burgemeester Lippens en schepen Verhulst. Op de klassieke groepsfoto op de trap, herkent men links tevens Mon van ’t stadhuis.
– Onder: in november 1955 waren het kampioenen van de hoogste reeks die terugkwamen, met kapitein Karel Devulder die het herinneringsgeschenk in ontvangst mocht nemen uit handen van schepen Verhulst, met achter hem schepen Rombout.