Pierre van de Velde
Pierre, de zoon van bakkertje van de Velde uit 't dorp bij de loskaai van de stoomtram, zorgde voor het dagelijks brood zoals zijn vader. In deze eeuw is hij een van de grote figuren van Knokke geworden, de bakker die schepen werd en de grote eer genoot hoofdman van de St-Sebastiaansgilde te worden. "Cnoc is ier" is ook zijn spreuk, doorheen de jaren van het oude tot het nieuwe. Hij was voorzitter van de Oudstrijdersbond. Burg. Mattelaer noemde hem zijn “hemelsblauwe vriend”, waar Pierre met de liberalen in de gemeenteraad kwam in 1945, of dan zoveel en nog jaar geleden. Op de laatste verkiezingen vond hij het welletjes. "Pierre-tout-court", zoals hij zelf zei, meende dat het lang genoeg geduurd had op het stadhuis. Maar men zal er hem niet vergeten. Zoals hij zelf evenmin vergeten heeft, de tijd van toen te Knokke. Zoals hij vertelt in deze Dagklapper.
Toen het broodje gebakken werd
Knokke ging helemaal de oven in bij het begin van de eeuw en is sedertdien als een groot koekebrood, waar velen aan smullen, terecht gekomen. Al wie er aan meewerkte moest van aanpakken weten en met initiatief bezield zijn. Ze kwamen van heinde en ver. Zo ook Louis van de Velde.
– Mijn vader is van huis weggelopen nadat zijn vader in Holland gestorven was en hij het niet langer kon uithouden bij zijn stiefvader Pier Coninck. Zo belandde hij te Knokke in de ’Cygne’ bij Tavernier. Het was in 1895. Hij was er garçon en koetsier en ging nog bij bakker Lievens om een frank meer te verdienen. Bij Lievens, wiens vrouw meesteres was in de toen aanpalende meisjesschool, zou hij zijn stiel leren. Hij werkte ook op de molen achter de kerk, vooral op de dagen als het waaide. Vader ging iedere dag met brood rond en zo leerde hij zijn aanstaande kennen, mijn moeder die meid was bij burgemeester Nachtegaele in de 'Welkom'. ’t Was Octavie Waeghe, geboren op de hoek van de Sparredreef en de Zoutelaan, waar de 'Café du Golf' kwam. Ze trouwden in het toenmalig gemeentehuis in de 'Communal'. En Fluppe Proot heeft toen hun huis gebouwd aan de De Klerckstraat (waar nu het Gemeenteplein kwam), een tweewoonst samen met Louis D’hont, de schilder.
– Een oom van mij. Maar kwam de broer van uw vader ook niet naar Knokke?
– Ko was 4 jaar jonger dan mijn vader, en twee jaar na hem ontvluchtte hij ook zijn stiefvader. Men zou hem lang alleen als Ko Coninck kennen. Tenandere, de huidige burgemeester van Wenduine is nog mijn nonkel. Wei, Ko van de Velde kwam dan op zijn beurt naar Knokke en werd paardeknecht bij Bonte, koetsier in het 'Kursaal Hotel'. Hij wist iets van paarden af en hij zette heel wat kinderen op de rug van zijn dier. ’s Winters trok hij naar Brussel. Hij had een kijk op de situatie. Zo trouwde hij dan met een dochter van Pol Van Houtte en in 1910 bouwde hij het 'Grand Hotel du Zoute'. Iedereen voorspelde dat hij zijn broek zou scheuren met dat groot gebouw in de duinen aan zee. Men had zonder Ko gerekend!
– Het is zowat de historie van de eerste uitbaters van Knokke, die waagden en wonnen. Maar om bij bakker van de Velde te blijven?
– Kort na zijn huwelijk opende mijn vader met moeder de eigen bakkerij. Waar het brood bij Lievens nog de houtoven inging, begon vader Louis direkt met cokes onder en om de oven. Het was toen allemaal gelijk rond brood dat gebakken werd. Er was nog geen sprake van luxe-brood zoals nu. ’t Tarwebrood was bijna wit. Maar hij bakte ook krentenbrood, koeken en patisserie. Met zijn eerste 400 fr., toen een hele som, besloot hij een paard en een kar te kopen. Hij trok ervoor naar Torhout. En moeder Octavie smeekte de Heer 'opdat hij toch met zijn geld zou terugkomen'. Hij kwam terug met paard en kar. Zo zou hij gans Knokke kunnen doen met zijn brood, tot de Vrede en het Hazegras, tot Westkapelle en bij al de boeren. Deze moesten een 'fijn brood' (dat een wit was) hebben voor de zondag. In de week aten ze meer van wat ze zelf bakten. Mijn vader zette zo iedere dag een paar honderd kilo brood af. Maar in die tijd was er nog veel ruilkommercie, vooral eieren tegen brood, met de boeren.
De 'Boulangerie Bruxelloise' van bakker van de Velde, anno 1914. Men herkent v.l.n.r. buurvrouw Lisa D’Hont, moeder Marie Vermael, mevr. Deneve en haar schoonzuster, winkeljuffer Maria Deneve, Louis van de Velde en zijn echtgenote Octavie, Madeleine Heyneman (die huwde met de uitbater van 'Beter hier dan verder', nabij ’t Brugs kerkhof), Pierre van de Velde en enkele kinderen van Krulle Heyneman.
– Wie waren de eerste bakkers naast Louis van de Velde?
– Vòòr de eerste oorlog natuurlijk Lievens, dan Charles Ghyssels in 't dorp aan de Lippenslaan, Brieken Deleyn (de Witten Deleyn zijn vader) in de Smedestraat, David Waeghenaere in de Lippenslaan bij de garde, Miel Everaert (Dokter Everaert zijn nonkel) op de hoek van de markt waar bakker Dossche zou komen.
– De 'Wegwijzer' van voor 1914 vermeldt ook nog P. Demeulenaere, G. Flama en Oscar Ingels, bij de 'taartebakkers' verder ook weduwe Schoyman, A. Vandeputte, Delaeter, Nobus en Dusautoi.
– Hoe werd in 14-18 gebakken?
– Er werd enkel in twee ovens gewerkt. Bij mijn vader kwamen Ingels, Pauwaert en Lievens; bij Charles Ghyssels waren Deleyn, Everaert en Waeghenaere.
– Dan is het wit brood teruggekomen met de bevrijding van 1918.
Charles Lievens en zoon Emile bij de oven in 1884. Ze werden aldus op een plankenbord geschilderd door de kunstenaars Schlobach en Casiers, die met Verwee en konsoorten te Knokke verbleven in die tijd. Het schilderij op groot formaat is het bezit van Germaine, dochter van Emile, maar het steekt nu donker onder een dikke laag verkleurde vernis. Het werd voor de Bakkersbond voor de eerste maal uit de kelder in het daglicht gebracht.
– Ik was dan 10 jaar, m’n broer Frans 6 en kleine zuster Marie amper 2. ’k Ben tijdens de oorlog naar school gegaan tot ze gesloten werd. De klassen werden gebruikt om ’vlakens’, kamoefleringsnetten, voor de Duitsers te maken en op te stapelen. We kregen een lange vakantie. 'k Zie nog altijd de eerste Belgische soldaten terugkomen uit de richting van Payes, ’t was 's noens ten elven. ’t Was goed weer, ze waren per velo, Sylvain D’Hooghes vader en nog één. We stonden aan de pastorij en uit de Smedestraat kwamen de laatste Duitsers met hun armen in de lucht. Deze hun broodje was eerder aangebrand.
– Bakker van de Velde kon weer krentenbrood bakken.
– Vader Louis had weldra de grootste bakkerij van Knokke, met 10 of 12 gasten. Uit iedere oven kwamen 150 broden van anderhalve kilo. Hij kreeg er te leveren in Kinderwelzijn en ’t grootste deel van Knokke en omgeving at van zijn brood, 's Zondags zakten de boeren af voor de mis. Ze hadden hun briefje mee met hun bestellingen, voor koffie, suikerij, vermicelli en wat nog meer. Na de mis kwamen ze om de komissie. Ze waren versteven van de kou en moeder Octavie schonk een potje koffie. Het was daar echte 'kaffieklets' in de achterkeuken. Tegenover de deur was de halte van de stoomtram om water en kolen op te doen. In 1922 en daarop zakten de Hollanders in groten getale af, omdat hier toen alles veel goedkoper was. Met hun laatste geld kochten ze chocolade. En moeder schonk Maeckertje een druppel, zodat het niet op een kwartier aankwam om zijn tram te laten vertrekken. En de Hollanders kochten maar voort. Ook in de Oosthoek, waar ze over de grens kwamen om bij Seven Stockx (waar nu de 'Sapinière' is) vaders brood te kopen. Iedere dag werden er daar 80 afgezet. Hij had er ook in het oud gemeentehuis, bij 'Cafe Andre' zijn moeder, en de steenbakkers waren er de beste klanten. Het vervoer gebeurde met een kamion op vier wielen en door een paard getrokken. In 1929 waren 2 kamionetten Ford in de omloop met brood.
– En gij werd ook bakker?
– Ik ben in 1922 naar Brussel op school gegaan en leerde er het pasteibakken. Dan deed ik mijn soldatendienst te Doornik in 11 a, een 'regiment wallon'. En ’k ben getrouwd en we gingen in 1931 in de Lippenslaan wonen, in het huis van loodgieter Pauwaert. Hier werd ik dan bakkersbaas. De rest kent ge …
Pierre van de Velde bij een foto van zijn ouders, wijlen Louis van de Velde en Octavie Waeghe.
Zijn moeder, geboren Octavie Waeghe overleed in 1958; bakker Louis van de Velde stierf in 1959.
De 'rest' is dat de h. Pierre van de Velde gemeenteraadslid werd en le schepen van Knokke.
Schepen van de Velde bleef ook met beide voeten in het volkse leven, reeds sedert hij in 1928 schutter werd, zoals zijn vader erevoorzitter was van de Noordschutters, en hij er thans voorzitter van is, ook ondervoorzitter van de St-Sebastiaansgilde, lid tevens van alles wat hier op de liggende wip schiet. Men kent 'Pier-tout-court' of 'Pier-van-Conincks' tenandere ook als voorzitter van de Knokse Oudstrijders 1940-45. Hij was er zelfs bij toen de eerste veloclub werd gesticht.
Hoofdman Pierre van de Velde feliciteerde in 1982 de Knokse keizer. Bij de St-Sebastiaansgilde werd voor de 74e maal de nationale titel betwist en het was Joseph Versyck, als vierde Knokkenaar sedert het einde van vorige eeuw, die Keizer van België werd.
– In 1932 organizeerden we een grote koers voor beroepsrenners met 'Knokke Sportief'. Afgevaardigde van de wielerbond Remy Pyck was voorzitter, met naast hem nog René Van Parys, Walter Van Houtte, Richard De Knock, Etienne Raepsaet en André Roose. Het was een wielerclub die draaide zolang ze allemaal 'jonkheid' waren, maar die kapot gegaan is als ze een lief kregen en aan het vrijen gingen. Hoe dan ook Remy Pyck werd opgelegd een koers in te richten. Het moest iets groots worden en we vroegen een toelage van 5.000 fr. aan de gemeente. Een hele som, die we kregen. Er werden voor 25.000 fr. prijzen uitgeloofd. Er kwam toelating om gedurende 6 uren de tram stil te leggen en gans de Lippenslaan af te sluiten. De tramrails werden gevuld met rode aarde van de tennis. Het werd een heel werk om die na de koers weer schoon te maken. Van Albert Buysse huurden we een tribune voor 10.000 fr. om ze te plaatsen van de 'Nord' tot bakker Dossche. Alles werd afgezet, aan het station en aan de Smedestraat, ook bij de Prince’s, terwijl er aan de Fincentlaan een kiosk kwam met een fanfare. We lieten uit Brugge 150 rijkswachters komen die 's noens mosselen kregen bij Buyzere. Uit de velodroom van Brussel kregen we van Van Hamme 10 kontroleurs, die we nodig hadden om vreemde gezichten te hebben die niemand doorlieten. En Leo Deryck won vòòr Romain Maes. Al onze kosten waren gedekt en we hadden nog 5.000 fr over om een kosteloze junioreskoers te geven, maar zonder afsluitingen. Want burgemeester Desmidt zei ons achteraf 'dat hij van zijn leven zoiets niet meer wilde zien’, nadat hij vooral de goeverneur van Oost-Vlaanderen op zijn hals gekregen had als deze niet door de Lippenslaan kon!
Voor 60 jaar bakkersbond in 1979 was Pierre als ere-sekretaris ook van de partij met het bestuur van “De Toekomst”. André D'hont.
De jubilarissen omringd door familieleden en overheidspersonen op het stadhuis.
Pierre van de Velde en Hilda Georges vierden in 1981 hun 50 jaar huwelijk.
Petrus van de Velde werd te Knokke geboren op 16 febr. 1908, Hilda George te Kortrijk op 24 juli 1910. Ze huwden te Knokke op 5 mei 1931. Ze wonen ter Verweeplein 20 te Knokke.
***************
Om deze Knokse historie uit onze eeuw te besluiten, nog eens alles op een rijtje over:
Pierre van de Velde
– 1924: Op 16 jarige leeftijd op de patissierschool in Brussel en in de winter en de zomer in bakkerij thuis op de "groenselmarkt" bij vader, waar er benevens vader Louis en Pierre, ook 8 knechten in het seizoen werkten. Maakte in die tijd tot 6.000 pistolets per dag, en alles werd nog met de hand gedaan. Een pistolet kostte toen 0,20 Fr, en een brood 1,50 Fr, leverde toen aan de bijzonderste hotels te Knokke, tot in
– 1931: Als zelfstandige bakker-patissier in de Lippenslaan, tot in
– 1969: zijnde pensioenleeftijd
Heeft daarvoor het Nijverheidsereteken 1e klas ontvangen.
Politieke loopbaan:
– 1946: Stelde zich bij de Liberale partij kandidaat voor de Gemeenteraadsverkiezingen, en werd voor de 1e maal verkozen. Had toen 139 voorkeurstemmen en kwam in de Gemeenteraad met als Burgemeester Leon Lippens, Schepenen Verhulst en Mattelaer en Gemeenteraadsleden Pierre van de Velde, Dries Landschoot, Stroobandt, Fernand Desmidt, J. Rombout, Adhemar Loeys, Bullynck, Carlos Vermeire, Louis Dewaele, Fons Lierman.
– 1952: terug als Gemeenteraadslid bij de Liberale partij,
– 1958: idem als voorgaande.
– 1964: Als Schepen samen met Verhulst en Mattelaer, terwijl Leon Lippens steeds Burgemeester was. Wanneer Verhulst in 1966 verongelukte, kwam Aernoudts als Schepen.
In 1968 gaf Leon Lippens ontslag als Burgemeester en zodoende werd E. Mattelaer Burgemeester en Roland Vanparys 3e Schepen.
– 1970: Bij de Fusie terug Gemeenteraadslid, bekwam in deze verkiezing 2.696 voorkeurstemmen. Verliet het stadhuis in 1983.
Was ook Provincieraadslid vanaf 1971 tot in 1978.
Verenigingsleven: Pierre is of was:
- Aanvankelijk bestuurslid en nadien ondervoorzitter van de Harmonie De Zeegalm vanaf 1950 tot op heden,
- Voorzitter van Knokke Sportief vanaf 1933 tot 1945.
- Ere-voorzitter van de Boks-suppertersclub vanaf 1933 tot 1950.
- Bestuurslid van de sportraad vanaf 1966.
- Hoofdman van de St.-Sebastiaangilde vanaf 1975 tot op heden.
- Voorzitter van de Noordschutters vanaf 1951 tot op heden.
- Ondervoorzitter van de Vlaamse scherpschutters vanaf 1960 tot op heden, en lid vanaf 1930.
- Secretaris van de Bakkersbond Knokke en Heist vanaf 1945 tot 1978.
- Bestuurslid van de duivenbond de Noordduif Knokke vanaf 1948 tot in 1980.
- Ere-Voorzitter van de biljart-club "Du Midi" vanaf 1947 tot op heden.
- Voorzitter van de N.S.B.-afdeling Knokke vanaf 1945 tot 1980.
- Bestuurslid van O.C.M.W. vanaf 1971 tot op heden.
– Diensten aan het land en de Dynastie:
- Soldaat milicien klasse 1928, bij de artillerie te Doornik.
- Werd gemobiliseerd in 1938 in de Ardennen.
- Heeft daarvoor 9 eretekens, waarvan . Bijzonderste "de gouden palmen in de kroonorde".
– Kinderen: 2 kinderen - 3 kleinkinderen:
1/ Jaak – bediende van beroep, ongehuwd, woont A. Verweeplein.
2/ Louis – Officier bij de brandweer, gehuwd Maria Gheyle, wonen A.Verweeplein:
3 kinderen:
a/ Pierre (naam werd gegeven naar grootvader) – Industrieel Ingenieur.
b/ Sabine – haarkapster, was Miss dierenvriend 1979.
c/ Jan –