In het Gezellejaar: een Engels verslag van Gezelles laatste reis, en 2 niet gekende strofen van zijn allerlaatste gedicht
E.H. J. Van den Heuvel
Op Witte Donderdag 30 maart 1899 werd gezelle benoemd tot "chaplain", geestelijk directeur van de kanunnikessen van Lateranen in het Engels klooster Nazareth te Brugge.
Nog dezelfde dag ging hij het melden aan de vrouw en kinderen van zijn overleden broer Romaan (+ 1 januari 1899), de kunstvuurwerkmaker, en ... aan zijn grote vriend kanunnik Rembry, inspecteur van het middelbaar onderwijs en grootvicaris.
Van juni tot mei (15e) 1894 woont hij in bij kanunnik Rommel, zijn oudleerling en groot bewonderaar, terwijl alles in het chaplain-huis der Carmerstraat in orde wordt gebracht. Met een fijn-vrouwelijke opmerkingsgeest schrijft zuster directrice der Engelse kostschool voor meisjes: "Cette arrivée a Bruges, voulue par Monseigneur pour lui donner une consolation et une joie, venait trop tard et brisait toutes ses habitudes. Son déménagement seul lui fut une grande fatigue. Pendant tout le temps que dura son déménagement, il me disait qu'il était brisé ..." (1).
Gezelle was ziek. Einde juni begon een gezwel aan de rechterarm hem te hinderen. 0ok kwamen er zweren aan een van zijn vingeren, later aan de elleboog; hij kon zelfs moeilijk schrijven.
Het was de gewoonte dat de directeur van Brugge de stichting van het Engels klooster in Engeland "The priory of Our Lady of good Counsel" ieder jaar bezocht. Monseigneur Waffelaert, als onmiddellijke hoogste overste van de Xaverianen, die toen nog een diocesane congregatie vormden, vroeg Gezelle hem te vergezellen bij een bezoek aan de Engelse huizen der broeders.
Op 12 september 1899 kwam Gezelle met zijn bisschop, Monseigneur Waffelaert in Victoria Station aan. Hij was reeds ziek, maar had de vraag van zijn bisschop, om hem naar Londen te vergezellen niet durven afslaan. De bisschop was zijn grote vriend en voor hem vertaalde hij zijn "Meditationes Theologicae" in "Goddelijke Beschouwingen".
Aan het station stond de provinciaal der Xaverianen, de 56-jarige broeder Gabriël Coene, afkomstig van Vlamertinge, de reizigers op te wachten met koets en paard. Na Engeland kwam deze in 1872 naar Brugge en werd er overste en schooldirecteur van het Xaveriusinstituut. In 1895 werd hij provinciaal in Engeland (2), en stichtte er het Xaveriancollege te Manchester en het college te Clapham, een Londens district.
De Brugse bisschop zou dan ook met Gezelle in het Clapham College der Xaverianen verblijven. Hier wachtte hen een gans gezelschap om hen te verwelkomen. De reis had hen vermoeid, en aanstonds werd "dinner" opgediend.
Broeder Gabriël was de gulle gastheer en gids van deze voorname bezoekers. De volgende dag, 13 september, trok de bisschop met Gezelle naar de aartsbisschop. De aartsbisschop, kardinaal Vaughan, was echter afwezig, en ze werden door de Right Rev. Dr. Brindle D.S.O. ontvangen. Deze ging met hen naar de pas gebouwde katolieke katedraal van Westminster en was voor hen een uitgelezen gids.
De bisschop, Rev. Dr. Gezelle en broeder Gabriël werden uitgenodigd om op 14 september te komen dineren bij de bisschop van Southwark. Mgr. Waffelaert en Gezelle bezochten ook Our Lady's Priory, met Moeder priorin uit Brugge, en de bezienswaardigheden van Londen met broeder Gabriël. Gezelle was zo blij met de gulle gastvrijheid en vriendelijkheid en met de fijne gids, broeder Gabriël, dat hij voor hem ... zijn laatste gedicht maakte op 18 september.
Waarschijnlijk vroeg de vicaris-generaal Rembry aan broeder Gabriël een kopie ervan. Deze tikte het met een schrijfmachine (in 1899!) op papier met het doordrukzegel van de Broeders Xaverianen en hun spreuk "Concordie res parvae crescunt".
De broeder schreef op de rugzijde: "To the Very Rev. E. Rembry, v.g., with Bro Gabriel's compliments".
Dit gedicht is gekend, maar... meestal foutief afgeschreven en ... er ontbreken twee strofen, die men dacht te moeten weglaten (stroof 5 en 6), en wij kunnen best begrijpen om welke reden!
Onderaan typte broeder Gabriël: "The Original of the above, written and signed by the poet, is kept in the archives of Clapham College".
Clapham
Te Clapham is 't een goed quartier,
'k wil dat er vele waren,
lijk Clapham, in het land daarnaar
wij morgen henenvaren.
Nog langen tijd zij Gabriël
hier Bisschops vriend en reisgezel.
Victoria, daar stond hij op
de wacht, om ons te vangen
met peerd en steert en roozenverwe
op alletwee zijn wangen.
"Alhier" zei hij, "wat staat gij daar
zoo lange? of is er brandgevaar?"
Na korten tijd op tafel was
er al dat ate of drank is,
tot vegetable marrow toe
dat zochte spijze en kranke is.
Wij zeiden ons getween:
“Zoo goed onthaal en is er geen!”
Zoo ging het en zoo bleef het gaan
en alledage smoorden
wij pijpen, menigvuldiglijk,
die man noch wijf en stoorden;
tot dat wij eenmaal rookens moe,
vertrokken naar Westminster toe.
Daar liep er een de trappen op
die zei: "Gij moet, mijnheeren,
mij volgen, recht om hooge, langs
die vastgebonden leeren.
Daar klom er een, op ’t zelve pas,
maar Gabriël too timid was.
Een ander stuk vol stoutigheid
wierd korts daarna bedreven
van een die in de pijne zat
en die dit heeft geschreven:
geen mensch die 't zag en Gabriël
en zei het niet, al wist hij 't wel.
De Cardinal, wilt mij (wel) verstaan,
met twee van zijn prelaten,
en heeft die op Westminster klom
niet onbeloond gelaten:
hij kwam naar Clapham toegesneld
en wierd er ook gegabriëld.
Gegabriëld, dat is een woord
dat zegt hetgeen geen monden,
al had er iemand five or six
en zouden ooit verkonden:
de goede God, o Gabriël,
die alles weet, hij weet dat wel.
Clapham, 18-9-99.
Rembry plakte dit gedicht midden een verzamelmap met zijn ex-libris, (die later eigendom werd van kanunnik A.C. De Schrevel) waar hij alle dokumenten, affiches, en ook de twee gedichten, afzonderlijk als gelegenheidsgedicht uitgegeven, van Gezelle over Waffelaert ("Duo nos quo tendimus" en "Waar is de tijd naartoe") inkleefde.
Bij het eerste schreef de groot-vicaris nog een merkwaardige nota: "Cette pièce a été insérée dans Biekorf, tom. IX (1898), pp. 358, sv., précédée de quelques lignes, qui en fournissent la clef.
Le morceau est daté du 29 juin 1898; ce jour-la, Mgr. Waffelaert avait réuni a sa table, dans sa maison de campagne, outre le poète, Mr. Guido Gezelle, ses Vicaires généraux, MM. les Chanoines Rembry et Houtave, Mr. le Chanoine De Schrevel, sécrétaire de l'Evêche, Mr. le Chanoine Soenens, Sécrétaire-adjoint, MM. Asseloos et De Vos, sous-sécrétaires."
Op uitnodiging nu van broeder provinciaal kwamen kardinaal Vaughan, de bisschop van Southwark en Rev. Brindle naar Clapham College op tegenbezoek. Deze lunch greep plaats op Tuesday, 19 september. Na lucheon waren alle leerlingen samen op het grasperk om de hoge gasten te verwelkomen. Een, Bertrand Mc Fadder, las een verwelkoming voor. In zijn wederwoord, vertelde de kardinaal dat hij de Broeders Xaverianen reeds meer dan 26 jaar kende, dat hij een grote bewondering had voor hun werk bij de jeugd, en voor het prachtige college dat zij in zulk een mooie omgeving hadden opgericht. Hij wenste het college dan ook alle sukses toe, en dat nog meer colleges zo goed uitgerust en goed gelegen zouden opgericht worden. Op de speciale vraag van zijn eminentie kregen de studenten een speciale dag vrijaf.
Kort daarna, onder stormachtige cheers der studenten, verliet hij het college, ten zeerste ingenomen met zijn eerste bezoek.
De bisschop - nooit wordt de naam Waffelaert, maar wel Guido Gezelle genoemd! - vertrok vroeg de woensdagmorgen uit Engeland voor de overvaart naar België Hij bedankte de broeders en de leerlingen voor de hartelijke ontvangst, en bijzonderlijk broeder provinciaal, die hen zo goed ontvangen, zo "gegabriëld" had.
Op 20 september waren zij terug thuis,...maar Gezelle was ziek. Toch ging hij nog op 18 oktober en 15 november naar de Akademiezitting te Gent, maar moest de zitting verlaten...
De volgende zaterdag liet hij zich vervangen, en op zondag bleef hij te bed. Nu had hij een grote buil achter het linkeroor, en hoge koorts.
Op maandag 27 november 1899 stierf hij, slechts twee maanden na de reis naar Londen.
Voetnoten
- A. Walgrave, Het leven van Guido Gezelle. Amsterdam 1924, II, 320.
- Br. J. Devadder, Guido Gezelle, Engeland en ... de Xaverianen. Concordia, juni 1980, 10.
BIJLAGE: The Universe, London 30 7 ber 1899.
Distinguished visitors at Clapham College.
Clapham College has lately been specially honoured by the visit of some illustrious ecclesiastical dignitaries. His Lordship the Bishop of Bruges, during the recent stay in England, was the guest of the Xaverian Brothers at Clapham College.
On His Lordship's arrival at Victoria Station on the 12th inst. he was met by Brother Gabriel Xavier (Provincial), who accompanied His Lordship to the college, where a select party assembled to welcome His Lordship. Immediately after the reception of His Lordship the invités partook of dinner. Next day the Bishop of Bruges, accompanied of the Rev. Dr. Gezelle (chaplain of the English convent in Bruges), visited Archbishop’s House, Westminster, to Pay His Respects to His Eminence Cardinal Vaughan.
In the unavoidable absence of His Eminence, the Right Rev. Dr. Brindle, D.S.O., showed the Bishop of Bruges and his learned friend Dr. Gezelle ( a renowned linguist and poet) all over the new cathedral, explaining most interestingly the many excellent features in the imposing structure. On the 14th inst. the Bishop of Bruges, the Rev. Dr. Gezelle and Brother Gabriel dined with His Lordship the Bishop of Southwark. At the invitation of the Brother Provincial His Eminence Cardinal Vaughan, His Lordship the Bishop of Southwark, and His Lordship the Right Rev. Dr. Brindle, D.S.O. took lunch on Tuesday last at Clapham College with His Lordship the Bishop of Bruges. After luncheon the students were assembled on the lawn to welcome the illustrious visitors. An address was read to His Eminence by Bertrand Mc Fadder. His Eminence, in reply, stated that he had known the Xaverian Brothers for more than twenty-six years, that he had great respect for them, because of their excellent work, and was deleghted to find that they had erected such a fine college in such a splendid locality. His Eminence most graciously wished the College every success and expressed a wish that more colliges, equally well appointed and advantageously situated, might be erected. At the special request of His Éminence the Cardinal, the students were granted a holiday.
Shortly afterwards, amidst ringing cheers His Eminence left the college, highly delighted with his inaugural visit. On Wednesday morning His Lordship the Bishop of Bruges departed from the college for Belgium. Before leaving His Lordship expressed to the brothers and the students the great plaesure he had experienced during his visit to Clapham College, and thanked in an especial amnner the Brother Provincial for his generous hospitality to himself en the Rev. Dr. Guido Gezelle.
(zie ook: The Tablet, London, 30 7 ber 1899, supllement, p. 552).
-------- 0000 --------
Vergeet niet:
De teksten voor 't volgend nummer (mei 1981) van Cnoc is ier moeten bij de sekretaris, de h. André Sandelé, uiterlijk eind februari binnen zijn. We verwachten ook van u eens 'n bijdrage, waarvoor onze dank bij voorbaat!