1930-1980: Vijftig jaar Casino Knokke

André D’hont

Knokke-badplaats ging in 1880 van start - het Zoute kwam bij de dijk in 1908 - het Albertstrand sloot aan in 1922, met het Casino in 1930.

Inleiding

In 1911 werd de bouwmaatschappij "Knocke-Duinbergen-Extension" opgericht, met een kapitaal van 1.100.000 fr., belast met de verkaveling van de terreinen tussen de koncessie Duinbergen en de oostgrens van het domein te Knokke, of 1.900 m. zeefront en 1.600 m. zuidwaarts tot de dorpskerk. Precies toen de zeedijk voltooid was, brak de Eerste oorlog uit, zodat de plannen van de "Extension" in de war gestuurd werden. - Senator Joseph Nul­lens was toen reeds in het Zoute gekomen en de Antwerpenaar was getroffen door deze eerste uitbreiding van Knokke, terwijl de "Extension" van de erven Serweytens geenszins ontsnapte aan 't kennersbrein van de makelaar. - In de loop van 1914-18 werd de zeedijk volledig vernield, door zeemijnen en door stormen. Op 6 april 1922 gingen de erven Serweytens in op het voorstel van de groep Nellens, die de aandelen van het duinengebied van 160 ha. overnam. Het kwam aldus tot de "Société Immobilière Knokke Balnéaire". Langs deze weg kwam het Albertstrand tot stand.

In 1923 werd reeds het plan tot het openen van een casino vooropgezet. In 1924 werd een aanvang gemaakt met het uitgraven van de Lispanne, waar een zoetwaterkwelm bestond, om het volgen­de jaar als Zegemeer klaar te komen. - In 1925 werden de werken beëindigd van de nieuwe zeedijk, 100 meter ten zuiden van de vernielde aangelegd, om de Gulden Baai van het Albertstrand te vormen. Bij het Zegemeer kwam in 1926 de "Pavillon du Lac" (door "La Réserve" vervangen na W.O.II) en hier kwam de eerste casino-speelzaal. Midden de duinen bij zee werd een bordje ge­plant met de vermelding "Hier komt het Casino".

Casino-Knokke

Het ontwerp tot het bouwen van een casino werd in 1928 op 13 miljoen frank geschat. Joseph Nellens, industrieel en in de immobiliënsector werkzaam, legde met de "Société Immobilière Knocke Balnéaire" drie plannen voor. Tussen het gemeentebestuur en de bouwmaatschappij kwam het tot een overeenkomst voor de casinovergunning voor de volgende 30 jaren. Hierop (verlengd tot 1973 door oorlogsomstandigheden) zou het stedelijk Casino volledig gemeentelijke eigendom worden.

Werken in 1929 aangevangen, volgens de plannen van bouwmees­ters Van Hoenacker, Dens en Stynen, door aannemer Frans Desmidt, toen burgemeester van Knokke. - "Eerste steen" op 25 januari 1930 plechtig onthuld door de "meter" mevr. Van der Meerschen, in aanwezigheid van talrijke officiëlen en de inter­nationale pers. - Op 5 juli 1930 officiële opening van het Ca­sino te Knokke-Albertstrand, met een koncert onder de leiding van Karel Candael.

Talrijk waren de befaamde vedetten die in de vooroorlogse periode tijdens het zomerseizoen in de grote feestzaal optra­den. Waar ook een schouwburg voorzien was (waar nu de Magrittezaal en Vlaamse Zaal zijn) in de oorspronkelijke plannen, kwam daarvan niets terecht. Het bleef hoofdzakelijk bij de gro­te feestzaal en de speelzaal. - Het casino was een mondaine aangelegenheid met "avondkledij verplicht", met opera, koncerten, recitals, e.a. 's avonds, in de namiddag "thé-dansant" op de tonen van Roy Bentura of Jo Bouillon. Als Richard Tauber of Maurice Chevalier optraden, zat het publiek tot in de grote hal, en men schoof ook aan voor Jozef Schmidt, Clara Clairbert, Martha Eggerth of Tino Rossi. Alle grote vedetten van de tijd kwamen op het programma. - Tot de Tweede oorlog kwam.

Joseph Nellens, grondlegger van het Albertstrand, overleed op 6 juni 1934, opgevolgd door zijn zoon Gustave J. Nellens, doctor in de rechten, van 1931 tot 1933 ingeschreven aan de ba­lie te Antwerpen. - In de voetsporen van zijn vader zou hij zich een schitterende "patron" weten te onderscheiden in het Casino, ook de kunst ten bate (de casino's van Chaudfontaine, Dinant en Tangiers kwamen eveneens onder zijn beleid). - Aan zijn zijde had hij als direkteur John Verhulst, sedert 1930 mee, om de zaken te leiden.

Van 1940 tot 1944 bracht de oorlog vele vernielingen mee in het Casino. De bezetter legde beslag op de zaal voor "Kraft durch Freude". - Het Rode Kruis mocht er enkele voorstellingen organiseren voor het Pakje van de Krijgsgevangene, maar zulks werd tenslotte ook "verboten". - Het Casino werd in 1943 aan zijn voorgevel tegenover zee gecamoufleerd tot "bunker" met houten kanon binnen de Atlantiekwal. - Tijdens de bevrijdings­dagen van oktober 1944 sloegen granaten op het gebouw in en de glazen wanden werden vernield.

Het Casino kon pas in 1947 terug geopend worden, na een volledige restauratie, met het Belgisch Zomerfestival (titel die verder van jaar tot jaar meekwam). - Op de plaats van de "Pavillon" bij het Zegemeer kwam in 1949 "La Réserve" klaar tegen het Internationaal Filmfestival (waarop Vittorio de Sica met "De Fietsendief" de Prijs behaalde), en in 1950 ging de eerste grote tentoonstelling, met werken van Pablo Picasso, door. - De kunstkenner Jef De Vliegher was een entoesiast me­dewerker, P.G. Van Hecke leidde tot René Magritte met het "Be­toverend Domein" in 1952 (72 m. omtrek) in de zaal waar eerst de grote Venetiaanse kroonluchter (7 ton, 16.000 onderdelen, 2.000 lampen, 7 m. hoog, 8,50 m. diameter, ontwerp Selis) hing. De kunst zou in de volgende jaren hoogtij vieren met vele ten­toonstellingen, van Max Ernst, Raoul Dufy, Marc Chagall, e.a. tot Ossip Zadkine en Joan Miro. In 1962 kwamen de wandtapijten van Jean Lurçat in de grote speelzaal.

In 1955 werd de stijl van het Casino volledig heraangepast met gevels in Franse steen. Waar Emile Langui en P.G. Van Hecke medewerkten voor het ware museum dat zowel "La Réserve" als 't Casino vormden binnen het kompleks bij het Canadaplein, liet Gustave Hellens ook Félix Labisse aan bod voor de dekoratie van verscheidene night-clubs, in het bijzonder "New Orleans (met Sydney Bechet van de partij) en "Number One" (ondertussen al gewijzigd). - Het jaarlijkse Zomerfestival zorgde voor hoogte­punten met grote weerklank, waar men Chevalier en Piaf hoorde, waar Sinatra en Nat King Cole hun beurt kregen, Ella Fitzgerald en Marlene Dietrich, waar Dalida en Sacho debuteerden, Bécaud de piano bewerkte, Aznavour en Mireille Mathieu aanschoven, of waar de balletten van de Markies de Cuevas deze van de XXe Eeuw voorafgingen, met Isaac Stern of Menuhin als solisten op de koncerten, een lange lijst. Met de televisie en de BRT kwam na de filmfestivals van Joe van Cottom de "Zomercarrousel", werd de Europese Beker voor Zangvoordracht georganiseerd, geraakte de "Gulden Zeezwaluw" rond. - De dichters kwamen op Haulots Internationale Biënnale voor Poëzie. - Met de jaren 60 bleef de aktiviteit niet langer beperkt tot de zomer en de Verademingsweekeinds begonnen ook een druk winterseizoen af te tekenen.

Er werd tot nieuwe verbouwingswerken en modernisering beslo­ten in 1970, met uitvoering in de winter van 1971-72 voor een som van meer dan 37 miljoen frank. Het waren de laatste ideeën van de onvermoeibare Gustave Nellens, overleden op 25 sept. '71. Gedurende zowat 40 jaren had hij op onvergelijkbare wijze zijn opdracht tot een goed einde gebracht, het werk van zijn vader van droom tot werkelijkheid gevoerd.

Jacques Nellens sprong dadelijk in om binnen de derde genera­tie de nieuwe tijd te trotseren. In 1972 werd het vernieuwde ca­sino ingezongen door Mireille Mathieu. -Als gevolg van de over­eenkomst van 1928 zou het Casino in 1973 gemeentelijke eigendom worden. Het kwam ondertussen in 1970 tot een concessie-overeenkomst met de gemeente, nu binnen Knokke-Heist, van 1 januari 71 tot 31 dec. 1990, waarvoor de n.v. Exploitatie Casino Knokke on­derschreef.

Zo is het Casino tot zijn 50-jarig bestaan gekomen in 1980. Waar er jaren waren met enkel een paar weken grote drukte, is er nu het hele jaar rond iets te doen en velen hebben er de hand in, niet alleen om de roulette, maar ook om de feestelijkheden, de gastronomische maaltijden, de party's en om 50 jaar Casino Knokke te vieren.

1930-1980: vijftig jaar Casino Knokke

André D'hont

Cnocke is Hier
1980
16
006-009
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01