De zoon van de schaper
Fons Maertens 1894-1979
“Ik ben één der 18 kinderen van Dolf Maertens, de schaper van de Vrede”, zie ons Fons Maertens. “Op de Vrede had hij eerst schapen samen met Louis Matthys en in 1900 begon hij zelfstandig, met 110 voor de kweek en een 200-tal in de zomer. Mijn broer Kamiel heeft 47 jaar lang de kudde gewacht. Na de dood van vader in 1946 heeft hij het ook stilgelegd. Kamiel overleed in 1960 op 78-jarige leeftijd”.
Fons Maertens werd te Knokke geboren op 17 oktober 1894. “Van mijn 8 jaar af ben ik naar school gegaan, tot mijn 12 jaar, bij meester Decuyper in 't Dorp. Van de Vrede was het een heel eind, te voet met slechte kloefen en met de knapzak op de rug. Het was vijf kwartier ver, achter de Graaf Jansdijk, over vette weg met bondjes stro, zand om het wat droog te houden. We moesten eigenlijk de beste kant van de dijk nemen. In de Dorpstraat aten we over de middag bij Pier Cosyn. Daar waren wel 30 jongens die koffie voor niets kregen. De mensen waren toen milder dan nu. We konden er onze kloefen laten drogen of een lederen riem laten aanslaan. Maar het Zwin was mijn heiligdom. We liepen er op onze blote voeten, gingen krabben vangen en ravotten. Het Zwin lag in het begin van de eeuw nog wijdopen, met midden een grote plate van 3 tot 400 m. breed. Daar kwamen de schapen grazen”.
“Toen ik 17 werd, ben ik bij Pier Paryses gegaan. Vijf jaar met de paarden rijden, ploegen, niets dan boerenarbeid. Bieten steken voor een kluutte van de roe. De oorlog is gekomen toen ik 20 was. 'k Was aan de kassei van Westkapelle als ik 15 hulanen gezien heb met een pin op hun kop. Ze hebben me niets gezegd: 't Was op 17 oktober 1914. 's Anderendaags hebben ze Knokke bezet”.
Voor Fons Maertens werd het leven bij de Vrede tijdens de 1e oorlog een heel avontuur. “Ik ben 38 keer naar Holland getrokken, met brieven, om zeep te halen en ook voor petrolie. De Duitsers kregen het in de gaten dat de doorweg van de Vrede veel gebruikt werd. Ze hebben dan tegen 't einde van 1915 een elektrische draad gezet op de grens. De eerste die ik er doorgeholpen heb, was een Heistenaar. Er zouden er meer zijn, uit Knokke Frans Fevery, Malou voor 10 mark, e.a.. Ik kon het tenslotte ook niet meer uithouden. 't Was op 17 oktober 1916 en ik werkte op 't land achter de ploeg. De elektriciteit was afgesloten voor reparaties. Dit moet mij iets gezegd hebben. Ik heb mijn paarden laten staan en ben weggelopen. 't Gat van Holland in”.
Als 't al gedaan was, is Fons in december 1918 teruggekeerd, met Konee Sys, Engel Janssens, met Sissen Dryepondt “en met een goed stuk in onze krage”. Fons is dan getrouwd, nadat hij nog 5 jaar paardenknecht was thuis. Met zijn vrouw ging hij in de Kalfduinen wonen. Dan heeft hij 35 jaar lang voor de watering gewerkt, om grachten te delven en ieder 7 jaar schoon te maken,”ik en Jan Bouljon”. In 1958 ging hij met pensioen.
“Kom nog maar eens terug”, zei ons Fons toen we reeds vele uurtjes met hem gepraat hadden, “want er schiet me nog wat te binnen”.
En we kwamen met plezier bij hem terug, meerdere malen, op de bank bij het laatste oude huisje dat nu nog in de Kalfduinen staat, midden moderne villa's. Zijn vele vrienden waren er ook bij herhaling terecht, om te kaarten vooral. Ook in 1974 om mee de herinneringen aan 50 jaar huwelijk te vieren, want Fons bleef steeds in gedachten met zijn betreurde echtgenote.
Zijn hele leven was zijn schat, met de Vrede, het Hazegras, de Zoutpolder. En hij kwam nog 's avonds laat op zijn fiets naar de “Boudewijn” om bij “Cnoc is ier” anekdoten op te diepen. Tot dan uiteindelijk een ongeneeslijke ziekte Fons getroffen heeft. In zijn lijden moet het verleden hem steeds weer voor ogen gekomen zijn, tot zijn laatste dag, 22 juli 1979.
Fons Maertens, de boeiende verteller.
Het huisje van Fons bij de Kalfduinen.
Kamiel Maertens met zijn schapen in 1914.
Dolf Maertens met zijn vrouw en 18 kinderen in de Vrede. Fons staat boven links (Cliché “Brugsch Handelsblad”)
Het hele verhaal van Fons Maertens kan men lezen in “Hoe het groeide en bloeide te Knokke” door André D'hont, steeds bij de schrijver te bekomen (Dagklapper uit Knokke, deel 2).