150 jaar lang reeds het "Jaar van het kind"

Cnoc is ier

Ieder jaar moet nu iets in de mars hebben. Zo was het in 1979 het "Jaar van het Kind". Maar wat zal het kind er speciaal over onthouden hebben. Misschien best zijn verlofdagen. Tenzij het de school zou zijn: onderwerp en gezegde, verzamelingen, Karel de Groote, de prettige herinneringen aan juffrouw of aan de meester. Zoals het was doorheen de jaren, waar ook de volwassenen met heimwee terugdenken aan de schoolbanken.

Zo ging het te Knokke reeds door anderhalve eeuw geleden. Sedert de Hollanders het onderwijs tot een noodzakelijkheid uit riepen in de buurt, die ze vóór 1830 onder hun gezag hadden. ’t Is een weldaad die tot vandaag de dag steeds versterkt werd, met meer scholen dan deze van het aanvankelijke gemeentelijk onderwijs.

Van een school is er in de gemeenterekeningen van 17e en 18e eeuw geen spoor terug te vinden. De meeste inwoners waren ongeletterd. In het register van de St.-Sebastiaansgilde, tussen 1648 en 1800, kan men vaststellen dat een vierde van de leden niet eens een handtekening kon zetten, het meest elementaire om zich te laten kennen. Voor de huur van kerkgronden in 1679 was twee-derden der betrokkenen niet in staat de naam neer te schrijven. In die tijd gaf de koster wel wat onderricht, maar in de eerste plaats voor de godsdienst.

Onder de Hollandse bezetting, of dan de Nederlanden in de loop van onze geschiedenis, werd het onderwijs dan meer metodisch ingericht. Meester Sebastiaan Vervaecke, die koster was en de fonetiek te Brugge geleerd had, gaf les in zijn enge woning bij de kerk. Nog vóór de onafhankelijkheid kwam het aldus tot gemeentelijk onderwijs, daar waar de begoederden moesten betalen.

Het was pas in 1855 dat de eerste degelijke school, voor jongens en meisjes, te Knokke op het Dorpsplein opgetrokken werd (afgebroken in 1931). Deze bleef meisjesschool als in 1870 een afzonderlijk gemeentelijk gebouw aan de Naaldenstraat (huidige E. Verheyestraat) kwam, met een toegang vanaf de Dorpstraat (nu S. Nachtegaelestraat). In 1920 kwam de gemeenteschool in het Hôtel de la Couronne, met volledige lagere school met de verschillende klassen tot het 8e studiejaar. In 1930 werd een moderne uitgebreide stadsmeisjesschool met kindertuin gebouwd aan de Onderwijsstraat (nu Van Steenestraat). Bij de jongensschool werden meer nieuwe klasgebouwen gevoegd, tot dan in 1957 het nieuwe ruime gebouw aan de Edward Verheyestraat kwam, zoals het er steeds open is, maar nu voor jongens en meisjes. De gemengde school kwam tot stand in 1973, zoals het reeds het geval was in de stedelijke wijkscholen van de Zoutelaan en van de Oosthoek (1931).

Dit is kortweg hoe het onderwijs in de loop van 150 jaren ondergebracht werd, met de namen van vele onderwijzers in de herinnering: Sebastiaan Vervaecke (1824), Joseph Fournier (1843), Pierre Ackerman (1854), Frans Schramme (1861), Henri Bauwens (1863), Jean-François Verstichelen (1869), Leopold Van Steene (1881), Louis Van Steene (1882), François De Cuyper (1901), Gaston Van Steene (1911), René Huygebaert (1912), Benoit De Langhe (1915), tot de periode na de le wereldoorlog en Lucien en Ward Vervarcke toe in 1919, Adrien Plasschaert in 1925. Dit wat het onderwijs voor de jongens betrof.

Naast het gemeentelijk onderwijs is 100 jaar geleden in 1879 het vrij katoliek onderwijs gekomen. Een gebouw voor jongens en meisjes werd opgetrokken ter Smedenstraat (waar nu nog het jeugdlokaal van "De Beurze" is), oorspronkelijk eerder klein met 10 m. lengte en drie vensters. De school bleef enkel tot 1879 in dienst, maar zou later meer uitgebreid weer geopend worden. Ondertussen werd in 1894 de kloosterschool geopend in het Duinenpark met lagere school en kindertuin van af 3 jaar. In 1911 werd de wijkschool in het Kalf geopend met 4 klassen. In het dorp werden in 1912 de jongens van de meisjes gescheiden en ze kwamen in de uitbreiding ter Smedenstraat steeds met het onderwijs door de zusters verzorgd. Hier kwamen in 1927 de broeders Xaverianen van Brugge hen vervangen.

Een paar andere schoolinrichtingen kwamen ondertussen nog tot stand, maar dan niet zoveel bedoeld voor de Knokse kinderen. In 1896 werd het "Salisbury College" opgericht, op initiatief van een komitee voor alhier verblijvende Britse kinderen. Reeds het volgende jaar stortte het schoolgebouw in. In 1910 lieten de zusters Dominikanessen van Langres (Frankrijk) bij het Verweeplein een klooster met kostschool voor meisjes bouwen. Na de le oorlog kwam er in 1919 het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn, om tot de 2e oorlog vooral een kostschool voor zwakke kinderen te zijn met verblijf aan zee. Sedert 1900 was er ook een schoolkolonie in het duingebied ter hoogte waar nu de Dumortierlaan is en het aanpalend duinenpark. Daar werd in 1919 nader de schoolkolonie van OLV. van de IJzer ingericht. Ook deze overleefde de 2e oorlog niet.

In de naoorlogse periode kreeg het onderwijs een nog grotere uitbreiding, die zich niet langer bleef beperken tot de lagere school. In 1951 stonden de zusters van het St.-Jozefs-instituut in voor het middelbaar onderwijs, daarnaast vakonderwijs, met nieuwe gebouwen bij de Parmentierlaan. In 1957 werd het er een lyceum voor meisjes.

Het rijksonderwijs deed zijn intrede in 1948, in het voormalig gebouw der "kolonie" bij het Verweeplein. Na aanvankelijk de Rijksmiddelbareschool geweest te zijn, kwam er volledig onderwijs vanaf 3 jaar, lagere school, om tot de voorname inrichting van Koninklijk Atheneum verheven te worden. Nieuwe gebouwen kwamen langs de Pierslaan.

De broeders Xaverianen verlieten het gebouw van de Smedenstraat in 1953 nadat het bisschoppelijk kollege in 1947 was opgericht. Ze kwamen in de ruime instelling ter Meerlaan als het St.-Bernardusinstituut. De uitbreiding werd verder doorgetrokken naar de parochie van het H. Hart in 1954, waar ook de zusters reeds hun school hadden.

Terwijl er reeds na de le oorlog avondvakschool open was in de gemeenteschool, richtte men na de 2e wereldoorlog ook een stedelijke middelbare beroepsschool voor meisjes op als de gebouwen van de "Couronne" na 1957 vrij kwamen. Dit soort onderwijs met knip- en naailessen verdween na 1970. Er kwam hier ondertussen nog een volledige school van lager tot middelbaar onderwijs tot stand onder de naam "Finisterrae", in 1969 eerder bescheiden van wal gestoken, maar nu op moderne wijze als aangenomen school naar Duinbergen verhuisd.

Officieel en vrij onderwijs hebben aldus onze tijd bereikt, ver weg van het schamele schoolhuisje van meester Vervaecke in 1829. Schepen mevr. Vandecasteele heeft er sedert de fusie ook voor gezorgd dat de "scheiding der geslachten", zoals ’t in vorige eeuw geheten werd, volledig tot het verleden zou behoren. Nu zitten meisjes en jongens samen op de schoolbanken. In zover dat in het "Jaar van het Kind" nu iedereen hand in hand de toekomst tegemoet kon zien, met de mogelijkheid van Knokke weg de universiteit binnen te lopen. En dan maar meezingen met de studenten van de "Zwinneblomme", zowat de eindfase van het onderwijs!

't Volgend nummer van Cnoc is ier verschijnt in de maand mei 1980. Eenieder die bijdragen over heemkunde heeft, en deze wil laten verschijnen, moet ze uiterlijk eind maart aan dhr A. Sandelé, sekretaris, Dumortierlaan 99 te Knokke bezorgen.

Dit geldt eveneens voor publicitaire aankondigingen. Met beleefde dank bij voorbaat voor Uw gewaardeerde medewerking!

150 jaar lang reeds het "Jaar van het Kind"

Redactie

Cnocke is Hier
1979
14
003-006
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01