Torten Goetinck
Georges Devent
Onlangs geraakte ik in het bezit van een merkwaardig boekje dat een figuur belicht die een belangrijke rol heeft gespeeld in de Heistse politieke geschiedenis “Torten Goetinck”.
Dit boekje onder de titel “Voetbalanecdoten” werd uitgegeven door Snoeck-Ducaju uit Gent in 1943. Het boekje telt 250 bladzijden en is verlucht, zoals dat heette, met enkele pentekeningen van René De Pauw. Hector, vandaar Torten, vertelt daarin zijn ervaringen als voetballer en trainer. In het eerste hoofdstuk “Met een bal in de wieg gelegd” verhaalt Torten onder andere hoe hij hier te Heist verzeild geraakte.
Het boekje begint met:
"Er wordt nogal eens gezegd dat men als voetballer geboren wordt. Ik geloof dat dit met mij het geval is geweest.
Van mijn prilste jeugd af, heb ik van voetbal gedroomd en voetbal gespeeld. Later heb ik ook heel Europa en ook Zuid-Amerika aangedaan. Bijna een halve eeuw heb ik mij met de voetbalsport beziggehouden.”
Verder verhaalt hij:
"Ik ben te Brugge geboren, ik zal niet zeggen wanneer (nvdr: geboren op 5 maart 1886). Op tienjarige leeftijd verzeilden wij naar Heist, ik ging te Brugge naar school, echter niet lang tot veertien jaar, dan moest ik den schilderskiel aantrekken en de ladder op. Ik ben te Brugge enkele jaren naar de Akademie geweest, heb er mijn soldatendienst gedaan, heb zevenentwintig jaar de kleuren van Club-Brugge verdedigd en door al die omstandigheden wordt ik zo wat als Bruggeling aanzien. Ik ben dus van de streek van Uilenspiegel en het is mij altijd zeer moeilijk geweest een uur ernstig te blijven en dit verbetert er niet op met te verouderen! Alleen in de eerste weken van de oorlog, toen ik waarnemend Burgemeester was in onze gemeente Heist, en onder de bombardementen duizenden vluchtelingen moest helpen herbergen, was er aan geen lachen te denken, toch kon ik soms het moreel van onze ongelukkige vluchtelingen opmonteren....”.
Vader Goetinck was dus huisschilder en verhuisde van Brugge naar Heist om een winkel uit te baten op de hoek van de Panne- en Kursaalstraat. (tegenwoordig boekhandel “Lecture Generale”) Niettegenstaande het uithangbord dat de gevel sierde vermelde “Maison de confiance - Juste Goetinck - Peintures et décors“, verkocht men er ook zeep, papierwaren en zelfs margarine!! Op achtjarige leeftijd kreeg Hector zijn eerste bal en in mei 1897 speelde hij zijn eerste wedstrijd met een schoolploeg.
Dit liep ongelukkig af voor Hector, die na een charge van een tegenspeler in een koeieplas terecht kwam, en met het groene pak thuiskwam.
Hij kreeg prompt het verbod ooit nog met die wilde mannen die voetbal speelden om te gaan. Kort nadien verhuisde de familie naar Heist waarover Torten het volgende vertelt:
“Iemand die van de Zee niet is kan niet geloven hoe plezierig het daar kan zijn en hoe men zijn hartje kan ophalen aan het strand en in de duinen. Daar was ik dan ook dadelijk in mijn schik, en het duurde niet lang of er was daar al een voetbalclub en ik werd natuurlijk de kapitein.
Ik herinner mij nog hoe en waar die club gesticht werd, we waren met drie. Er werd een voorzitter, een schatbewaarder en een kapitein gekozen, en we werden alle drie gekozen met drie stemmen, we hadden voor ons zelf gekozen gelijk later in de gemeenteraad! Een plein hadden we rap gevonden want er is geen schoner voetbalveld dan het strand, maar als men er een half uur doorgelopen heeft geraakt men er niet meer door. Daar we ooit winkel hielden nam ik vier kobbejagerstokken; de dwarslat werd vervangen door een breed lint die men gebruikte in de petroleumlampen, ik had dat natuurlijk meegenomen uit de winkel zonder dat mijn ouders dat wisten, en hieraan moest een kameraad helpen, want hij moest de bel vasthouden terwijl ik alles wegnam. Maar dat is natuurlijk uitgekomen, daar na de eerste training al een van de stokken in twee was gebroken. Het duurde ook niet lang of er waren twee clubs, een gewoonte te Heist waar er steeds twee kampen zijn geweest, gelijk in wat.
Op den tweeden sinksendag werd de derby gespeeld met als inzet twintig frank geschonken door de eigenaar van Hotel du Phare. Tweede sinksendag was nog een werkdag en daar ik dan al als schildersgast was, moest ik werken en moest ik of kon ik ook niet meespelen. De wedstrijd werd echter toevallig gespeeld rechtover het Hotel waar ik de gevel aan het schilderen was met drie knechten. Er mocht komen wat er van komen wilde, ik trok mijn kiel uit en ik was van de partij.
Ik was nog geen vijf minuten aan het spel of de knechten hadden ook het werk laten staan en zaten wat verder in een café. Midden de wedstrijd zag ik mijn vader staan met de eigenaar van het Hotel waar wij aan het werken waren en die natuurlijk aan het reclameren was dat het werk niet voortging. Mijn vader schoot in een koleire, nam de tijd niet om langs de stenen trap op het strand te komen, maar liep de dijk af, hij haperde en stuikte met zijn kop in het zand! Mijn ploeg verloor de twintig frank gezien de wedstrijd moest gespeeld worden met een man minder en die ook nog kapitein was."
Zo was ik op een zomer van het jaar 1901 op het strand aan het voetballen met enkele badgasten, toen ik opgemerkt werd door een bestuurslid van Club Brugge. Hij riep mij en vroeg of ik in een grote club van Brugge wilde spelen? Ik antwoordde natuurlijk van ja, temeer daar ik in de winter naar de Akademie te Brugge ging en dus een abonnement op de trein had.
Hector speelde zijn eerste wedstrijd met Club Brugge in tweede afdeling, tegen Cercle Brugge. Hij had geen voetbalschoenen en liet dus de Studs op zijn werkschoenen slaan, die hij er de maandag terug af kon trekken. Zijn zuster maakte een voetbalbroek uit een oude broek van zijn vader en daarboven kreeg hij nog een paar van haar kousen. Club zorgde voor de trui van blauw linnengoed met een zwarte band lopende van de rechterschouder naar de linkerheup. Hector, vijftien jaar oud speelde rechtsbinnen in de tweede ploeg van Club en center half in de scholierenploeg.
Het jaar nadien speelde Hector echter al in de eerste ploeg als linksbuiten en wist zich zo goed in deze positie aan te passen dat hij het jaar daarop deze plaats reeds bekleedde in het nationaal elftal!
Zo heeft hij zevenentwintig jaar lang het wel en wee van Club gedeeld, onder zes voorzitters en diende hij vijftien jaar als kapitein van de ploeg. Gedurende zijn carrière bij Club mocht Hector maar eenmaal helpen de kampioenstitel vieren en dit in 1920. In die tijd was Club de gevreesde tegenstander van de toenmalige topclub Union St-Gillis.
Deze wedstrijden tussen Club en Union behoren tot de hoogtepunten van het Belgisch vooroorlogs voetbal zodat dat later het geval tussen Club en Anderlecht zou zijn. Alhoewel hij een fanatiek Clubspeler was, en in zijn jonge jaren een hekel had aan al wat Cercle Brugge was, tekende hij in 1911 bijna bij deze club. Het Cerclebestuur beloofde hem toen al het nodige geld te bezorgen om een hotelletje met sportcafé te bouwen en was Hector er wel niet zo voor te vinden, zijn lief Nathalie wilde dit des te meer. Temeer daar Hector in 1906 een onzeker nummer had geloot en door het verdrinken van een ander Heistenaar negen en dertig maanden dienst mocht kloppen bij de 3de’ lanciers te Brugge.
Een clubbestuurslid beloofde hem echter een goed werk te zullen verschaffen en in de winter als er niet veel werk was in Heist trouwde Hector met zijn Nathalie.(Nathalie in de volksmond Natte genoemd, was de dochter van het Hotel de Londres - Despiègelaere.)
Toen hij vier jaar getrouwd was en reeds vader van twee kinderen brak de eerste wereldoorlog uit en moest Hector er naar toe. Na de slag aan de IJzer in oktober 1914 werd hij gecantoneerd te Bray-Dunes, juist over de Belgische grens. Hij geraakte er toevallig in een voetbalelftal van de kanonniers en weldra hielp hij aan het tot stand komen van het ‘Front Wanderers’ dat uitgroeide tot een fameus en onklopbaar oorlog-elftal. Deze ploeg groeide uit tot een nationaal militair elftal waar van Goetinck kapitein was, en speelde tegen ploegen in Frankrijk, Engeland en Italië. Door de diensten bewezen aan het Belgisch voetbal tijdens de oorlog werd Goetinck benoemd tot, erelid van de Belgische voetbalbond.
Hector was pas zeventien jaar toen hij aangeduid werd voor de internationale ploeg tegen Engeland.
Met twee andere ploegen en Bruggelingen werd de reis uit Brugge aangevat naar Brussel en dan via Antwerpen met de boot naar Harwich. Doodsbleek van Zeeziekte kwamen de Belgische spelers aa enn na nop een treinreis naar Londen werden ze met 11-0 door de Engelsen ingeblikt.!!
Twintig jaar later zou hij ook de laatste interland tegen de Engelsen spelen en dit bij de huldiging van het Antwerp stadion in 1923, de eindstand werd toen 2-2..
In 1906 hielp Goetinck te Antwerpen de Hollanders een davering van 5-0 geven, wat de leider van de Hollandse ploeg liet zeggen: “Dat zijn geen voetballers, dat zijn rode duivels”, naam die de nationale ploeg sindsdien behield.
In 1928 had Hector al enkele maanden met het voetbal gekapt als het Club Brugge zo slecht verging en aan de staart van het klassement bengelde, dat hij terug werd opgeroepen. Alhoewel hij toen reeds tweeenveertig jaar oud was zette hij zich in aan een harde training en wist met Club het behoud in eerste klasse te bedingen. Datzelfde jaar werd Hector Goetinck oefenmeester van de Belgische bond met als opdracht in de voornaamste steden van het land jonge spelers goed te leren voetballen. Na twee seizoenen werd dit programma opgegeven en hield hij zich alleen nog met het nationaal elftal bezig.
Tot het uitbreken van de tweede wereldoorlog trainde hij daarenboven nog heel wat clubs: Club Brugge, Stade Kortrijk, Gantoise, Club Ronse, US Tielt, FC Knokke en Red Star Waregem. In 1940, toen alleen nog trainer van de nationale ploeg, zag hij van alle voetbal af om zich volledig toe te leggen op zijn post van dienstdoende Burgemeester van Heist.
Op 25 juni 1943 overleed Hector Goetinck, hij werd ‘s nachts in bed getroffen door een bomscherf.
Georges Devent
°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°
WIST U DAT
- Er op 4 juli om 19.00 u het tweede festival van Volks- en Visserslied doorgaat in ‘t Boerenhof alhier met als eerste prijs 10.000,-Bfr!! DOE MEE !!!
- Dat het op 13 september Monumentendag is, en dat Heyst Leeft natuurlijk zijn medewerking daaraan verleent, ook daarrond een zeer interessante tentoonstelling in zaal “Ravelingen”.
- Wij allen uitkijken naar de viering van onze 100 jarige .“ALOIS DEBUCK“.
- Wij vanaf het volgende boekje een reeks Vissersliederen zullen publiceren, waarvan sommigen betrekking hebben op Heist.
- De parochie Duinbergen (H. Familie) in september zijn 50 jarig bestaan viert!!