Waarom een nieuwe identiteitskaart ?
Andre Desmidt
Vervolg van Ontstaan van identiteitskaart
In de eerste plaats is het belang van het bezit van een nationale identiteitskaart eenvormig gemaakt voor alle landen van de Raad van Europa, vanzelfsprekend zodra zij de mogelijkheid biedt een hechtere band tussen de lidstaten tot stand te brengen.
België heeft op 19 maart 1982 beslist om de nieuwe identiteitskaart in te voeren. Die beslissing werd concreet verwezenlijkt door het koninklijk besluit van 29 juli 1985 dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 7 september 1985.
Dit nieuwe document dat zeer praktisch is in het gebruik en dat als reisdocument geldig is, moet vervolgens een gemakkelijker verkeer van de burgers in Europa mogelijk maken, omdat het internationaal erkend zal worden als bewijs van de identiteit en van de nationaliteit.
Daarenboven, en dit is niet de onbelangrijkste reden, is het dringend noodzakelijk de veiligheid van de identiteitsdocumenten te versterken en zich dus te wapenen tegen de risico’s van diefstal en namaak of van vervalsing. Het vorige systeem bood inderdaad de mogelijkheid aan oneerlijke mensen om talrijke overtredingen te begaan, zoals diefstal van beschreven kaarten, aanmaak van valse identiteitskaarten of vervalsing van bestaande documenten.
Herinner U de anekdote van de ongelooflijke durf van een oud-gedetineerde die, pas ontslagen uit de gevangenis, volgend bericht liet verschijnen in de krant: “Zoeken vertegenwoordigers. Stuur curriculum vitae en identiteitskaart naar postbus...“ Speculerend op de verbazingwekkende lichtgelovigheid van mensen die in de val liepen, kon hij aldus verschillende identiteitskaarten bemachtigen waarop hij slechts de foto hoefde te vervangen door de zijne.
Met de nieuwe Europese kaart zal dit soort van bedrog of van verduistering, gerechtelijk trouwens strafbaar, niet meer mogelijk zijn. De kaarten zijn overtrokken met een laagje plastiek wat het vervangen van de foto’s onmogelijk maakt; daarenboven wordt de productie van de kaarten gecentraliseerd, hetgeen het aanleggen overbodig wordt, van een reserve blanco-identiteitskaarten in de gemeentelijke administraties, waar vorig jaar nog een groot aantal kaarten gestolen werd.
Dank zij de kleinere afmetingen kan het nieuwe document tenslotte gemakkelijk gevoegd worden bij de andere documenten die de burgers bij zich moeten hebben, zoals het rijbewijs en de nieuwe sociale zekerheidskaart, van hetzelfde formaat.
Het door België genomen initiatief om de Europese resolutie toe te passen, kan zeer verrijkend blijken voor de buurlanden. In Italie en Luxemburg werden de vragen i.v.m. de nieuwe kaarten reeds aandachtig onderzocht.
In Frankrijk, waar de identiteitskaart sedert lange tijd bestaat, werd wel een ontwerp van nieuwe kaart uitgewerkt, maar de uitvoering ervan is vertraagd. Het is tenslotte in de Bondsrepubliek Duitsland dat het project het verst gevorderd is en binnenkort vaste vorm zal krijgen. Zoals ons land heeft de BRD trouwens ook gekozen voor een model dat kleiner is vergeleken bij dat waarvan sprake in de resolutie van de Raad van Europa, omdat het praktischer blijkt te zijn.
De nieuwe identiteitskaart bestaat uit één enkel recto/verso luik:
zij is rechthoekig en kleiner dan de huidige kaart: 105 bij 74 mm. Zij is geldig voor een periode van 5 jaar wanneer zij afgeleverd wordt aan burgers die tussen 12 en 22 jaar zijn, en voor de periode van 10 jaar als zij is afgeleverd aan burgers ouder dan 22 jaar. Zij wordt vernieuwd volgens dezelfde procedure als die van de eerste aflevering. In sommige gevallen moet zij vernieuwd worden: overbrenging van de hoofdverblijfplaats naar een andere gemeente, als er geen gelijkenis neer is met de foto, beschadiging van de kaart, verandering van naam en of voornaam of nog, in sommige gevallen en gemeenten, voor wijziging van de taal waarin de kaart is opgesteld.
Alleen in die gevallen moet de burger zich op eigen initiatief tot de gemeente richten.
Alle vermeldingen zijn voor iedereen met het blote oog leesbaar en zijn, wat de persoonlijke gegevens betreft, minder talrijk dan op de oude kaart. De kaart bevat dus geen zone voor optische lezing; aldus wordt de bescherming van de private levenssfeer verzekerd en verstrekt.
Dank zij de kleinere afmetingen kan het nieuwe document gemakkelijk gevoegd worden bij de andere documenten die de burgers bij zich moeten hebben.
Ingevolge het Europees akkoord van 1957 betreffende het stelsel inzake het personenverkeer tussen de lidstaten van de Raad van Europa wordt onze nationale identiteitskaart als voldoende aanvaard om onze identiteit en nationaliteit in het buitenland te bewijzen. Zij maakt ons de toegang tot het grondgebied van andere Europese landen mogelijk, voor, over het algemeen, 3 maanden.
In de volgende landen van de Raad van Europa volstaat de kaart:
Oostenrijk, Denemarken, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Ijsland, Italie, Liechtenstein, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Nederland, Portugal, Duitse Bondsrepubliek, Verenigd koninkrijk, Zweden en Zwitserland. De identiteitskaart is nochtans niet voldoende in Turkije en Cyprus.
Het verkeer van personen in Europa wordt overigens voor een groot deel vergemakkelijkt indien de vreemde overheden snel de inlichtingen op de identiteitskaart kunnen begrijpen. In navolging van de resolutie van de Raad van Staten van Europa van 1977 maakt ons land op de nieuwe identiteitskaarten gebruik van een internationaal erkende taal.