19e eeuw – 19e eeuw – 19e eeuw – 19e eeuw – 19e eeuw – 19e eeuw – 19e eeuw

80 jaar geleden in onze weekbladen (vervolg)

Danny Lannoy

In nummer 6 van "Cnoc is ier" staat op bladzijde 39 bij het weekbladnieuws van 1890 de geboorteaangifte van "twee jeugdige dochters" door Christiaan Serryn te Lapscheure. Toeval of niet! De reaktie bleef niet uit. De dochters waren Valerie Serryn, die huwde met Leopold Vereecke en die te Knokke kwam wonen (+ 10 mei 1972 Knokke) en Louise, die met weduwnaar Kamiel Dalle uit Moerkerke naar de U.S.A. trok in het jaar 1921. Ze overleed te Rochester, New York in 1968, kort voor Wilfried Lannoy uitweek naar de States. Met de afstammelingen is men nog steeds nauw in kontakt. (Christiaan Serryn was in feite de grootvader langs moe­derszijde van Georges Lannoy, Karel Slabbinck, enz., dus ook een overgrootvader van mezelf).

Uit het weekbladnieuws van 1894 is onze keus gevallen op de "Gazette van Brugge". De Krant verscheen driemaal in de week, namelijk de maandag, woensdag en zaterdag. Voor één jaar en 3 maal in de week ("te weke") betaalde men 8 fr. De inschrijvers buiten de stad Brugge werden verzocht in te schrijven bij de postmeester of "briefdrager hunner streke".

Wat de aankondigingen betreft:

  • “Bekendmaking per reke: 0,25 fr.
  • Reklamen: 0,50 fr.
  • Rechterlijke eerherstellen: 1,00 fr.
  • Reklamen onder stadsnieuws: 1,50 fr.

Begravingsberichten:

  • niet-geabonneerd: 5,00 fr.
  • geabonneerd: 2,50 fr.”

Uit de krant van 26 mei 1894 halen we volgende artikels:

Brugge-zeehaven:

Aanleg van de haven van Heyst: gevraagd krediet 3.000.000 fr. "Talrijke besprekingen hebben in de Kamer plaats gehad wegens 't maken eener haven in diep water op de Belgische kust, de studie van onzen huishoudelijken toestand en de diepe wijzigingen sedert deze jongste jaren door de uitrusting der scheepvaart onderstaan, hebben doen uitschijnen welken dienst België eene haven zou kun­nen bewijzen, geschikt voor den aanleg der vierschepen die den grooten overzeeschen handel bedienen.

Ook heeft in 1891 het Staatsbestier de vergunning zulker haven op de Belgische kuste tot ontwerp van eenen uitgeschreven wedstrijd verkozen; deze oplossing veroorloofde tevens van in de beste voor­waarden het oogwit te verwezentlijken sedert langen tijd door de stad Brugge betracht, van rechtstreeks in gemeenschap met de zee te geraken.

Reeds in 1888 liet het Staatsbestuur aan de Kamer zijn besluit kennen van ten koste des lands, met de geldelijke medehulp der gouwe en der stad Brugge, de haven en de vaart te maken, Brugge niet alleen de plaatselijke havenwerken moetende bekostigen maar tevens nog een aandeel betalende in den onkost der vaart.

Op dit ogenblik ten jare 1888 uitgedrukt, nog afdingende, ziet nu 't Staatsbestier van alle geldelijke tusschenkomst in de vaart en Brugges havenwerken af, om zijn aandeel te beperken bij de werken der aanleghaven; het geraakt insgelijks vrij van alle onderhouds- en uitbatingskosten der havens, bij middel eener tolrechtvergunning, verleend aan een uitbatingsvennootschap dat de verplichting heeft van bij te dragen in den onkost der vaartwerken.

De tusschenkomst van den Staat blijft tot een volstrekt bepaalde som beperkt. Het gevraagde krediet van 3.000.000 fr. zal voldoen om 's lands evenredig aandeel in den onkost te betalen, tot aan de stemming der buitengewone begrooting van 1895".

Drie miljoen was de som voor Brugge Zeehaven, "of beter de haven van Heyst want de staat komt niet tusschen in de onkosten der vaart Heyst naar Brugge". Einde citaat.

In de lijst der Openbare Verkopingen haalden we volgende aankon­digingen:

Openbare verkooping

in eene zitting

van een gerievig woonhuis met Schuur en Stallingen en 6 a 34 c Grond, te Ramscapelle, bij Brugge, langs den steenweg van Dudzeele naar Westcapelle gebruikt door Jan Lys tot 1 November 1894.

Op zaterdag 16 juni 1894, om 2 ure namiddag, te Brugge in de afspanning "Au Jambon", Spanjaardstraat.  ½ % Instelpenning

Door 't ambt van den Notaris Pollentier te Dudzeele.
Kantoor van den Notaris Jan De Vestele te Moerkerke

Woensdag 20 Juni 1894 om 1 ure juist namiddag, te Moerkerke, op de hofstede bewoond en gebruikt door de kinders De Lille, en in hunnen behoeve openbare verkooping van: 3 schoone Werkpeérden waarvan 2 met Kachtel, 10 jonge Melkkoeien ge­kalfd of bijde bate, 5 een en tweejaarsche Veerzen, 1 jaarling Stier, 8 Kalvers, 8 Zeugezwijns, 100 Hen­nen en Haans; 1 Beer, 7 Looperszwijns, Landbouwalaam, Brandhout, 2 hactaren Klaver en Hooigras van eerste snee - Verpachting van gras. De koopen tot de 20 fr. comptant.

Kantoor van Edgard MUYLLE - Brugge
Donderdag 14 juni 1894 om 1 ure te Dudzeele, bij d'herberg De Vogelzang, venditie van 5 hectaren allerschoonste Rogge.

-Zelfden dag: om 4 ure, te St.-Pieters-op-den-Dijk, in de “Bariere”: verpachting van 20 Boomgaarden.

-Maandag 16 juli om 2 ure te St.-Andries bij “Speien” bij de wed. Hazaert-Denys, venditie van Bestiaal, vruchten, tarwe, Haver, aardappels, beeten en hooigras, alsook het landbouwalaam.

Bij het binnenlands nieuws stond ondermeer:

"Oost Vlaanderen. Al de soldaten van het 14e linie te Gent, heb­ben een afdruksel van de woorden der Brabançonne, om in hunne "livret" geplakt te worden. De koorafdeeling van het regiment zal de vier strophen van dien zang moeten aanleeren. Het blad dat dit meldt, zegt er niet bij in welke taal die woorden aan onze vlaamsche piotten overhandigd werden. Wie weet of de gewone woorden "Tiralala, lalala, lala liere" voor hen niet ten minste zoo ver­staanbaar zijn".

"In de delvingen, die tegenwoordig gedaan worden voor ’t op­schikken van de Smedeveste in eene aangename wandelplaatse en een aantrekkelijk lusthof, heeft men donderdag de beenderen gevonden van twee menschenlijken. God weet wanneer en hoeveel eeuwen gele­den die daar gedolven werden. De beenderen heeft men op eene an­dere plaatse opnieuw onder den grond gestoken".

"Eene schrikkelijke misdaad werd dezer dagen te Reninghelst gepleegd. Zekere Knockaert was getrouwd met een meisje dezer ge­meente. Een kind was uit dit huwelijk geboren. Knockaert dronk veel en er werd voortdurend getwist en gevochten in het huishouden. Op eenen dag der verledene weke was de rampzalige weer dronken thuis gekomen. Hij greep het kind, pas een jaar oud, en brak het armpjes en beentjes; dan ziende dat het wicht nog leefde, sloeg hij het den schedel in. .

Dat afschuwelijk toneel gebeurde onder de oogen van den ongeluk­kige moeder die niet om hulp dierf roepen, daar de dronkaard haar met hetzelfde, lot bedreigd had. Het arm kind overleefde zijne af­grijselijke wonden slechts eenige oogenblikken. Men vertelde in het dorp dat het kind overleden was aan de gevolgen van een val.

De begrafenis had over eenige dagen plaats en niemand vermoedde eene misdaad.

Woensdag kwam Knockaert weer dronken thuis en volgens zijne ge­woonte zocht hij twist tegen zijne vrouwe. De dronkaard achtervolgde haar en de arme moeder is hem dan bij de policie gaan aan­klagen. Aanstonds werd een onderzoek geopend, en het parket van Yperen verwittigd, kwam met een wetsdoctor ter plaatse.

Het lijkje werd ontgraven en de lijkschouwing bewees dat het arm wicht bezweken was aan de wonden, die het aan de schedel had be­komen. Knockaert werd aangehouden en na zijne ondervraging naar de gevangenis van Yperen gebracht. Hij is nog maar 25 jaar oud."

Uit het "Weekblad voor Zeeuws Vlaanderens westelijk deel" van het jaar 1894 hebben we volgend nieuws overgenomen: "Dit blad ver­scheen iedere maandag aan de prijs van 7 1/2 cent. En het had een oplage van 870 exemplaren. De redaktie was gevestigd te Aardenburg. De uitgever P.G.Wijtman woonde te Middelburg.

Uit de krant van maandag 17 december het volgende:

Veeziekte in België

"in November werd mond- en klauwzeer vastgesteld in 82 stallen in 59 gemeenten, waaronder ook in Oost- en West-Vlaanderen.

Longziekte kwam voor in Henegouwen, Luxemburg en Namen.

Van het vee dat uit Canada is ingevoerd, zijn er 187 stuks van de 401 overgekomen (sic). In het slachthuis te Antwerpen is gebleken dat een der overgeblevenen kenteekenen vertoonde van besmettelij­ke longziekte.

In Nederland is het mond- en klauwzeer aan 't minderen, maar nog ver van geweken. Half november heerschte de ziekte nog in 343 ge­meenten in 2288 stallen. In 't IVe districkt heeft zich tot nog toe geen enkel geval voorgedaan".

De Grensquaestie

"In de Belgische Kamer zijn klachten ingebracht over het smokkelen van vee langs de Nederlandsche grenzen; o.a. werd daar geweezen op den aanslag van 14 Zeeuwsche koeien, die te St.-Laureijns door de marechaussee zijn aangehouden. De Minister heeft beloofd nog strenger maatregelen te nemen om den smokkelhandel geheel te beteugelen. Uitmuntend, als er dan maar weer geene permissies verleend worden aan de vriendjes!!

De Vlaamsche boeren verlangen de sluiting van de grenzen om de markt van het vee hoog te houden; de gekozen afgevaardigden die den landbouwers gouden bergen beloofd hebben om hunne stemmen te winnen, kunnen niet anders dan de grenzen zoo lang mogelijk dicht te houden, zelfs voor de varkens, alhoewel er al jaren geen reden voor die sluiting is.

Dientegevolge lijden onze grensbewoners zeer grote schade. Misschien worden zij daardoor aangespoord om bij de regeering op en­kele maatregelen van weerwraak aan te dringen, waardoor de Vlaam­sche boeren en eigenaars gevoelig zullen getroffen worden.

Zoodra die in werking zijn, zal België handelbaar worden, en zul­len de belangen van beider landen grensbewoners niet langer het slachtoffer blijven van de politiek".

Bij de bekendmakingen treffen we:

Het Bestuur van den Willem-Leopold-polder, Ned. Ged. zal op zater­dag 5 januari 1895 des voormiddags ten 11 ure in de herberg bewoond door J. Verhage te Retranchement publiek aanbesteden het ma­ken van 955 m2 kunstbedekking (keiweg) over eene lengte van 315 meter door genoemden Polder van het dorp van Retranchement tot aan de Belgische grens; zooals in het bestek is omschreven; welk bestek na 12 december a.s. ten kantore van den Ontvanger-Griffier te Zuidzande in afschrift tegen betaling van 50 cent verkrijgbaar is. De aanwijzing zal plaats hebben op het terrein op Zaterdag 22 december 1894 des namiddags ten 2 ure.

Nadere inlichtinge te bekomen bij het Bestuur van de Polder.

Namens het Bestuur: Joz. Basting Jz., dijkgraaf en J. Lansen Croin, ontvanger-griffier

Dit bericht werd eveneens gemeld door het bestuur van de Wateringe Cadzand namens J. Erasmus, dijkgraaf, en P. C. J. Hennequin, ont­vanger-griffier. (0)

(0) dit heeft betrekking op het leggen der kalsijde van 't Hazegras te Knokke naar 't Retranchement.

80 jaar geleden in onze weekbladen (vervolg)

Danny Lannoy

Cnocke is Hier
1976
07
023-027
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:38:19