Het schot door het gootgat

Albert Waeghe

Sisseko Mattheeuws werd geboren te Knokke op 27 oktober 1817, zijn geboorteakte vermeldt Mattheeuws Franciscus, zoon van Fidelius en Hubrecht Cecilia. Sisseko, zoals hij genoemd werd, woon­de samen met zijn vrouw Beernaert Joanna (geboren te Knokke op 3 maart 1820), beneden de Graafjansdijk, dicht bij het kapelle­tje, waar later het "plankendorp" was (plaats door oude Knokke- naars nog steeds zo geheten). In 1847 hadden de boeren een slechte oogst gehad; het had te veel geregend en veel graan was doorgeschoten. Op een regenachtige avond in november van het­zelfde jaar kwamen de boeren uit de omtrek bijeen in een herberg in het Kalf, waar dan zou beslist worden aan de boerearbeiders 20 centimen per dag minder loon uit te betalen.

Sisseko Mattheeuws welke ook bij de boeren werkte, was zulks te weet gekomen en samen met Beernaert Cornelius, De Graeve Pe­trus en Sissen Bil, trok hij naar het Kalf om een stokje voor die loonsvermindering te steken. De luiken en de deur van de herberg waren echter vergrendeld, zodat onze kontesterende vrienden niet binnen konden. Plots kreeg Sisseko de schuurblok van het gootgat onder de herbergdeur in het oog en een glimlach verscheen op zijn verweerde gelaat. "Nu gaat ge ze horen sprin­gen", zegde hij zachtjes tot zijn gezellen. Niets begrijpend ke­ken zijn vrienden hem aan. Plots haalde Sisseko een "éénschot" van onder zijn jas, een soort pistool van 30 cm lang met kope­ren bol op het uiteinde van de kolf. Het was een oud wapen wel­ke nog langs de loop geladen moest worden met buskruit terwijl solverpoeder op de haan moest gelegd worden. Mattheeuws had en­kel wat buskruit erin gegoten, geen projektiel, en de loop ver­der opgestopt met papier, zodat er in feite geen enkel echt ge­vaar van uitging. Voorzichtig haalde hij de schuurblok uit het gat onder de deur.

(Voor oningewijden was het gootgat een opening in de dorpel onder de buitendeur. In oude woningen lag de vloer dikwijls niet hoger dan de straatweg en om het regenwater niet te laten binnenlopen, werd een verhoogde dorpel "zulle" gemet­seld. Om het schuurwater van binnenshuis naar buiten te ve­gen, werd een opening in de "zulle" gelaten, ter grootte van een baksteen, waar dan een houten blok werd in gespannen, de zogeheten "schuurblok".)

Nu trok Sisseko zoals gezegd deze blok er uit, stak zijn éénschot in de opening onder de deur en schoot het wapen af. Een harde knal joeg een rookwolk en flarden papier de herberg in. Huilende stemmen stegen op in de gelagzaal. Onze vrienden namen de benen en vluchtten het Magere Schorre en de duinen in.

Door het openbaar gerucht kwam het de boeren aan het oor dat de dader niemand anders zou geweest zijn dan Mattheeuws Francis­cus. Bij burgemeester Pieter Vermeire werd officieel klacht in­gediend en op 23 december 1847 werd Sisseko voor het Gerecht te Brugge gedaagd, waar hij koppig bleef ontkennen en steeds her­haalde van niets te weten.

Op zeker ogenblik zegde de voorzitter van de rechtbank: "Voor de laatste maal, Mattheeuws, als gij het niet geweest zijt die schoot, wel dan moet ge nu zeggen, wie het dan wel deed!”

Sisseko keek de rechter heel onschuldig aan en zegde kalm: "Wel, meneer de Zuze, als ik het toch moet zeggen, wie er toen geschoten heeft, dan zijt gij het geweest, meneer de Zuze". Woedend snauwde de voorzitter Mattheeuws af, bedreigde hem te bestraffen wegens belediging van het gerecht, maar sprak hem anderzijds vrij inzake het schieten, wegens gebrek aan bewij­zen.

Van het aftrekken van 20 centimen per dag van het loon van de boerearbeiders kwam niets in huis. Sisseko had zijn slag toch thuisgehaald.

Er wonen nog steeds nakomelingen van Sisseko Mattheeuws ter Graafjansdijk te Knokke. De eerste Mattheeuws welke zich te Knokke vestigde, was Fidelius Mattheeuws, geboren te Watervliet op 4 september 1782; hij huwde alhier op 27 september 1815 het Knokse meisje Hubrecht Cecilia. Van de Mattheeuws kan men wel zeggen dat ze oude Knokkenaars zijn.

't Volgend nummer van 't tijdschrift “Cnoc is ier” verschijnt in april 1975. Eenieder kan steeds zijn bijdrage over heemkunde aan dhr André Sandelé, sekretaris, Dumortierlaan, 99 te Knokke-Heist-1 bezorgen. Dit is tevens het geval voor diegenen die hun publiciteit in 't aanstaande tijdschrift willen plaatsen. Met beleefde dank bij voorbaat voor uw welwillende meewerking.

Het schot door het gootgat

Albert Waeghe

Cnocke is Hier
1974
04
013-014
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:38:19