De zeemeermin 50 jaar
Dany Vantorre
Met twee zeemeermannen op schoot…
Wie op een mooie dag in de Vrièrestraat komt, heeft veel kans om Maurice van Medard Degroote te zien staan zonnen in zijn portaal. De verdiende rust van een nog kloeke zeventiger? Integendeel, Maurice ontplooit nog tal van activiteiten. Hij is niet alleen één van onze beroemde visbakkers, maar nog steeds voorzitter van de supportersvereniging De Zeemeermin. Op de folkloremarkt pronkt hij in zijn rode schabbe. Doch zag u hem al op zijn paasbest door Heist stappen: een corpulente zelfbewuste verschijning met soepele passen, de armen ritmisch balancerend en gekleed in lange zwarte jas met grijze deukhoed.
Om de jubilerende Zeemeermin van nabij te leren kennen, moest ik bij hem zijn. Bij ons eerste contact om een afspraak te maken zei hij: “Ja, akkoord maar ik zou graag hebben dat Camiel van Fox erbij is, ook één van de stichters.“
Nadat ons gesprek een eerste keer werd uitgesteld omdat Camiel zijn kaartje moest leggen, en wie zou hem dit niet gunnen, zat ik dus met twee zeemeermannen op schoot.
Maurice zet het gesprek in: “Voor de oorlog gingen de vissers niet zoveel naar ‘t voetbal kijken. Het interesseerde hen maar weinig en daarbij hadden ze last met al die Engelse termen zoals corner, penalty, goalkeeper,.....
“We waren al enige weken aan het broeden om een supportersclub op te richten,” gaat Camiel verder, “Die vissers moesten toch op de hoogte gebracht worden van de spelregels in het vooruitzicht van een mooie match. Op kermismaandag in mei 1929 zat een hele bende voetbalsupporters tussen pot en pint in café Belgisch Hof langs de Leopoldlaan waar nu café Windsor is. Daar besloten we een supportersvereniging op te richten.“
Maurice vertelt over de samenstelling van het stichtend bestuur: “Er zat van alles bij: Jef Fieste (Vantorre) werd voorzitter en hotelier Theo Dewilde erevoorzitter. Vissers in het bestuur waren Robert Piekerulle (Gheselle), Felix en Victor van Rapens (Vlietinck), Louis Blaas (Mallefeydt), Pol Schiet (Savels), Cesar van Frans van Pierteels (De Vooght), natuurlijk Camiel van Fox (Vantorre) en ikzelf. Daarnaast waren er metser Richard Vandepitte, François Daese, coiffeur Maurits De Clerck, hotelier André Pauwels en cafébaas-lokaalhouder Maurice Vanhalewijn.”
Camiel voegt hier aan toe dat ze lang naar een gepaste naam zochten maar dat Maurice op het idee kwam om “De Zeemeermin“ te gebruiken. “Het was een beetje mijn idee. Pol Synaeve vroeg mij waarom we De Zeemeermin hadden gekozen.” “Wel,” zei ik, “‘k heb er eens ene gevangen!“
De toen reeds bestaande supportersclub De Strandleeuwen liet op 29 juni 1929 in het Brugsch Handelsblad verschijnen: “Het bestuur dezer maatschappij gevestigd in café Sportwereld, heeft de eer zijn leden te verwittigen dat er niet mag verward worden met de nieuwe club in café Belgisch Hof. In tegenstelling met hetgeen bestuursleden der nieuwe club bevestigd hebben, blijft deze maatschappij wel bestaan. Ongehoord is het, dat als er een nieuwe club gesticht wordt en men leden zoekt, men daarom tracht een andere te benadelen met te verzekeren dat de oude club niet meer bestaat.
Camiel geeft toelichting over de beginperiode: “Natuurlijk gingen we van start met een lege kas. Voorzitter en ondervoorzitter gaven elk 50 fr. Alle bestuursleden droegen hun steentje bij. Vooral werden familie, vrienden, melkboer, bakker,..... aangesproken om lid te worden. Dra waren er 250 leden. Het lidgeld bedroeg 10 fr.”
We besloten geen statuten op te stellen. Geen reglementen, maar een erewoord telt bij ons. Wat de meerderheid beslist, is wet. Ons lokaal was bij Maurice Vanhalewijn in café Belgisch Hof. We zijn mee verhuisd in ‘35 naar ‘t klein Markt je op de hoek van de Vlamingstraat en Kard. Mercierstraat.”
Maurice De Groote
Maurice geeft een relaas over de “zwerftocht“ op zoek naar een geschikte zaal voor hun befaamd bal op karnavalmaandag.
“Ons eerste bal in ‘29 had plaats in café De Gouden Leeuw bij Engel Dejonghe in de Vlamingstraat, nu dancing Femina. Een ware overrompeling! Het jaar daarop zochten we iets groter en huurden Ciné Moderne. Deze bleek nog te klein en zo belandden we in Hotel du Phare op de Zeedijk.
Na de 2e wereldoorlog herbegonnen we in Hotel de Bruges, maar na het verdwijnen van de zaal van het hotel stonden we voor grote problemen. In ‘52 en ‘53 huurden we een grote tent in Torhout en plaatsten die op ‘t klein marktje, toen Canadezenplein. Ondanks de goede medewerking van het gemeentebestuur was er gebrek aan comfort. Het volgend jaar zaten we opnieuw in Ciné Moderne en daarna in zaal Old Brussels tot eindelijk in 1968 zaal Ravelingen werd in gebruik genomen. Wij hebben er het eerste bal mogen geven.
In het Visserijblad van 30.1.53 zegt Maurice Degroote over hun zaalperikelen: We zitten in Ciné Moderne weer op het droge, maar het is toch spijtig dat we hier te Heist nog geen mooie gemeentelijke feestzaal bezitten. Dat zou een droom zijn, niet alleen voor ons, maar ook nog voor andere maatschappijen.“
Camiel heeft het over een tegenslag in de beginjaren: “Toen we amper 3 jaar bezig waren, ging onze bank Rahier failliet en waren we praktisch al ons geld kwijt. We hielden een Vlaamse kermis in de Polderstraat bij Naastje (Ignace Ackx). In elk huis van die straat was er iets te beleven: visjes vangen, bollen,.... Zo hadden we weer zaad in het bakje. Het was een feest voor heel Heist !“
De Zeemeermin gaf reeds een volksfeest op 11 augustus ‘29, zoals blijkt uit het Brugsch Handelsblad van 10 augustus ‘29: “De supportersclub De Zeemeermin laat zijn sportvrienden weten dat morgen zondag om 2 uur in de Polderstraat het uitgestelde feest zal plaats hebben. Ballonnenwedstrijd alsook koningsschieting met handboog voor alle jonge schutters onder de 14 jaar. Het bestuur zal er voor zorgen dat alle kinderen prijs hebben; handbogen zullen ter plaatse ter hand besteld worden, toch mogen ze met hun eigen boog schieten.“
Een welkome bron van inkomsten is hun kersttombola. Op blz. 22 leest u persberichten over deze activiteit.
Maurice vertelt een mooie anekdote in verband met een mosselsouper. “Iedereen die in onze vergadering vloekte moest een kwartje betalen voor onze mosselsouper. Louis Blaas was boetemeester. Hij telde het geld en riep: “Mannen, we zijn er bijna!“. Toen hij nadien even indommelde spraken we af om ook daar een boete op te zetten. Zo hadden we seffens genoeg voor onze souper.“
“Voor de oorlog“, gaat Camiel verder, “was het financieel op zijn Heists gezegd Krotte en Compagnie. Bij het uitbreken van de oorlog hadden we 800 leden. Bij de hervatting van de activiteiten werd de welstand onder de bevolking groter en telden we dra 1000, 1500 en meer leden. Onze clubkas werd beter gespijsd.“
De aankoop van een vlag in ‘29 was voor de vereniging een dure zaak“, verzekert Maurice, “ We betaalden er 6500 fr voor en deze werd in Luik besteld. Het ontwerp maakten we naar een schilderijtje in het huis van Marie van Ludders. De oorspronkelijke zeemeermin kreeg een voetbal in haar handen en op de achtergrond tekenden we enkele vissersvaartuigen.“
Camiel vertelt waar ze de eerste prijs wonnen. “In ‘29 reeds sleepten we de eerste prijs in de wacht in een wedstrijd te Luik voor supportersvlaggen. Nadien wonnen we opnieuw in Oostende en mochten op het podium bij koningin Astrid. Onze gewonnen medailles zijn spijtig genoeg in de oorlog verloren gegaan. Onze vlag werd in het kursaal plechtig overhandigd door burgemeester Robert de Gheldere en gewijd door E.H. Froidure.
Ondanks de rivaliteit tussen Strandleeuwen en Zeemeermin roept eerstgenoemde vereniging haar leden op in het Brugsch Handelsblad van 14 september ‘29: “Ter gelegenheid der inhuldiging van een vaandel der Zeemeermin morgen zondag, worden al de leden dringend verzocht aan den stoet deel te willen nemen. Vergadering om 10u20 in het lokaal café Sportwereld.”
Maurice gaat even in op de manier waarop zij F.C.Heist steunen: “Vanaf het begin hielpen we F.C.Heist financieel. De spelers kregen 50 fr, 75 fr en zelfs 100 fr vóór de oorlog toen ze moesten spelen voor de eerste plaats in promotie. In die tijd werd er echt gesupporterd: met het vaandel voorop, begeleid door de harmonie “Willen is Kunnen“ trokken we naar het voetbalveld in de weide van Goormachtigh waar nu de Koudekerkelaan is.
Camiel haakt hier even op in: “We vervoerden supporters en zelfs spelers naar de wedstrijden op verplaatsing. Trouwens we zijn altijd bereid om te steunen waar nodig is. Een voetbalclub is overal in ‘t land een mand zonder gat. Het is onze tactiek om in stilte te werken. Vooral vóór de oorlog moesten wij onze kas op vele manieren trachten te vullen.“
In 1953 zei Maurice Degroote in een interview: “Ik zie het nog voor me, wanneer met teljoor en handdoek rond tafel gegaan werd om het tekort in te zamelen.”
“Onze Zeemeermin heeft maar twee voorzitters gekend tot nu toe“, zegt Camiel, “vóór de oorlog Jef Fieste en bij de tweede start na de bevrijding onze Maurice. We zijn content van hem! Ook van de erevoorzitter niets dan goeds. U moet weten dat André Pauwels junior die functie kreeg bij zijn.... geboorte in ‘33. De zoon van stichtend lid hotelier André Pauwels werd met toestemming van de vader in zijn wieg erevoorzitter.
Een andere traditie bij de Zeemeermin is het doorspelen van de voetbaluitslagen naar de vissers op zee. Maurice weet er alles van: “Dit gebeurt steeds vanuit café Groen en Wit. Eerst zorgde daar Kousse (Robert Slabbinck) voor, daarna Louis Janssens en nu de zoon van Eugène Vandewalle. Mijn zoon Medard Degroote roept vanuit zee radio Oostende op die hem doorverbindt met “Groen en Wit “. Medard brengt dan de andere vissers op de hoogte.“
Maurice behoort tot de bevoorrechte burgers die reeds op het Koninklijk Paleis werden ontvangen door koning Boudewijn. “Och, ik ben drie keer bij hem geweest. Eénmaal op het stadhuis te Heist en twee keer op het paleis zelf, Ik was toen met een delegatie vissers uit Zeebrugge en mocht een mandje sprot overhandigen. “Sire, zei ik, ‘t zijn er zonder kwik, want je wordt er niet van dik.“
Zou Boudewijn dit echt geloofd hebben, toen hij Maurice zag staan ?
Camiel voegt eraan toe dat Maurice altijd de belangen van de vissers heeft proberen te verdedigen. “Ja, ik was verschillende keren op het ministerie van verkeerswezen. Toen minister Seghers in ‘52 of ‘53 op ‘t stadhuis kwam om vissers te decoreren, vroeg ik in naam van alle vissers drie zaken: om een wrakboei te leggen bij een gezonken schip in ‘t Schuurleg, om de vissers toe te laten hun voorraad netten met kleine mazen op te gebruiken ondanks de nieuwe voorschriften en om de oudere stuurmannen met een vergunning verder te laten werken zonder diploma zoals toen werd geëist. Daar heeft onze minister voor gezorgd.“
Het Zeemeerminbal op karnavalmaandag is te Heist goed bekend. Hun zoektocht naar een geschikte zaal vertelden we reeds. Waren er nog andere problemen bij de organisatie? “Helemaal niet”, overtuigt Maurice. ”Heel het bestuur is steeds paraat om alles in goede banen te leiden. Nooit deden we beroep op de politie. De veel te kleine zalen waren vroeger het grootste probleem maar met Ravelingen is dit ook opgelost.”
Camiel “filosofeert“ een beetje over de evolutie van het balpubliek. Hij heeft ze allemaal de revue zien passeren: “ ‘t Publiek is jonger geworden en er wordt... minder bier gedronken. Vroeger hadden de vissers precies (nog) meer dorst van het zeewater. ‘t Feest duurde ook langer, tot 6 of 8 uur in de morgen. Nu sluiten we de deuren om 3 of 4 uur. De mentaliteit én de werkomstandigheden zijn veranderd. De vissers blijven niet meer aan wal van de zaterdag tot de donderdag. Men kan zich dat niet meer permitteren met die grote vaartuigen. De kapitalen zijn groter geworden. Toch kan men in Zeebrugge merken dat het karnaval is te Heist. De woensdag is er geen visverkoop bijvoorbeeld.....”
In 1928 had reeds een karnavalmatch plaats te Heist tussen de supporters van de Strandleeuwen en de Strandwerkers. De scheidsrechter was Gerard Vandierendonck, bijgenaamd “Thomas“ die later de tekst schreef van het clublied van F.C.Heist.
Toch werd dit karnavalgebeuren pas bekend toen in 1930 de eerste editie plaatsvond van de legendarische “topmatch“ tussen de Vissers en de Plakkers.
In het Brugsch Handelsblad van 22 februari 1930 lezen we: Op dinsdag 4 maart a.s. zal het onafhankelijk muziek een optocht houden door de straten van Heist. Alle muzikanten zullen verkleed zijn. Daarachter zal de stoet volgen van de “Moedige Schoppers“, de voetbalploeg van Dikken Nyckees en de “Gaarne Bijers“ van de Zeemeermin. Daarna match ter betwisting van den beker André Pauwels. Om 5 uur volksbal op de Statieplaats.
In het verslag van dit gebeuren in het Brugsch Handelsblad van 8 maart staat: “Dinsdagnamiddag werd op het terrein van F.C.Heyst eene originele match betwist tusschen de Plakkers en de leden van de Supportersclub Zeemarmin. Alle spelers waren gemaskerd, hetgeen menigmaal de lachspieren van de toeschouwers heeft doen werken, daar er soms leuke en scheve sprongen werden uitgevoerd. De match werd gewonnen door de leden van de Zeemeermin. Een beker is geschonken geweest door de heer A. Pauwels.”
Maurice vertelt: “Slechts éénmaal werd - buiten de oorlogsjaren - deze match uitgesteld, nl. in ‘38 bij het vergaan van het vaartuig van Naastje (Ignace Ackx). Het scenario is nog altijd identiek: onze vissersploeg komt verkleed in stoet, voorafgegaan door muziek en vaandel, van het lokaal Belgisch Hof naar het lokaal van de plakkers café Sportwereld. Dan trekken we gezamenlijk naar het sportstadion.
In de beginjaren waren het echte plakkers, meer bepaald de knechten en vrienden van aannemer-plakker en tevens lokaalhouder Leon Vanhulle. Naast de spelers zorgden ook Gusten Vandenbroele en Poy (Anselmus Serreyn) voor komische nummers op en rond het veld. Na de match werden heel wat cafés bezocht om de dorst weg te spoelen.. met “limonade“. Onze match kwam zelfs op T.V. in de jaren 60 met als commentator Manu Desutter.
Tot besluit van dit gezellig gesprek blikken beide zeemeermannen van het eerste uur even in de toekomst.
Camiel zegt: “Van de stichters zijn nog François Daese, André Pauwels, voorzitter Maurice Degroote en ikzelf actief in het bestuur. Victor Vlietinok en Maurice Declerck zijn nog in leven, maar geen bestuurslid meer.
Voorzitter Maurice is er gerust in voor de toekomst: “De tweede generatie bestuursleden staat borg voor later. Ik heb vertrouwen in mannen zoals Georges Neirynck, René Gheselle, René Geselle, Medard Janssens, Fred Creyf, Pieter Ackx en Gilbert Degroote. De tradities van de Zeemeermin zullen niet verdwijnen!“
Ik neem afscheid ze hadden nog een bestuursvergadering die avond en geef rendez-vous op hun viering op zaterdag 5 mei 1979.
Dany Vantorre
Pentekeningen van wijlen Jan Ryheul.