De Folkloremarkt, bron van herinneringen

Pierre Vantorre

Tien jaar geleden, in 1968,kon Heist-Duinbergen met een programma van feesten en culturele activiteiten voor de pinnen komen, dat heel wat uitschieters bevatte.

Om er maar enkele te noemen: de zilveren zeedag met 7.000 “Roodjes”, de viering van het 30-jarig bestaan van de Klakkertjes, de elfde poëzie in de schuur, de drie Luxemburgse dagen, de 7e internationale kartoenale, de “World Press Photo” (in exclusiviteit !!), een folkloristisch vissersfeest, het 6e festival van de humor, een nachtelijke zeewijding en vlootparade, een toneelfestival en de erkenning van Heist als lichtstad.

Niet verwonderlijk dat in dat zelfde licht-jaar het sinds lang groeiende idee om te Heist ook een folkloremarkt te organiseren vaste vorm kreeg. In december 1968 kon men het al in alle kranten lezen dat Heist vanaf juli 1969 een unieke folkloremarkt zou brengen. Een oproep werd gericht aan alle belangstellenden en niet in het minst aan de Heistenaars om op het Canadezenplein hun vroeger uitgeoefende beroep in levende lijve opnieuw aanschouwelijk te maken. De oproep was niet tevergeefs, maar toch.... de Heistenaars zijn een schoon volk, maar een raar volk. Velen lieten het afweten, zodat buiten de gemeentegrenzen diende gezocht naar deelnemers. Vandaar ook wellicht dat de standplaatsen op de folkloremarkt met van alles en nog wat werden opgevuld. Hoe dan ook, de folkloremarkt kwam er en kende nu al een tweede lustrum. Laat ons zeggen, dat de folkloremarkt niet meer weg te denken is. De vooropening van de folkloremarkt had plaats op zondag 29 juni 1969.

Het begon met een receptie op het stadhuis en dan in stoet met de paardentram, de Belle-Epoquegroep, de Heiste marjoretten “Americana”, de Klakkertjes en een kletterende harmonie, naar het Heldenplein alwaar de visbakkers met Pier en Wanne al op post waren. Daarna werd de sfeer anno 1900 volledig gemaakt door een groep baders in badpakken uit de eeuwwisseling op het strand te Duinbergen. Het werd aldus een symbolische “doop” van de folkloremarkt.
 
In de stoet had vooral de paardentram “Jan Plezier” veel bekijks. Maar het scheelde weinig of er was die dag geen paardentram. Eerst de tribulatie om een paardentram te vinden, want men had al op vele plaatsen tevergeefs geïnformeerd, zelfs tot in musea, toen heel toevallig “Jan Plezier” te Brugge gevonden werd! Maar die paardentram zou dan, op 29 juni 1969, nog een echte lijdensweg rijden tussen Brugge en Heist, heeft Maurice Dekeyzer ons verteld. Volgeladen met leden van de Brugse koetsiersvereniging “De Paardeknol” in Belle-Epoquekledij, begon de paardentram halverwege de rit zo erg over te hellen, dat het ergste gevreesd werd. Een veer had het begeven en de “kist” hotsebotste gestadig tegen het wiel tot een groot gat ontstond in de vloer.

De ganse troep en niet in het minst de koetsier zat met de bibber, maar uiteindelijk kwam “Jan Plezier” veilig en wel met een halfuurtje vertraging ter bestemming. De paarden kregen een extra rantsoen en de rest van het gezelschap heeft de doorstane emotie via het keelgat doorgespoeld. Als we ons niet vergissen werd de eerste folkloremarkt geopend op donderdag 3 juli 1969.  Sindsdien is al het één en het ander veranderd op de markt. Uit de beginperiode zijn onder meer verdwenen: de paardentram waarmede een ritje kon gemaakt worden tegen 25 fr, de veldwachter in zijn uniform van weleer en met zijn gezag afdwingende “moustache”, de palingstroper, de miniatuurscheepsbouwer “Pleister”, en de alom gekende schilder Paul Emile. Milo verliet de donderdag zijn standplaats op de zeedijk, waar hij landschappen schilderde, om op de folkloremarkt de zee en sloepen te schilderen ! “Eén lot voor 5 franc, drie loten voor 10 franc. De hoogste numero wint de schilderij”, klonk het in koeterwaals. Weet je nog ?

De folkloremarkt heeft van meetaf succes gekend. De toerist geniet van het spektakel en is iedere donderdag op post om het smaakvol visje te proeven, de klakkertjes te zien dansen, het draaiorgel te beluisteren, de ambachtslieden aan het werk te zien en inkopen te doen of gewoon om er te zijn tussen het wemelig gedoe.

Voor ons Heistenaars is een bezoek aan de folkloremarkt daarenboven nog een gelegenheid om herinneringen uit het verleden op te frissen. Dan zijn we in gedachte toch nog eens op ons “marktje” met de oneffen kasseien, destijds een geliefkoosde  speelplaats voor kinderen en ieder dinsdag de verzamelplaats van de huismoeders die gingen markten. Het “marktje” met de kermistenten en de ideale plaats voor feestelijkheden. Het “marktje” waaromheen zo veel veranderd is, nu met moderne huizen waarin andere mensen wonen. Geen lingeriewinkel meer van Sissen Demetter en verdwenen zijn ook: de tabakswinkel van Leon Martony, de winkel van Kokkers, de viswinkel Bailyu, de bazar van Madame Deprince, de bloemenwinkel Demuynck, schoenhandel Robert Slabbinck, de ijzerwinkel Everaert (nadien Kuborn), beenhouwerij Dewaele (nu Franco Belge), Treesje Savels die sajet en garen verkocht maar ook babelutten en het “Putje” (de garre van de markt) met het cafétje van Vlietinck en later Constant Valcke. Nu zijn de puinen van het “Putje” nog slechts een woekerplaats door ratten en andere ongedierte, enz...enz... We zouden er een ellenlange lijst kunnen van maken, zelfs per generatie, maar voorlopig zand daarover.

Op de folkloremarkt, de visbakkers als symbolen van ons mooi en sterk Heistse vissersvolk en als we de klakkertjes zien dansen denken we terug aan die onvergetelijke periode van de stichting van deze dansgroep en de visweek van 1939 die iets enigs was voor Heist. Mieltje Martony (schoonbroer van Marie van Ludders) componeerde het lied van de klakkertjes en vader en dochter Eereboudt uit Blankenberge gaven toen dansles. Op 79-jarige leeftijd was Leitje Dewitte de eerste moeder van de klakkertjes. Leitje overleed in 1940 te Brussel-Vorst en kreeg een waardige opvolgster met mevrouw Lea Bailyu.

De klederdracht van de klakkertjes is niet zo maar een toevallig idee. Ze is volkseigen, want de klakkermutsjes werden destijds door vele Heistse vrouwen gedragen. Poppen in typische klakkerkledij werden op zijn minst 80 jaar geleden vervaardigd verkocht door "Tutte Machiel" in haar winkeltje in de Kursaalstraat naast Ludders.

Het draaiorgel Hooghuys, oorspronkelijk een cylinderorgel, maar nadien omgebouwd tot een boekorgel brengt ons terug naar de vroegere Heistse kermissen, de feestdagen bij uitstek. Ter gelegenheid van de kermissen werden er te Heist ook altijd van die draaiorgels geplaats, o.a. bij Klodde en Schipper en zelfs in de boei van De… in de Westkapellestraat.

Thuur Verbeke, lange tijd de zanger op de folkloremarkt, deed ons denken aan de Heistse café-chantants, zoals de "Mon Bijou" bij Mieltje Haerinck in de Knokkestraat en later het "Paterscafé" hier op het marktje. ln de "Mon Bijou" was het iedere zondag volle bak met koster Zonneman aan de piano en Dartje (Knockaert) en zijn zuster Lies als zangvedetten. Terwijl de moeders hun kinderen in slaap wiegden trapten de mannen het af om een stoel te "sparen". Er werd dan een ganse avond gezongen en grappen verkocht door Heistenaars ondereen.

Als we de ambachtslieden aan het werk zien, hebben we er spijt van dat er niet meer Heistenaars actief zijn op de folkloremarkt. Er zijn te Heist ook schareslijpers geweest, mandenvlechters, kunstschilders en noem maar op, om niet te spreken van het spellewerken dat 100 jaar geleden te Heist aangeleerd werd door Juff. Anna Serweytens, als aanloop tot de oprichting van de "nonnenschool" in de Kursaalstraat.

Op de folkloremarkt staan Wanne en Pier het hele gedoe van uit de hoogte gade te slaan. 't Is of ze dwars door de mooie sierstenen van De Bolle heen kijken naar de kasseien van het Canadezenplein en het "marktje" van weleer, waaronder de schuilkelders van de oorlog 40/45 nog bedolven liggen.

Donderdag 6 juli 1978, in het jaar van het dorp, op een onvervalste H. Godelievedag, want het regende, werd de 10e folkloremarkt met bijzonder luister geopend. Een folkloremarkt die ons een levende schets lijkt van het Heistse volksleven waarin de toerist ook een plaats heeft.

Dank zij de bereidwillige medewerking van de dynamische secretaris van de folkloremarkt, Maurice Dekeyzer, brengen we op pagina 25 een collage van enkele persartikels die ter gelegenheid van het tot stand komen van de folkloremarkt in 1968 en 1969 zijn gepubliceerd.

krantenknipsels-folkloremarkt

De Folkloremarkt, bron van herinneringen

Pierre Vantorre

Heyst Leeft
1978
02
022-025
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:37:15