Lotelingen

lotelingtrommel0Het systeem van het aanduiden van dienstplichten door loting werd bij ons ingevoerd onder het Frans Bewind (1798) en afgeschaft op de voorafavond van de Eerste Wereldoorlog (1909).

De lotelingen uit de Zwinstreek moesten naar Damme, de hoofdplaats van hun militiekanton.  Begeleid door een man met een "trekzak" en door de champetter trokken de 18- of 19-jarigen naar Damme.  Per gemeente werden zij in het stadhuis binnengeroepen waar zij in alfabetisch volgorde hun lot moesten trekken uit een draaitrommel. 

Om het lot gunstig te stemmen hadden sommige een mollepoot op zak, bij anderen had hun moeder een medaille van O.L.Vrouw in de rechtermouw genaaid, .De laagste nummers waren de slechtste : men was er in geloot. 

Diegenen die een  hoog nummer  (boven de 100) trokken waren vrij en gingen uitgebreid feestvieren.  Door de drank die rijkelijk vloeide en de rivaliteit tussen de verschillende gemeenten braken er dikwijls ruzies en gevechten uit.

Daarna trok men naar huis om het goede of slechte nieuws mee te delen.  Sommige duivemelkers hadden een duif bij die het nieuws snel naar huis kon brengen, soms waren er ook "lopers" bij die de hele weg naar huis liepen, .