Lezing op zondag 27 november 2016 om 10 uur door Danny Lannoy
Sedert meer dan 2 jaar heeft Danny Lannoy zich verdiept in de architectuur van de badplaats Duinbergen. Samen met Frieda Devinck wordt gewerkt aan de publicatie ‘Historiek –Architectuur Duinbergen & Het Zoute’, gekoppeld aan een gelijknamige tentoonstelling in Scharpoord (vanaf 13 november tot 8 januari 2017) . Het Museum Sincfala werkt mee aan deze expo.
De ‘Société de Duinbergen’ werd in 1901 opgericht met als doel een vakantieoord te creëren midden de duinen aan zee. De eigendom van de N.V. lag op het grondgebied van Heist a/z. De beheerders deden beroep op de Duitse urbanist Stübben om een stratenplan uit te werken. Hij opteerde voor vrijstaande cottages met respect voor het reliëf.
Er waren ook een tweetal centrumzones met aaneengesloten bebouwing waar handel zou toegelaten worden. In 1905 werd een kapel gebouwd die vooral in de zomermaanden dienst deed als gebedsruimte voor de vakantiebewoners.
Halfweg de jaren '20 deed de art deco zijn invloed gelden bij de villaontwerpen. Meer dan in het Zoute zou de maatschappij ‘modernistische’ projecten toelaten in de verkaveling.
Heel wat villa’s zijn beschermd en krijgen bijzondere aandacht; zoals de villa ‘Ter Wilgen’ van Viérin, de dubbelvilla met ‘sgraffiti’ versieringen van Paul Cauchie en de keramische koppelvilla van architect Florimond Vervalcke.
Al is er veel afgebroken van de eerste bebouwing, toch staan er nog pareltjes op architecturaal vlak.
Met het boek, de tentoonstelling en deze lezing wil Danny Lannoy aantonen dat Duinbergen nog steeds beschikt over een rijk erfgoed. De architectuur bepaalt immers het uitzicht van de badplaats.
Verslag
Verslag van de lezing "Duinbergen. Geschiedenis en architectuur" door Danny Lannoy op 27 november 2016
Op zondag 27 november 2016 mocht voorzitter Eric Huys in Museum Sincfala te Heist 70 belangstellenden verwelkomen voor de lezing "Duinbergen.
Geschiedenis en architectuur" en de spreker inleiden. Danny Lannoy is een meer dan bekende figuur in de politieke, sociale en culturele wereld van de Zwinstreek. Hij is een geboren en getogen Knokkenaar. Hij studeerde bouwkundig tekenen aan de Stedelijke Academie te Brugge en begon zijn carrière bij een ziekenbond maar stapte al snel over naar de politiek. Hij bouwde een indrukwekkend curriculum uit als schepen van Knokke-Heist. Openbare werken, stedenbouw, ruimtelijke ordening, patrimonium en erfgoed behoorden tot zijn bevoegdheid en takenpakket. Sedert 1983 tot aan zijn pensionering in 2013 was hij voorzitter van de vzw Sincfala en nu ondervoorzitter.
Dit museum is gegroeid uit een initiatief van onze heemkundige kring Sint-Guthago, die vanaf 1960 een schat aan voorwerpen verzamelde en tentoonstelde, eerst te Lissewege, en later te Heist in het huidige gebouw. Dankzij zijn volharding en inspirerende inzet heeft Danny van het museum, samen met Fons Theerens (directeur Vrije Tijd en secretaris van onze kring) en het personeel, een parel aan de culturele kroon van de Zwinstreek gemaakt. Verder speelde hij een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het For Freedom Museum te Ramskapelle, waar de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog het hoofdthema vormen. Danny is voorzitter van de gemeentelijke bibliotheek, van de Harmonie Sint-Cecilia Heist, het Willemsfonds en de heemkundige kring Cnoc is hier.
Danny Lannoy is auteur van een vijftiental boeken over de lokale geschiedenis, architectuur en schilderkunst, naast zijn ontelbare bijdragen in het heemkundig tijdschrift "Cnocke is Hier". Zijn ‘compagnon de route', zijn intellectuele soulmate bij het schrijven van heel wat boeken, en het inrichten van de tentoonstellingen is Frieda Devinck. Zij is één van de drijvende krachten achter Danny Lannoy.
De tentoonstellingen en publicaties over "Impressionisten in Knocke & Heyst 1870-1914" uit 2007 en "Van het atelier naar de kust: Knocke & Heyst 1880-1940" behoren tot de culturele hoogtepunten van Knokke-Heist van het laatste decennium. De manier van werken heeft een blijvende indruk nagelaten. Aan de hand van schilderijen, tekeningen, etsen, enz. (uit openbare en private verzamelingen) plaatste hij het leven van de kunstenaars in de Zwinstreek tussen 1870 en 1940 tegenover de opkomst van het kusttoerisme en de groei van Knokke-Heist.
Hij confronteerde het werk van vooral impressionistisch geïnspireerde kunstenaars met al het beschikbaar historisch materiaal. Deze toetsing leidde tot een fascinerend verhaal over de groei van een klein landbouwdorp tot de mondaine badstad die het nu is. In het boek "Compagnie Het Zoute, 100 jaar in Knokke", i.s.m. Philippe Muylle en Fons Theerens, schetste hij de geschiedenis van een maatschappij die de ruimtelijke ordening van Knokke blijvend veranderd heeft. Daarin toonde hij aan hoe deze onderneming, gesticht in 1908, Knokke heeft veranderd van een typisch polderdorp naar een onovertroffen badstad aan de Noordzee.
Na deze inleiding startte Danny Lannoy dan zijn lezing met een overzicht van de ontwikkeling van de badsteden aan onze kust, die in beweging kwam vanaf 1830. Deze ontwikkeling begon eerst in Oostende, Blankenberge en De Panne. De invloed van koning Leopold II speelde hierbij een rol. Heist werd de derde badplaats aan onze kust door het doortrekken van de treinverbinding. Op de dijk werden hotels gebouwd en de ligplaatsen van de vissersschepen op het strand schoven oostwaarts op. In 1888 werd Heist verbonden met Knokke via de tram. De verdere ontwikkeling van Heist gebeurde door de aankoop van gronden oostelijk ten opzichte van het huidige Heldenplein.
Duinbergen is tot stand gekomen door de ontwikkeling van gronden die eigendom waren van de familie Serweytens de Mercx uit Brugge. In 1901 wilde kleinzoon Donat Van Caillie, advocaat in Brugge, meer doen met de grond dan het te gebruiken als jachtterrein. Hij richtte de "Société Anonyme de Duinbergen" op en deed voor het ontwerp een beroep op de Duitse urbanist Joseph Stübben. Deze hield zich bezig met stedenbouw en schreef hierover een boek dat vertaald werd door Karel Buls, burgemeester van Brussel. Joseph Stübben gaf lezingen in verschillende landen en was ook geïnteresseerd in badplaatsen. In 1901 tekende hij een plan voor Duinbergen. Het stratenpatroon bestond niet uit rechte straten, maar was golvend en bevatte hellingen en aanplantingen. Later heeft hij ook Het Zoute ontworpen. Na de Eerste Wereldoorlog echter moest men hier de Duitser Stübben niet meer hebben.
Het typische gebouw in Duinbergen was de cottage. Architect Jozef Viérin was betrokken bij de eerste woningen. Danny Lannoy toonde foto's van de inhuldiging in 1902 van het eerste gebouw op de hoek Elisabethlaan - Duinbergenlaan. Deze inhuldiging ging gepaard met een banket. Ter hoogte van het huidige Stübbenpark werd het Hotel du Chalet gebouwd naar een ontwerp van architect Adolphe Pirenne. Dit gebouw bestaat nu niet meer. De kapel van Duinbergen met de eerste pastorij was een ontwerp van Jozef Viérin. In de jaren '20 is er een tweede vleugel bijgekomen. De kapel werd zeer recent volledig gerestaureerd onder leiding van architect Piet Viérin, de derde generatie van deze architectenfamilie. Het kerngebied van Duinbergen is nu nog grotendeels bewaard gebleven. Soms werd er wel eens een verandering aangebracht, zoals een open terras dat werd dichtgemaakt.
Typisch voor een cottage is de drieledigheid. Onderaan bevind zich metselwerk. In het midden is er dan een cementering: een oneffen metsellaag in beige of grijs. Aan het bovenste gedeelte is vakwerk aangebracht in een contrasterende kleur (donkerbruin of donkergroen). De meeste cottages in Duinbergen zijn verdwenen. In Het Zoute is het zo dat er meer dan 90 % die van vóór Wereldoorlog I dateren er nu nog staan.
Robert Neirynck, een architect afkomstig van Blankenberge die zich vestigde in Heist, heeft ook een aantal woningen in Duinbergen ontworpen tijdens het interbellum.
Een speciale villa in de Duinbergenlaan is die van Paul Cauchie, architect-beeldend kunstenaar-decorateur, met sgrafitto-techniek. De sgraffitopanelen zijn nu nog grotendeels bewaard maar slechts fragmentarisch leesbaar doordat ze in het wit zijn overschilderd. Bij het vervaardigen van sgraffiti wordt in verse mortel een lijntekening gekrast en ingekleurd.
In architectuurtijdschriften was er veel aandacht voor Duinbergen, zoals bijvoorbeeld in het tijdschrift "Cottage-Plages". Er werden ook woningen in een andere stijl gebouwd, zoals villa La Flamande in landelijke stijl (1924).
Na 1945 moesten verschillende villa's hersteld worden omdat ze beschadigd waren door beschietingen. In Duinbergen stonden immers veel bunkers die tijdens de bevrijding werden beschoten.
Op de zeedijk stond vroeger Hotel Pauwels dat in 1903 gebouwd werd op de hoek van de huidige Duinbergenlaan naar een ontwerp van architect Alfred Neirynck in cottagestijl. Ter hoogte van het Stübbenpark op de hoek van de huidige Brieshelling was er het Hotel Smets, nadien "Beau Séjour" genoemd, ontworpen door architect Adolphe Pirenne. Beide hotels zijn ondertussen reeds lang gesloopt. Adolphe Pirenne heeft ook villa's ontworpen in het Vlaams Pad die er nu nog altijd staan. Deze architect heeft daar zelf ook gewoond.
Een andere architect was Jean Stockx. Op de achterkant van de bouwplannen stond de handtekening van de architect en een stempel van de gemeente met daarbij de handtekeningen van de burgemeester, de gemeentebouwmeester en de gemeentesecretaris. Het was Danny Lannoy bij het bekijken van de vele bouwplannen in het archief van Knokke-Heist opgevallen dat de handtekening van Jean Stockx veel voorkwam. Stockx was namelijk ook de gemeentesecretaris en ondertekende in die hoedanigheid ook zijn eigen plannen. Hij was erg actief bij de uitbreiding (de “Extension”) van Duinbergen.
Later kwamen er ook art deco villa's in Duinbergen. In Duinbergen zijn er uiteindelijk vier bouwstijlen aanwezig: cottage, art deco, landelijk en modernistisch. De meest modernistische villa in Duinbergen is de koppelvilla “Yvette et Jacqueline” uit 1937 in de Elisabethlaan, getekend door Florimond Vervalcke. Binnenin is deze volledig bezet met keramische tegels. De villa is nu gerenoveerd en hierbij is er veel van het oorspronkelijke behouden.
Op de Kwade Helling heeft architecte Christine Conix een villa gerenoveerd met daarbij een nieuw contrasterend gedeelte.
De lezing werd geïllustreerd met heel veel afbeeldingen en foto's van villa's en andere gebouwen. Na afloop werd Danny Lannoy door voorzitter Eric Huys bedankt voor deze schitterende lezing. Ook de tentoonstelling die liep in CC Scharpoord werd aanbevolen en voor wie nog meer wil weten, is er nog het boek over de architectuur en de geschiedenis van Duinbergen en Het Zoute, geschreven door Danny Lannoy en Frieda Devinck.
Onze geschied- en heemkundige kring plant ook nog een rondleiding op locatie in Duinbergen op 24 september 2017. Vervolgens werd de voormiddag weer afgesloten met een drankje aangeboden door Museum Sincfala.
Verslag: Marc De Meester
Foto's: Etienne Decaluwé
Praktische informatie
Lezingen zijn gratis voor leden van Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago.
Niet-leden betalen 3,50 euro, bezoek aan het museum inbegrepen.
Na de lezing bieden we je een drankje aan.
Sincfala, Museum van de Zwinstreek
Pannenstraat 140, 8300 Knokke-Heist.
Tel. 050 530 730 Dit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien.
Parkeergelegenheid
Op de speelplaats van de gemeentelijke basisschool Het Anker, bereikbaar via de Felix Timmermansstraat nummer 37 (klik op de foto voor Google streetview)