Toeristen in Feldgrau en Marineblauw
Eddy Lambrecht
Tijdens WO I herbergde Knokke niet alleen het plaatselijk garnizoen en de bemanning van de geschut batterijen.
Knokke en omliggende gemeentes werden uitgekozen als rustplaats voor legerdivisies die weggetrokken werden van het front, of ze werden toch minstens bezocht door nabij ingekwartierde eenheden. Het gaat hier om het volledige gamma van de toen gekende wapenonderdelen van de Keizerlijke landmacht: infanterie, artillerie en zelfs cavalerie. Ook het Marninekorps Flandern was uiteraard goed vertegenwoordigd.
Aan de hand van de door hen verstuurde postkaarten willen wij een klein overzicht geven van welke troepenonderdelen hier in Knokke de zee zagen en indien het weer het toeliet er ook gingen baden. Anderen kwamen naar de vrouwen van lichte zeden waarvoor Knokke een zekere reputatie had! Het escaleerde zo fel dat de Duitse soldaten door middel van plakbrieven verboden werden bepaalde huizen binnen te gaan.
Een Duitse soldaat éénzaam op wacht aan de dijk te Knokke. De dijk is afgezet met prikkeldraad.
Toeristen zijn hier duidelijk niet meer welkom. Op het strand zelf spoelen regelmatig zeemijnen aan.
En toch zijn er nog baders, zoals deze Duitse soldaten die er nu plots minder krijgslustig uitzien. De badkar is van E. Schotte.
Voor- en keerzijde van liet huidige Van Bunnenplein: verstuurd op 13 maart 1915.
Rechts de ronde, enkele ringstempel van de Garde Kavallerie Division, Keizerlijke Duitse Feidpost Expedition.
In het midden de stempel van de Koninklijke Pruisische radio en telefoonafdeling met de Pruisische Garde ster. De Garde Kavallerie Division maakte toen deel uit van de 4de Armee. Na het vastlopen van de bewegingsoorlog in het Westen werden alle Duitse cavalerie divisies verplaatst naar het Oostfront. Evenwel bleef de Garde Kavallerie Division deel uitmaken van de 4de Armee en werd ingezet in de loopgravenoorlog. Delen van de divisie werden verplaatst naar de Belgisch-Nederlandse grens, belast met de bewaking ervan. Tevens was de divisie één van de eenheden die de grens zouden overschrijden als de Britten via een landing in Nederland de Duitsers in de rug wilden aanvallen.
(zie jaarboek Cnoc is ier nr 41-2004, blz. 2. Rechts op de foto staat een Garde-Kurassier van de Garde Cavalerie Divisie bij de grens).
Voor- en keerzijde zichtkaart geschreven te Knokke op 11 maart 1915, met een zicht van de verdwenen Duivelsput aan de Graaf Jansdijk (gekleurde versie.).
Rechts de stempel van de 1ste Marine Divisie. Links de lijnstempel van liet Garde Jäger Feld Bataillon. De divisie bevond zich sedert 18.12.1914 aan de Belgische Kust, waar het onder het commando kwam van de 1ste Marine Divisie. Met het 4de Matrozen Regiment was het eind december 1914-januari 1915 in gevechten verwikkeld met de Fransen te Lombardsijde, voornamelijk bij hoogte 17. Ook traden de Gardejagers op als instructeur voor de onervaren matrozen eenheden.
De “groene jagers” zoals zij genoemd werden, verlieten onze streek voor de Elzas op 25 maart 1915.
Voor- en keerzijde zichtkaart Lippenslaan, geschreven op 26 juli 1917.
In het midden de stempel van het Reserve Infanterie Regiment 262 van de 79ste Reserve Divisie. Deze divisie was afkomstig uit Oost-Pruisen en actief in Noord-Frankrijk. In juli 1917 kwam de divisie uitrusten in het gebied ten oosten van Brugge. De rust was van korte duur, want de 79ste Reserve Divisie werd in de 3de Slag bij leper ingezet als “Eingreif” of tegenaanval-divisie.
Tijdens de Slag bij Langemark leed de divisie zware verliezen door Britse aanvallen en moesten ze terugtrekken. Het 262ste Reserve
Regiment dat veel jonge soldaten van de klas 1918 telde, was gedemoraliseerd.
Voor- en keerzijde zichtkaart van de kerk en molen, verstuurd op 1 maart 1918.
Links de stempel van de 2de Compagnie van de luchtafweer van het Marinekorps. Daar het belang van de luchtmacht groeide tijdens WO l, was het ook niet verwonderlijk dat de luchtafweer zich verder ontwikkelde en in omvang toenam. Blijkbaar werden er nooit doelen in Knokke gebombardeerd, maar het lag wel op de route van de vliegtuigen van de Britse zeemacht (Royal Naval Air Service) die de vliegvelden rond Cent ging bombarderen. Daar stegen de Duitse Gotha-bommenwerpers op, die Engeland aanvielen. De Britse De Havilland DH4 tweezitters vlogen via de kust naar Vlissingen, vanwaar ze via de Westerschelde over Nederlands grondgebied hun doelen bij Gent bereikten. Langs dezelfde weg keerden zij terug. De Britse piloten rapporteerden steeds dat ze nabij Knokke, zwaar luchtafweervuur moesten trotseren en dikwijls tot 6 mijl in zee moesten uitwijken voor de Flak (afweer).
Voor- en keerzijde zichtkaart met een blik op de huidige Zoutelaan en achtergelegen Dumortierlaan, verzonden op 3 augustus 1916.
Op de keerzijde, in het midden, de stempel van het 1ste Bataljon-1ste compagnie van het 4de Matrosen-Regiment. Het 4de regiment matrozen werd op 1 augustus 1916 weggetrokken van het landfront nabij Lombardsijde en belast met de kustverdediging. Het 1ste bataljon te Zeebrugge, Heist en Duinbergen, het 3de bataljon te Zuienkerke en te Dudzele.
Het 4de Matrosen-Regiment was een geregelde klant te Knokke, zoals deze foto uit april 1916 van het 2de bataljon bewijst.
Het 4de regiment matrozen was toen korpsreserve en stond onder de directe leiding van liet Generalkommando van het Marinekorps te Brugge.
Het strand van Knokke kort na de oorlog. De badkarren hebben terug hun plaats op het strand ingenomen. Er staat alleen nog prikkeldraad rond aangespoelde zeemijnen. Op de foto een Britse zeemijn.