Koninklijke harmonie Sint-Cecilia Heist
Naar alle waarschijnlijkheid bestond reeds in 1878 in Heist een muziekmaatschappij. Zeker is het dat in 1885 de Fanfaren Maatschappij Noorderklank speelde als gemeentemuziek, dit wil zeggen als vereniging waarvan alle instrumenten en muziekpartituren eigendom waren van het gemeentebestuur.
Het besluit dat de fanfare naar alle waarschijnlijkheid reeds in 1878 bestond, werd getrokken op basis van een citaat in het cursiefboek van de Koninklijke Maatschappij Duinengalm waarin we lezen:
‘Op 10 juni 1878 had de inhuldiging plaats van den nieuwen gaai pers welke gepaard ging met eenen sireschieting die grooten luister kende. Den Heer Ad. Vanhove werd den eersten sire en August Vanhove zijnen eersten baljuw van Duinengalm. De fanfare kwam er ook bij te pas om den Brabançonne en gepaste deuntjes te speelen.’
Een bericht in het Burgerswelzijn van 5 oktober 1878 geeft te lezen:
‘Luisterrijk feest ter gelegenheid der plechtige intrede van den Heer Heyvaert, Gouverneur der Provincie. Om 1 ure groot banquet in het gemeentehuis, ‘s Avonds groote verlichting en vuurwerk. Het feest zal opgeluisterd worden door het muziek en aangekondigd door het losbranden van het kanon.’
Een ander bericht uit het Burgerswelzijn van 24 april 1881 luidt:
Handbogenmaatschappij de Duinengalm, gesticht in 1878. Groote stoet. Bijeenkomst om 2.30 ure ‘s namiddags in het lokaal Sint-Cecilia bij Jos Cobbaert, om vandaar stoetsgewijze met muziek en standaert aan ‘t hoofd de sire luisterrijk af te halen.
Van de Fanfaren Maatschappij Noorderklank werd teruggevonden dat deze ondermeer op 13 december 1885 onder deze naam optrad naar aanleiding van een groot avondfeest met de medewerking der toneelmaatschappij ‘Voor Recht en Vrijheid’ van Brugge om 6.30 ure ‘s avonds in de groote zaal van het Hotel Royal te Heyst. Voorbehouden plaatsen voor de leden. Tweede plaats 50 centiemen per persoon.
Andere archieven en krantenberichten tonen aan dat de fanfare betrokken werd bij het kermisvieren. Onder meer te Heist in 1888 waarvoor volgende activiteiten werden geafficheerd:
Zaterdag 26 mei ‘s avonds aankondiging van het feest door het losbranden van een kanon. Zondag 27 mei ‘s morgens ten 11 ure op de Statieplaats groot concert door de Fanfaren Maatschappij Noordenklank en om 3 ure beschrijving met de handboog door de Maatschappij Duinengalm.
Een eigenlijke stichtingsdatum van de Fanfaren Maatschappij Noordenklank werd niet teruggevonden, maar wel dat deze reeds op 28 juni 1885 te Heist een eigen muziekfestival organiseerde en bij deze gelegenheid een gedenkpenning uitgaf aan de deelnemende korpsen met onder meer het muziek van Dudzele, die deze penning nog steeds in bezit heeft.
In 1895 werd bij de Fanfaren Maatschappij Noordenklank overgegaan tot het opstellen van een reglement met als eerste artikel:
De Maatschappij Noordenklank is een toonkundige maatschappij buiten alle politiek en partijgeest en bestaat uit eere- en werkende leden.
Haar doel is eenige innige verbroedering onder haar leden en de vooruitgang en uitbreiding van de muziekkunst.
Haar wapenschild is eenen harp met trophie van muziekinstrumenten en hare kleur is rood.
Het reglement werd opgesteld door de toenmalige voorzitter Karel Baervoets, schatbewaarder K. Baillu, secretaris Joseph Walgrave en de bestuursleden Leon Van Hove, Hector Vandeputte, Karel Maes en Isidoor Lybeer. Allereerste gekende voorzitter in 1885 was M. E. Loncke met aan zijn zijde als muziekchef de uit Aardenburg afkomstige M. L. Verschoore.
Jarenlang ging het de Fanfaren Maatschappij Noordenklank voor de wind, tot met de eeuwwisseling de politiek roet in het eten kwam gooien.
In 1907 waren er namelijk gemeenteraadsverkiezingen en dacht de toenmalige katholieke meerderheid terug met klank de verkiezingen te zullen winnen. Met het oog op hun zekere zege werd dan ook de fanfare - versterkt met enkele muzikanten van Sluis - in de verkiezingsstrijd ingeschakeld en gemobiliseerd om onmiddellijk na het bekendmaken van de uitslagen een serenade te brengen aan de verkozen (katholieke) schepenen en raadsleden.
Voor hen werd het echter een nederlaag. De muzikanten mochten dan ook zonder één noot te spelen als ode, stilletjes huiswaarts keren.
Tijdens de gemeenteraadszitting van 7 februari 1908 werd door de nieuwe (liberale) meerderheid beslist géén toelage meer te verlenen aan de muziekmaatschappij alsook dat:
‘alle instrumenten, partituren e.a. toebehoren bij de gemeente moesten ingeleverd worden. ’
Door deze beslissing werd meteen een einde gesteld aan het bestaan van de Fanfaren Maatschappij Noordenklank, die noodgedwongen ontbonden werd.
Het moet echter zijn dat enkele bestuursleden en muzikanten er op de hoogte van waren van wat hun maatschappij op 7 februari 1908 zou worden aangedaan, want enkele dagen voordien, namelijk op 4 februari, werd door hen een spoedvergadering belegd waarop zij officieel de Katholieke Harmonie van Heyst aan Zee boven de doopvont hielden.
Zogezegd een nieuwe muziekvereniging maar met dezelfde bestuursleden en muzikanten (op enkele uitzonderingen na).
Bij de Katholieke Harmonie van Heyst aan Zee werden Alfons Van Isacker, Hector Vandeputte, Isidoor Lybeer en Alberic Kerkchof als nieuwe voorzitter, respectievelijke ondervoorzitter, schatbewaarder en secretaris verkozen. In feite de eerste hoofdbestuursleden van de muziekvereniging die twee jaar later tot ‘Harmonie Sint Cecilia’ zou worden omgedoopt.
Na een periode van aanwerving en opleiding van jonge muzikanten, het uitbreiden en herstructureren van het korps, het geven van enkele concerten te Heist en het maken van uitstappen naar Sluis, Blankenberge en Westkapelle, werd in 1910 door het bestuur besloten tot het aankopen van een nieuw harmonievaandel. Vaandel dat werd gemaakt door de Bruggeling Emile Catry (Sint Gillis) voor de prijs van 550 frank, van gele kleur was en daarop geborduurd enkele gebouwen van de Zeedijk, een vissersschuit, een kerk en verder het opschrift ‘Harmonie Sint Cecilia Heist - 1908’.
De inhuldiging van het vaandel gebeurde op 24 april 1910 op een officieel ‘Vaandelfeest’.
Rond deze periode werden ook gelijkvormige mutsen voor de muzikanten en speciale kentekens voor de bestuursleden aangekocht. Prestaties door de harmonie in 1910 weggegeven, waren onder meer het spelen van talrijke concerten en avondfeesten in de bovenzaal van de ‘Xaverianen’, het helpen opluisteren van vaandelfeesten (bij de fanfare Oud Wapenbroeders Oedelem), het maken van uitstappen voor de handboogmaatschappij de Duinengalm te Heist, voor de oud-soldaten van Sint-Joris, het geven van een concert-serenade voor Sophie Dyserinck en voorts het opluisteren van het huwelijksfeest van spelend lid bij de harmonie Hector Goetinck, het Te Deum te Heist en het jaarlijks festival te Blankenberge.
Ook 1912 en 1913 waren druk gevulde jaren met talrijke optredens.
Kwam dan in 1914 het uitbreken van de oorlog waardoor alle activiteiten werden stilgelegd.
Na de oorlog duurde het dan toch nog tot 1920 vooraleer de harmonie terug goed op dreef was en er kon worden overgegaan tot het benoemen van enkele nieuwe bestuursleden: August Bailyu, Charles De Jonghe, Paul Ghyssaert, Alberic Kerkchof, Edmond Van Besien en Richard Gobert als dirigent.
Een belangrijk feit in 1920 was de beslissing om muzikaal mee te werken aan de inhaling van de nieuwe boogschutterssire bij de handboogvereniging ‘Den Eifeltoren’.
Meteen ook de eerste stap ter verbroedering met de liberale partij.
Voorts op het 1920-programma kwamen dan nog optredens tot het inhuldigen van het station van Knokke, 5 zomerfeesten, erediensten voor gesneuvelden en op 22 november de feestelijkheden van hun eigen Sint-Ceciliaviering dat doorgang vond in het vroegere Hotel St-Anne.
In 1927 nam Richard Gobert ontslag als dirigent en werd opgevolgd door Maurits Verstraete die op zijn beurt het secretariaat in handen legde van Karel Ackx.
1928 was het jaar waarin de harmonie danig aan het wankelen werd gebracht, en dit door een eerder banaal feit.
Door het bestuur was namelijk beslist dat de Sint-Cecilia-muzikanten na een officieel optreden niet meer individueel of in kleine vriendengroepjes verder in de herbergen mochten ‘enkele deuntjes ten beste geven’, (en daarvoor kregen ze dan een of meerdere pinten...)
Op een zekere dag gebeurde dat toch en dan nog na... het officieel sluitingsuur voor cafés. Door de plaatselijke politie werd tegen de overtreders-muzikanten proces verbaal opgesteld. Met de burgemeester als bestuurslid bij de harmonie dachten de ‘gepakten’ dat daar toch niets zou van in huis komen. Helaas voor hen, noch de burgemeester noch andere invloedrijke bestuursleden wilden zich met de zaak bemoeien zodat de zaak toch voor de Rechtbank van Brugge kwam en de overtreders werden veroordeeld tot een boete ten belope van 50 frank of één dag vervangende gevangenisstraf’.
Voor de betrokkenen kwam deze veroordeling zeer hard aan en namen zij als wraak prompt ontslag bij de harmonie, daarin gevolgd door enkele vrienden zodat Sint-Cecilia op één dag een 15-tal muzikanten kwijt was. Deze toestand werd trouwens door een Brugse ‘blauwe’ familie uitgebaat die de afgescheurde muzikanten nodige geldelijke steun gaf om te Heist het liberaal muziekkorps ‘Willen is Kunnen’ op te richten.
Bij Sint-Cecilia werd echter de moed niet opgegeven en met verenigde krachten werd geijverd om het tot 15 eenheden geslonken korps muzikanten weer aan te vullen. Die inspanning leverde trouwens vruchten op en een klein jaar later (1929) telde de harmonie niet minder dan 40 spelende leden.
Dit zelfde jaar nam voorzitter Van Isacker eervol ontslag en werd hij opgevolgd door Edmond Van Besien.
In 1931 was de toestand bij Sint-Cecilia dan weer effenaf ‘ziek’ en moesten er, wegens het altijd maar belet zijn van sommige muzikanten, van talrijke aangevraagde optredens worden afgezien.
Willen is Kunnen 1928
1933 - E. Van Besien, J. Warmoes, R. Gobert, G. Stroobandt, A. Vanhalewijn, R. Sabbe, C. Landuyt, A. Naert, P. Savels, R. Dhondt, Bruneel, A. Latruwe.
Deze onhoudbare toestand verbeterde er niet op zodat in 1933 werd besloten over te gaan tot een volledige reorganisatie in de schoot van het bestuur.
Dat gebeurde tijdens de speciale ‘herinrichtingsvergadering’ van 9 januari 1933 in het Hotel de la Marine.
Volgend bestuur werd voorgesteld :
Ere-voorzitters A. Van Isacker en R. de Gheldere, Proost E.H. Masschelein, Voorzitter Edmond Daveloose, Ondervoorzitters Ch. De Jonghe en L. Everaert, Rekenplichtige E. Van Besien, Schatbewaarder J. Monballiu, Schrijver T. Leliaert
Bestuursleden: J. Warmoes, C. Deschepper, J. Vereecke, A. Wittesaele, J. Pyckavet, A. Vandeputte, P. Dejonghe, M. Dumarey, P. Ghyssaert, V. Dhóndt, A. Balliu, Ph. Van Hulle, G. Baillyu, R. Daveloose en afgevaardigden van de muzikanten O. Strubbe, L. Savels en G. Stroobant.
Bij algemene goedkeuring werd L. Vandekerckhove onderdirigent bij het muziek van het 4de Linieregiment te Brugge, benoemd tot muziekleider.
De eerste uitstap onder beleid van dat vernieuwd bestuur had plaats op Paasdag, gevolgd door talrijke andere prestaties onder meer in Lissewege, Dudzele, Sluis, Aalter, Merchtem, Westkapelle, Ramskapelle, Knokke, Wenduine, Oostende, Schaarbeek, Brugge, Compiègne (F), Eeklo, Namen... en uiteraard in Heist zelf.
De harmonie in 1947
In 1935 telde het korps 50 werkende leden en bezat 54 instrumenten, waarvan 48 in eigendom van de harmonie en 5 in bruikleen.
In 1936 werd er zelfs opgetreden tijdens een ‘Zesdaagse’ in het Kuipje te Gent.
Onder impuls van het bestuur werd ook deelgenomen aan ‘concours’ en werd de harmonie in 1937 opgenomen in tweede divisie.
In 1939, bij de algemene mobilisatie, werden niet minder dan 11 muzikanten bij het leger opgeroepen en was de laatste prestatie van de harmonie voor Wereldoorlog 2 het begeleiden van de overleden ondervoorzitter Charles De Jonghe naar zijn laatste rustplaats.
Na bijna 5 jaar inactiviteit kwam het bestuur van Sint-Cecilia op 3 mei 1945 voor de eerste maal weer samen. Eerste punt op de dagorde was uiteraard de herinrichting van het muziek. Reorganisatie ook omdat eerdere pogingen om een samensmelting met het liberale muziek ‘Willen is Kunnen’ waren mislukt en om te vermijden dat muzikanten van het ene muziek naar het andere zouden overlopen.
Op 12 mei 1945 werd in algemene vergadering beslist Sint-Ceciliadag te vieren in hotel Splendid bij de heer Engelrelst en de week daarop de mis ter nagedachtenis van de overleden leden op te luisteren.
In 1946 werd het bestuur dan aangevuld met Armand Everaert, Carlos De Wilde en Albert Meseure. Als afgevaardigden van de muzikanten namen René Dhondt, Abel Vanhalewijn en Omer Leysele de plaats in van de weggevallen Stubbe, Savels en Stroobandt. Tot het verminderen van de zware financiële kosten werd de chef van het muziek voorlopig bedankt en werden ook de herhalingen geschorst. De heer Leliaert zou voortaan gratis de uitstappen leiden en de jonge muzikanten onder zijn hoede nemen. Het korps bevatte op dat ogenblik 43 man (37 spelende leden en 6 leerjongens). Omdat de klaroenblazers veelvuldig verstek lieten gaan, werden zij verzocht hun instrumenten in te leveren.
Als voornaamste optreden in 1947 noteren wij de inhuldiging van burgemeester de Gheldere als burgemeester van Heist.
In 1949 moet de opbrengst van een tombola dienen tot aankoop van een nieuwe vlag. Het oude vaandel anno 1910 had WO II niet overleefd. Met August Monbaliu en Jerome Calus kreeg het bestuur twee nieuwe leden bij.
De daaropvolgende drie jaren werden gekenmerkt door de aangroei van het aantal muzikanten (tot 39) en de intrek in het nieuwe lokaal ‘Rerum Novarum’.
In 1953 verliest de harmonie twee van haar actiefste bestuursleden: J. Pyckavet en A. Meseure. Zij worden opgevolgd door K. Ackx en R. De Keyser.
De harmonie in 1950 met van links naar rechts Karel De Grauwe, Triphon
Leliaert, Pol De Grauwe en Marcel Despiegelaere
De fanfare in 1951
In 1956 werden het festival van Merchtem twee prijzen gewonnen: één voor het van het verst komende gezelschap en de tweede beste prestatie in het marcheren, en te danken aan de nieuwe grosse-caisse van G. Vanneste (een reus van een man).
De viering van het 50-jarig bestaan van de harmonie kreeg haar verloop op 15 juni 1958.
In 1960 overleed voorzitter Daveloose en werden met algemeenheid van stemmen de heren Everaert en Ackx verkozen als voorzitter respectievelijk ondervoorzitter van de harmonie.
In 1964 werd de heer Manu Desutter in het bestuur opgenomen maar gaf anderzijds de heer Triphon Leliaert na 18 jaar lang het muziek te hebben gedirigeerd en als secretaris te hebben gefungeerd, zijn ontslag.
Zijn opvolging in laatstgenoemde functie werd toevertrouwd aan de beer Stroobandt en deze van dirigent aan de beroepsmuzikant de heer Delos.
In 1966 werd het heengaan betreurd wegens persoonlijke redenen van de heer Everaert, wat weer een bestuurswijziging met zich meebracht: Karel Ackx werd voorzitter met ondervoorzitters Manu Desutter en Jules Engelrelst, penningmeester Triphon Leliaert en dirigent A. Delos en ekonomen A. en G. Vandierendonck.
Sekretaris Jacques Stroobandt en leden Jerome Calus, A. De Baets, R. Dekeyser, R. Dhondt, O. Leyseele, A. Vanhalewyn, T. Van Resseghem.
Van 1966 af mocht de harmonie zich koninklijk noemen, wat ook op de vlag werd aangebracht. Vaandrig L. Landuyt neemt ontslag en wordt opgevolgd door Alex Savels.
Op 16 februari 1969 wordt het 60-jarig bestaan van de harmonie gevierd en kregen de muzikanten en bestuursleden hun tweede nieuwe uniform, deze maal van donkerblauwe kleur.
Sint-Cecilia op het pui van het Heistse stadhuis 1963
Bij de diamanten jubileumviering werden ook nog vier trommels, twee bugels en een tuba aangekocht en mochten de muzikanten na geslaagde deelname aan het provinciaal bevorderingstornooi, overstappen naar derde afdeling.
Nieuw vaandel (1970) stadhuis Heist
Na drie jaar naar tweede en nog eens vier jaar later naar eerste afdeling...
Op de eerste algemene herhaling van 1974 werden drie nieuwe bestuursleden aan het korps voorgesteld: Jean Gheyle, Georges Savels en Leopold Savels. Het korps telt op dat ogenblik 60 spelende leden en 14 bestuursleden.
Naar het voorbeeld van de Brass Band uit het Nederlandse Valkenburg werd in 1978 een jongerenensemble opgericht
1974 - E.H. Van Assel met Voorzitter Karei Ackx en meester Triphon Leiiaert
Lenteconcert 1974
In 1983 bestond het bestuur uit erevoorzitter Manu Desutter, voorzitter Karel Ackx, ondervoorzitters Jules Engelrelst en Arnold Roels, sekretaris Raymond Dekoninck, penningmeester Georges Gheyle, ekonoom Hubert De Schepper, PR Dirk Bonny, leden Georges en Leopold Savels, Jean Gheyle, André Vandierendonck, Abel Vanhalewyn en Jacques Stroobandt en proost E.H. Jan Lavaert.
De harmonie telde 68 spelende leden, met Gustaaf Stroobandt als ouderdomsdeken (muzikant sinds 1922).
Per jaar worden zo’n 30 optredens gemaakt waarbij een minimum van 5 concertuitvoeringen zowel in binnen- als buitenland.
In 1983 werd het 75-jarig bestaan uitvoerig gevierd van 10 tot 25 september. Er was een academische zitting met uitreiking van eretekens, een militair concert in de zaal Ravelingen, een Wiener-cocktail met Jeannine Martony, stratenwandelingen met gastkorpsen en een grote Oberbayernavond in de zaal Ravelingen met de Freundschaftsblaaskapelle.
1984 zal bijblijven als het jaar dat Gustaaf Stroobant, 62 jaar spelend lid, afscheid neemt. Hij deed dit samen met voorzitter Karel Ackx.
Een jonge dynamische kracht nam het roer over: Raymond Dekoninck
Het blijven drukke jaren voor de harmonie, die in 1986 dirigent André Delos viert in Dudzele (20 jaar dirigent).
In 1987 behaalt de harmonie de eerste prijs op het 15e internationaal concertenfestival te Leest.
In 1988 wordt het tachtigjarig bestaan gevierd en in 1989 is men reeds aan het 20ste lenteconcert toe.
Bij gebrek aan beschikbare plaatsen moet verhuisd worden naar Scharpoord Knokke.
1991 blijft een zwarte bladzijde bij het overlijden van ondervoorzitter Jules Engelrelst. In ditzelfde jaar wordt André Delos gehuldigd als ‘zilveren’ dirigent.
Dit jaar wordt van 16 tot 18 augustus voor het eerst een groot muziekfestival ingericht met medewerking van 10 vreemde muziekkorpsen.
1994 brengt een nieuw initiatief: een nieuwjaarsconcert in de nieuwe zaal Ravelingen.
Op 22 oktober 1995 behaalt de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia Heist de West-Vlaamse kampioenstitel in uitmuntendheid. Als eervolle beloning een ontvangst op het stadhuis.
De jaren vliegen voorbij en inmiddels is Raymond Dekoninck reeds ruim 10 jaar voorzitter en viert André Delos in 1996 zijn 30 jarig dirigentschap.
Het is voor het eerst dat de harmonie kan repeteren in de lokalen van K.T.A. Heist.
1998 zet in met het vijfde nieuwjaarsconcert en op 9 mei bevestigt de harmonie haar kwaliteitslabel want het korps behaalt opnieuw de titel uitmuntendheid. .
Als ambassadeur van Knokke-Heist hoopt de harmonie Heist en hinterland nog vele aangename muzikale momenten te kunnen bezorgen en maken zij zich alvast op om honderd jaar te worden.
Teksten :
Brugs Handelsblad
De heer Naert
Het foto-archief van het korps.