‘n Lisseweghenaerken
Germain Vandepitte
De oorlogspers tijdens de Eerste Wereldoorlog
Op allerlei wijze werd tijdens de Eerste Wereldoorlog getracht contacten te leggen tussen de strijdmakkers onderling, en hoe moeilijk dit ook was, ook met het thuisfront. De ontvangen nieuwtjes werden gecentraliseerd en verspreid door wat men Frontblaadjes noemde.
Wel werd vanuit Londen “De stem uit België” verspreid, maar dit volstond bijlange niet om aan de vraag en hoeveelheid nieuws te voldoen. Door enkele idealisten werd gepoogd adreslijsten op te stellen en te verdelen onder hun strijdmakkers, samen met wat nieuwtjes en ervaringen en, voor zover dit kon, ook berichten van het thuisfront. Meestal beperkte zich dit laatste tot eigen dorp en dorpsgenoten of tot de meest nabije regio.
Zo ontstonden vanaf eind 1915 niet minder dan honderd éénendertig verschillende frontblaadjes. Onder deze was “ ’n Lisseweghenaerken” opgesteld door Robert Vandepitte, seminarist-karmeliet en brancardier aan het IJzerfront, die zijn bijdragen soms ook ondertekende als Broeder Leopold. De impuls daartoe zal uitgegaan zijn van het frontblaadje “Karrmelklokje” waarvan Frater Leopold mederedacteur was.
In welke omstandigheden het “Karmelklokje” toen verscheen, verhaalde Frater Leopold (toen al priester) in het Karmelklokje nr. 54 van 1920: Het eerste nummer van het “Karmelklokje”, frontblad voor de fraters -soldaten van de Ongeschoeide Karmelieten, werd gehectografeerd in Steenkerke; een houten barakje van wat 4 meter vierkant met twee soldatenbedden erin een koffer en wat soldatentuig, een tafel met papieren, registers en telefoontoestel erop.
“Te Virginie’s” op ‘t hoekje van de markt, herberg in ‘t Huis van Commercie boven op zolder, tussen landbouwalaam, graan, kobbenetten, enz.... staan twee soldatenbedden (versta: vier planken op piketten samen genageld, daarop een “ressort” uit doorvlochten ijzerdraad met een strozak erboven). Daarnevens staat een appelsienkist die dient voor boekenrek en nog een tafeltje. Dit is het “comfortabele” en hoogst-geprezen kantonnement der zes fraters-karmelieten van ‘t Iste bataljon; per bataljon komt dit regiment daar op rust uit de loopgraven aan de “petrolketel” de “Boyau de la Mort”. Op dien zolder ziet nummer twee van het “Karmelklokje” het licht.”
We hebben een sterk vermoeden dat ons “Lisseweghenaerken” in dezelfde omstandigheden en in dezelfde drukkerij ter wereld kwam.
Het leeuwendeel van deze frontblaadjes werd uitgegeven door geestelijken: aalmoezeniers en brancardiers. Vandaar dat de meeste een uitgesproken katholieke en Vlaamsgezinde inslag hadden. Voor het “Lisseweghenaerken” was dit eveneens het geval, daar broeder Leopold voor medewerking mocht rekenen op strijdmakkers die lid waren van de Katholieke Jonge Wacht.
Voor de redacteurs kwam het er vooral op aan zoveel mogelijk adressen van strijdmakkers bijeen te krijgen om alle nieuws te kunnen doorspelen. Hierbij had men soms verwonderlijke adressen. tot in Zeeland toe. Zo van Petrus Pollet die door de elektrische draad versperring was gevlucht en bij een landbouwer te Heile werkte. Blijkbaar speelde hij clandestiene Post door.
De adressen der soldaten waren in militaire code. Iedere eenheid had zijn kenletter en codecijfers. Uiteindelijk kwam het verbod nog adressenlijsten te drukken en te verspreiden daar de legerleiding vreesde, dat de vijandelijke spionagedienst, aan de hand van die lijsten en militaire briefwisseling, de slagorde van het leger zou achterhalen.
Aanvankelijk werd de codeletter A gebruikt, maar vanaf 15 maart 1916 kwam de letter B in voege en werd ook de cijfercode gewijzigd. Bij de reorganisatie van het leger op 26 december 1916 werd de letter C en op 10 juli 1917 de letter D gebruikt, tot uiteindelijk op 20 januari 1918 de letter Z aan de beurt was.
De militaire censuur werd ingesteld op 11 oktober 1916. Zonder toelating en nazicht mocht niets meer verschijnen. Met deze censuur begon ook de anti-Vlaamse hetze en vervolging door de hogere legerleiding, waardoor talrijke frontblaadjes opgedoekt werden.
Daarover schreef frater Leopold in het “Karmelklokje” nr. 54 uit 1920: “Op dit tijdstip (voorjaar 1917) begon de systematische en algemene anti-Vlaamse vervolging der legeroverheden. Ons als brancardiers wist ze nauw aan te grijpen. De frontbladen werden ook getroffen en kwamen onder toezicht van de censuur...”
Na het overlijden van E.P. Leopold in 1970 vond zijn broer Leo tussen de nagelaten geschriften de tekst van zijn toespraak, die hij hield op 28 september 1919 tijdens de feestvergadering van de oud-strijders, na het opdragen van zijn eremis te Lissewege.
“Gij hebt onthouden, ja, ‘k weet genoeg, van het frontblaadje dat ik opstelde voor U en rondzond naar de mannen op ‘t front... Och Heere, ‘t arme dingske zat in den oorlog en ‘t wist in al de gevaren van ’t front-leven, maar was het niet een goede maat, die van tijd tot tijd met een woord kwam dat klonk lijk thuis, met een handvol nieuws van de streek of over de makkers in het leger? En weet Ge dat uw oorlogsblaadje, uw “Lisseweghenaerke”, U misgund is geweest? Dat moet Gij weten! Rond juni 1917 kwamen er onderrichtingen uit het groot hoofdkwartier waarbij alle frontblaadjes onder toezicht kwamen van de censuur. Ik was toen in de 3de compagnie van het 22ste linie. Kort nadien werd ik op een morgen ontboden op den “état major” van de kolonel. Het was om rekenschap te geven over het blaadje dat ik voor U uitgaf. De kolonel verbood mij daar nog aan voort te doen; hij wist te zeggen dat ik weerspannig was en van de militaire overheid grote straffen kon oplopen Als de kolonel uitgesproken was, vroeg ik wat er mij te doen stond om in regel te komen. Op die vraag werd de kolonel hevig gram. Hij zegde en herhaalde mij, dat hij mij daarover niet inlichten zou, dat hij uit al zijn macht tegen soortgelijke dingen zou opkomen en er ten zeerste tegen was”.
Dat was een hard vonnis, dat mij en U moest treffen, en ‘t was omdat het blaadje Vlaams was! ‘t Zal een geheim blijven hoe, maar ik kwam aan de nodige inlichtingen en stelde een verzoek op om in regel te komen. Tot tweemaal deed de kolonel het terugkomen; ik hield aan en de derde maal was hij verplicht het door te zenden.
Op 16 juni 1917 werd ons blaadje door de legerorde toegestaan... het was niet dood!
Mijn daad moest ik bekopen: ik werd vervolgd en gezocht en het leven ondraaglijk gemaakt, ‘k kwam er enkel uit met van regiment te veranderen. En ‘t kon maar half zijn, want sindsdien was er geen vrijheid meer voor de Vlaamsche brancardier.
Doch “ ‘n Lisseweghenaerke” leefde en is blijven leven, zo lang het leven moest, tot uw huis en dorp weer wij waren, spijts dezen die ‘t misgunden omdat het Vlaamsch was!”
Door “’t Lisseweghenaerke” werd ook aan de frontmakkers een foto van de kerk van Lissewege opgestuurd.
Na de oorlog werd ook een rouwprentkaart uitgegeven met de portretten van de gesneuvelde strijdmakkers in medaillon. De kaart was versierd met een AVV–VKK -kruis en een Vlaamse leeuw. De keerzijde was voorzien van korte biografische noten over de gevallenen en de plaats en omstandigheden van hun overlijden.
Dit portret heeft in vergrote versie jaren lang het oud-strijderslokaal in de herberg St. Jozef gesierd, evenwel had men het AVV-VVK-monogram verwijderd.
Wie was Robert Vandepitte, alias E.P. Leopold?
Robert was het derde kind van Leopold en Maria Cobbaert. Twee kinderen waren eerder geboren te Heist, waar het echtpaar gehuwd was.
Vader Leopold was stationschef te Lissewege, dat toen op lijn 51 Brugge-Blankenberge op het grondgebied Zuienkerke lag. Pas na het aanleggen van de lijn 5 bis Brugge-Knokke kreeg Lissewege zijn huidig station. Het vroegere station werd het station Zuienkerke en sindsdien is dit ook al gesloopt. Het toponiem Zuienkerke-statie bleef evenwel bestaan.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de familie verplicht het station te verlaten, daar de Duitsers de dienst overnamen. Leopold verhuisde toen naar het huis op de hoek van de Pontestraat met de Ter Doeststraat.
Robert werd geboren te Zuienkerke op 14 maart 1893. Na te hebben school gelopen in Lissewege, zette hij waarschijnlijk zijn studies voort te Brugge. Na zijn intrede bij de Ongeschoeide Karmelieten werd hij in 1910 geprofest. Samen met zijn medebroeders kwam hij als brancardier aan het IJzerfront terecht.
Nog tijdens de oorlog werd hij diaken gewijd te Parijs op 22 -09-1917. Op 30 maart 1918 werd hij eveneens in Parijs priester gewijd door Mgr. Gistiny, bisschop van Verdun, in de kerk van St Joseph des Carmes.
Ter gelegenheid van het congres in St.-Truiden van de Katholieke Landsbond in 1927 vormde hij samen met zijn broer Juliaan en de dominicanen pater Perquin een actiecomité om Vlaanderen een eigen katholieke radio-omroep te bezorgen. Twee jaar later ging radio K.V.R.O. in de ether. De Katholieke Vlaamse Radio-Omroep was een feit.
Dertig jaar lang verzorgde pater Leopold vulgo pater Pol het, of beter, zijn Mariahalfuurtje op deze zender en bleef hij nauw betrokken bij het radiogebeuren.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zond de K.V.R.O. (toen in Kortrijk) nog enkel legerberichten en mobilisatiebevelen uit. Op 16 mei 1940 werd begonnen met de ontmanteling van de zendpost in Vichte. De voornaamste onderdelen werden verstopt in het huis van directeur Karel Vandepitte, ook een broer van E.P. Leopold. Dit materiaal werd naderhand door de Duitsers opgehaald. Pas met Sinksen 1941 werd het zendgebouw te Vichte door de Duitsers bezet om er een stoorzender te installeren.
Het zal wel niemand verwonderen dat E.P. Leopold tijdens de bezetting bindingen had met de “Samoyède”, weerstandsgroep, die vooral bestond uit mensen uit de radiowereld.
Reeds in augustus 1943 hadden ze in Kortrijk een clandestiene zender klaar, om zodra de Duitsers hun hielen gelicht hadden, te kunnen van wal steken met uitzendingen. Het vreselijke bombardement van Kortrijk op 21 juli 1944 stuurde de hele zaak in de war en alles wat met zoveel moeite was opgebouwd, ging in één klap verloren. Toch ging men onmiddellijk terug aan de slag, zodat op 5 september een nieuwe zender klaar was, die om 15 u met een proefuitzending zou starten. Er klonk een fier “Naar Wijd en Zijd”, voor het slotakkoord al afgebroken, door een groot alarm. Duitsers en weerstanders waren in de buurt opgedoken en er weerklonken schoten, Op 9 september ging de zender officieel de ether in. Een Lissewegenaar lag mede aan de grond van Radio Kortrijk, later BRT II.
E.P. Leopold overleed te Kortrijk op 5 januari 1970.
En Juliaan?...
Juliaan Vandepitte, broer van BP. Leopold werd geboren te Zuienkerke op 10 april 1894.
Hij liep school te Lissewege en volgde gedurende twee jaar de lessen aan het St.-Leo-college te Brugge. Ondertussen had hij ook drie jaar avondles gevolgd aan de Nijverheids- en Handelsschool in dezelfde stad. Deze laatste studies sloot hij met succes af.
In oktober 1911 slaagde hij in een examen voor klerk bij de spoorwegen. Na diverse posten kwam hij in het station Gent-Rabot terecht. Daar hij tot de lichting 1914 behoorde, werd hij vrijgesteld van legerdienst..
Na de ontruiming van Gent-Rabot bij het uitbreken van de oorlog, arriveerde hij met de laatste trein te Adinkerke. Op 15 november nam hij vrijwillig dienst bij het nieuw opgerichte keurkorps auto-canons. Hij kwam terecht in de “La Pépinière-kazerne” in de buurt van het St. Lazare - station in Parijs. Na een paar maand werd hij ter beschikking gesteld. Hij kwam half maart in Cateret terecht bij de overige rekruten van klas ‘14. Half mei stond hij al aan het front in het 1ste regiment karabiniers van de 6de legerafdeling.
Rond kerstdag 1915 kreeg hij een zware longontsteking en werd tot februari 1916 opgenomen in een hospitaal in Frankrijk.
Na een proef werd hij opgenomen bij de T.S.F. Na twee maand speciale opleiding werd hij aangesteld als opérateur T.S.F. bij de radioafdeling van het 6de leger. Begin september haalde men hem weg van het front. Hij werd naar het opleidingscentrum in Calais gestuurd. Voor een opleiding de “grande poste”. Na afloop moest hij in Calais blijven als instructeur. Hij werd tegelijk bevorderd tot sergeant.
Na de oorlog werd hij voor herstel naar het Brugmann ziekenhuis gestuurd. Toen hij daar werd ontslagen, nam hij zijn job in het station Gent-Rabot weer op. Kort daarop volgde zijn overplaatsing naar Blankenberge. Intussen was hij getrouwd en vestigde hij zich te Uitkerke.
In 1921 keerde hij terug naar zijn oude liefde... de radio. Reeds het jaar daarop verzorgde hij in de krant De Standaard de rubriek “Radioflam”. In 1923 deed de Gentse drukkerij Erasmus een beroep op hem om de redactie van een radiotijdschrift waar te nemen. Na twee jaar werd dit tijdschrift het maandblad Radio in samenwerking met de Maldegemse drukkerij De Lule.
Bij de oprichting van de “Société Anglo-Belge des Ferry-boats” in 1924 te Zeebrugge kreeg hij het directeurschap aangeboden. In 1927 werd te St.-Truiden zijn droom werkelijkheid. Hij werd lid van het actiecomité voor het oprichten van een Katholieke Vlaamse Radio-Omroep.
Het was weliswaar een korte droom. Hij overleed te Brugge op 14 maart 1928 in de St. Jozefskliniek. Hij werd begraven te Uitkerke. Toen de K.V.R.O - zender in oktober 1928 in de lucht ging, was hij niet meer. Een uitzonderlijke hulde werd hem gebracht op 17 december 1933 bij het plaatsen van een grafmonument op het kerkhof van Uitkerke. Op 7 juli 1968 kreeg hij zijn gedenksteen te Lisewege op het naar hem genoemde plein.
Het frontblaadje ‘n Lisseweghenaerken
1. Kopie van een bijna onleesbaar geworden blaadje (7.10.1993)
September 1916 - “Vivat ‘t Noorden Lisseweghe is hier”!
Weet ge nog vrienden, inden tijd dat het loting was, hoe “d’anciens” zongen en sprongen en wij, toen nog schooljongens, ook. En zeg vrienden we mogen ‘t nu ook zeggen dat Lisseweghe er is, als we naar al de makkers zien van ‘t onzent die in ‘t leger zijn. En we staan hier nu met jeukende vuisten en gepijnde herten om den Duitsch, die ons ten oorlog deed trekken, ons land en dorp overweldigde en ons hier vasthoudt verre weg en gescheiden van huis, ouders en geliefden. Maar zolang we nog van ginder weg zijn, zal het een genoegen zijn en een opluchting wat van elkaar te weten.
Zoo jongens stelt het allen wel en dat God u beware?
Als er nieuws is stuur het naar mij
Broeder Leopold
Robert Vandepitte
Brancardier B.42. IVe Bat.
Wie weet het adres of nieuws van de volgende dorpsgenoten:
- Pieter De Jaegher, Charles Jaxsens, Kamiel Bil, Constant Barremaeker, Emiel Corthals, Lother Raes, Theodoor Barremaeker, Jules Demunek, Medard Coppejans, Alfons Boy, Hector Janssens, Camiel Carel(s), Theofiel Peere.
- Henri Deketelaere, Adolf Bulcke, Jef (?) Tavernier, Jef Brans, Jerome Dhondt, Adolf Van Kerschaever, Thur Jaxsens.
1. Waarschijnlijk in Duitschland
2. Waarschijnlijk in Holland
II.
Voor de Lisseweghenaars
Vrienden! - Toen ik over eenige dagen den brief ontving ons toegezonden door onzen vriend Broeder Vandepitte, den koenen brancardier, die zoo goed is zich te gelasten al onze strijdende dorpsgenooten bijeen te scharen, en ik de regelen las die mij den tijd van vroeger doen herinneren: dan werd ik bewogen en besloot u ook eenige regels te schrijven. Ja vrienden, Lisseweghe is hier! Niet het dorp met zijn alom gekenden toren en zijne beroemde klokken, maar wel zijn onverschrokken mannen en jongelingen die gereed staan om den duitsch aan te vangen die ons al twee jaar verwijderd houdt van al wat ons lief en duurbaar is.
Ja onze gemeente is goed vertegenwoordigd: we mogen er fier op zijn. Het is zeker dat wij den winter zullen doorbrengen aan den IJzer, en dit jaar nog het geluk niet zullen smaken dezen terug te zien die zoo vurig naar ons verlangen; maar een weinig geduld, laat ons rekenen op de naaste lente. Wezen wij mannen, ware Vlamingen, gelijk onze voorouders geweest zijn, en laten wij ons niet teneerslaan door den langen duur. Onthoudt het goed: de Vlaamsche Leeuw kan wel gekwetst maar nooit gedood worden. daarom, vrienden, hebben wij hoop in de toekomst, en met de naaste groote kermis is de verlossing misschien gedane zaak.
Cyriel Desmidt
Nieuws van ‘t onzent.
Vis niet veel, en ‘t is dan nog slecht nieuws.
- Albert Huyghebaert vernam dat zijn broeder René ten gevolge... eener borstziekte is overleden. Sinds eenigen tijd reeds schrijft hij, kreeg ik brieven uit België dat mijn broeder ziek was. Nu krijg ik er een waar in staat dat, hetgeen ik sinds lang voorzag verwezenlijkt is: ‘t geliefde den Heer mijn broeder René naar zich te roepen!
- Wat moet mijn arme zuster Hilda nu alleen thuis verrichten. Ik verga bijkan van verdriet: nog zoo jong en reeds zoovele harde slagen moeten tegenkomen hebben. Ja, vriend Albert, ‘t is zeker hard voor U ! Al uwe dorpsgenooten nemen deel in uw leed allen hebben we immers iets voor u over omwille van de diensten die uw Vader zaliger ons bewees 15 Makkers, allen een goeden onze Vader voor René.
- Emiel De Cuyper, die in Holland geinterneerd is laat weten dat hij zijnen vader sedert den 7 maart verloren heeft. Aan Emiel en Maurice De Cuyper aller innige deelneming. R.I.P.
- Chrétien De Ervyne kreeg nieuws uit Lisseweghe. Eerst ook dat zijn vader den 30 december 1915 overleden is. Ook een zwaar verlies voor hem en zijne familie. Chrétien liet zich den moed niet ontnemen en was steeds voorbeeldig soldaat. Hij schrijft : Men heeft mij nog laten weten dat Zeebrugge gansch plat geschoten is; zelfs hebben de duitschers verscheidene gebouwen doen springen en afbreken : zoo de Kerk, de Post en eenige huizen neven de brug. Op Lisseweghe zijn ook obussen gevallen doch hebben weinig schade.
Aangericht:
- Eenige huizen in ‘t Nieuw dorp zijn beschadigd en eene vrouw, haar naam ken ik niet, is gekwetst geweest en bezweken aan haar wonden.
- Kamiel Witgeers heeft een brief gehad van zijn twee broers uit Duitschland. Zij schreven dat zij al een jaar aan het werken zijn voor die zwijnen-koppen. Zij zijn naar Duitschland gevoerd en werken aan ijzerwegen en verdienen 3 mark per week.
- Vader August Huyghebaert was schoolhoofd te Lissewege.
Onder ons:
- Cyriel Desmidt : “Ik schrijf als een vaderlander hé? Maar ‘k geloof toch niet dat ik een slechten ben in alle geval, want ik doe mijn plicht als de beste. Soms wel wat leelijk doen als ik moet exercice doen maar werk en tranchee daar ben ik bij en daarmee is het dat wij moeten de moffen verslaan”.
- Charles De Clercq en Chrétien De Bruyne werden overlaatst gekwetst: Charles kreeg een kogel in zijn arm een karotje Crétien een schrapnel scherf in den rug. ‘t Is toch niet erg zeggen ze. Mouste , ge waart erbij, ‘t naaste keer moogt ge dat wat eer laten weten! Hun adres a.u.b.
- Julien Vandepitte was bij het le Carabiniers, daarna in den télégraphie sans fil in de G.D.A. Nu speelt hij embusqué te Kales om een groote Post te leeren. “Ik ga in campagne schrijft hij, met een Post van twee kilowatt, geen klein bier... ge zoudt nog al een snokske voelen met uw vinger aan mijn draden?... Ik ben in mijn exaam voor groote post allerbest gelukt. De commandant wenschte mij proficiat in de rangen. ‘t Is de eerste maal dat ik eene aanmoediging kreeg sinds twee jaar allicht dat ik bij ‘t leger ben.
- Fons Demon kreeg den 12 februari 1916 een stukske van een bal in zijn linker oog. Het moest uit genomen worden en is verloren. Nu is hij mecanicien in de service technique en geneert er zich goed.
- Van Louis Breems en maten: “Het is reeds 18 maanden dat wij op ‘t Engelsch front zijn. Wij hebben nog maar eens vier maanden op ‘t Belgisch front geweest.
- Theofiel Ceulenaere : “Ik zie met veel plezier dat er nog veel zijn van ‘t onzent die strijden zonder hun couragie te verliezen. Dat toont dat er op ons dorp nog mannen woonden met moed waar die lafhertige duitsch nog niet meè doet wat hij wil.”
Dat is gesproken, hé - Theofiel Bonte is een keer weest gaan kijken in den duitsch zijn tranchée en er zat niemand in! Ze hebben toch 3 beton armés in de lucht doen springen...
- Haalden ‘t record met adressen in te zenden: Kamiel Waegenaere en Henri Rosson : 58 namen in eenen gezamentlijken brief. 2de record: Louis Tanghe met 38. Bravo Pieter Versyck die zegt: ik had al zoolang getracht naar eenige adressen en niet kunnen aangeraken en nu, nondedomme komt het vanzelf!
- Adressen: Maurice De Cuyper B 46 IV/ 1 (veranderd) , Cyriel De Smidt B 136 5 Cie Mitrailleurs (veranderd) René Duynslager B 55 1 Cie
Nieuwe:
Emiel Demon B 50 - 4 esc, Vereecke August B 137 4/2 (bij Nam; gevangenlager Deutschl. Berger Damm) , Alfons Corthals B 183 - 4 Cie , Theofiel Peere 25 reg.n.m. 53673 , Pieter De Jaegher B.91 esc. Cycliste, Kamiel Bil en Constant Barremaker B.44 11113, Nieuws en nieuwe adressen inzenden: Robert Vandepitte Brancardier B.42. IV Bataljon. 16 Styns.
III. Ne Lisseweghenaarke!
1 februari 1917
Beste Jongens,
Ons Lisseweghenaarke zit ook in den oorlog en ‘t wordt ook al een keer geduveld, lijk ge ziet. Met naar 17 bij te gaan en dan met verhuizen en ‘t verspringen heb ik mijn werk moeten laten steken. Nu weerom vooruit. Eerst en vooral aan allen wensch ik een zalig en gelukkig nieuwjaar. ‘k Heb maar een wensch: dat God ons allen beware en onze geliefden! Voor ons ! Als we naar de tranchées gaan dan roepen ons de maten en de menschen die we kennen “goe chance!” Ik heet dat anders en ik zeg “God beware ons”. En inderdaad als ge nagaat waarin dat chance bestaat dan moet ge bekennen dat daar meer bij is dan een stom en toevallig geluk. Een kogel die vliegt langs uwe ooren of in den grond stekt nevens u, een obus die nevens u springt zonder deer, eene kwetsuur liever in uw arm dan in uw hoofd: dat is al chance en andere soortgelijke dingen ook. Maar wat er daaronder zit? De vinger Gods, die over alles beschikt. Daarom wensch ik dat God ons beware van alle onheil omdat hij het kan. Ook moeten we op hem betrouwen en Hem bescherming vragen met een goeden Onze Vader. Voor onze geliefden: ouders, broers en zusters, vrouw of verloofde! We weten dat ze kommer lijden om ons, dat ze af te zien hebben door alles en meest nog door dien Duitsch onzen vijand en hun dwingeland. We weten dat genoeg... maar kunnen het niet verhelpen. Wat gedaan? Ze aan den Heer bevelen en nog eens op hem betrouwen. Ons heeft hij bewaard tot nu toe zoo ook waakt hij over hen! Dit is dus jongens mijn wensch voor ‘t jaar dat we in zijn: Dat God ons beware, ons en onze geliefden!
En dan veilig en gelukkig en rap rap weer naar huis.
Besten dank voor al dezen die me hunne wenschen toezonden.
Broeder Leopold.
Onder ons !
- Chrétien De Bruyne zijn wonde is genezen. Een stukske blijft in zijne linker long zitten. Hij moest naar Cabourg gaan om het te laten uithalen maar ‘t kan geen deer, en de operatie was niet noodig. Nu is hij in convalescence bij zijne meter in Parijs.
- Charles De Clercq is te Rouaen-Bonsecours Salle 2. Ik weet niet beter of dat alles wel gaat met hem.
- Julien Vandepifle werd voor zijn nieuw -3 jaar Korporaal benaamd in de T.S.F. Proficiat! Hij ging in verlof naar Lourdes. Later iets meer van hem.
- Louis Breems ging in verlof naar Parijs bij Achiel Jaxsens en zijn drie schoonbroers. Leopold Gheyle is daar ook. Ze stellen het goed en werken in de gaz.
- Kamiel De Waegenaere ging in verlof bij zijn kozijn Jerome Van Dycke die in Engeland is met zijne vrouw en twee kinderen. Hij heeft daar een huisje met kleinen hof en doet er goed zijn best voor zijn vrouw en kinderen. Hij doet alles met eigen handen en komt goed aan zijn brood.
- De Waegenaere is voor een tijdje naar de genie: B122.D.S.
- Philemon Ballegeer is te Vallognes CI. 7e Cie. Hij trekt goed zijn plan: “Ik werk hier in eene bakkerij alle avonden van 5 u tot 9 1/2 u. en alle morgenden van 4 1/2 tot 6 u. Ik eet driemaal daags bij dien bakker en slaap er in een zacht pluimen bed, dat is beter of op een strooizak en ‘k win er nog een cent bij ook. Ik moet op d’exercissen zijn, maar dat gaat toch.’
- Albert Huyghebaert die adjudant instructeur was te Carteret is op weg naar ‘t front. Hij ging acht dagen naar het center der mitrailleurs, nu is hij in de C.I.A.M. te Dieppe. Den 24 febr. komt hij naar ‘t front als sergeant waarschijnlijk in ‘t 24 ste.
- Emiel Vandenberghe; “Ik ben nu veranderd van Compagnie in de 46ste. Ik was twee jaar in dezelfde Cie en altijd met Louis Breems en nu moeten veranderen: ik ben er niet al te tevreden over.
- Hij heeft ook een brief ontvangen van Adolf Bulcke en Arthur Jaxsens die in Holland zitten. Ze stellen het goed. Adolf Bulcke maakt barakken voor achter den oorlog naar België te sturen en Arthur Jaxsens is in een atelier voor schoenmakers. Maurits Lanipo (chez Mr Vasseur, 42 me de Triganville Le Havre) vraagt naar Willem Van Holm en Pros Vanhoute. Wie weet ervan? Arsene Gunst heeft in ‘t hospitaal geweest voor iets aan zijn voet. Nu is hij te Dieppe C.I.A.M. 10de Cie. In Kales kwam hij samen met Fons Demon en Julien Vandepitte.
- Alfons Tanghe, de broer van Louis, is ook in‘t leger. Hij is in den auxiliairen dienst. C.I.AX Camp du Ruchard.
- Theofiel Peere, van Jan Peere, was daar ook. Ze zeggen dat hij al op ‘t front is als smid.
- Cyriel Alexander werkte voorheen in eene munitiefabriek te Parijs. Nu is hij ook soldaat. Hij is CI. Parigné l’Evêcque 3de Cie.
- Gedecoreerd: Chrétien De Bruyne en Charles Declercq werden gedecoreerd met het militaire eereteeken van 2e klas en het oorlogskruis.
- Warmste gelukwenschen in naam van al de Lisseweegsche jongens!!!
- Iedereen moet zijn nieuw adres (C...) opsturen voor eene nieuwe lijst.
Rob. Vandepitte Brancardier C 137 1 bataljon W. Ne Lisseweghenaarke
IV. Paschen 1917
Jongens elk een zaligen en gelukkigen Hoogdag van Paschen en nog een goeden raad die ik u geef in Vader en Moeders naam, namentlijk van als Christen geborene Vlaamsche jongens goed uwen Paschen te houden, alles kan in den oorlog vorenvallen en ‘t is zake gereed te zijn.
Broeder Leopold
Albert Huyghebaert en Chrétien De Bruyne stelden samen volgenden brief op en zonden hem naar Chrétiens ouders te verzoeken hem aan de Lisseweghenaars bekend te maken
“Aan onze geliefde Moeders, Echtgenooten, Zusters en Verloofden In den naam van alle strijdende Lisseweghenaers komen wij u dezen brief zenden, om u te doen herdenken aan hen die strijden en lijden voor uwe verlossing, aan hen die dagelijks aan u denken. Wij allen hier hebben ons vereenigd aan de boorden van den IJzer. De eene denkt aan zijne beminde Moeder en Vader, een ander aan zijne dierbare Echtgenoote en Kinders, nog andere aan geliefde Zusters en teedere Verloofden. Helaas! Het afscheid duurt lang en nochtans verliezen wij onzen moed niet en koesteren de vaste hoop u allen eens terug te zien, om u dan voor gansch ons leven te beminnen, om u dan alle ellende te doen vergeten. Daarom ook vrouwen en jonge dochters van Lisseweghe gedraagt u als echte Vlaamsche heldinnen, gedenkt onze trouwe vrouwen van vroegere tijden die niettegenstaande zij van hunne mannen, zonen en verliefden gescheiden waren en dagelijks den boozen blik van honderden vijanden te verduren hadden, eene glorierijke dood aan de laffe ontrouw verkozen. Gedenkt u deze heldinnen, en volgt hun voorbeeld! Dan zullen wij Lisseweghenaers, die hier reeds meer dan 2 jaren aan de boorden van den IJzer de bitterste ellenden doorstaan, en duizende gevaren trotseeren; die dagelijks ons bloed ja zelfs ons leven ten prijze geven, dan zullen wij bij onze zegevierende terugkomst u op onze kloeke borsten drukken, die borsten versierd van palmen dan zullen wij fier zijn, want gij is zoals wij den onzen doen. Geduld zeggen wij en hebt kloeken moed. Weldra zal het uur van wraak en verlossing geslagen zijn. Binnen kort zullen wij u bevrijden van dien dwingeland, al uwe ellenden zullen een einde nemen. En dan de glorierijke dag zullen wij zegevierend ons geliefd dorpje van Lisseweghe binnenstormen en den laatsten vijand verdrijven, dan zal voor u een tijdperk van zoete vrede aanbreken, dan zult gij gelukkig zijn. Die dag nadert met rasse schreden en met Gods hulp zullen wij gelukken. Betrouwt u op onzen Heer. Hij zal u uwe dappere mannen, zonen en geliefden terugschenken. Wij allen zijn bereid en snakken naar het uur der wraak. Weest dus getrouw, denkt steeds aan hen die u allen hunne beste wenschen sturen”.
Onder ons :
- ‘t Schijnt dat er ‘t onzent slooren zouden zijn die meeloopen met duitschers. Dat gaat ons tegen ‘t herte natuurlijk ook, ‘t is voor een kuisching tewege na den oorlog. Een woordje bij: Die dan zal willen meê doen moet zien dat hij hem niet vuil en maakt met deze van alhier. Anders ze zouden ook niet beter verdienen dan buiten te vliegen.
- Charles De Clercq zijn blessuur was dan nog zoo goed niet: dubbele breuk in zijn arm en twee dagen na d’operatie sprong dan nog een ader in zijne wonde. Met zijn arm kan hij nu weer bewegingen doen maar heeft er geen macht in. Misschien gaat hij moeten een stiel gaan leeren.
- Charles kreeg nieuws van zijn broer Louis uit Australië.
- (Persoonsnaam) [onleesbaar] altijd goed, exerceert [onleesbaar] in Dieppe. [onleesbaar] Hij is asem aan [onleesbaar] een loop te trekken van den IJzer [onleesbaar] Lisseweghe.
- Albert Huyghebaert is einde februari aan ‘t front gekomen in ‘t 24ste als sergeant adjoint au chef de peleton. D’eerste die hij zag waren Fernand Lutters, Mon De Bakker en Maurice De Cuyper (C 131 Iie Cie).
- Kamiel Van Craynest die adjudant was in Fécamp is in Dieppe. Misschien al op ‘t front waar hij ging komen als Cie sergeant.
- Chrétien Dhondt die in Dieppe chef de menage is werd op 1 oct. ‘16 lste sergeant maj. benoemd. In sept. ‘15 verliet hij het front met eene wonde aan ‘t hoofd.
- Julien Vandepitte trok naar ‘t hospitaal om ziekte. Is hersteld en trekt allicht weer naar zijn oud adres. Waarom te lang wegblijven als ‘t daar ook goed is!
- Kamiel Pintelon ging 8 dagen op verlof bij zijn broer Firmin.
- Pieter Versicic spreekt al van in congé naar huis. Ja maar, zeggen de Antwerpenaars ge moet eens komen, de trap is afgezaagd René Van Kerschaever is op het front C 41 4de Cie. Was eerst in Auvours met Fons VK. [Van Kerschaever] daarna te Dieppe en in Tr. d’étapes.
- Jan Broms [Brans] 25 is in ‘t 4 Chass. bij zijn broer. Philemon Ballegeer kwam op ‘t front in C 191 5de Cie bij Theophiel Ceulenaere. Hij is veranderd naar zijn broer Leon C 8 1 10de Cie.
Adressen:
Ik wacht naar de volgende mannen hun adres om de nieuwe lijst te drukken.
Raymaekers Hector B.46 11113, Richard De Corte, Camiel Van Dycke, Louis Peere, Kamiel Witgeers, Kamiel Vereecken, Lucas De Volder, Désiré Barremaecker, Maurice De Cuyper, Amedee Verheye, Alfons Tavernier, Oscar De Clercq, Charles Jaxsens, Kamiel Bil, Constant Barremaeker, Ernest Boy, Kamiel Bonte, Louis Cuypers, C. Houtekiet, A. Boy, Theodoor Barremaeker, Jules Demunck, Medard Coppejans, Hector Janssens, Camiel Carels, Henri De Ketelaere, Louis Brandt, Theofiel Coppens, Jules Depuydt, Gustaaf De Schrijver, Constant De Schrijver.
Inzenden: Robert Vandepitte Brankardier C 137 1ste Bataljon
V. ‘n Lisseweghenaerke
1. Juni 1917. Onze Torre!
Ons “Lisseweghenaerke’ verbetert in zijn uitzien!
Hier staat nu onze torre te prijken: en t’ is alsof hij ons iets kwam zeggen Hij staat daar kloek en sterk en rotsevast lijk wij hem kennen en minnen. Hij wekt ons op om ook kloek en vast te staan aan den ijzer waar wij vechten.
Ginder staat hij den overweldiger in de oogen te kijken als een beeld van onbedwongen Vlamingenziel Hier hitst hij onze krachten op om ons weerom vrij te maken en meester ‘t onzent Kerk en Torre steken immer hun kop den hemel in om God eere te brengen en hem te bidden.
Zoo moeten we ook immer aan God zijne plaats geven en hem vragen dat Hij ons verlosse.
Lijk onze Torre dus, staan we vast en sterk in plicht, in hoop en kracht!
Eén onzer strijdmakkers is gevallen... Eugeen De Meulemeester. Hij sneuvelde op Steenstraete den 9 maart 1917... Hij rust op het kerkhof van Ren... [Reninge?] zijn graf staat op de eerste reek rechts langs den grooten weg. Onze jongens die langs ginder voorbijtrekken zullen zijn graf gaan groeten en een gebed lezen voor zijne zielelavenis.
Aan zijn broeder Leon zeggen alle trouwe dorpsmakkers hunne diepe deelneming in zijn verlies. Victor Hautekiet sneuvelde ook een tijdlang van hier. ‘t Was den 21 juni 1916. Een geweerbal trof hem in het hoofd op een voorpost te Dixmuide, binst het aflossen ‘s morgens vroeg. Hij ligt te Adinkerke begraven onder nummer 1500. Een drukkend verlies voor zijn broeder Kamiel. Dat hij in vrede ruste!
Van ‘t Onzent!
- Firmin Pintelon probeerde geld op te sturen naar zijne vrouw met het gedacht teeken van leven te krijgen. Zij heeft het onvangen en hij kreeg een bewijs weer dat het ontvangen was met haar eigenhandig handteeken op. Over korten tijd kreeg hij nieuws van Arthur Jaxsens dat August Daeninck, Kamiel Gunst (zoon van Louis), Louis Smissaert en Amand Vandepitte onlangs zouden overleden zijn. R.I.P.
- Van Louis Breems: Achiel Jaxsens heeft mij laten weten dat hij bij Kamiel Jaxsens geweest is en zoo vernomen heeft dat mijn broeder Jacobus zijne vrouw gekwetst geweest is en aan hare wonden overleden is te Brugge in ‘t gasthuis.
Onder ons.
- Van Sergeant Hector Raeymaekers 28.4. 17. “Laat a.u.b. aan de Lissewegenaeren mijn snel verdwijnen van het front weten. Ik ben voor 4 maanden in Parigné I’Evèque om er instructie te geven... Goeie secteur, weinig bommengevecht, kalme nachten! Wie gaat er meê naar dit luilekkerland?
- Kamiel Hautekiet werd den 5 nov. 1915 door een obusscherf gekwetst in de linkere long. Hij werd driemaal geopereerd, vier maanden hospitaal, eenige maanden Auvours en Ruchard en Kamiel was weer te been. Daarop hebben ze van hem een infirmier gemaakt.
- Arsène Gunst is in ‘t hospitaal met zieke beenen. Hij is te Mortain (Manche) H.M.B. Salle 12. Edmond Schram ging in verlof naar Lourdes. Hij viel er ziek en moest er een goed eindje blijven. Geen slecht gedacht he?
- Julien Vandepitte met Miel Van Kerschaever huurden samen eene kamer in Kales. Ze brengen er hunne vrije uren in nuttig werk over. Dat is gewrocht! “Overlaatst”, schrijft Urbain De Zutter ben ik in congé geweest bij Cyriel Tavernier in Engeland... In het terug keeren ontmoette ik op den boot van Folkestone naar Kales Jerôme Van Dycke die ook binnen moest. Nu is hij in het Center maar meer weet ik niet.
- Theofiel Peere is in de school van smid te Eu. Hij moet er leeren tot hij genommeerd wordt, om dan naar ‘t front te komen. Zijn broer Kamiel is ook in Eu. Chrétien De Bruyne is weerom in zijn oude compagnie. Hij is exempt de sac voor zijne wonde.
- André Ramaekers schreef rond einde februari uit Ligugé (Vienne). Hop. convalescents waar hij verzorgd wordt.
- Emie! Vandenberghe is weer in zijn oude compagnie mogen gaan bij zijn schoonbroer Louis Breems... Hij is er geerne bij daar!
- Gerard Hoevenaeghel hebben ze telefonist-signaleur gebombardeerd. ‘t Zelve hebben ze ook gedaan met René De Geeter!
Adressen: De lijst der adressen reken ik binnen kort te drukken. Zendt op: juiste adressen van geinterneerden en krijgsgevangenen.
Ons “Lisseweghenaerke” heeft tweemaal reeds in de “Belgische Standaard” vermeld geweest.
Nieuws en adressen inzenden: Robert Vandepitte Brankardier C 137 I Bataljon.
Pater Leopold (1893-1970)
Gesneuvelde soldaten tilt Lissewege
Amedé Dhondt --- Bidprentje van Richard Claeys
Ballegeer Philemon --- Rosson Henri
Joseph Stvns (Mous) en vriend --- Leon Ballegeer en neef Leon Goossens
Witgeers Camiel --- Tavernier Alfons
Peere Theoflel (Pilon) foto uit gevangenenlager Dyrotz --- Peere Jozef (rechts op de föto) Peere Theoflel (midden op de foto)
Peere Joseph te paard
Janssens Hector in krijgsgevangenschap
Vijf kameraden die op 29 mei 1917 naar Holland gevlucht zijn door de elektrische draadversperring te Lapscheure. René Demonie (boven links), Petrus Pollet (boven rechts), Leon Naessens, Mercier Georges en Camiel Vandepitte (onder van links naar rechts).
2e van rechts: Camiel Vandepitte na zijn opleiding in Coutance (Fr.) aan het IJzerfront. 12e regiment artillerie
VI. ‘n Lisseweghenaerke
1. nr. 652- 4.9.1917 door de censuur toegelaten.
Nieuws van ‘t Onzent
**[censuur - 18 lijnen]**
Hier eenig algemeen nieuws ** [censuur]** over onze gemeente . De menschen krijgen 200 gr. grauw brood per dag of 3 kg. meel per 14 dagen, rijst en ‘s noens eene kom soep van ‘t amerikaansch komiteit. Die soep wordt gekookt in de brouwerij van Wwe Daeninck. Al dat er is wordt regelmatig en met zorg opgeëischt, zoodat de menschen niets over hebben om er naar hun goeste over te schikken. Verkens mag men niet meer slachten. Het Amerikaansch komiteit is bij Prosper Van Audenaerde gevestigd; de voorzitter ervan is Jan Maenhoudt (Jan Maenhoudt stelt het wel, er is hem met nieuwjaar een zoon geboren). Bier wordt er niet meer gebrouwd, er wordt veel limonade gedronken. Gaaischieten en bollen wordt ook niet meer gedaan. Het leven gaat anders zijnen gewonen gang en ‘t ware houdeljk ware er wat meer en beter eten. Menschen die ziekelijk zijn, sukkelen voort bij tekort aan goed voedsel.
Zijn overleden:
August Daeninck (1916) Komissaris De Geeter (17 nov ‘16) René De Geeter heeft een doodkaartje van zijn vader ontvangen. Smissaert, Amand Vandepitte, Blondina Gunst, Camiel Gunst, August Rotsaert (zoon van Jacob) August Wul!aert en zijne vrouw, dochter Taillaert, Frans Gunst (in 1915, vader van Arsène) Frans Crevits en vrouw, jongste dochter van August Jaxsens. De vrouw van Jan Vlaeminc en van Jacob Waegenaere hebben zich opgehangen.
Pietje Pauw is des nachts overvallen geweest door inbrekers om zijne poenke. Ze hebben hem afgetakeld zoodanig en zoover dat Pietje aan zijne wonden overleden is. Zij rusten in Vrede!
Zijn getrouwd:
- Edouard Van Dycke met Mathilde Smissaert.
- Adolf Vandepitte met Urbanie Waegenaere.
- Nardus Styns met Elodie Braems [Brans?]
- Pietje Verkwallie met Wanne Breems.
Op Lisseweghe liggen er niet veel Duitschers. In de school is er een atelier om vliegmachienen te repareeren. Het huis van den meester en ‘t oude schoolgebouw waar de veldwachter woonde en ‘t secretariaat in was, is bezet door Duitsche officieren en soldaten. In ‘t ronde zijn er nog barakken opgeslagen.
De chef is uit de statie gemoeten en woont langs de Dudzeelsche kalsij. Zij doen zelf al den dienst in de statie. Er wordt school gehouden in particuliere huizen: bij Jules Pintelon aan de kerk, bij Emiel Desmidt (den molenaer) en op den steenoven van Miel Kerschaever.
Onder de jongste gasten zijn er verschillende die naar Blankenberghe naar school gaan om niet te moeten werken voor den duitsch.
De mannen en jongelingen zijn niet weggevoerd geweest, maar al die niet werkt voor eigen gebruik, wordt verplicht van te werken voor den duitsch op straf van boete.
Onder Ons
Hulde aan onze gesneuvelde makkers!
- Fernand Norman, geboren te Nijvel (prov. Brabant) den 7.4.1890, korporaal in het 4e linie 4/11 werd door een kogel in den buik getroffen op Stuivekenskerke den 24.9.16 . Drie dagen nadien bezweek hij in het veldhospitaal van St-Jansmolen. Hij ligt begraven te Steenkerke graf nr. 121. Zijne familie uit het Waalsche gekomen, woont op Zwakken-Damme.
- RI.P. Louis De Zutter werd den 4 juni gekwetst te Dixmude. Hij kreeg een obusscherf vijftien centimeter boven zijne knie en een in zijn vingers. Hij is er door zonder letsel en is thans in convalescence H.M.B. Valloires.
- Frans Van Eecke is van de travailleurs gegaan naar de krijgsbakkerij. C 109.
- Emiel Vandenberghe (D 264 71 Cie) kreeg goede tijding van zijn vader en zuster door zijn schoonbroer Edinond Kostenobel. Deze is in Amerika en had nieuws gekregen van zijne vrouw uit België.
- Charles De Clerck is te Port-Villez en leert er voor fijnschilder. Zijn arm is goed. Na den oorlog komt er van alles op Lisseweghe! Laatst schrijft hij nu dat hij voor 3 maanden verlof zonder solde krijgt te Parijs waar hij in de munitie gaat werken.
- Frans Demon is elektricien in het hospitaal van Petit-Fort te Gravelines.
- Maurice De Cuyper, achter een reizeke van 10 maanden in ‘t fransche rond is fourier geworden D 95-lste Cie.
- Mon De Backer heeft zijn voet verstuikt in ‘t voetbal spelen! Naar ‘t hospitaal? d’Eene maken het effen met een schietstok, d’ andere met een gaanstok ‘t Is oorlog!
- Pieter Van Pachtenbeke zijn Cie is uiteen gesmeten. Hij is daarmee overgaan in de 14de Cie D
- Pieter Versieck (D 214-2 B de.?) is artilleur geworden. “In de batterie, schrijft hij, nooit geen “spectie”, nooit appel, en wegens van met het geweer te spelen, wij hebben er geen”. Zijn er nog die daarvan houden?
- Amedée Dhondt D 4-2 Cie. is infirmier in zijn Cie. geworden. Hij vindt dat de dienst niet zoo lastig is als vroeger.
- Louis Tanghe D 268 1 esc. doet aan onze mannen zeggen dat zij daar wel wat embusqué spelen, maar dat het hun fout niet is. (‘t Is spijtig hé?) Maar we vechten hier ook, gelijk gij misschien gezien hebt in de gazet dat de cavalerie een onderzeeër gepakt heeft.Welnu dat was wij!
- [censuur]
- Jules Neyts (D 268-1 esc.) in het hospitaal geweest met eene bronchiet. Nu zit hij in zijn dépot te wachten om ook onderzeeërs te gaan pakken.
- Fons De Bol (D 268-1 esc) ‘Ik heb gekwetst geweest aan mijn voorhoofd voor Dixmude. Gelukkig niet erg, 15 dagen exempt de service en daarmee kon ik het aftrappen. Dat ze nu maar spoedig met den offensief beginnen. Dan zullen de Lisseweghenaers eens laten zien dat wij hier ook zijn. Ik voor mijn part, heb er hier nog eenige duizende gereed liggen die de moffen niet geerne zullen zien komen.” Fons is haastig om in congé te gaan naar huis!
- Zijn over kort binnengekomen: Octaaf Vandevelde C 1-12e Cie. Granville (Manche), Prosper Van Houtte C 3 Camp d’Mivours, Fons Van Houtte D. 31 Jerome Van Dycke (?) Goeien moed en veel geluk!
- Moes (Jef Styns D 254-9 Cie.) is projecteur geworden. Piotten ziet hij niet nu meer staan.
Met het laatste nummer te beginnen verscheen ons blaadje onder toezicht der censuur.
Tegenwoordig is het verboden adressenlijsten te drukken en uit te zenden. Daarom als iemand ‘t adres van den eenen of anderen verlangt kan hij het mij afzonderlijk vragen om alleman te kunnen helpen zende elk nieuws en juiste adressen in. Overlaatst ben ik als brancardier verplaatst geweest bij de artillerie hier nieuw adres: Robert Vandepitte, brancardier D 241-6 Bat.
Lees verder: 'n Lisseweghenaerken - Deel 2