De langste dag - Jean Morel over 1 november 1944

André D'hont

2015 01 15 114958Jean Morel (rechts) bij een Hotchkiss-mitrailleuse in zijn villa Etoile du Berger in nov. 1944, naast hem Anton Borek en de Pool Fibiger (1.), midden Camille Vervarcke van het Geheim Leger. (Verzam. D’hont)

De Canadezen hadden reeds het Hazegras bereikt en in de nacht van 31 oktober tot 1 november 1944 liep de frontlijn, naar Knokke toe, van de Kalfmolen tot de Hul en de Blinckaertlaan. Naar de bevrijding, die we reeds met vele getuigenissen en bijzonderheden zo trouw mogelijk achterhaald hebben (“Knokke onder de oorlog 1939-1945”, 5 delen Cnoc is ier). Maar het laatste woord was nog niet gezegd.

Jean Morel heeft meer dan veertig jaar gewacht om zijn getuigenissen te bundelen en in een (Franstalig) boek uit te geven. De leraar van het pensionaat van Sluis kwam in 1940 in de financiële dienst van het gemeentebestuur van Knokke. De burgerlijke weerstander speelde vervolgens een aparte rol, met ondergedokenen, veel gedeserteerde Polen in liet bijzonder, in zijn villa Etoile du Berger achter de Albertlaan bij de golf. Vertelde hij ons:

“Het was halfnegen in de ochtend op deze woensdag 1 november als huisbewaarder René Vantorre van het buurkasteeltje van de gravin de Borchgrave toesnelde. Hij had ontdekt dat een Canadese voorpost zich in de schaapstal genesteld had bij de Bosjesdreef (nu Caddiepad). Aan de overzijde van het golfterrein was op zowat 700 m. de versterkte stelling Binnenhof binnen Elizabetlaan en Zoutelaan. Wij aan de westzijde hadden een kijk op de gehele situatie in die Brabantse Panne. Het was een nomansland. Duitse Flak stond voor onze villa klaar om het vuur te openen”.

Op eigen initiatief is Jean Morel dan door de golf getrokken. Op goed geluk. De Duitsers moesten niet geweten hebben dat de Canadezen zo dichtbij kwamen. Zoals ze evenmin beseften dat ondergedokenen binnen hun bereik waren. Morel trok tot de Canadese voorpost, in de schaapstal van Joseph Broeckaert en Lia Reubens.
“Op mijn uurwerk was het 8u45 toen een onderofficier me tot bij zijn peletonoverste, luitenant Burton Fitch van de North Nova Scotia Highlanders, leidde. Dit was dan in nr. 2 van de Bosjesdreef. Engels sprak ik niet. Maar met Frans ging het ook en ik zei niets te kunnen bewijzen over mijn relaties met het Verzet, maar dat ik bereid was alles te doen wat de
Canadese strijders zou kunnen helpen om kontakt op te nemen met het Geheim Leger. Het Duitse weerstandnest bij mijn villa kon ik al dadelijk signaleren. Twee viervoudige automatische wapens waren er met de manschappen klaar om het vuur te openen”.

Dreigend bombardement

Luitenant Fitch zou Morel laten weten dat van 10 u. af, op deze 1 november Typhoon-vliegtuigen de hele buurt van de golf zouden bombarderen en de artillerie eveneens schieten. Daarom dat aangedrongen werd het Geheim Leger te bereiken, teneinde noord- en westzijde van het golfterrein te laten evakueren. Het was duidelijk dat het Binnenhof als laatste weerstand gezien werd in de eindstrijd voor de Scheldt Pocket, nu de Knokke Pocket geworden.

“Langs de Bosjesdreef en het waterkasteel bereikte ik de Helmweg. Eens bij de Albertlaan, stuitte ik zo op Camiel Landschoot en Emiel Bogaerts, twee brigade-oversten van het Verzet. Om duidelijk te maken wat nakend was en diende gedaan. Maar dan was ik op de voet gevolgd geweest door een Canadese verkenner, Harry Adams. Wellicht dat deze mijn voornemens nader wou testen. Hij kwam dadelijk bij en in het Engels was hij vlug overtuigd op het goede pad te zijn. Kommandant Pierre Cremers van het Geheim Leger bevond zich op het stadhuis. Het was 9u10”.

Met duidelijk geen Duitsers in de buurt, werd langs de Albertlaan het dichtbije kasteeltje van de Borchgrave bereikt en van de kelders tot de zolders doorzocht. In een kelder schuilde de familie van Léon Lippens (geëvakueerd van de Hul, die een Duitse observatiepost was). En zo werd in het Engels nadere uitleg verstrekt. Achteraf is nog ontdekt geworden dat in een gesloten kamer Duitsers verscholen zaten. Ze gaven geen kik.

“Harry Adams scheen wel alles op zijn eentje te willen oplossen. Toen we op het plat dak kwamen, reikte hij mij zijn bajonet over, en opende dan volle vuur met zijn automatisch wapen, op de Duitse Flak in de golf voor de Etoile en de Dragon. Tot hij geen kogels meer had. Wat gedaan als de vijand zou antwoorden? We verlieten ijlings het dak, naar beneden, weg naar onze villa dichtbij”.

Op dit ogenblik bevond men zich in eerste lijn van een nakende slag. Jean Morel zei zijn vrouw Henriette Bergerem en diens zuster Thérèse, onmiddellijk met de drie kinderen naar Wemaer in de Lippenslaan te trekken. En uitkijken of er geen Duitsers in de rug zijn.

“De Canadese verkenner was vast besloten zijn oorlog door te zetten, met mijn hulp en deze van zeven ondergedoken Polen. We haalden alle verborgen wapens en munitie boven, staken Adams nu een Duits geweer in de hand. En vanaf de noordgevel van de woonst werd een onderhouden vuur op de Duitse Flak gericht. Het werd stil. Geen repliek. Met zijn negen trokken we er, bajonet op het geweer, op af. De stelling was verlaten. We kwamen in de villa Dragon. Waar huisbewaker Pierre Cochard ons de weg wees naar de 23 manschappen van de Hak. Hun handen gingen de hoogte in. Ze werden afgetast en goed bewaakt langs de Albertlaan, Helmweg, Bosjesdreef tot de voorpost van luitenant Fitch geleid”.

Het bombardement van 10 u. is uitgebleven.

Waarheid achterhalen

Men kent Jean Morel te Knokke als een ernstig man, gewetensvol bediende. Hij werd in 1910 te Warneton geboren. En de Waal gaat er bijzonder prat op dat hij in korte tijd Vlaams kon spreken. "Men denkt dikwijls dat ik een Bruggeling ben!” Inderdaad, want zo klinkt zijn Knoks.

Hij was naar hier gekomen toen, door de oorlogsomstandigheden het pensionaat van Sluis in september 1939 niet meer opende. Hij kwam les geven in de Etudes Joyeuses van het Zoute, Latijn en Frans. Onder de leerlingen waren de zoons Coppieters ‘t Wallant. Kortweg, hun vader was in het verzet van het eerste uur en Morel was met hem in kontakt. Zo werd hij ingelicht over vele akties vanaf de herfst 1941, de vlucht van Borgys, ontsnappingspogingen, ook van het gebeuren dat vele weerstanders trof. Tot de insluiting september-oktober 1944. Toen hij aan de zijde stond van burgemeester Deckers en sekretaris Jan Claeys op het stadhuis, in de strijd met het Verzet.

2018 08 23 141244Jean Morel (achteraan 2e v. rechts), zijn echtgenote centraal en kinderen vooraan, samen met de Polen die in 1944 in zijn villa ondergedoken waren, om met het Verzet tot de aktie over te gaan op 1 november. Links Henry Wemaer met de baard en die mede verstopt werd door het echtpaar. (Verzam. D'hont)

Eberding uit ‘t Binnenhof gehaald

2018 08 23 141300Generaal Eberding, bevelhebber van de 64e Duitse Infanteriedivisie in de Schelde Festung (voor de Canadezen de Scheldt Pocket).

“In geval namen van deserteurs bekend worden, zal men ze overmaken aan de burgerbevolking in de Heimat en de naaste familieleden zullen beschouwd worden als vijanden van het Duitse volk”.

Dit liet generaal Eberding, bevelhebber van de Schelde Festung Süd, aan de strijdkrachten van de Wehrmacht in het ingesloten gebied weten op 14 oktober 1944. In zijn dagorde was vermeld dat iedere soldaat die zich zou overgeven, als deserteur zou onthouden worden. Men moest strijden tot de laatste man.

Op 1 november 1944 zou de generaal zich op zijn beurt overgeven!

De Canadezen waren in de twee voorafgaande weken reeds met drie volledige brigades in de Scheldt Pocket tot Breskens doorgedrongen. Om dan op Allerheiligen Knokke te bereiken. Het hoger bevel van Hitler de Scheldemonding kost wat kost te houden, zou niet baten. De Duitsers legden de wapens neer.

Jean Morel is een bescheiden man. Het heeft dan graaf Léon Lippens, oud-studiemakker van de Abdijschool-van-Loppem, heel wat moeite gekost zijn vriend te overtuigen dat hij zijn getuigenis in een boek moest neerschrijven. Meer dan veertig jaar na het gebeuren verscheen van Jean Morel ten slotte “Contribution à la Vérité Historique”. Graaf Léon Lippens was ondertussen in juni 1986 overleden. Het is zijn broer graaf Philippe Lippens die het voorwoord zou schrijven, met ook een
tweede door dr. Eugène Mattelaer.

De “Getuigenis voor Historische Waarheid” bestaat niet in het Nederlands. “Voor de vertaling wordt me honderdduizend fr. gevraagd”, zei ons Jean Morel. Hij verdient geen frank aan wat wel verscheen. Integendeel. Het boek met 235 bladzijden, 70 foto’s (ook kleur) en 17 plannen, kan men bij hem bekomen, Helmweg 22. Wie zich aan de lokale geschiedenis interesseert, moet het bezitten – lezen.

Verovering postgebouw

Inleidend tot de verovering van het "oninneembare” steunpunt dat het Binnenhof was, met logge bunkers, mijnenvelden en pinnetjesdraad, diende eerst het kommunikatiecentrum van de post opgeruimd. Bij de Pierslaan tussen Mommenstraat en Zoutelaan, was het postgebouw al evenzeer met alle middelen versterkt. Hier was dan de Duitse telefooncentrale ingericht, voor kontakt met Binnenhof, Duinresidentie te Duinbergen en Tobroek bij het Zwin.

Het was 10u15 op die 1 november 1944 als schepen Jules Rotsaert in de Etoile du Berger van Morel kwam. Hij vroeg zo vlug mogelijk komaf te maken met de telefoonpost ter Pierslaan. Men had nog maar pas de Duitse weerstand in de aanpalende golf opgeruimd. Drie Polen waren, samen met de Canadese verkenner Harry Adams, vertrokken om de 22 krijgsgevangenen naar de Geallieerde lijn te voeren.

“We waren maar met zes, Anton Borek, vier Polen en ik, om de schepen te volgen langs de Albertlaan. Bij het postgebouw dienden alle nieuwsgierigen de Mommenstraat in gestuurd te worden. De grote bunker stond een vijftigtal meter verder.”

Er werd niet getalmd. Plat tegen de grond vonden Borek en Morel hun weg naar de betonnen burcht, terwijl de vier anderen hen dekten. Allen met de bajonet op het geweer, handgranaten klaar.

2018 08 23 141316(Foto's De Knock)

“Vanuit het Tennispad kwam dan een Duitse soldaat aangestapt. Hij werd zonder meer onze gevangene. We stuurden hem de bunker binnen om te onderhandelen over een snelle overgave. Ondertussen kwamen we zelf tot boven op het gevaarte. Langs de schietopening lieten we weten dat vlug een beslissing dient genomen, zoniet zouden we handgranaten naar binnen gooien. Het antwoord kwam even vlug: Übergabe! Langs een zijdeur kwamen we door het postgebouw in de bunker, alle zes. Zonder de minste moeilijkheden konden we zo dertig Duitsers oppikken, onder hen tien onderofficieren. Bij het buitenkomen wachtte ons Camiel Landschoot en zijn brigade”.

De krijgsgevangenen werden weggeleid, langs Pierslaan, Mommenstraat, Lippenslaan, Verweeplein, Helmweg, Bosjesdreef tot bij luitenant B. Fitch van de Novas. Die zei: “Flink werk”!

Binnenhof: laatste burcht

Het Geheim Leger van kommandant Cremers gaf op diezelfde dag te 13 u. het bevel het Binnenhof te veroveren, om de bevrijding van Knokke als voltooid te kunnen beschouwen. Het werd andermaal een kluif voor Morel, Borek en de Polen. Ze waren nu met elf, goed gewapend, ook met meer Duitse handgranaten. Ze trokken vanaf de Albertlaan door het Vlaams Pad, verzekerden er zich van dat ze nergens uit villa’s vijanden in de rug zouden krijgen, en kwamen in de Elizabetlaan. Tot de ingang van het Binnenhof. Het was eens een gezellige buurt buiten het verkeer. Nu een versterkte vesting, binnen de pinnetjesdraad de mijnen goed zichtbaar.

“We moesten angstvallig uitkijken waar we onze voeten zetten. We kwamen door. Voor ons rees de logge betonnen bunker op het laatste weerstandsnest waar generaal Eberding ook zijn laatste hoofdkwartier ingericht had, meer dan één blockhaus ter verdediging.”

Alles was er onder mekaar verbonden. Binnen met alle komfort ingericht, vele voorraden om lang te kunnen stand houden. Vlammenwerpers om aanvallers op te vangen.

“Met de bajonet op het geweer, kwamen we bij een eerste blockhaus, links van de binnenweg. De Duits luitenant en zijn sektie gaven zich over. Uit het centrum van het Binnenhof werd op ons gevuurd. De Duitse officier gaven we de raad te bevelen dat men zich moest overgeven, zoniet dat we gevangen manschappen zouden likwideren. We kregen als antwoord dat de generaal bevelhebber was.”

2018 08 23 141338Foto: Vandermoere

Men kon de staf van Eberding telefonisch bereiken. Eerst kwam er geen antwoord. Wat aanvangen? Dan weerklonk de droge harde stem: “Ick Oberleutnant, befehle Kampf beendet. Soldaten niet mehr schiessen. Hände hoch und Waffe niederlegen”.

Het zou de beurt worden van Eberding, de bevelhebber die niet tot de laatste man wenste te strijden.

“Drie Polen bleven buiten op wacht. Verspreid en schreeuwend drong de rest van de groep de bunker binnen. En de Duitsers trokken naar buiten, zo’n 250 à 300, waaronder vijftien officieren. En toen wist ik nog niet dat generaal Eberding binnen gebleven was, klaar om zich aan de Canadezen zelf over te geven”.

De gevangenen werden in drie kolonnes opgesteld, om te vermijden dat ze nog een dreigende groep zouden kunnen vormen. Eerst kwam nog de opdracht de omgeving te ontmijnen. Wat gebeurde.

“Ondertussen kwam een Canadese groep, met een officier, een korporaal en vier soldaten ter plaatse. En een half uur later trokken burgemeester Deckers en sekretaris Claeys met een witte vlag de versterking binnen”.

De bevelhebber van de 64e Duitse Infanteriedivisie werd weggeleid naar het Hazegras in de hoeve van Lucien Lannoye. Zo moet dan het verhaal ontstaan zijn waarbij Eberding zich zou verstopt hebben in de kaasfabriek en daar gevangen genomen. Het militaire dagboek van de 8e Canadese Infanteriebrigade vermeldde dat Eberding naar St.-Anna-ter-Muiden gevoerd werd. “Stop hem de bak in”, zei majoor Martin als de generaal weigerde het verder staken van vuren uit te vaardigen. Dan voor de Duitsers die verderop nog in de Duinresidentie en Heist staken.

Eberding zou het ons tenslotte eens zelf moeten verteld hebben, hoe, waar en wanneer hij bij de kraag gegrepen werd. Er zijn enkel foto’s van hem in de buurt van het Hazegras en door oorlogskorrespondenten gemaakt. Ook gefilmd.

Wat dan de inname van het Binnenhof betreft, hier waren wel degelijk de Polen van Borek en Morel aan de slag. Op 5 november 1944 kwam de cinematografische dienst van de BCC een wedersamenstelling filmen. Toen werd ook de foto van de groep in het Binnenhof gemaakt.

2018 08 23 141401Foto Warlop (foto van de groep in het Binnenhof)

 

De langste dag - Jean Morel over 1 november 1944

André D'hont

Cnocke is Hier
1990
27
057-063
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01