Klaprozen behoren tot de Papaverfamilie.
De meeste soorten hebben grote bloemen. Deze staan op het uiteinde van lange bloemstelen. De Gewone klaproos heeft prachtige scharlakenrode bloemen. Deze hebben twee afhangende kelkbladen die de knikkende bloemen net voor het opengaan beschermen.
De overlappende kroonbladeren hebben een zwarte vlek aan de basis. De talrijke meeldraden geven een donker blauwzwart stuifmeel af. Het is een eigenaardig gezicht de talloze bijen die deze plant bezoeken en bestuiven te zien wegvliegen met zwarte stuifmeelkorrels in de stuifmeelkorfjes van de achterpoten. Deze plant is enkel stuifmeelleverancier voor deze nuttige insecten.
Ze hebben geen nectar. Na de bestuiving ontwikkelt de stamper tot een doosvrucht.
Typisch voor alle papavers is dat ze een wit melksap bevatten. Van bepaalde soorten wordt opium gemaakt van het melksap uit onrijpe doosvruchten. Nog andere soorten leveren het zogenaamde maanzaad.
Deze plant komt oorspronkelijk uit het Middellands zeegebied en werd met de graangewassen meegebracht. Zo heeft ze zich trouwens in gans Europa verspreid.
Door de onkruidbestrijding zijn de klaprozen en korenbloemen praktisch niet meer te vinden in de graanvelden. Wél treft men ze nog aan in de wegbermen. (GB)